Gepubliceerd: 1 december 2021
Indiener(s): Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35975-XIV-2.html
ID: 35975-XIV-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021‒2022

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,C.J.Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw 2e suppletoire begroting 2021

Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2021. Dit onderdeel is als volgt opgebouwd:

  • 1. Leeswijzer.

  • 2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.

  • 3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.

  • 4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotings-mutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.

  • 5. De agentschapsparagraaf is in deze Tweede suppletoire begroting niet van toepassing. Op basis van de regelgeving in de RBV is een agentschapsparagraaf niet noodzakelijk.

  • 6. Het Diergezondheidsfonds (DGF).

Toelichting ondergrenzen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven

Vastgestelde begroting 2021

 

2.065.497

Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW)

 

2.360.021

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

Onderuitputting saneringsregeling varkenshouderij (Srv)

21

‒ 62.512

Kasschuif waterbassins mest

21

‒ 12.862

Kasschuif EG (Urgenda LED middelen)

21

‒ 12.000

Onderuitputting Maatregelen gerichte opkoop (MGO-1) (stikstof)

21

‒ 133.300

Algemene Uitkering Programma Natuur 2021

22

‒ 17.961

BTW-compensatie Regio Deals

22

‒ 5.483

PAS-melders

22

‒ 4.800

Ramingsbijstelling Stikstofpakket

22

‒ 6.581

Meevaller opdrachtgeversbudget NVWA

24

‒ 10.159

Overige mutaties

div

‒ 14.452

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

2.079.911

Toelichting

Onderuitputting saneringsregeling varkenshouderij

Er wordt € 55,3 mln. van de middelen van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) doorgeschoven naar 2022. Voor € 35 mln. komt dit ten behoeve van projectspecifieke mitigatie van de 7 MIRT projecten en van de regeling voor Walstroom zeevaart van het Ministerie van IenW.

Daarnaast wordt € 20,3 mln. van het budget van de Srv doorgeschoven naar 2022 ten behoeve van de uitfinanciering van de subsidieregeling en de specifieke uitkering aan gemeenten in dat jaar. Verder wordt € 7,2 mln. aan onderuitputting verwacht in 2021.

Kasschuif waterbassins mest

De middelen voor de regeling waterbassins mest van € 12,9 mln. worden doorgeschoven naar 2022 en latere jaren. Deze subsidieregeling is pas dit najaar opengesteld en dit zorgt ervoor dat een groot deel van de uitgaven later plaatsvinden.

Kasschuif EG

De EG regeling, waarvan de LED middelen onderdeel uitmaken, is dit jaar opengesteld en de uitfinanciering van deze regeling zal over meerdere jaren lopen. Hierdoor is € 12 mln. van het LED budget uit 2021 naar 2022 verschoven.

Onderuitputting Maatregel gerichte opkoop

Vanwege vertraging in de uitvoering van de Maatregel Gerichte Opkoop is er sprake van € 133,3 mln. onderuitputting in 2021.

Algemene Uitkering Programma natuur 2021

Deze mutatie betreft een overheveling van € 18,0 mln. van artikel 22 naar het Provinciefonds voor de verhoging van de beheervergoeding vanuit de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) van 75% naar 84% in het beheerjaar 2021. Dit is onderdeel van het Programma Natuur.

BTW-compensatie Regio Deals

Het budget wordt met € 5,5 mln. verlaagd. Dit komt door de overboeking van geïnventariseerde compensabele BTW naar het BTW Compensatiefonds (BCF) voor de laatste termijn van de regio deals 3e tranche en de laatste termijn deal Rotterdam Zuid.

PAS-melders

Doordat de regeling voor PAS-melders pas aan het einde van het jaar wordt opengesteld, is er sprake van € 4,8 mln. onderuitputting.

Ramingsbijstelling Stikstofpakket

Wegens vertraging bij het Programma Natuur is er sprake van € 6,6 mln. onderuitputting.

Meevaller opdrachtgeversbudget NVWA

Door met name het uitstel en de onzekerheid over de ingangsdatum en de vorm van de Brexit (harde of zachte Brexit) is het voor 2021 lastig geweest om een juiste uitgavenprognose te doen. Hierdoor is er op het in december 2020 vastgestelde budgettair kader een meevaller van € 10,2 mln.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten

Vastgestelde begroting 2021

 

237.139

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

482.573

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

Terugontvangen subsidievoorschotten COVID Noodsteun

21

21.000

CO2 middelen warmtenet

21

4.760

Onttrekking begrotingsreserve - middelen Natuurbank

22

112.143

Onttrekking begrotingsreserve - middelen Omschakelprogramma

22

10.000

Overige mutaties

div

9.518

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

639.994

Toelichting

Terugontvangen subsidievoorschotten COVID noodsteun

De terugontvangen subsidievoorschotten COVID noodsteun (sierteelt en de fritesaardappelsector) zijn het resultaat van de situatie dat veel ondernemers bij de start van de coronacrisis in 2020, hun omzetterugval te hoog hebben ingeschat. Deze ondernemers zullen hun eerder toegekende steun (deels) terug moeten betalen Hierdoor nemen de ontvangsten met € 21 mln. toe en komen ten goede aan het generale beeld.

CO2 middelen warmtenet

Een deel van de CO2 middelen die in 2020 zijn ontvangen (als gevolg van de overschrijding van het afgesproken sectorale CO2 plafond 2017) zijn afgestort in de begrotingsreserve Landbouw. De middelen worden onttrokken en ingezet om het eerste deel van het traject overdimensionering warmtenetten (Polanen en Maasdijk en koppelleidingen tussen Polanen en Trias Westland en tussen Trias Westland en Kralingerpolder) te bekostigen.

