Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,H.P.M.Knapen
De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.
Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2021. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven af met EUR 9,3 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 35,3 miljoen.
Uitgaven | Totaal | Wv. ODA |
---|---|---|
Stand uitgaven VJN 2021 | 5.973,6 | 4.370,9 |
Totaal mutaties | ‒ 9,3 | 118,7 |
Stand uitgaven NJN 2021 | 5.964,3 | 4.489,6 |
De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.
De toename is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingen. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.
Uitgaven | Totaal | Wv. ODA |
---|---|---|
Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) | 123,6 | 112,7 |
Overboekingen van en naar de HGIS | ‒ 6,8 | 0 |
Desaldering op ontvangsten | ‒ 32,4 | 6,0 |
Kasschuif | 0 | 0 |
Toevoeging middelenafspraak huisvesting | ‒ 17,0 | 0 |
Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting) | ‒ 76,8 | 0 |
Totaal | ‒ 9,3 | 118,7 |
Toelichting uitgaven:
– Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA): op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 112,7 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 10,9 miljoen verhoogd.
– Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt verder nog een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het niet ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 6,8 miljoen afneemt. Het betreft overhevelingen met name op het gebied van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De grootste mutatie is een overheveling van Buitenlandse Zaken naar FMHaaglanden van EUR 10,9 miljoen. Deze mutatie wordt toegelicht bij artikel 7 Apparaat van Buitenlandse Zaken.
– Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo af met EUR 32,4 miljoen. Dit is met name het gevolg van een afname in de consulaire ontvangsten van Buitenlandse Zaken als gevolg van COVID-19.
– Toevoeging middelenafspraak huisvesting: het huisvestingsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 17 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Vanwege COVID-19 hebben deze uitgaven op het gebied van huisvesting vertraging opgelopen.
– Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dit wordt via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.
Ontvangsten | Totaal | Wv. ODA |
---|---|---|
Stand ontvangsten VJN 2021 | 164,1 | 29,8 |
Totaal mutaties | ‒ 35,3 | 6,0 |
Stand ontvangsten NJN 2021 | 128,7 | 35,8 |
Toelichting ontvangsten:
– De ontvangsten nemen af met EUR 35,3 miljoen. Hiervan wordt EUR 32,4 miljoen gedesaldeerd met de uitgaven.
– De desaldering betreft met name een verlaging van EUR 38,1 miljoen van de geraamde ontvangsten bij Buitenlandse Zaken en een verhoging van EUR 6 miljoen aan ontvangsten bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verhoging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 383,4 miljoen in 2021.
De belangrijkste mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.
Art. | Uitgaven 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 | 11.393.366 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 11.651.130 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Gastlandbeleid internationale organisaties | 1.3 | ‒ 7.255 |
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde | 2.4 | ‒ 20.844 |
3) Afdrachten aan de Europese Unie | 3.1 | 505.832 |
4) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 4.4 | 3.698 |
5) Apparaat | 7.1 | ‒ 82.110 |
6) Overige mutaties | ‒ 15.974 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 12.034.477 |
Toelichting
1. Artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties
Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.
2. Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.
3. Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 505,8 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022 (à EUR 383,4 miljoen) en de nieuwe mutaties die met deze 2e suppletoire begroting verwerkt worden (à EUR 122,5 miljoen). Alle mutaties worden hieronder kort en bij artikel 3 in onderdeel 4 Beleidsartikelen nader toegelicht.
Voor Nederland leidt het surplus (het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020) over 2020 tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021. Het totale effect van de Lenteraming en overige inkomsten uit de vierde aanvullende Europese begroting (DAB4) op de afdrachten is een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen. De technische aanpassing voor overheveling van een resterend bedrag voor speciale instrumenten 2020 naar 2021 veroorzaakt een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen. Aanpassing van het kasritme voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) leidt tot een verhoging van de Nederlandse afdrachten in 2021 met EUR 54 miljoen die in de jaren erna wordt gecompenseerd. Verhoging van het flexibiliteitsinstrument veroorzaakt een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen. Tevens is er een afdracht onder voorbehoud van EUR 185,4 miljoen aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.
