Dit wetsvoorstel beoogt de instelling van de Nederlandse Sportraad (hierna: NLsportraad) als een permanent adviescollege op het terrein van beleid ten aanzien van sport en maatschappelijke vraagstukken in relatie tot sport.
Het algemeen wettelijk kader waarbinnen de voorgestelde instelling van het nieuwe adviescollege plaatsvindt en waarbinnen het adviescollege zijn taak kan uitoefenen, wordt gevormd door de Grondwet, de Kaderwet adviescolleges en de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. In de Kaderwet adviescolleges zijn de algemene regels vastgelegd over de benoeming en het ontslag van de leden, de onafhankelijkheid, de eisen die aan leden van een adviescollege worden gesteld, het secretariaat, de mogelijkheid om uit eigen beweging, op verzoek van de Minister of op verzoek van een van beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren, de mogelijkheid om commissies in te stellen, de werkwijze, de begroting en het werkprogramma. Aangezien de beoogde raad een adviescollege is in de zin van de Kaderwet adviescolleges en tot enige taak heeft om de regering en het parlement te adviseren over te voeren beleid van het Rijk (op het in artikel 2 van het wetsvoorstel omschreven terrein) zijn de in de Kaderwet adviescollege opgenomen bepalingen onverkort van toepassing op de beoogde raad. De Wet vergoedingen adviescolleges en commissies biedt het kader voor het toekennen van vergoedingen aan de leden van adviescolleges. Dit wetsvoorstel blijft daarom beperkt tot:
1. de instelling van het adviescollege;
2. de naam van dit adviescollege;
3. de taakomschrijving van het college;
4. het maximum aantal leden van dit college.
Het is nu bijna vijf jaar geleden dat de NLsportraad is ingesteld, oorspronkelijk als tijdelijke adviesraad. In die periode heeft de NLsportraad diverse adviezen afgegeven over sportevenementen, bewegen op en rond de school en over de organisatie en financiering van de sport. In overeenstemming met de kabinetsreactie op de vierde evaluatie van de Kaderwet adviescolleges (brief van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 januari 2016 Kamerstukken II 2015/16, 28 101, nr. 15, p. 4) is de NLsportraad drie jaar na het instellen ervan geëvalueerd. Deze evaluatie (brief van de Minister voor Medische Zorg van 25 november 2019 Kamerstukken II 2019/20, 30 234, nr. 240, p. 13) is gebruikt voor de beoordeling van het voortzetten van de adviestaak van de raad (brief van de Minister voor Medische Zorg van 13 maart 2020 Kamerstukken II 2019/20, 30 234, nr. 242)
Meerwaarde
Uit de evaluatie blijkt dat de opvatting dat de NLsportraad meerwaarde heeft, breed wordt gedeeld. Veel geïnterviewden geven aan dat een eigen adviesraad de sportsector volwassen maakt. De NLsportraad legitimeert sport als een volwaardig beleidsterrein en creëert meerwaarde door vanuit een onafhankelijke rol als verbinder te acteren tussen verschillende ministeries en sectoren. De onafhankelijke positie als adviescollege draagt bij aan de manier waarop de NLsportraad in het veld, dat zich kenmerkt door een grote mate van diversiteit, bruggen kan slaan tussen de verschillende partijen. Doordat juist kennis en expertise vanuit sport en bewegen is gewenst en van daaruit een bredere blik op het sportbeleid in samenhang met maatschappelijke vraagstukken, vraagt dit om een expertise die niet wordt gevonden in andere adviescolleges en legitimeert dit een apart adviescollege. Sport is van onschatbare waarde voor de samenleving en dus is een adviescollege dat daarover adviseert aan politiek en maatschappij van waarde.
Daarbij heeft de NLsportraad verschillende impactvolle adviezen gegeven die een bijdrage hebben geleverd aan het Nederlandse sportbeleid. Zo hebben de adviezen over het beleid ten aanzien van sportevenementen hun weg gevonden in de herijking van het (strategische) evenementenbeleid in het kader van de uitwerking van het Nationale Sportakkoord. Ook heeft de raad haar meerwaarde getoond met adviezen over thema’s met sport en bewegen als verbindende factor. Deze adviezen zijn vernieuwend, onderbouwd door onderzoek en op transparante wijze ontwikkeld met de betrokkenen uit het veld. Hiermee hebben zij nieuwe inzichten verschaft en het maatschappelijk debat gestimuleerd.
Zo draagt de NLsportraad bij aan het versterken van de maatschappelijke betekenis die aan sport wordt gegeven: door te agenderen en te signaleren en op basis van eigen expertise te adviseren. Als een adviescollege dat als objectieve partij in de sportsector impactvolle adviezen geeft, waarbij het zwaartepunt te allen tijde bij de sport ligt. Adviezen die van grote waarde zijn voor het sportbeleid, en voor alle beleidsterreinen die daarmee verband houden. Gezien de meerwaarde van de NLsportraad voor de sport en het Nederlands sportbeleid is het van wezenlijk belang dat de NLsportraad haar adviezen kan blijven geven.