Onttrekking begrotingsreserve stikstof - middelen Natuurbank

Uit de begrotingsreserve stikstof is € 112 mln. uit de begrotingsreserve stikstof onttrokken voor het ontwikkelen van een natuurcompensatiebank. De begrotingsreserve stikstof vervalt eind 2021.

Onttrekking begrotingsreserve Stikstof - middelen Omschakelprogramma

Uit de begrotingsreserve stikstof is € 10 mln. onttrokken voor het omschakelprogramma. De begrotingsreserve stikstof vervalt eind 2021.

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

Coronamaatregelen op de LNV-begroting (bedragen x € 1 mln)

Artikel

Naam maatregel

2021

2022

2023

2024

2025

Kamerstuk

21

Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19

39

    

Kamerstuk 35420, nr. 105

21

Steunmaatregelen voor de tuinbouw en de fritesaardappelsector

44,6

    

Kamerstuk 35650-XIV, nr. 4

21

Regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw COVID-19

36

    

Kamerstuk 35420, nr. 217

21

Nadeelcompensatie pelsdierhouderijen

131,5

    

Kamerstuk 35633, nr. 6

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 21 Land- en tuinbouw (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

537.793

594.036

154.358

‒ 153.807

594.587

      

Uitgaven

773.487

829.456

‒ 62.169

‒ 152.306

614.981

      

Subsidies (regelingen)

655.086

717.826

‒ 63.559

‒ 156.921

497.346

Sociaal economische positie boeren

148.286

179.886

19.918

‒ 17.557

182.247

Duurzame veehouderij

409.272

439.761

‒ 57.596

‒ 144.678

237.487

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

70.528

83.879

‒ 12.081

5.564

77.362

Mestbeleid

27.000

14.300

‒ 13.800

‒ 250

250

Leningen

0

0

0

9.000

9.000

Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw

0

0

0

9.000

9.000

Garanties

5.432

5.432

1.400

0

6.832

Bijdrage borgstellingsreserve

3.627

3.627

1.400

0

5.027

Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit

1.805

1.805

0

0

1.805

Opdrachten

86.752

84.066

‒ 6.267

‒ 12.530

65.269

Sociaal economische positie boeren

1.717

1.967

‒ 70

‒ 1.188

709

Duurzame veehouderij

23.365

21.536

‒ 11.768

‒ 4.320

5.448

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

20.668

21.445

‒ 2.136

3.639

22.948

Mestbeleid

19.874

15.207

4.283

‒ 11.579

7.911

Diergezondheid en dierenwelzijn

9.086

12.386

946

‒ 1.094

12.238

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

4.993

4.961

‒ 328

‒ 701

3.932

Integraal voedselbeleid

7.049

6.564

2.806

2.713

12.083

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

9.941

4.888

5.846

7.195

17.929

College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden

1.261

1.261

1.234

940

3.435

Centrale Commissie Dierproeven

2.166

0

45

0

45

Medebewind/voormalige productschappen

1.387

0

0

1.387

1.387

Raad voor de Plantenrassen

827

1.327

17

0

1.344

Keuringsdiensten

4.300

2.300

4.550

4.868

11.718

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

10.889

11.857

0

‒ 391

11.466

FAO en overige contributies

10.889

11.857

0

‒ 391

11.466

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

0

1259

1259

Storting begrotingsreserve landbouw

0

0

0

1.259

1.259

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

5.387

5.387

411

82

5.880

Diergezondheidsfonds

5.387

5.387

411

82

5.880

      

Ontvangsten

39.580

53.085

10.281

14.440

77.806

Sociaal economische positie boeren

245

245

3.000

0

3.245

Agroketens

0

0

7.281

18.200

25.481

Mestbeleid

7.209

7.209

0

0

7.209

Garanties

1.800

1.800

0

0

1.800

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.600

11.300

0

583

11.883

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

5.926

5.926

0

‒ 4.506

1.420

Onttrekkingen begrotingsreserves

10.500

24.305

0

163

24.468

ZBO's/RWT's

2.300

2.300

0

0

2.300

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 0,6 mln. verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door verplichtingenschuiven, zoals bij het opdrachtenbudget van Natuur en biodiversiteit op land waarbij € 474,4 mln. wordt geschoven voor het meerjarig beschikken van middelen uit het Programma Natuur. Het benodigde verplichtingenbudget hiervoor schuift vanuit 2022 en 2023 naar 2021. Verder wordt het verplichtingenbudget voor de Regeling versneld natuurherstel in 2021 verlaagd ten behoeve van de middelen voor de 2e tranche van de Regeling die naar verwachting in 2022 zullen worden beschikt. De overige mutaties hangen met de uitgaven en worden hieronder per categorie toegelicht.

Subsidies

Sociaal economische positie boeren

De uitgaven stijgen per saldo met € 2,3 mln. Dit is een saldo van verschillende verhogingen en verlagingen binnen het budget. Zo wordt het budget verhoogd door:

  • Een onttrekking aan de begrotingsreserve stikstof voor het Omschakelprogramma van € 10 mln.

  • Een overheveling van budget vanuit de aanvullende post voor de nadeelcompensatie van pelsdierhouderijen vanwege een wijziging van de beleidsregel. Hierdoor stijgt het budget met € 6,6 mln.

  • Het budget wordt verhoogd door een overheveling van € 5 mln. voor het Omschakelprogramma vanuit de aanvullende post van het Ministerie van Financiën.