Tot slot betreft DAB6 een bijstelling van de plasticraming van enkele lidstaten die als effect op het Nederlandse BNI-afdracht een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021 als gevolg heeft. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie tot slot verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen die (deels onder voorbehoud) is afgedragen.
4. Artikel 4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
Op artikel 4.4 hebben de belangrijkste mutaties betrekking op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB). Daar worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.
5. Artikel 7 Apparaat
De uitgaven op apparaat dalen per saldo met EUR 82,1 miljoen. De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 12,3 miljoen. De uitgaven worden verlaagd naar aanleiding van de tegenvallende consulaire ontvangsten (artikel 4) middels een desaldering. De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 69,9 miljoen. Dit is het gevolg van een overheveling naar FMHaaglanden (EUR 10,9 miljoen) ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8 en lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting (EUR 21 miljoen) en het doorschuiven van middelen voor veiligheid van hoog-risico posten (EUR 18 miljoen). Ook wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn gedurende 2021 per saldo EUR 9,3 miljoen lager uitgevallen. De belangrijkste mutaties worden onder de tabel toegelicht.
Art. | Ontvangsten 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 | 921.285 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 923.215 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Diverse ontvangsten EU | 3.10 | 29.057 |
2) Consulaire dienstverlening | 4.10 en 4.20 | ‒ 12.300 |
3) Apparaat | 7.10 | ‒ 24.780 |
4) Overige mutaties | ‒ 1.242 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 913.950 |
Toelichting
1. Artikel 3.10 Diverse ontvangsten EU
De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere EU-ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de vraag of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.
Tot slot stijgt de perceptiekostenvergoeding ook nog met EUR 26,1 miljoen. Als gevolg van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) draagt Nederland (naar aanleiding van deze controle) een TEM-hoofdsom af en ontvangt conform de TEM-systematiek deze perceptiekostenvergoeding over de afdracht.
2. Artikel 4.10 en 4.20 Consulaire dienstverlening
De ontvangsten onder deze twee artikelonderdelen nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten (EUR 2,3 miljoen) achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7 (d.w.z. tevens in mindering gebracht op de uitgaven).
3. Artikel 7 Apparaat
Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) aangepast op basis van de huidige ramingen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 105 376 | 140 787 | 1 000 | ‒ 23 033 | 118 754 | |
Uitgaven: | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 126 449 | 131 632 | 1 000 | ‒ 6 872 | 125 760 | |
waarvan juridisch verplicht | 76% | 100% | ||||
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 48 945 | 49 345 | 1 000 | ‒ 422 | 49 923 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Internationaal recht | 3 685 | 3 685 | 0 | 490 | 4 175 | |
Opdrachten | ||||||
Verenigde Naties | 0 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Verenigde Naties | 34 525 | 34 525 | 0 | ‒ 400 | 34 125 | |
OESO | 7 135 | 7 535 | 0 | ‒ 112 | 7 423 | |
Internationaal Strafhof | 3 600 | 3 600 | 0 | ‒ 400 | 3 200 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 63 402 | 63 502 | 0 | 805 | 64 307 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Mensenrechtenfonds | 25 457 | 19 694 | 0 | ‒ 1 590 | 18 104 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Mensenrechtenfonds | 30 295 | 31 658 | 0 | ‒ 105 | 31 553 | |
Mensenrechten multilateraal | 7 650 | 12 150 | 0 | 2 500 | 14 650 | |
1.3 | Gastlandbeleid internationale organisaties | 14 102 | 18 785 | 0 | ‒ 7 255 | 11 530 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Carnegiestichting | 4 400 | 7 894 | 0 | ‒ 380 | 7 514 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Vredespaleis | 6 829 | 6 829 | 0 | ‒ 6 629 | 200 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Internationaal Strafhof | 1 012 | 1 012 | 0 | ‒ 1 | 1 011 | |
Speciaal Tribunaal Libanon | 1 111 | 2 000 | 0 | 68 | 2 068 | |
Nederland Gastland | 750 | 1 050 | 0 | ‒ 313 | 737 | |
Toelichting
Verplichtingen
De afname van het verplichtingenbudget voor artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde wordt met name veroorzaakt door het dit jaar niet aangaan van een meerjarige overeenkomst op het gebied van Mensenrechten Multilateraal en doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Daarnaast zien we een stijging voor het Mensenrechtenfonds als gevolg van diverse nieuwe meerjarige verplichtingen.
Uitgaven
Artikel 1.1
– De stijging van de uitgaven binnen het subartikel Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak komt voornamelijk door een opdracht van EUR 1 miljoen voor het adviseren en assisteren van de VN bij de realisatie van een studio voor de organisatie van de Algemene Vergadering van de VN in 2021.
Artikel 1.2
– De grootste mutatie op Bescherming en bevordering van mensenrechten komt voort uit een overheveling van EUR 2,5 miljoen naar Mensenrechten Multilateraal vanuit het Mensenrechtenfonds. Dit betreft het resterende bedrag van een toezegging tijdens de 2020 World Press Freedom Conference om met een multilaterale aanpak de wereldwijde persvrijheid te ondersteunen.
Artikel 1.3
– Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 267 823 | 257 857 | 0 | ‒ 1 292 | 256 565 | |
Uitgaven | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 283 038 | 262 363 | ‒ 5 | ‒ 23 891 | 238 467 | |
waarvan juridisch verplicht | 86% | 98% | ||||
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 12 791 | 14 145 | ‒ 5 | 0 | 14 140 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Atlantische Commissie | 556 | 600 | ‒ 5 | 0 | 595 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
NAVO | 7 120 | 8 100 | 0 | ‒ 100 | 8 000 | |
WEU | 565 | 590 | 0 | 100 | 690 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 2 700 | 2 700 | 0 | 0 | 2 700 | |
Veiligheidsfonds | 1 850 | 2 155 | 0 | 0 | 2 155 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 13 041 | 15 070 | 0 | ‒ 530 | 14 540 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Anti-terrorisme instituut | 341 | 820 | 0 | 60 | 880 | |
Contra-terrorisme | 7 420 | 5 797 | 0 | ‒ 210 | 5 587 | |
Cyber security | 3 080 | 3 080 | 0 | ‒ 690 | 2 390 | |
Opdrachten | ||||||
Global Forum on Cyber Expertise | 0 | 1 250 | 0 | 0 | 1 250 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Contra-terrorisme | 880 | 2 803 | 0 | 310 | 3 113 | |
Cyber security | 1 320 | 1 320 | 0 | 0 | 1 320 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 10 882 | 12 544 | 0 | ‒ 317 | 12 227 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
IAEA | 7 317 | 7 317 | 0 | ‒ 317 | 7 000 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1 645 | 1 707 | 0 | 0 | 1 707 | |
CTBTO | 1 920 | 3 520 | 0 | 0 | 3 520 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 216 502 | 190 439 | 0 | ‒ 20 844 | 169 595 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Nederland Helsinki Comité | 28 | 28 | 0 | 0 | 28 | |
Stabiliteitsfonds | 25 000 | 25 000 | 0 | 0 | 25 000 | |
Training buitenlandse diplomaten | 2 500 | 2 750 | 0 | ‒ 1 350 | 1 400 | |
Opdrachten | ||||||
Makandra | 880 | 880 | 0 | ‒ 295 | 585 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Makandra | 120 | 120 | 0 | 0 | 120 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
OVSE | 6 000 | 6 000 | 0 | 230 | 6 230 | |
Stabiliteitsfonds | 57 150 | 62 150 | 0 | ‒ 1 000 | 61 150 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 98 511 | 93 511 | 0 | ‒ 18 500 | 75 011 | |
Overige | 1 113 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||
Inzet hoog-risico posten | 25 200 | 0 | 0 | 71 | 71 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 29 822 | 30 165 | 0 | ‒ 2 200 | 27 965 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 11 822 | 12 722 | 0 | ‒ 1 200 | 11 522 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 9 754 | 5 342 | 0 | ‒ 100 | 5 242 | |
Opdrachten | ||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 0 | 3 458 | 0 | 0 | 3 458 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 0 | 533 | 0 | 0 | 533 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 8 246 | 8 110 | 0 | ‒ 900 | 7 210 | |
Ontvangsten | 1 242 | 1 242 | ‒ 242 | ‒ 1 000 | 0 | |
2.10 | Doorberekening Defensie diversen | 242 | 242 | ‒ 242 | 0 | 0 |
2.40 | Restituties programma's | 1 000 | 1 000 | 0 | ‒ 1 000 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Geen toelichting.
Uitgaven
Artikel 2.4
– De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.
Artikel 2.5
– Vanwege de COVID-19 pandemie hebben partners gefinancierd uit Matra en Shiraka vertraging opgelopen in de uitvoering en hierdoor een lagere liquiditeitsbehoefte dan voorzien. Een deel hiervan zal worden opgevraagd tijdens de eindejaarsmarge.
Ontvangsten
Geen toelichting.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 9 871 674 | 10 034 842 | 383 358 | 121 477 | 10 539 677 | |
Uitgaven | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 10 053 535 | 10 230 672 | 383 358 | 109 762 | 10 723 792 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 9 813 920 | 10 003 763 | 383 358 | 122 474 | 10 509 595 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
BNI-afdrachten | 5 352 701 | 5 538 263 | 165 531 | ‒ 1 159 | 5 702 635 | |
BTW-afdrachten | 977 344 | 981 625 | 71 707 | 0 | 1 053 332 | |
Invoerrechten | 3 267 875 | 3 267 875 | 157 028 | 123 633 | 3 548 536 | |
Plastic-grondslag | 216 000 | 216 000 | ‒ 10 908 | 0 | 205 092 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 191 123 | 191 123 | 0 | ‒ 11 640 | 179 483 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Europees Ontwikkelingsfonds | 191 123 | 191 123 | 0 | ‒ 11 640 | 179 483 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 10 500 | 10 500 | 0 | 400 | 10 900 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Raad van Europa | 10 500 | 10 500 | 0 | 400 | 10 900 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 5 892 | 6 404 | 0 | ‒ 1 472 | 4 932 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
EIPA | 348 | 348 | 0 | 0 | 348 | |
Opdrachten | ||||||
Europa College beurzenprogamma | 190 | 380 | 0 | 0 | 380 | |
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk | 1 375 | 1 697 | 0 | ‒ 1 572 | 125 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Benelux bijdrage | 3 979 | 3 979 | 0 | 100 | 4 079 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 32 100 | 18 882 | 0 | 0 | 18 882 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||
Europese Vredesfaciliteit | 32 100 | 18 882 | 0 | 0 | 18 882 | |
Ontvangsten | 817 219 | 817 219 | 2 992 | 26 065 | 846 276 | |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 816 969 | 816 969 | 2 992 | 26 120 | 846 081 |
Invoerrechten | 816 969 | 816 969 | 2 992 | 26 120 | 846 081 | |
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 250 | 0 | ‒ 55 | 195 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3: Effectieve Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Artikel 3.1
Mutaties Miljoenennota
De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten bij de Miljoenennota van EUR 383,4 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022. Hieronder staan deze mutaties nogmaals toegelicht.
Surplus
In de derde aanvullende Europese begroting (DAB3) heeft de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020 (het surplus) in de Europese begroting voor het jaar 2021 verwerkt. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021.
Vierde aanvullende begroting – Lenteraming en overige inkomsten
Als gevolg van DAB4 stijgt de raming voor de Nederlandse BTW-afdracht met EUR 72 miljoen. De plasticraming daalt met EUR 11 miljoen. Om een zo realistisch mogelijke raming te presenteren heeft het kabinet ervoor gekozen om incidenteel af te wijken van de gebruikelijke ramingsmethodiek (aansluiten bij de Commissieraming) en de Nederlandse raming van de invoerrechten eenmalig te corrigeren ten opzichte van de Commissieraming voor het effect van de voorlopige betalingen in de zonnepanelenzaak die eind 2020 hebben plaatsgevonden. De raming van de invoerrechten daalt hierdoor met EUR 28,4 miljoen. De raming van de BNI-afdracht stijgt als gevolg van DAB4 met EUR 229,3 miljoen.
De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting 2021 en de overige ontvangsten op de Europese begroting 2021. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit inkomsten door mededingingsboetes. De stijging van de ontvangsten heeft een neerwaarts effect op de verwachte Nederlandse BNI-afdracht, als sluitpost van de Europese begroting, van EUR 28,2 miljoen.
Het totale effect van DAB4 op de afdrachten is daarmee een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen.
Technische aanpassing
In de door de Europese Commissie gepresenteerde technische aanpassing wordt conform de MFK-verordening een resterend bedrag van EUR 48 miljoen voor speciale instrumenten uit 2020 overgeheveld naar 2021. Dit leidt tot een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen.
Aanpassing kasritme Brexit Adjustment Reserve
Op 17 juni jl. is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de verdeling van de middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Dit leidt tot een wijziging van het kasritme t.o.v. het uitgangspunt in de Nederlandse begroting. Daarom wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2021 verhoogd met EUR 54 miljoen, in 2022 en 2023 met EUR 30 miljoen en in 2025 met EUR 19 miljoen. De genoemde verhogingen in de raming worden volledig gecompenseerd door verlagingen van de raming in de jaren 2024, 2026 en 2027.
Flexibiliteitsinstrument
In de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 is afgesproken om het jaarlijks beschikbare budget voor het flexibiliteitsinstrument (een speciaal instrument voor onvoorziene omstandigheden buiten de MFK-plafonds) met circa EUR 144 miljoen per jaar te verhogen ten opzichte van de eerder bereikte conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020. Voor Nederland leidt dit tot een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen in 2021 oplopend tot circa EUR 10 miljoen in 2027 (lopende prijzen).
TEM afdracht lage waarde textiel
Tevens wordt een uitgave verwerkt van EUR 185,4 miljoen aan invoerrechten. Het betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China. Over deze afdracht wordt een perceptie-kostenvergoeding van 20%1 ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10, waardoor de netto verwerking EUR 148,3 miljoen bedraagt.
Mutaties 2e suppletoire begroting
In de zesde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 6, DAB6) wordt een update van de raming van de plasticafdracht voor een aantal lidstaten gepresenteerd, waardoor de totale opbrengst van de plasticafdracht op EU-niveau in 2021 EUR 20 miljoen hoger uitvalt dan eerder verwacht. Dit betekent dat de BNI-afdrachten op EU-niveau, het sluitstuk van de EU-begroting, met hetzelfde bedrag afnemen. Het effect hiervan op de Nederlandse BNI-afdracht is een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021. De raming van de Nederlandse plastic-afdracht is niet gewijzigd.
De invoerrechten stijgen met EUR 123,6 miljoen. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van EUR 12,7 miljoen aan TEM. De rest van de claim (EUR 110,9 miljoen) stelt Nederland onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding (EUR 26,1 miljoen), waardoor de nettobetaling EUR 97,5 miljoen bedraagt. Dit bedrag betreft enkel de hoofdsom en bevat dus geen vertragingsrente.
Artikel 3.2
– De Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2021 valt lager uit wegens verrekening van een terugbetaling van resterende middelen uit het 8ste en 9de EOF met de huidige bijdrage.
Artikel 3.4
– De Taskforce Verenigd Koninkrijk (voorheen Taskforce Brexit) is in de zomer van 2021 opgeheven, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld. Wel zal er nog een externe onafhankelijke evaluatie van de Rijksbrede Nederlandse Brexit-inzet en binnenlandse voorbereidingen 2016-2021 worden uitgevoerd, conform een toezegging aan de Eerste Kamer (Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3).
Ontvangsten
Artikel 3.10
– De mutatie van EUR 3 miljoen bij de Miljoennenota is een optelsom van twee mutaties. De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.
– Bij 2e suppletoire begroting stijgt de perceptiekostenvergoeding met EUR 26,1 miljoen. Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 123,6 miljoen af, waarvan EUR 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 26,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 97,5 miljoen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 51 200 | 71 349 | 3 180 | 6 683 | 81 212 | |
Uitgaven | ||||||
Programma-uitgaven totaal | 53 810 | 72 460 | 3 180 | ‒ 105 | 75 535 | |
waarvan juridisch verplicht | 86% | 99% | ||||
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 10 657 | 17 941 | 2 500 | ‒ 2 500 | 17 941 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 1 560 | 1 560 | 0 | 0 | 1 560 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 540 | 540 | 0 | 0 | 540 | |
Opdrachten | ||||||
Consulaire bijstand | 409 | 309 | 2 500 | 600 | 3 409 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 2 550 | 2 550 | 0 | ‒ 900 | 1 650 | |
Consulaire opleidingen | 400 | 400 | 0 | ‒ 300 | 100 | |
Consulaire informatiesystemen | 5 198 | 4 298 | 0 | ‒ 1 000 | 3 298 | |
Loket buitenland | 0 | 8 284 | 0 | ‒ 900 | 7 384 | |
4.2 | Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren | 15 397 | 21 862 | 1 130 | ‒ 1 200 | 21 792 |
Opdrachten | ||||||
Ambtsberichtenonderzoek | 150 | 150 | 0 | 0 | 150 | |
Visumverlening | 3 058 | 3 058 | 0 | ‒ 1 600 | 1 458 | |
Legalisatie en verificatie | 80 | 80 | 0 | 0 | 80 | |
Consulaire informatiesystemen | 11 081 | 17 471 | 1 130 | 400 | 19 001 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Asiel en migratie | 1 028 | 1 103 | 0 | 0 | 1 103 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 8 875 | 7 771 | 0 | ‒ 553 | 7 218 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Internationaal Cultuurbeleid | 6 650 | 5 251 | 0 | ‒ 390 | 4 861 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Internationaal cultuurbeleid | 2 225 | 2 520 | 0 | ‒ 163 | 2 357 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 18 881 | 24 886 | ‒ 450 | 4 148 | 28 584 |
Subsidies (regelingen) | ||||||
Instituut Clingendael | 420 | 800 | 0 | 0 | 800 | |
Programma ondersteuning buitenlands beleid | 3 808 | 3 808 | ‒ 100 | 2 479 | 6 187 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 99 | 99 | 0 | ‒ 50 | 49 | |
Publieksdiplomatie | 2 264 | 2 224 | ‒ 25 | ‒ 60 | 2 139 | |
Onderzoeksprogramma | 50 | 50 | 0 | 202 | 252 | |
Opdrachten | ||||||
Adviesraad Internationale vraagstukken | 525 | 525 | 0 | 0 | 525 | |
Instituut Clingendael | 2 000 | 2 225 | 603 | 139 | 2 967 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 1 000 | 1 000 | ‒ 300 | ‒ 400 | 300 | |
Algemene voorlichting | 590 | 590 | 0 | 975 | 1 565 | |
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 2 000 | |
China-strategie | 550 | 550 | ‒ 403 | ‒ 100 | 47 | |
Onderzoeksprogramma | 220 | 220 | 0 | ‒ 7 | 213 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 0 | 3 000 | 0 | 2 000 | 5 000 | |
Kennisplatform Oost-Europa | 0 | 200 | ‒ 200 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||
Algemene voorlichting | 2 400 | 2 400 | 0 | ‒ 1 000 | 1 400 | |
Verkeersnotificaties | 0 | 0 | 400 | ‒ 80 | 320 | |
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's | ||||||
Verkeersnotificaties | 400 | 400 | ‒ 400 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||
Europese bewustwording | 250 | 450 | 0 | ‒ 10 | 440 | |
Publieksdiplomatie | 2 305 | 2 345 | ‒ 25 | 60 | 2 380 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 2 000 | |
Ontvangsten | 71 074 | 30 574 | 0 | ‒ 12 300 | 18 274 | |
4.10 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 7 000 | 9 200 | 0 | ‒ 1 000 | 8 200 |
4.20 | Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 63 000 | 21 100 | 0 | ‒ 11 300 | 9 800 |
4.40 | Doorberekening Defensie diversen | 874 | 74 | 0 | 0 | 74 |
4.41 | Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 200 | 0 | 0 | 200 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht. Een deel van de verplichtingen leidt tot uitgaven in 2022 en wordt als Eindejaarsmarge (EUR 5,8 miljoen) opgevraagd.
Uitgaven
Artikel 4.1
– Voor het budget voor consulaire dienstverlening werd EUR 3,1 miljoen ontvangen van IenW voor het contract met SOS-internationaal om als helpdesk te werken voor ondersteuning voor de aanvragen van een DCC (Digitaal Corona Centificaat) door Nederlanders in het buitenland (en buitenlandse toeristen). Daarnaast is er nog sprake van EUR 3,1 miljoen eindejaarsmarge, onder andere voor een digitaliseringsprogramma consulaire systemen en vertraagde werkzaamheden van Loket Buitenland.
Artikel 4.4
– Op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.
Ontvangsten
De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Dit betreft minus EUR 2,3 miljoen. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7.
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.10 | Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Geen toelichting.
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 4 255 | 970 | 10 778 | ‒ 11 748 | 0 | |
Uitgaven | ||||||
Uitgaven totaal | 4 255 | 970 | 10 778 | ‒ 11 748 | 0 | |
6.1 | Nog onverdeeld (HGIS) | 4 255 | 970 | 10 778 | ‒ 11 748 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gestegen met EUR 10,8 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar de volgende jaren.
Stand ontwerp begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
(1) | (2) | (4)=(2+3) | ||||
Verplichtingen | 872 279 | 953 033 | ‒ 11 071 | ‒ 71 039 | 870 923 | |
Uitgaven | 872 279 | 953 033 | ‒ 11 071 | ‒ 71 039 | 870 923 | |
7.1.13 | Personele uitgaven | 566 317 | 575 300 | 158 | ‒ 12 851 | 562 607 |
7.1.13.1 | Eigen personeel | 554 317 | 563 300 | 158 | ‒ 12 851 | 550 607 |
7.1.13.2 | Inhuur extern | 12 000 | 12 000 | 0 | 0 | 12 000 |
7.1.13.3 | overige personeel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.1.14 | Materiele uitgaven | 305 962 | 377 733 | ‒ 11 229 | ‒ 58 188 | 308 316 |
7.1.14.1 | ICT | 59 931 | 65 277 | ‒ 315 | 948 | 65 910 |
7.1.14.2 | Bijdragen aan SSO's | 60 391 | 60 391 | ‒ 10 930 | 0 | 49 461 |
7.1.14.3 | Overige materieel | 185 640 | 252 065 | 16 | ‒ 59 136 | 192 945 |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 31 750 | 74 180 | 0 | ‒ 24 780 | 49 400 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 31 750 | 74 180 | 0 | ‒ 24 780 | 49 400 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.
Uitgaven
7.1.13 Personele uitgaven
Eigen personeel:
– De personele uitgaven dalen met EUR 12,9 miljoen. Dit komt voornamelijk door een desaldering van de tegenvallende consulaire ontvangsten (beleidsartikel 4) als gevolg van de pandemie.
7.1.14 Materiële uitgaven
Bijdragen aan SSO's:
– Er wordt een bedrag van EUR 10,9 miljoen overgeheveld aan FMHaaglanden voor de centrale bekostiging van de dienstverlening op Rijnstraat 8.
Overig materieel:
– De overige materiële uitgaven vallen lager uit. Dit komt onder meer door de desaldering van de lagere opbrengsten van EUR 21 miljoen.
– Daarnaast wordt een bedrag van ongeveer EUR 21,1 miljoen via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de komende jaren. Dit betreft grotendeels uitgaven met betrekking tot veiligheid op hoog-risico posten, waar door de crisis in Kaboel vertragingen optreden in de uitgaven.
– Tot slot wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren ten behoeve van het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille.
Ontvangsten
– Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) naar beneden bijgesteld op basis van de huidige ramingen.