Wetsartikelen 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
De begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,Th.J.A.M.de Bruijn
De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2021 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In onderdeel 2 worden de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht.
Onderdeel 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer deze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
De budgetten zijn op het niveau van artikelonderdeel verdeeld over een aantal financiële instrumenten. Bij de uitvoering van BHOS-beleid wordt het meest effectieve instrument of uitvoerende organisatie geselecteerd. De keuze van het instrument is niet vooraf bekend en is daarom bij het opstellen van de begroting niet altijd goed te bepalen. Dit verklaart waarom de budgetten op instrumentniveau in deze suppletoire begroting veelvuldig wijzigen.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Uitgaven:
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen wat leidt tot een stijging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 80 miljoen in 2021.
Hieronder vindt u een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen in de uitgaven ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2021 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Art. | Uitgaven 2021 | |
Vastgestelde begroting 2021 | 3.064.088 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 3.075.884 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 1.3 | 20.000 |
2) Klimaat | 2,3 | 23.127 |
3) Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 3.1 | 25.000 |
4) Humanitaire hulp | 4,1 | 45.500 |
5) Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 4,3 | ‒ 20.500 |
6) Overig armoedebeleid | 5,2 | ‒ 26.271 |
7) Nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen | 5,4 | ‒ 1.490 |
8) Overige mutaties | 14.252 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 3.155.502 |
Artikelonderdeel 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
Per saldo neemt het budget voor artikelonderdeel 1.3 toe. Deze verhoging (hoofdzakelijk bij de Miljoenennota 2022) is toe te schrijven aan:
– Een bijdrage aan Aceli.
– Een bijdrage aan het multilaterale OESO-programma tegen belastingontwijking.
– Een extra bijdrage aan het Health Insurance Fund (HIF) voor Carepay.
– Een additionele bijdrage aan Trade Mark East Africa (TMEA).
– Een optopping in 2021 van het family support (o.a. cash transfer) programma in Soedan van de Wereldbank.
Artikelonderdeel 2.3 Klimaat
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 2.3 is hoofdzakelijk met de Miljoenennota 2022 verhoogd. Deze verhoging is toe te schrijven aan:
– Extra middelen voor het Least-Developed Countries Fund (LDCF) dat zich richt op klimaatadaptatie in lage-inkomenslanden.
– Een extra bijdrage aan de herkapitalisatie van de Climate Investment Funds (CIFs), het multilaterale klimaatfonds van de gezamenlijke multilaterale ontwikkelingsbanken.
– Een extra bijdrage aan het tegengaan van ontbossing, geografisch gericht op het Congo bekken.
Artikel 3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids
Het uitgavenbudget van artikel 3.1 neemt toe. Deze verhoging is toe te schrijven aan:
– Extra bijdragen ter bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen aan het WHO Strategic Preparedness and Response Plan, The Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM) en aan de Global Financing Facility (GFF).
Artikelonderdeel 4.1 Humanitaire Hulp
Per saldo neemt het budget van artikelonderdeel 4.1 toe. Vanwege de crisis in Afghanistan zijn de niet meer inzetbare gedelegeerde middelen van de ambassade in Kaboel van artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling overgeheveld naar humanitaire hulp op artikel 4.1. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van het Afghanistan Humanitarian Fund en het Regional Refugee Preparedness and Response Plan van UNHCR.
Daarnaast is het non-ODA budget voor humanitaire hulp verhoogd in verband met de inzet van blushelikopters voor de bestrijding van bosbranden in Albanië. Deze inzet is gebeurd op basis van een convenant tussen de ministerie van Defensie en Buitenlandse Zaken over militaire inzet ter ondersteuning van humanitaire actie.
Artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
Het budget voor artikelonderdeel 4.3 wordt naar beneden bijgesteld. Vanwege de crisis in Afghanistan worden de niet meer inzetbare gedelegeerde middelen van post Kaboel (onder functionerende rechtsorde) overgeheveld naar artikel 4.1 Humanitaire hulp.
Artikelonderdeel 5.2 Overig armoedebeleid
Het budget op artikelonderdeel artikel 5.2 wordt per saldo neerwaarts bijgesteld. Dit is vooral toe te schrijven aan een overheveling van de Verdragsmiddelen voor Suriname naar het verdeelartikel 5.4. Deze Verdragsmiddelen komen in 2021 niet meer tot een uitgave. Deze middelen blijven, conform de uitvoeringen van het verdrag wel beschikbaar. Verder worden er non-ODA middelen overgeheveld naar artikel 1.3 voor de financiering van enkele programma’s voor internationaal ondernemen en naar het instrument Noodhulp non-ODA op artikel 4.1 in verband met humanitaire hulp bij de bestrijding van bosbranden in Albanië.
Artikelonderdeel 5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
Per saldo neemt de stand van het verdeelartikel 5.4 af. In de Miljoenennota 2022 was sprake van een positieve bijstelling van het verdeelartikel vanwege de positieve economische ontwikkeling (MEV raming) zoals gepubliceerd op Prinsjesdag. De negatieve bijstelling van artikel 5.4 wordt veroorzaakt door de raming van de ODA-toerekening voor eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen (EUR -38,2 miljoen). Hier tegenover staat een verhoging vanuit artikel 5.2 vanwege de Verdragsmiddelen Suriname. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar. Ten slotte vloeit er een beperkt bedrag terug vanuit de BZ-begroting vanwege onderbesteding op ODA-programma's.
Ontvangsten:
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen wat leidt tot een stijging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 3 miljoen in 2021.
Hieronder vindt u de meest in het oog springende wijziging in de ontvangsten ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2021 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Art. | Ontvangsten 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 | 56.661 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 54.231 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Ontvangsten DGGF | 1,3 | 6.000 |
2) Overige mutaties | ‒ 2.938 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 57.293 |
Artikel 1
De ontvangsten op artikelonderdeel 1.30 DGGF zijn verhoogd met een onttrekking uit de begrotingsreserve ter dekking van uitbetaalde wisselfinancieringen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 304 533 | 498 601 | 18 000 | ‒ 3 969 | 512 632 | |
waarvan garantieverplichtingen | 74 000 | 74 000 | 74 000 | |||
waarvan overige verplichtingen | 230 533 | 424 601 | 438 632 | |||
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 513 365 | 520 951 | 18 000 | 3 004 | 541 955 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO | 28 781 | 28 556 | 0 | ‒ 899 | 27 657 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 9 575 | 12 575 | 0 | 375 | 12 950 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 1 867 | 1 642 | 0 | ‒ 1 073 | 569 | |
Opdrachten | ||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 294 | 2 294 | 0 | 0 | 2 294 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1 850 | 1 850 | 0 | ‒ 375 | 1 475 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 8 000 | 5 000 | 0 | 0 | 5 000 | |
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5 195 | 5 195 | 0 | 174 | 5 369 | |
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 91 777 | 97 976 | 0 | 1 903 | 99 879 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Programma's internationaal ondernemen | 15 846 | 10 000 | 0 | 5 250 | 15 250 | |
Versterking concurrentiepositie Nederland | 6 502 | 6 502 | 0 | 0 | 6 502 | |
Invest Internationaal | 9 000 | 9 000 | 0 | ‒ 7 027 | 1 973 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 9 210 | 9 010 | 0 | 0 | 9 010 | |
Garanties | ||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 3 000 | 3 000 | 0 | 0 | 3 000 | |
Opdrachten | ||||||
Programma's internationaal ondernemen | 1500 | 12216 | 0 | 3 201 | 15 417 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 250 | 450 | 0 | 0 | 450 | |
Wereldtentoonstelling Dubaï | 2 000 | 4 450 | 0 | 195 | 4 645 | |
China-strategie | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 42 848 | 43 348 | 0 | 284 | 43 632 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Programma's internationaal ondernemen | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||
Versterking economische functie | 570 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overig | 51 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 392 807 | 394 419 | 18 000 | 2 000 | 414 419 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 5 450 | 5 450 | 3 000 | 19 070 | 27 520 | |
Economic governance and institutions | 26 400 | 30 400 | 0 | ‒ 8 500 | 21 900 | |
Financiële sector ontwikkeling | 37 000 | 37 000 | 8 000 | ‒ 4 000 | 41 000 | |
Infrastructuurontwikkeling | 34 350 | 34 350 | 0 | ‒ 13 000 | 21 350 | |
Duurzame productie en handel | 39 700 | 39 700 | 0 | 0 | 39 700 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 8 000 | 8 000 | 0 | 0 | 8 000 | |
Leningen | ||||||
Infrastructuurontwikkeling | 10 000 | 10 000 | 0 | 1 830 | 11 830 | |
Financiële sector ontwikkeling | 19 000 | 14 000 | 0 | ‒ 4 000 | 10 000 | |
Garanties | ||||||
Financiële sector ontwikkeling | 1 000 | 1 000 | 0 | 8 000 | 9 000 | |
Opdrachten | ||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 12 000 | 12 000 | 0 | ‒ 1 000 | 11 000 | |
Economic governance and institutions | 18 000 | 18 000 | 0 | ‒ 2 000 | 16 000 | |
Financiële sector ontwikkeling | 4 000 | 4 000 | 0 | 2 000 | 6 000 | |
Infrastructuurontwikkeling | 750 | 750 | 0 | 2 250 | 3 000 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 27 250 | 20 875 | 0 | ‒ 10 875 | 10 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 36 000 | 34 000 | 0 | 0 | 34 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
International Labour Organisation | 5 700 | 5 700 | 0 | ‒ 705 | 4 995 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 27 100 | 28 294 | 0 | 3 125 | 31 419 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 8 500 | 8 500 | 5 000 | 450 | 13 950 | |
Partnershipprogramma ILO | 5 500 | 4 900 | 0 | 0 | 4 900 | |
Economic governance and institutions | 7 000 | 7 000 | 2 000 | 0 | 9 000 | |
Financiële sector ontwikkeling | 3 000 | 3 000 | 0 | 20 415 | 23 415 | |
Infrastructuurontwikkeling | 45 000 | 45 000 | 0 | ‒ 10 000 | 35 000 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 3 000 | 3 000 | 0 | 380 | 3 380 | |
Nexus onderwijs en werk | 19 500 | 19 500 | 0 | ‒ 1 440 | 18 060 | |
Nog te verdelen | ||||||
Nog te verdelen | ‒ 10 393 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 6 264 | 6 264 | 0 | 6 000 | 12 264 | |
1.10 | Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 3 264 | 3.264 | 0 | 0 | 3 264 |
1.30 | Ontvangsten DGGF | 3 000 | 3.000 | 0 | 6 000 | 9 000 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 1 wordt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting per saldo verhoogd. De verhoging van het verplichtingenbudget voor artikel 1 is toegelicht onder 'Uitgaven - Mutaties Miljoenennota'.
De beperkte verlaging van de verplichtingen van artikel 1 is het gevolg van een verschuiving van artikel 1.3 naar artikel 4 (vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling) vanwege het VNG-internationaal partnerschap programma met kasramingen van 2021 t/m 2025.
Uitgaven
Mutaties Miljoenennota
Artikelonderdeel 1.3: Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
Zowel het uitgaven als het verplichtingenbudget voor artikelonderdeel 1.3 is met de Miljoenennota verhoogd en bestemd voor de ondersteuning van het economisch herstel in ontwikkelingslanden door:
– Een bijdrage aan Aceli. Dit is een samenwerkingsverband van een aantal private kredietverstrekkers, waaronder NGO’s en banken gericht op het wegnemen van barrières in de financiële sector in ontwikkelingslanden.
– Een bijdrage aan het multilaterale OESO-programma tegen belastingontwijking.
– Een extra bijdrage aan het Health Insurance Fund (HIF) voor Carepay dat zorgt voor een versnelling van de digitalisering van de financiering van de gezondheidszorg in Afrikaanse landen.
– Een additionele bijdrage aan Trade Mark East Africa (TMEA) ter bevordering van de regionale handel in Oost-Afrika.
– Een optopping in 2021 van het family support (o.a. cash transfer) programma in Soedan van de Wereldbank, dat in juni 2020 werd toegekend. Bij de uitvoering hiervan worden de actuele ontwikkelingen in Soedan meegenomen.
Overige mutaties Tweede suppletoire begroting 2021
Artikelonderdeel 1.2: Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie
Het uitgavenbudget van artikelonderdeel 1.2 is verhoogd. Met deze verhoging komen extra middelen beschikbaar voor de financiering van goedlopende MKB-regelingen binnen de RVO opdracht Internationaal ondernemen en extra digitale voorzieningen voor Expo Dubai.
Verder is er op artikelonderdeel 1.2 ook sprake van een verlaging van het budget van Invest international. Deze verlaging betreft een technische mutatie wegens een overboeking naar het Ministerie van Financiën. Deze overboeking komt ten gunste van het opstartbudget van Invest International. De opstartkosten zijn hoger dan geraamd doordat de oprichting langer heeft geduurd dan eerder werd voorzien.
Artikelonderdeel 1.3 : Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
Het uitgavenbudget van artikelonderdeel 1.3 is per saldo verhoogd. Dit is het saldo van een desaldering van EUR 6 miljoen door hogere ontvangsten DGGF door een onttrekking uit de begrotingsreserve ter dekking van uitbetaalde wisselfinancieringen en een overheveling naar artikelonderdeel 2.1 (voedselzekerheid) vanwege het multi-thematische programma Land@Scale en anderzijds naar artikel 4.3 (veiligheid) in verband met het multi-thematische partnerschapsprogramma VNG-internationaal.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikelonderdeel 1.30 DGGF zijn verhoogd met een onttrekking uit de begrotingsreserve ter dekking van uitbetaalde wisselfinancieringen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 514 813 | 762 192 | 23 000 | 189 740 | 974 932 | |
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 735 277 | 727 096 | 23 000 | 3 627 | 753 723 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||
2.1 | Voedselzekerheid | 321 095 | 325 447 | 0 | 3 500 | 328 947 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 26 000 | 15 350 | 0 | ‒ 2 000 | 13 350 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 39 800 | 33 125 | 0 | 11 500 | 44 625 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 2 000 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 23 000 | 13 900 | 0 | 6 500 | 20 400 | |
Voedselzekerheid | 0 | 0 | 0 | 800 | 800 | |
Opdrachten | ||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 37 000 | 24 000 | 0 | ‒ 6 752 | 17 248 | |
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 11 450 | 6 500 | 0 | ‒ 500 | 6 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 4 000 | 3 733 | 0 | ‒ 184 | 3 549 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Voedselzekerheid | 160 850 | 163 339 | 0 | ‒ 4 864 | 158 475 | |
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 0 | 3 000 | 0 | 8 000 | 11 000 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 17 195 | 22 000 | 0 | ‒ 9 500 | 12 500 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 14 000 | 26 000 | 0 | ‒ 1 000 | 25 000 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 4 000 | 12 500 | 0 | 1 500 | 14 000 | |
Nog te verdelen | ||||||
Nog te verdelen | ‒ 18 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.2 | Water | 193 714 | 187 895 | 0 | 0 | 187 895 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Waterbeheer | 21 000 | 16 651 | 0 | 7 160 | 23 811 | |
Drinkwater en sanitatie | 20 459 | 20 459 | 0 | 0 | 20 459 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 2 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Waterbeheer | 91 700 | 85 790 | 0 | ‒ 2 516 | 83 274 | |
Drinkwater en sanitatie | 58 555 | 62 995 | 0 | ‒ 4 644 | 58 351 | |
2.3 | Klimaat | 220 468 | 213 754 | 23 000 | 127 | 236 881 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Klimaat algemeen | 32 400 | 32 400 | 0 | 0 | 32 400 | |
Hernieuwbare energie | 35 000 | 35 000 | 0 | ‒ 6 000 | 29 000 | |
Dutch Fund for Climate and Development | 40 000 | 40 000 | 0 | ‒ 5 000 | 35 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 3 000 | 3 000 | 0 | 0 | 3 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Contributie IZA/IZT | 357 | 357 | 0 | 0 | 357 | |
Klimaatprogramma's (non-ODA) | 1 150 | 1 150 | 0 | 127 | 1 277 | |
Klimaat algemeen | 83 561 | 77 705 | 23 000 | 0 | 100 705 | |
Hernieuwbare energie | 17 000 | 17 000 | 0 | 11 000 | 28 000 | |
UNEP | 8 000 | 7 142 | 0 | 0 | 7 142 | |
Toelichting
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget bij Miljoenennota zijn gerelateerd aan de onder de uitgavenmutaties Miljoenennota toegelichte wijzigingen.
De overige mutaties bedragen per saldo een verhoging van EUR 189 miljoen. Deze toename is het gevolg van de per saldo opwaartse mutaties op artikelonderdelen 2.1 (voedselzekerheid), 2.2 (water) en 2.3 (klimaat).
Voor artikelonderdeel 2.1 (Voedselzekerheid) is dit toe te schrijven aan enerzijds de verstrekking van een subsidie aan de organisatie GAIN in het kader van bestrijding van honger en anderzijds aan bijdragen aan de Wereldbank in het kader van voedselsystemen voor het Food Systems Resilience programma in West-Afrika en het PSNP programma (Ethiopa’s Productive Safety Net Programme) in Ethiopië alsmede een bijdrage aan IFAD.
Voor artikelonderdeel 2.2 (water) leiden subsidies voor de nieuwe WASH programmering voor de nieuwe fase van DUPC/IHE (Delft Water and Development Partnership Programme), voor twee RVO programma's (Reversing the Flow en Partners voor Water), voor het vervolg van de Blue Deal (Unie van Waterschappen) en voor het vervolg van SIWI (Stockholm International Water Institute) tot een verhoging. Daarnaast is de verhoging het gevolg van extra bijdragen voor nieuwe programmering op het gebied van drinkwater (WASH) voor het Water Sector Fund, voor het SHF (Sanitation and Hygiene Fund) van UNOPS (United Nations Office for Project Services) en voor een vervolg van UN Water via UNOPS.
De meest in het oog springende mutaties op artikelonderdeel 2.3 (klimaat) die leiden tot de verhoging van het verplichtingenbudget zijn verplichtingen voor nieuwe programma's waaronder subsidies aan Tropenbos International, IISD (International Institute for Sustainable Development) voor het Forum on Mining and Minerals, aan IDH Sustainable Landscapes en voor de verlenging van het programma met NDCP (the Coalition for Finance Ministers for Climate Action), een vervolgfinanciering aan het EPRM (European Partnership for Responsible Mining) via RVO en aan bijdragen aan nieuwe programma's, zoals het Climate Action Partnership met de EBRD (Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling), de Tropical Forest Alliance, de Climate Investment Funds, de RVO in het kader van Klimaatdiplomatie
Uitgaven
Mutaties Miljoenennota
Artikelonderdeel 2.3: Klimaat
Zowel het uitgaven- als het verplichtingenbudget voor artikelonderdeel 2.3 is met de Miljoenennota verhoogd en bestemd voor ondersteuning in de aanpak van de klimaatcrises door:
– Een bijdrage aan de herkapitalisatie van de Climate Investment Funds (CIFs), het multilaterale klimaatfonds van de gezamenlijke multilaterale ontwikkelingsbanken, voor het helpen van ontwikkelingslanden bij grootschalige inpassing van hernieuwbare energie, vanwege de centrale rol van hernieuwbare energie in alle transitiepaden naar net-zero 2050.
– Extra middelen voor het Least-Developed Countries Fund (LDCF) dat zich richt op klimaatadaptatie in lage-inkomenslanden. Nederland toont daarmee zijn commitment aan klimaatadaptatie en een focus op de meest kwetsbaren. Ook hiermee blijft binnen de Nederlandse klimaatfinanciering het aandeel op peil voor klimaatadaptatie en het aandeel voor lage-inkomenslanden.
– Een extra bijdrage aan het tegengaan van ontbossing in het Congo bekken. Dit gebeurt hoofdzakelijk door een verhoging van de bestaande financiering aan het Central African Forest Initiative (CAFI).
Overige mutaties Tweede suppletoire begroting 2021
Artikelonderdeel 2.1: Voedselzekerheid
Het uitgavenbudget van artikel 2.1 (voedselzekerheid) is per saldo verhoogd door een overheveling vanuit artikelonderdeel 1.3 (private sector) en een overheveling vanuit artikelonderdeel 4.3 (veiligheid) voor het multi-thematisch programma Land@Scale op het gebied van voedselzekerheid. Afgezien van bovenstaande mutatie wordt er door de posten per saldo budget teruggegeven als gevolg van vertragingen door COVID-19. Daarnaastis er in het kader van de bestrijding van honger en het realiseren van ecologische voedselsystemen een subsidie voorzien aan de organisatie GAIN, bijdragen aan het Food Systems Resilience programma en het PSNP programma (Ethiopa’s Productive Safety Net Programme) van de Wereldbank alsmede aan IFAD voor een programma gericht op de productiviteit en weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering van kleinschalige boer(inn)en.
Artikelonderdeel 2.3: Klimaat
Op artikelonderdeel 2.3 is voornamelijk tussen instrumenten geschoven ten behoeve van het porfolio hernieuwbare energie budget. Hiermee worden bijdragen gedaan aan activiteiten van onder andere het Regional Off-Grid Electricity Access Project Sahel (ROGEP) en het Energy Sector Management Assistance Programme (ESMAP) van de Wereldbank, alsmede voor het Energising Development (ENDEV) van het Duitse Federal Ministry for Economic Cooperation and Development (BMZ). De verschuiving is onder andere mogelijk door een lager dan verwachte uitgaveprognose op het klimaatfonds (DFCD) als gevolg van COVID-19.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 212 015 | 467 209 | 25 000 | 215 592 | 707 801 | |
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 744 709 | 792 437 | 25 000 | 0 | 817 437 | |
waarvan juridisch verplicht | 99% | 100% | ||||
3.1 | Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 403 189 | 500 316 | 25 000 | 0 | 525 316 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
SRGR en hiv/aids | 145 958 | 80 083 | 5 000 | 20 172 | 105 255 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||
SRGR en hiv/aids | 0 | 26 562 | 0 | ‒ 5 572 | 20 990 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 0 | 400 | 0 | ‒ 250 | 150 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
WHO/PAHO | 6 713 | 6 213 | 0 | ‒ 175 | 6 038 | |
SRGR en hiv/aids | 104 100 | 212 750 | 10 000 | ‒ 17 750 | 205 000 | |
UNFPA | 58 000 | 58 000 | 0 | ‒ 970 | 57 030 | |
UNAIDS | 20 000 | 20 000 | 0 | 0 | 20 000 | |
Partnershipprogramma WHO | 12 013 | 12 013 | 0 | 3 840 | 15 853 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 51 990 | 52 000 | 0 | 0 | 52 000 | |
UNICEF | 7 000 | 7 000 | 0 | 0 | 7 000 | |
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 16 000 | 25 295 | 10 000 | 705 | 36 000 | |
Nog te verdelen | ||||||
Nog te verdelen | ‒ 18 595 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 52 439 | 51 405 | 0 | 0 | 51 405 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Vrouwenrechten | 35 074 | 33 730 | 0 | 4 576 | 38 306 | |
Opdrachten | ||||||
Vrouwenrechten | 1 000 | 1 000 | 0 | ‒ 500 | 500 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Vrouwenrechten | 10 365 | 10 675 | 0 | ‒ 4 076 | 6 599 | |
UNWOMEN | 6 000 | 6 000 | 0 | 0 | 6 000 | |
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 219 531 | 166 666 | 0 | 0 | 166 666 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 325 | 1 616 | 0 | ‒ 1 616 | 0 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 205 791 | 141 632 | 0 | 1 811 | 143 443 | |
Opdrachten | ||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 0 | 14 000 | 0 | 0 | 14 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 13 415 | 9 418 | 0 | ‒ 195 | 9 223 | |
3.4 | Onderwijs | 69 550 | 74 050 | 0 | 0 | 74 050 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 1 500 | 0 | ‒ 75 | 1 425 | |
Garanties | ||||||
Onderwijs | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 0 | 0 | 120 | 120 | |
Hoger Onderwijs | 46 300 | 47 979 | 0 | 11 728 | 59 707 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Onderwijs | 5 250 | 9 571 | 0 | ‒ 6 773 | 2 798 | |
Global partnership for education | 15 000 | 15 000 | 0 | ‒ 5 000 | 10 000 | |
Toelichting
Verplichtingen
Het totale verplichtingenbudget voor artikel 3 neemt toe met EUR 240,6 miljoen. Dit houdt verband met een aantal commiteringen die vanuit 2020 zijn doorgeschoven naar 2021 voor onder andere het subsidiekader voor Versterking Maatschappelijk Middenveld waaronder het subsidiekader Power of Voices. Daarnaast worden er commiteringen aangegaan in 2021 voor een nieuwe core bijdrage aan GAVI en voor een extra bijdrage aan Down to Zero (motie Kuik/Voordewind, Kamerstuk 35570 XVII nr. 36)
Uitgaven
Mutaties Miljoenennota
Ter bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen worden er in 2021 extra bijdragen gedaan aan het WHO Strategic Preparedness and Response Plan, The Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM) en aan de Global Financing Facility (GFF).
Overige mutaties Tweede suppletoire begroting 2021
3.4 Onderwijs
Er vindt een technische overheveling plaats van het instrument bijdrage naar het instrument opdrachten voor uitgaven voor NUFFIC die eerder gepland waren voor 2020.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 509 568 | 632 267 | 27 000 | ‒ 159 115 | 500 152 | |
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 748 586 | 744 296 | 27 000 | 5 500 | 776 796 | |
waarvan juridisch verplicht | 98% | 100% | ||||
4.1 | Humanitaire hulp | 375 017 | 375 017 | 17 000 | 28 500 | 420 517 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Noodhulpprogramma's | 92 000 | 92 000 | 3 000 | 1 800 | 96 800 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Noodhulpprogramma's | 200 000 | 200 000 | 14 000 | 21 700 | 235 700 | |
Noodhulpprogramma's non-ODA | 1 017 | 1 017 | 0 | 5 000 | 6 017 | |
UNHCR | 33 000 | 33 000 | 0 | 0 | 33 000 | |
UNRWA | 13 000 | 13 000 | 0 | 0 | 13 000 | |
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 36 000 | 0 | 0 | 36 000 | |
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 167 000 | 167 000 | 10 000 | ‒ 2 500 | 174 500 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Opvang in de regio | 5 000 | 5 000 | 0 | 0 | 5 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Opvang in de regio | 128 000 | 128 000 | 10 000 | ‒ 2 500 | 135 500 | |
Migratie en ontwikkeling | 34 000 | 34 000 | 0 | 0 | 34 000 | |
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 206 569 | 202 279 | 0 | ‒ 20 500 | 181 779 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Legitieme stabiliteit | 16 950 | 7 000 | 0 | 2 600 | 9 600 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 8 000 | 8 000 | 0 | 11 500 | 19 500 | |
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 6 000 | 6 000 | 0 | 0 | 6 000 | |
Functionerende rechtsorde | 29 038 | 17 309 | 0 | ‒ 918 | 16 391 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Legitieme stabiliteit | 10 305 | 9 000 | 0 | 1 400 | 10 400 | |
Functionerende rechtsorde | 129 950 | 129 970 | 0 | ‒ 35 082 | 94 888 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 25 000 | 25 000 | 0 | 0 | 25 000 | |
Nog te verdelen | ||||||
Nog te verdelen | ‒ 18 674 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget bij Miljoenennota zijn gerelateerd aan de onder de uitgavenmutaties Miljoenennota toegelichte wijzigingen.
De overige mutaties bedragen per saldo een verlaging van het verplichtingenbudget met EUR 159 miljoen.
De verlaging komt voor het belangrijkste deel door het verschuiven van nieuwe meerjarige verplichtingen voor humanitaire hulp van 2021 naar begin 2022 en het neerwaarts bijstellen van het verplichtingen budget van de post Kaboel vanwege de crisis in Afghanistan. Daarnaast wordt een nieuwe fase voor projecten in de veiligheids- en rechtstaatontwikkeling sector in Oeganda uitgesteld vanwege lokale politieke ontwikkelingen en geweld rondom verkiezingen.
In het saldo zitten verhogingen van verplichtingenbudgetten verwerkt vanwege het aangaan van meerjarige verplichtingen voor programma’s van IDLO (International Development Law Organization), het VN-ontwikkelingsprogramma UNDP en de ICMP (International Commission on Missing Persons) en een rechtsorde programma in Somalië. Ook zijn er verhogingen vanwege het IOM programma COMPASS (naar voren gehaald vanuit 2022), een multi-thematische partnerschapsprogramma van VNG-international (overgeheveld vanuit artikel 2) en enkele andere programma's. Tenslotte is het verplichtingenbudget humanitaire hulp non-ODA opgehoogd in verband met de noodhulp aan Albanië.
Uitgaven
Mutaties Miljoenennota
Artikelonderdeel 4.1 Humanitaire hulp
Het budget voor noodhulp is verhoogd. De middelen zijn bestemd voor het Centraal VN-fonds voor humanitaire hulp (CERF) en flexibel en wereldwijd inzetbaar daar waar de noden het hoogst zijn. Daarnaast is een deel bestemd voor het regionaal fonds voor humanitaire hulpin de Sahel (CBPF) van OCHA voor de regionale coördinatie en implementatie van humanitaire hulp en voor een extra bijdrage aan de Dutch Relief Alliance (DRA). Dit is een Nederlandse alliantie van veertien noodhulporganisaties. Deze extra bijdrage is geoormerkt voor inzet ter bestrijding van de humanitaire crisis in Ethiopië.
Artikelonderdeel 4.2 Opvang in de regio en migratiesamenwerking
Het budget is verhoogd voor verlenen van cash assistance via UNHCR aan zwaar getroffen vluchtelingen en gastgemeenschappen in Libanon om in hun overlevingsbehoeftes te voorzien en hun weerbaarheid te vergroten.
Overige mutaties Tweede suppletoire begroting 2021
Artikelonderdeel 4.1 Humanitaire Hulp
Vanwege de crisis in Afghanistanworden de niet meer inzetbare gedelegeerde middelen van post Kaboel van artikelonderdeel 4.3 (Veiligheid en rechtstaatontwikkeling) overgeheveld naar artikel 4.1 (humanitaire hulp). Deze middelen worden ingezet ten behoeve van het Afghanistan Humanitarian Fund en het Regional Refugee Preparedness and Response Plan van UNHCR.
Daarnaast is het budget voor humanitaire hulp non-ODA verhoogd in verband met de inzet van blushelikopters voor de bestrijding van bosbranden in Albanië. Deze inzet is gebeurd op basis van een convenant tussen de ministerie van Defensie en Buitenlandse Zaken over militaire inzet ter ondersteuning van humanitaire actie.
Artikelonderdeel 4.2 Opvang in de regio en migratiesamenwerking
Een bedrag van EUR 2,5 miljoen is overgeheveld naar artikel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling als bijdrage aan een multi-thematisch programma van VNG-international.
Artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en rechtsorde
De vanwege de crisis in Afghanistan worden de meer inzetbare gedelegeerde middelen van de ambassade Kaboel onder het instrument functionerende rechtsorde bijdragen overgeheveld naar artikel 4.1 Humanitaire hulp.
Afgezien van bovenstaande mutatie wordt er door de posten op het instrument functionerende rechtsorde bijdragen per saldo budget teruggegeven. De belangrijkste teruggaven betreffen post Juba vanwege vertragingen door COVID en de posten Kampala en Tunis die programma’s opschorten vanwege politieke ontwikkelingen en/of geweld. Het budget van post Ouagadougou is verhoogd vanwege een internationaal recht programma (IDLO) en een UNDP-programma.
Onder het instrument Inclusieve vredes- en politieke processen is een multi-thematisch partnerschapsprogramma van VNG-internationaal geregistreerd. In verband daarmee zijn overhevelingen ontvangen vanuit het artikel voor opvang in de regio en migratiesamenwerking (artikel 4.2) vanwege een migratiecomponent en het artikel voor private sectorontwikkeling (artikel 1.3) vanwege een lokale belastingencomponent.
Tenslotte wordt budget overgeheveld voor het multi-thematische voedselzekerheidsprogramma Land@scale op artikel 2.1.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 32 396 | 57 358 | ‒ 650 | 7 536 | 64 244 | |
waarvan garantieverplichtingen | 102 461 | 99 211 | 99 211 | |||
waarvan overige verplichtingen | ‒ 70 065 | ‒ 41 853 | ‒ 34 967 | |||
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 322 151 | 291 104 | 17 078 | ‒ 42 591 | 265 591 | |
waarvan juridisch verplicht | 99% | 100% | ||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 171 654 | 191 824 | 0 | 2 248 | 194 072 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
UNIDO | 1 950 | 1 950 | 0 | ‒ 419 | 1 531 | |
UNDP | 30 000 | 30 000 | 0 | 10 000 | 40 000 | |
UNICEF | 33 000 | 30 854 | 0 | 2 146 | 33 000 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 11 077 | 11 077 | 0 | 0 | 11 077 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 8 188 | 0 | ‒ 1 061 | 7 127 | |
Internationale Financiële Instellingen | 18 324 | 35 490 | 0 | 300 | 35 790 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 67 789 | 67 789 | 0 | ‒ 8 895 | 58 894 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 476 | 6 476 | 0 | 177 | 6 653 | |
Nog te verdelen | ||||||
Nog te verdelen | ‒ 5 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.2 | Overig armoedebeleid | 81 277 | 97 482 | ‒ 650 | ‒ 25 621 | 71 211 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 7 870 | 7 880 | ‒ 650 | ‒ 611 | 6 619 | |
Nationale SDG Implementatie | 0 | 800 | 0 | 0 | 800 | |
Opdrachten | ||||||
Nationale SDG Implementatie | 0 | 50 | 0 | 0 | 50 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
UNESCO | 4 400 | 4 400 | 0 | ‒ 504 | 3 896 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 12 791 | 29 685 | 0 | ‒ 24 245 | 5 440 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 2 445 | 2 435 | 0 | ‒ 86 | 2 349 | |
Schuldverlichting | 53 521 | 51 982 | 0 | 0 | 51 982 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 250 | 0 | ‒ 175 | 75 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 69 220 | 1 798 | 17 728 | ‒ 19 218 | 308 |
Ontvangsten | 50 397 | 47 967 | ‒ 2 123 | ‒ 815 | 45 029 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 29 221 | 26 791 | ‒ 2 123 | ‒ 815 | 23 853 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 21 176 | 0 | 0 | 21 176 |
5.22 | Koersverschillen OS | pm | pm | pm | 0 | pm |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Per saldo wordt het verplichtingenbudget van artikel 5 verhoogd met EUR 7,5 miljoen.
De belangrijkse verhogingen zijn toe te schrijven aan middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen vanwege het overstappen naar een ander betaalschema en aan een verhoging voor speciale multilaterale activiteiten vanwege het doorschuiven van een verplichting van vorig jaar naar dit jaar voor de VN hervormingsagenda.
Verlagingen zijn er op de verplichtingenbudgetten voor Internationale Financiële Instellingen en schuldverlichting zodat deze beter overeenkomen met de daadwerkelijke verplichtingen.
Uitgaven
Miljoenennota mutaties
Artikelonderdeel 5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
Vanwege de positieve economische ontwikkeling volgens de op Prinsjesdag gepubliceerde Macro Economische Verkenning (MEV) wordt het verdeelartikel voor 2021 naar boven bijgesteld.
Overige mutatiesTweede suppletoire begroting 2021
Artikel 5.1 Multilaterale samenwerking
Er zijn twee ontwikkelingen: Een overheveling binnen het artikel naar UNICEF/UNDP en een aanpassing van het budget voor de Asian Development Bank (AsDB). De overheveling betreft een toevoeging van middelen aan de instrumenten voor UNDP en UNICEF nog als uitvloeisel van de eerder in 2020 doorgevoerde BNI-mutaties. De overheveling gebeurt binnen het artikel vanuit de instrumenten voor het Assistent Deskundigen programma en Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen. Voor de AsDB is een verhoging van de middelenaanvulling voorzien vanwege een aangepast betaalschema.
Artikelonderdeel 5.2 Overig armoedebeleid
Het budget op artikelonderdeel artikel 5.2 Overig armoedebeleid wordt per saldo neerwaarts bijgesteld. Dit is vooral toe te schrijven aan een overheveling de Verdragsmiddelen voor Suriname naar het verdeelartikel 5.4. De Verdragsmiddelen komen in 2021 niet meer tot een uitgave. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar. Verder worden er non-ODA middelen overgeheveld naar artikel 1.3 voor de financiering van enkele programma’s voor internationaal ondernemen en worden middelen overgeheveld naar het instrument Noodhulp non-ODA op artikel 4.1 in verband met de bestrijding van bosbranden in Albanië.
Artikelonderdeel 5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
Per saldo neemt de stand van het verdeelartikel 5.4 af. De belangrijkste oorzaak is een tegenvaller in de raming van de ODA-toerekening van eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen (EUR -38,2 miljoen). Hiertegenover staat een overheveling vanuit artikel 5.2 vanwege de Verdragsmiddelen voor Suriname. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar. Ten slotte vloeit er een beperkt bedrag terug vanuit de begroting van Buitenlandse Zaken vanwege onderbesteding op ODA-programma's.