Een alternatieve mogelijkheid om de adviestaak in stand te houden is om deze onder te brengen bij bestaande adviescolleges binnen het beleidsterrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Momenteel zijn er twee andere adviescolleges, te weten de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) en de Gezondheidsraad (GR). Zowel de GR als de RVS zijn geraadpleegd over het eventueel onderbrengen van de NLsportraad bij één van beide adviescolleges. Beide adviescolleges hebben aangegeven dat dit niet wenselijk is.
De GR geeft adviezen over het hele spectrum van de volksgezondheid: van gezondheidszorg, preventie en voeding tot leefomgeving, arbeidsomstandigheden en innovatie en kennisinfrastructuur. Alle raadsleden van de GR zijn wetenschappers die op basis van de stand van de wetenschap adviseren over bovengenoemde thema’s. De NLsportraad concentreert zich primair op sport en sportgerelateerde vraagstukken, waarmee over wezenlijk andere onderwerpen wordt geadviseerd dan de GR. Daarnaast zijn de aard en werkwijze van de beide raden (te) verschillend: de NLsportraad bestaat uit deskundigen die over veel maatschappelijke kennis en ervaring beschikken, vooral op het gebied van sport. De adviezen die zij geven zijn strategisch en operationeel van aard. Het meer technisch-specialistische en wetenschappelijke karakter van de GR maakt dat samenvoegen onwenselijk is.
Onderbrengen bij de RVS is evenmin een wenselijke optie. In de laatste evaluatie van de RVS uit 2019 door de Commissie Van der Schoot is geconstateerd dat de wettelijke taak van de RVS – door de samenvoeging van twee eerdere adviesraden op het terrein van zorg en samenleving – erg breed is en dat meer inhoudelijke focus wenselijk is. De RVS heeft deze aanbeveling opgevolgd. Om die reden is het ondoenlijk en onlogisch om een breed en substantieel adviesterrein als de sport aan de scope toe te voegen. Buiten dat geeft de NLsportraad zowel strategische als operationele adviezen, waar de adviezen van de RVS louter strategisch van aard zijn. Met de praktisch toepasbare, operationele adviezen onderscheidt de NLsportraad zich van de andere adviescolleges binnen het adviesterrein van het Ministerie van VWS. Ook geeft de RVS strategische adviezen over onderwerpen op het snijvlak tussen volksgezondheid, zorg en samenleving. De adviesterreinen van de RVS en de NLsportraad verschillen hierbij aanzienlijk van elkaar.
Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de adviestaak van de NLsportraad een theoretische overlap kent met de adviesterreinen van de GR en de RVS. Desalniettemin zullen de adviezen van de NLsportraad altijd onderscheidend zijn ten opzichte van de adviezen van de GR en de RVS. Het thema sport zal namelijk te allen tijde centraal worden gesteld in de adviezen van de NLsportraad, die bovendien zowel strategisch als operationeel van aard zijn; dit in tegenstelling tot de technisch-specialistische respectievelijk strategische adviezen van de GR en de RVS.
Kortom, om verschillende redenen is een samengaan van de NLsportraad met de GR of de RVS niet mogelijk. Om de meerwaarde van de NLsportraad te blijven benutten, dient er derhalve een permanente raad ingesteld te worden. Deze wet voorziet in de continuering van de NLsportraad door een permanent adviescollege in te stellen (artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges). Met het toevoegen van de NLsportraad aan het adviesstelsel ontstaat binnen VWS een gedifferentieerd en complementair adviesstelsel. Hierbij is van belang dat adviescolleges die onder de Kaderwet adviescolleges vallen, frequent met elkaar in contact staan, waarbij in ieder geval het werkprogramma en de (beoogde) adviezen worden besproken en met elkaar worden afgestemd.
De oorspronkelijke taak van de NLsportraad bij oprichting was te adviseren over het te voeren beleid op het gebied van sportevenementen. Dit advies werd gedaan binnen de bredere context van het Nederlandse sportbeleid, zoals is uiteengezet in de brief van 20 november 2015 (Kamerstukken II 2015/16, 30 234, nr. 142). Deze taakomschrijving heeft een zestal adviezen opgeleverd over het beleid ten aanzien van sportevenementen. Hieraan heeft geen aparte adviesaanvraag ten grondslag gelegen, maar er is wel nauw contact geweest tussen VWS en de NLsportraad over de scope van de betreffende adviezen. Zoals gezegd hebben deze adviezen mede aan de basis gestaan van de herijking van het (strategische) evenementenbeleid in het kader van de uitwerking van het Nationale Sportakkoord.
Uit de evaluatie van het functioneren van de NLsportraad is gebleken dat de NLsportraad meerwaarde heeft als een adviescollege dat onafhankelijk en objectief adviseert over thema’s met sport en bewegen als verbindende factor. Dat is een bredere taakopvatting dan alleen adviseren over het te voeren beleid op het gebied van sportevenementen, die evenwel aansluit bij de verbreding van het werkterrein van de NLsportraad die in de afgelopen periode in onderling overleg heeft plaatsgevonden. Dit is ook terug te zien in de bredere adviezen zoals «Plezier in bewegen» en het advies over de organisatie en financiering van de sport «De opstelling op het speelveld».