  • Tot slot stijgt het budget met € 2,4 mln. door een overheveling van gereserveerde middelen op artikel 51 die worden ingezet voor de nadeelcompensatie van pelsdierhouderijen.

Hiernaast wordt het budget verlaagd door:

  • Een technische overheveling van het budget van het Nationaal Groenfonds naar het budget leningen binnen artikel 21 zorgt voor een verlaging van het subsidiebudget met € 9 mln.

  • Er wordt € 4 mln. voor de Subsidie ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw (OVK) afgeboekt. Doordat betalingen over de jaargrens heen vallen door uitstel van de regeling vallen de middelen vrij. De middelen worden in 2022 weer toegevoegd aan de begroting.

  • Het later openstellen van de regeling van het Omschakelprogramma leidt tot onderuitputting van € 3,3 mln.

  • Het lager uitvallen van de betalingen in 2021 van de sloop- en ombouwregeling pelsdierhouderijen. Hierdoor wordt het budget verlaagd met € 3 mln.

  • Een overheveling binnen dit artikel naar de categorie Garanties voor de uitwerking van de werkkapitaalregeling. Hierdoor wordt het budget verlaagd met € 1,4 mln.

Duurzame veehouderij

Het budget wordt met € 202,3 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk door onderuitputting als gevolg van vertraging in de uitvoering. Zo komt € 133,3 mln. van het budget van de Maatregel Gerichte Opkoop dit jaar niet tot besteding. Verder wordt € 35 mln. van de middelen van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) doorgeschoven naar 2022. In 2022 zullen deze middelen worden overgemaakt aan het Ministerie van IenW ten behoeve van projectspecifieke compensatie van 7 MIRT projecten en intensivering van de regeling walstroom. Daarnaast wordt € 20,3 mln. van het budget van de Srv doorgeschoven naar 2022 ten behoeve van de uitfinanciering van de subsidieregeling en de specifieke uitkering aan gemeenten in dat jaar. Verder wordt € 7,2 mln. aan onderuitputting verwacht in 2021.

Voor de Subsidie Brongerichte Verduurzaming (Sbv) wordt het budget met € 2,8 mln. verlaagd. Het betreft hier onderuitputting die onder meer voortkomt uit gestegen prijzen van leveranciers, een andere looptijd waardoor het voorschotregime is veranderd en doordat er minder aanvragen waren waarbij direct tot vaststelling kon worden overgegaan.

Tot slot is het budget verlaagd met € 2,2 mln. vanwege een kasschuif voor de Sbv voor pluimveehouders.

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

Het budget wordt met € 6,5 mln. verlaagd. Hier liggen diverse mutaties onder. Zo wordt het budget voor subsidies in de bestaande Energie-efficiënte Glastuinbouw (EG-regeling) in totaal met € 12,8 mln. verlaagd. De EG-regeling waarvan de LED middelen onderdeel uitmaken, is dit jaar opengesteld en de uitfinanciering van deze regeling beslaat meerdere jaren. Daarom is € 12 mln. van het LED budget naar 2022 verschoven.

Daarnaast is het beschikbare budget van de Marktintroductie energie-innovaties glastuinbouw (MEI) regeling met € 4,5 mln. verhoogd. Deze verhoging hangt deels samen met de afronding van een bezwaarprocedure die alsnog leidt tot toekenning van een eerder afgewezen subsidie (€ 2,3 mln.) Bovendien was er grotere aanspraak op het subsidiebudget dan geraamd (€ 2,1 mln.) Dit komt omdat de uitfinanciering deels afhankelijk is van het moment waarop ondernemers definitieve gegevens voor subsidievaststelling bij RVO aanleveren.

Tot slot wordt de raming van de uitgaven voor de regeling Tegemoetkoming sierteelt en onderdelen voedingstuinbouw (COVID maatregel) per saldo met € 1,6 mln. verhoogd. Onderliggend is sprake van een naar boven bijgestelde raming voor het tuinbouw- en sierteeltdeel, omdat het beroep op deze regeling hoger is dan verwacht. Bij het aardappelsectordeel is de raming juist naar beneden bijgesteld.

Mestbeleid

Het budget wordt met € 14,1 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif van € 12,9 mln. voor de regeling waterbassins mest. Deze regeling is pas dit najaar opengesteld en dit zorgt ervoor dat een groot deel van de uitgaven in 2022 en latere jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt er ongeveer € 1 mln. aan middelen voor het Innovatieprogramma Mestaanwending overgeheveld naar de post subsidies beleidsondersteunend onderzoek op artikel 23 van de LNV-begroting.

Leningen

Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw

Vanuit het artikelonderdeel subsidies (Sociaal economische positie boeren) wordt € 9 mln. overgeheveld ten behoeve van het investeringsfonds duurzame landbouw (IDL) binnen het Groenfonds.

Opdrachten

Duurzame veehouderij

Het budget wordt met € 16,1 mln. verlaagd. Dit saldo bestaat uit diverse onderdelen. Voor een deel kan de verlaging worden verklaard door een verlaging van de middelen aan Wageningen Research. Het betreft de € 4,7 mln. voor onderzoeken naar de integrale aanpak methaan en ammoniak via het dier- en voerspoor en € 2 mln. voor onderzoeken naar stal en mestopslag. Tot slot zorgt onderuitputting op de klimaat en stikstofmiddelen ervoor dat het budget verder wordt verlaagd met € 2,1 mln.

Bij Emissiearm veevoer wordt het budget met € 4,9 mln. verlaagd. Vanwege onderuitputting in 2021 is € 3,5 mln. naar latere jaren doorgeschoven. Daarbij worden € 1,3 mln. aan budget doorgeschoven naar 2022 vanwege vertraging in de uitvoering van het programma Verduurzaming veehouderij.

Door onderuitputting bij verschillende kleine opdrachten met betrekking tot de verduurzaming van de veehouderij doet zich een vrijval voor van € 0,8 mln. 

Mestbeleid

Het budget wordt met € 7,3 mln. verlaagd. Het betreft hier een saldo van diverse mutaties, waarvan de belangrijkste hieronder worden beschreven.

Ten behoeve van het rVDM (realtime Vervoersbewijs Mest) is € 3,2 mln. naar de NVWA overgeheveld, waardoor het beschikbare budget voor mestbeleid lager wordt. Daarnaast brengt de afhandeling van het fosfaatrechtenstelsel en het fosfaatreductieplan 2017 meerwerk voor RVO met zich mee. Het betreft hier meerwerk dat voortkomt uit de behandeling van bezwaar- en beroepszaken. De kosten hiervan worden geraamd op € 7,9 mln. en dit is naar het RVO begrotingsinstrument (voeding) overgeheveld.

Om deze kosten te dekken zijn gerelateerde ontvangsten die nog voortkomen uit regeling fosfaatreductieplan (€ 3 mln.), een reservering uit een begrotingsreserve (€ 2,3 mln.) en een deel (€ 2,5 mln.) uit het LNV brede beeld eerder aan het mestbudget toegevoegd. Bij 2e suppletoire blijkt een deel van budget toch niet uitgeput te kunnen worden, en om deze reden vindt nog een verlaging plaats van het mestbudget met € 3,4 mln.

Integraal voedselbeleid

Het budget wordt met € 5,5 mln. verhoogd. De verhoging komt met name door een financiële correctie van de Europese Commissie op de bijdrage ten behoeve van de salmonellabestrijding vanuit Europa. Nederland ontvangt jaarlijks een subsidie van de Europese Commissie voor de uitvoering van het salmonellaprogramma. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse bestrijdingsmaatregelen bij vermeerderingskoppels gedurende de jaren 2017, 2018, 2019 in strijd waren met EU-voorschriften. Dit heeft geleid tot een correctie op eerdere bijdragen van circa € 3 mln. die in 2021 aan de EU terugbetaald moest worden. Daarnaast heeft de Commissie de subsidie voor 2020 ook deels opgeschort, omdat de uitvoeringspraktijk voor bestrijding van salmonella bij legkippen nog niet in overeenstemming met de EU-voorschriften was gebracht. De Commissie heeft in 2021 -na deze opschorting- besloten een korting toe te passen van € 2,3 mln. Dit bedrag zal op een later moment in het Diergezondheidsfonds gestort worden . Een Europese audit van maart 2021 heeft uitgewezen dat alle tekortkomingen doeltreffend zijn aangepakt en de huidige uitvoeringspraktijk correct is op een enkel detail na dat vóór het eind van 2021 moet zijn aangepast. 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Keuringsdiensten

Het budget wordt met € 9,4 mln. verhoogd. Dit wordt voor € 4,2 mln. veroorzaakt doordat er extra kosten worden gemaakt door Skal. Dit heeft voor een groot deel te maken met toegenomen kosten bij de afhandeling van meldingen van biologische producten in OFIS (organic farming information system). De EU ziet strenger toe op de adequate opvolging van dergelijke meldingen van onregelmatigheden. Daarnaast moeten voorbereidingen worden getroffen om per 1-1-22 een nieuwe Europese biologische verordening waaronder importcontroles op correcte wijze uit te kunnen voeren.

Daarnaast is gebleken dat keuringsinstanties toch meer Brexit-gerelateerde kosten maken dan gedacht. Hierdoor moet de neerwaartse bijstelling van de raming van Brexit-middelen bij de Voorjaarsnota 2021 deels worden teruggedraaid. Het betreft een inschatting van extra kosten van € 5,2 mln. In 2022 dienen bijvoorbeeld groenten, fruit en sierteeltproducten die naar het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd worden, vergezeld te gaan met fytosanitair exportcertificaat. Om deze reden dienen extra inspecteurs aangenomen te worden. Dit brengt voorbereidingskosten met zich mee en deze zijn niet retribueerbaar.

Ontvangsten

Sociaal economische positie boeren

De ontvangsten nemen met € 3,0 mln. toe door ontvangsten vanuit de regeling fosfaatreductieplan 2017. Deze regeling stimuleerde (met name) bedrijven die koemelk produceren, het aantal stuks rundvee terug te brengen, zodat Nederland weer onder het fosfaatplafond kwam. Wanneer te veel rundvee werd gehouden, is een heffing opgelegd. De ontvangsten komen voort uit nabetalingen. Deze ontvangsten worden nu gebruikt om extra mestuitgaven bij RVO op te vangen (fosfaatrechten, fosfaatreductie).

Agroketens

De ontvangsten nemen met € 25,5 mln. toe. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door terugontvangen subsidievoorschotten COVID noodsteun (sierteelt en de fritesaardappelsector) van € 21 mln. De terugontvangen voorschotten zijn het resultaat van de situatie dat veel ondernemers bij de start van de coronacrisis in 2020, hun omzetterugval te hoog hebben ingeschat. Deze ontvangsten komen ten goede aan het generale beeld.

Een deel van de reguliere EG subsidieverstrekking, waarvoor subsidie was verstrekt en reeds middelen waren bevoorschot, is niet tot uitvoering gekomen. Dit leidt tot een ontvangst van € 2,2 mln. Deze ondernemers zullen hun eerder toegekende steun (deels) terug moeten betalen.

Tot slot nemen de ontvangsten met € 2,3 mln. toe door de afronding van het fosfaatreductieplan bij ZuivelNL. LNV heeft de uitvoering van ZuivelNL volledig overgenomen en rond zelf het laatste deel af, en daarom heeft ZuivelNL resterende kasmiddelen naar LNV overgemaakt.

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

De ontvangstenraming wordt met € 4,5 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door een prognose van de RVO dat er lagere ontvangsten worden verwacht.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Begrotingsreserve Landbouw

Stand 1/1/2021

30.518

+ Geraamde storting

1.259

– Geraamde onttrekking

13.134

Stand (raming) per 31/12/2021

18.643

De geraamde storting wordt gedaan voor de toekomstige uitgaven voor klimaatvriendelijke veehouderij. De middelen zijn overgeheveld vanuit de enveloppes klimaatvriendelijke producten, pilots en demo's op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën.

Daarnaast is de geraamde onttrekking van begrotingsreserve landbouw gedaan ter dekking van de uitgaven voor de gewijzigde sloop- en ombouwregeling voor de pelsdierhouderij.

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

Stand 1/1/2021

79.022

+ Geraamde storting

5.027

– Geraamde onttrekking

0

Stand (raming) per 31/12/2021

84.049

De begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit is bedoeld om de verliesdeclaraties te betalen. Deze verliesdeclaraties (als gevolg van faillissement) kunnen te zijner tijd voortkomen uit afgegeven garantstellingen op verstrekte kredieten waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd. Deze begrotingsreserve is gelinkt aan de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) en de modules die hieronder vallen. In de ontwerpbegroting 2021 er uit gegaan van een verwachte storting van € 3,6 mln.

Ten behoeve van de werkkapitaal regeling wordt nu € 1,4 mln aan de geraamde storting voor de begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit toegevoegd. De werkkapitaallening is onderdeel van de totale investeringsfinanciering inzake het Omschakelprogramma (Kamerstuk 35334-163)

Begrotingsreserve Apurement

Stand 1/1/2021

85.146

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

11.334

Stand (raming) per 31/12/2021

73.812

De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is. De geraamde onttrekking betreft ondermeer de EU correctie op genetically modified organism (GMO).

Risico voorziening jonge boeren

Stand 1/1/2021

46.000

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

0

Stand (raming) per 31/12/2021

46.000

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

676.407

691.185

428.713

‒ 45.255

1.074.643

      

Uitgaven

674.973

626.889

‒ 7.429

‒ 45.026

574.434

      

Subsidies (regelingen)

164.658

213.089

‒ 71.239

‒ 9.005

132.845

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

1.061

2.635

0

0

2.635

Natuur en Biodiversiteit op land

62.202

80.776

‒ 69.139

‒ 1.346

10.291

Beheer Kroondomeinen

803

803

0

77

880

Duurzame visserij

10.792

7.098

‒ 2.100

‒ 2.253

2.745

Regio Deals

89.800

121.777

0

‒ 5.483

116.294

Leningen

26.345

23.845

0

‒ 336

23.509

Leningen rente en aflossing

26.345

23.845

0

‒ 336

23.509

Garanties

0

0

324

0

324

Garantie Klimaatfonds

0

0

324

0

324

Opdrachten

445.436

350.896

62.937

‒ 42.069

371.764

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

21.629

12.457

635

‒ 6.284

6.808

Natuur en Biodiversiteit op land

313.455

242.710

66.039

‒ 30.762

277.987

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

10.732

13.650

‒ 102

‒ 2.080

11.468

Duurzame visserij

6.495

5.878

‒ 2.514

‒ 1.990

1.374

Overige stelsel activiteiten

4.492

4.003

92

1.256

5.351

Internationale Samenwerking

3.715

3.552

35

‒ 1.828

1.759

Caribisch Nederland

3.864

2.514

300

‒ 222

2.592

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

80.304

65.382

‒ 1.215

‒ 159

64.008

Regio Deals

750

750

‒ 333

0

417

Bijdrage aan agentschappen

9.076

9.076

194

346

9.616

Rijksrederij

9.076

9.076

194

346

9.616

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

27.778

27.938

355

1.556

29.849

Staatsbosbeheer

27.778

27.938

355

1.556

29.849

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

6

6

Caribisch Nederland

0

0

0

6

6

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.680

2.045

0

0

2.045

Internationale Samenwerking

1.680

2.045

0

0

2.045

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

0

4.476

4476

Storting begrotingsreserve visserij

0

0

0

4.476

4.476

      

Ontvangsten

182.499

414.428

122.135

3.647

540.210

Landinrichtingsrente

29.478

29.478

0

147

29.625

Verkoop gronden

12.159

12.159

0

0

12.159

Overige ontvangsten natuur

2.319

2.319

1.098

526

3.943

Duurzame visserij

6.993

7.793

‒ 1.106

2.148

8.835

Onttrekkingen begrotingsreserves

131.550

362.679

122.143

826

485.648

Verplichtingen

Het verplichtingen budget wordt met € 383,5 mln. verhoogd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door verplichtingenschuiven, zoals bij het opdrachtenbudget van Natuur en biodiversiteit op land waarbij € 474,4 mln. wordt geschoven voor het meerjarig beschikken van middelen uit het Programma Natuur. Het benodigde verplichtingenbudget hiervoor schuift vanuit 2022 en 2023 naar 2021. Verder wordt het verplichtingenbudget voor de Regeling versneld natuurherstel in 2021 verlaagd ten behoeve van de middelen voor de 2e tranche van de Regeling die naar verwachting in 2022 zullen worden beschikt.

Toelichting op de uitgaven

De totale uitgaven dalen met € 52,5 mln. Hieronder worden de diverse grote mutaties toegelicht.

Subsidies

Natuur en biodiversiteit op land

Het budget wordt met € 70,5 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk dooreen technische correctie van € 68,6 mln. dat van het subsidiebudget Natuur en biodiversiteit op land wordt overgeheveld naar het opdrachtenbudget van Natuur en biodiversiteit op land. Deze overheveling heeft te maken met het budget van de Regeling versneld natuurherstel. Daarnaast is er € 5,3 mln. van 2021 voor de Regeling versneld natuurherstel met een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.

Duurzame visserij

Het budget wordt verlaagd met € 4,4 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif van de nationale innovatiemiddelen visserij van € 5,9 mln. Daarnaast is het budget met € 1,9 mln. verhoogd omdat middelen voor een onderzoeksprogramma voor innovatie in de visserij door NWO niet het volledig zijn ingezet en teruggestort aan LNV.

Regiodeals

Het budget wordt met € 5,5 mln. verlaagd. Dit komt door de overheveling van geïnventariseerde compensabele BTW naar het BTW Compensatiefonds (BCF) voor de laatste termijn van de Regio Deals 3e tranche en de laatste termijn van de deal Rotterdam Zuid.

Opdrachten

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

Het budget wordt verlaagd met € 5,5 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat budget van € 4,8 mln. dat is gereserveerd voor de regeling voor PAS-melders naar verwachting niet in 2021 tot uitputting zal komen, door de openstelling van de regeling aan het einde van het jaar.

Natuur en biodiversiteit op land

Het budget wordt verhoogd met € 35,3 mln. Dit komt voornamelijk door de eerder genoemde technische correctie van € 68,6 mln. vanuit de het subsidiebudget naar het opdrachtenbudget van Natuur en biodiversiteit op land. Daarnaast wordt er een bedrag van € 18,0 mln. overgeheveld naar het Provinciefonds ten behoeve van de verhoging van de beheervergoeding vanuit het SNL van 75% naar 84% in het beheerjaar 2021. In het Programma Natuur is afgesproken dat het LNV de provincies voor deze verhoging compenseert. Verder is het budget met € 6,6 mln. verlaagd, wegens vertraging bij het Programma Natuur. Tot slot is er € 2,1 mln. overgeheveld naar het BTW-Compensatiefonds. De provincies kunnen compensabele BTW ten behoeve van het Programma Natuur verrekenen met het BTW-Compensatiefonds. Het restant bestaat uit allerlei kleinere mutaties, waaronder voor herstel Natura 2000-gebieden en NWO- onderzoek naar Klimaatrobuust natuurbeleid.

Duurzame visserij

Het budget wordt verlaagd met € 4,5 mln. Dit heeft te maken met onderuitputting, veroorzaakt door vertraging, op diverse uitvoeringskosten voor onder andere het Noordzeeakkoord. Ook wordt een deel van de middelen uit het Noordzeeakkoord in de begrotingsreserve visserij gestort om in latere jaren doelmatig te kunnen besteden. Daarnaast is er een correctie op en eerdere mutatie die het budget verder verlaagd met € 2,1 mln.

Storting begrotingsreserve

Storting begrotingsreserve visserij

De storting in de begrotingsreserve visserij wordt met € 4,5 mln. verhoogd. Dit komt voornamelijk door een verrekening van cofinanciering voor het EFMZV en het EMVAF van € 3,8 mln. De overige toename wordt verklaard door een storting van middelen voor de uitvoering van het Noordzeeakkoord. Door enkele vertragingen in de uitvoering kunnen niet alle middelen in 2021 uitgegeven worden. Zodra de uitgaven alsnog doorgang vinden kunnen de middelen weer aan de reserve worden onttrokken.

Ontvangsten

Onttrekking begrotingsreserve

De ontvangsten door onttrekking aan de begrotingsreserves nemen met € 123 mln. toe. Dit komt een onttrekking van € 112 mln. uit de begrotingsreserve stikstof die bedoeld is voor de natuurcompensatiebank. Daarnaast wordt er € 10 mln. uit de begrotingsreserve stikstof onttrokken voor het Omschakelprogramma. Tot slot is er een bedrag van € 0,8 mln. uit de begrotingsreserve visserij onttrokken voor het Nationaal Innovatieprogramma visserij.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Begrotingsreserve Visserij

Stand 1/1/2021

26.875

+ Geraamde storting

4.476

– Geraamde onttrekking

826

Stand (raming) per 31/12/2021

30.525

De geraamde storting betreft middelen die door meerdere departementen zijn opgehaald ten behoeve van het Noordzeeakkoord. Door enkele vertragingen kunnen niet alle middelen in 2021 uitgegeven worden. Mede omdat het middelen betreft die niet louter van LNV zijn en omdat de middelen in 2022 nog benodigd zijn heeft LNV voorgesteld om deze gelden te storten in de begrotingsreserve Visserij.

De geraamde onttrekking betreft de middelen voor het Nationaal Innovatieprogramma Visserij. Deze waren in de begrotingsreserve Visserij gestort om kosten in latere jaren te kunnen compenseren.

Begrotingsreserve stikstof

Stand 1/1/2021

484.811

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

484.811

Stand (raming) per 31/12/2021

0

Na 2021 zal de begrotingsreserve stikstof komen te vervallen. De resterende middelen worden daarom volledig aan de reserve onttrokken en zijn in 2021 gesaldeerd met de uitgaven op artikel 21 en artikel 22.

3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel x artikelnaam (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

221.723

236.206

25.659

‒ 1.309

260.556

      

Uitgaven

230.168

246.196

17.234

‒ 7.305

256.125

      

Subsidies (regelingen)

113.309

120.226

18.001

‒ 4.858

133.369

Beleidsondersteunend onderzoek

24.067

30.582

16.656

8.339

55.577

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

65.362

65.262

1.545

‒ 9.730

57.077

Kennisverspreiding en groen onderwijs

23.880

24.382

‒ 200

‒ 3.467

20.715

Opdrachten

14.359

19.404

‒ 3.037

‒ 1.789

14.578

Kennisontwikkeling en innovatie

14.359

19.404

‒ 3.037

‒ 1.789

14.578

Bijdrage aan agentschappen

6.612

14.092

‒ 112

‒ 1.992

11.988

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

6.612

14.092

‒ 112

‒ 1.992

11.988

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

95.888

92.474

2.382

1.334

96.190

Wageningen Research

95.481

92.474

2.374

1.342

96.190

ZonMw

407

0

8

‒ 8

0

      

Ontvangsten

12.267

12.267

0

‒ 137

12.130

Kennisontwikkeling en innovatie

12.267

12.267

0

‒ 137

12.130

Toelichting verplichtingen

Het totale verplichtingen budget stijgt met € 24,3 mln. als gevolg van toevoegingen uit andere begrotingsartikelen voor beleidsondersteunend onderzoek uitgevoerd door Wageningen Research. Ook was er een toevoeging van de loon- en prijsbijstelling € 4,4 mln.

Toelichting uitgaven

De totale uitgaven stijgen met € 10 mln. De belangrijkste mutaties worden hieronder per categorie toegelicht.

Subsidie

Beleidsondersteunend onderzoek

Het budget voor beleidsondersteunend onderzoekt uitgevoerd door Wageningen Research stijgt met € 25 mln. Dit komt door een herverdeling van het budget Wageningen Research waarbij € 6 mln. voor projecten op het gebied van innovatie en onderzoek wordt toegevoegd uit andere budgetonderdelen Wageningen Research. Ook wordt € 19 mln. onderzoekbudget toegevoegd uit andere begrotingsonderdelen, waaronder € 4,7 mln. voor onderzoeken naar de integrale aanpak methaan en ammoniak via het dier- en voerspoor, € 3,3 mln. voor onderzoek, monitoring en pilots programma Slim Landgebruik, € 2 mln. voor onderzoek naar stal en mestopslag, € 1,6 mln. voor onderzoek kas als energiebron en € 1,1 mln. voor het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn.

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

Het totale budget daalt met € 8,1 mln. Dit komt door een herverdeling van het budget Wageningen Research, waarbij € 6 mln. voor projecten op het gebied van innovatie en onderzoek wordt toegevoegd aan beleidsondersteunend onderzoek uitgevoerd door Wageningen Research. De overige 2,1 miljoen is besteed aan opdrachten onderzoek Kennis en Innovatie buiten Wageningen Research. 

Kennisverspreiding en groen onderwijs

Het budget voor kennisverspreiding en groen onderwijs wordt met € 3,7 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk doordat € 3,2 mln. wordt overgeheveld naar OCW voor het programma Praktijkgericht onderzoek voor Voedsel en Groen. De overige daling wordt veroorzaakt door verschillende kleine mutaties.

Opdrachten

Kennisontwikkeling en innovatie

Het budget wordt met € 4,8 mln. verlaagd. Hiervan wordt € 1,9 mln. overgeboekt naar IenW voor het Planbureau voor de Leefomgeving en € 1,4 miljoen naar OCW/NWO voor projecten Klimaatrobuust natuurbeleid, Online samenleving en Key enabling methologies. Tot slot wordt er € 1,4 mln. overgeboekt naar de categorie subsidies voor voedseleducatieprojecten.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Wageningen Research

Het totale budget voor Wageningen Research stijgt met € 3,7 mln. Dit komt voornamelijk door de sectorbijdrage High Containment Unit van € 1,5 mln. Daarnaast is er nog een toename van het budget met € 1,9 mln. door loonbijstellingen. Het restant kan worden verklaard door de som van verschillende kleinere mutaties.

3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid art.24 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

416.635

452.732

19.386

8.543

480.661

      

Uitgaven

416.555

452.652

19.252

8.543

480.447

      

Bijdrage aan agentschappen

416.555

452.652

19.252

8.543

480.447

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

223.567

238.612

11.874

‒ 2.291

248.195

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

192.988

214.040

7.378

10.834

232.252

      

Ontvangsten

0

0

7.055

0

7.055

Agentschappen en overig

0

0

7.055

0

7.055

Uitgaven

Bijdrage aan Agentschappen

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

De bijdrage aan de NVWA neemt per saldo met € 9,6 mln. toe. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een ontvangsten boeking van € 7.1 mln., vanwege een terugbetaling van het batig saldo in 2020. Dit is eerder met de NVWA is afgesproken. Het teveel betaalde voorschot aan de NVWA in relatie tot de onderuitputting 2020 op de urenomzet is met deze boeking verrekend via de agentschapsregeling. Naast deze terugbetaling wordt het overige deel verklaard door een saldo van verschillende kleinere mutaties en meerwerkopdrachten.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De bijdrage aan de RVO neemt per saldo met € 18,2 mln. toe. Dit wordt voor € 7,9 mln. veroorzaakt door de afhandeling van het fosfaatrechtenstelsel en het fosfaatreductieplan in 2021. Dit brengt voor RVO meerwerk met zich mee. Deze meerkosten zijn ontstaan als gevolg van bezwaar- en beroepszaken die nog worden afgehandeld. Daarnaast wordt de agentschapsbijdrage aangevuld met de uitvoeringskosten voor meerwerkopdrachten. Het LNV opdrachtenpakket 2021 is uitgebreid met onder meer uitvoering voor regelingen voor COVID-19 steunmaatregelen (€ 3,0 mln.), uitbreiding van de SABE-regeling (€ 1,4 mln.), de regeling versneld natuurherstel (€ 1,7 mln.) en natuurcompensatiebank (€ 1,5 mln.). Tevens is de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling (€ 3,1 mln.) toegevoegd.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 50 - Apparaat Kerndepartement

Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

143.854

152.788

‒ 773

1.909

153.924

      

Uitgaven

143.854

152.788

‒ 773

1.909

153.924

      

Personele uitgaven

102.717

110.961

1.529

79

112.569

Eigen personeel

95.729

102.388

1.340

‒ 1.634

102.094

Externe inhuur

3.698

4.688

130

3.100

7.918

Overige personele uitgaven

3.290

3.885

59

‒ 1.387

2.557

Materiële uitgaven

41.137

41.827

‒ 2.302

1.830

41.355

ICT

500

500

10

0

510

Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

16.078

16.078

0

0

16.078

SSO DICTU

16.137

17.615

217

1.005

18.837

Overige materiële uitgaven

8.422

7.634

‒ 2.529

825

5.930

      

Ontvangsten

2.793

2.793

0

0

2.793

Ontvangsten

2.793

2.793

0

0

2.793

Toelichting

Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 1,6 mln. Dit is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk wordt beïnvloed door het toevoegen van het budget van € 3,5 mln. voor de landbouwraden die in dienst zijn van LNV. Dit wordt sinds 2020 niet langer via de RVO gedaan, maar rechtstreeks ten laste van het personeelsartikel van LNV gebracht.

4.2 Artikel 51 - Nog onverdeeld

Nog onverdeeld (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

50.960

52.040

‒ 49.539

‒ 2.501

0

      

Uitgaven

50.960

52.040

‒ 49.539

‒ 2.501

0

      

Prijsbijstelling

0

27.927

‒ 27.927

0

0

Loonbijstelling

0

13.661

‒ 13.661

0

0

Nog te verdelen

50.960

10.452

‒ 7.951

‒ 2.501

0

      

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting

Dit artikel is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 51 worden gedaan. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen die nog niet aan de beleidsartikelen zijn toegevoegd op dit artikel geplaatst.

Het verlagen van het budget van € 52 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting is het saldo van verschillende mutaties. Het saldo bestaat voornamelijk uit de toedeling van de loon- en prijsbijstelling naar andere artikelen op de LNV-begroting van het artikel Nog Onverdeeld in 2021 (€ 42 mln.). Daarnaast betreft het toedeling van middelen naar andere artikelen op de LNV begroting, het betreft middelen ten behoeve van de uitvoering Toekomstvisie Gewasbescherming (€ 4 mln.), uitvoering nadeelcompensatie pelsdierhouderijen (€ 2,4 mln.) en een afboeking van het budget voor de nertsenproblematiek (€ 2,1 mln.). Dit bedrag wordt in 2022 weer opgeboekt ten behoeve van het Basisregistratie Grootschalige Topografie.

5 Agentschappen

5.1 Agentschapsparagraaf NVWA

Toelichting

De agentschapsparagraaf is in deze Tweede suppletoire begroting niet van toepassing. Op basis van de regelgeving in de RBV moet er een agentschapsparagraaf worden gemaakt: "Indien de realisatie cumulatief 5%, of cumulatief €20mln, afwijkt van de begroting". De prognose van de NVWA is dat de afwijking voor de lasten op 2,2% en voor de baten op 2,3 % uitkomt. Onder deze percentages is een agentschapsparagraaf niet noodzakelijk.

6 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)

De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF) (bedragen x1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

34.329

42.869

0

3.623

46.492

      

Uitgaven

34.329

42.869

0

3.623

46.492

Bewaking van dierziekten

21.915

18.685

0

1.268

19.953

Bestrijding van dierziekten

9.685

21.170

0

2.591

23.761

Overig

2.729

3.014

0

‒ 236

2.778

      

Ontvangsten

33.964

83.177

411

1.409

84.997

Ontvangsten LNV

5.387

5.387

411

0

5.798

Ontvangsten sector

20.177

20.177

0

3.692

23.869

Ontvangsten EU

3.500

3.500

0

‒ 2.283

1.217

Bijdrage sector crisisreserve

4.900

4.900

0

0

4.900

Saldo van de afgesloten rekeningen

0

49.213

0

0

49.213

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Bestrijding van dierziekten

Voor de bestrijding zijn de verwachte uitgaven naar aanleiding van de uitbraak vogelgriep (HPAI) 2020/2021 verwerkt. De prognose houdt rekening met de uitbraken tot en met augustus 2021 en is verhoogd met € 2,6 mln.

Ontvangsten

Ontvangsten sector

In 2021 is vanuit de rundersector nog een bedrag van € 3,7 mln. ontvangen als gevolg van de afronding van de vorige convenantperiode.

Ontvangsten EU

Op de ingediende EU declaratie ten behoeve van het salmonellaprogramma 2020 is een sanctie opgelegd door de Europese Unie. Het programma is niet volledig conform de EU programmavereisten uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een sanctie van € 2,3 mln. op het gedeclareerde bedrag. LNV zal deze korting compenseren. Er is nog geen rekening gehouden met een eventueel in 2021 te ontvangen EU-bijdrage in de kosten van de bestrijding van HPAI.