De formele scope van de NLsportraad beperkt zich daarmee niet langer tot louter advisering over het beleidsterrein van sportevenementen, maar strekt zich uit tot waar de sport de potentie heeft een bijdrage te leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Tot het adviesdomein van de NLsportraad behoort hiermee sport in de breedste zin van het woord: advisering over niet alleen sportevenementen, maar sport in brede zin, en niet alleen over sportspecifieke onderwerpen zoals breedtesport, topsport en een goede sportinfrastructuur, maar ook over sport in relatie tot maatschappelijke thema’s. Het staat de NLsportraad vrij, afhankelijk van het onderwerp en de inzichten daarin, concreet toepasbare, operationele adviezen met impact op de korte termijn te geven, dan wel adviezen te geven met een meer strategisch lange-termijn-karakter. Van belang voor alle adviezen is dat ze goed zijn onderbouwd, waar nodig en mogelijk evidence based.
De NLsportraad is hiermee een onafhankelijke adviesraad die op verschillende manieren het regeringsbeleid ten aanzien van sport ondersteunt dan wel uitdaagt en daarbij bovenal het maatschappelijke debat voedt, met een mix van operationele en strategische adviezen. Deze raad zal op basis van de stand van de wetenschap en de aanwezige kennis en expertise omtrent sport en maatschappelijke vraagstukken een informatiefunctie en een agenderende functie innemen voor de regering, het parlement en de maatschappij als geheel. Het streven hierbij is dat dit op de korte en de lange termijn leidt tot beter sportbeleid en een complementaire samenstelling van adviesraden binnen VWS.
De NLsportraad heeft in korte tijd een positie verworven als speler op het snijvlak van sportbeleid en de sportsector. De raadsleden beschikken over kennis en expertise die de basis vormen waarop zij vanuit verschillende perspectieven kunnen adviseren over de tendensen in de sportsector en daarbij ook tegen de stroom of gangbare opinies ingaan. Dit laatste is van groot belang en kenmerkt de meerwaarde van de NLsportraad aangezien zij vanuit een onafhankelijke positie eraan kan bijdragen dat sport in Nederland inspireert en floreert.
De NLsportraad bestaat uit een voorzitter en 9 raadsleden. Om goede en impactvolle adviezen te kunnen geven over thema’s die het gehele adviesdomein beslaan, is het van belang dat er bij de raadsleden naast kennis over sport ook kennis over andere relevante domeinen aanwezig is zoals overheid, bestuur, financiën, wetenschap en samenleving. Bij adviezen worden via commissies of bijeenkomsten externe adviseurs ingeschakeld uit de wetenschap of de praktijk. De NLsportraad kan daarbij terugvallen op een vaste pool van adviseurs, maar kijkt waar nodig ook naar expertise en ervaring buiten deze pool.
De Kaderwet adviescolleges schrijft voor dat bij een nieuw, permanent adviescollege vacatures voor alle raadsleden worden opengesteld. Zittende raadsleden van de tijdelijke raad, die geldt tot 1 april 2022, die hun raadswerk willen continueren worden daarbij uitgenodigd om te reageren op deze vacature. Het ligt niet voor de hand om de raad geheel te vernieuwen, omdat er nadrukkelijk wordt voortgebouwd op een ontwikkeling die al in gang is gezet met de zittende raadsleden van de tijdelijke raad. Zo zijn recent nieuwe raadsleden voor de tijdelijke raad geworven met een profiel dat (ook) aansluit bij de geschetste bredere taakopvatting. Daarbij is ook rekening gehouden met de diversiteit van de raad. Deze aandacht zal voortduren. Bovendien is continuïteit in de NLsportraad wenselijk.
Vanaf 2022 is momenteel jaarlijks € 1.195.000,– begroot. Deze uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van VWS, zoals ook bij andere adviescolleges gebeurt. Met dit bedrag wordt zowel alle personele inzet (raadsleden, adviseurs en secretariaat), als alle materiele benodigdheden bekostigd. Het materieel budget is nodig om bijvoorbeeld ter voorbereiding van adviezen samenvattende analyses te laten maken (inventarisatie van de stand van de wetenschap), om gaande het proces de interactie te ondersteunen (organiseren van bijeenkomsten), om de publicatie en presentatie van adviezen mogelijk te maken en voor overige communicatie van de NLsportraad. Gemiddeld is per beleidsadvies een bedrag nodig van € 50.000. Bij vier beleidsadviezen per jaar en een jaarcongres komt het gewenste materieel budget uit op € 250.000. Er is geen budget voor de bedrijfsvoering; hiervoor wordt gebruik gemaakt van de faciliteiten van het Ministerie van VWS.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Omdat onderhavig wetsvoorstel geen verandering brengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen, is ervan afgezien om het wetsvoorstel in internetconsultatie te brengen.
Ingevolge artikel 7 van de Kaderwet adviescolleges is het wetsvoorstel mede ondertekend door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, omdat de Kaderwet adviescolleges onder diens verantwoordelijkheid valt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge