Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2022
Bij koninklijke boodschap van 22 november 2021 is het voorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met differentiatie in coronatoegangsbewijzen (Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen) aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk 35 973, nrs. 1–2).
Op 10 februari 2022 is de motie van de leden Van der Staaij en Omtzigt aangenomen (Kamerstuk 25 295, nr. 1760) (Handelingen II 2021/22, nr. 49, Stemmingen). De motie verzoekt de regering om bovengenoemd wetsvoorstel in te trekken. Naar aanleiding daarvan heb ik uw Kamer bij brief van 15 februari 2022 op de hoogte gesteld van mijn voornemen de reguliere procedure in gang te zetten voor het intrekken van het wetsvoorstel (Kamerstuk 25 295, nr. 1775). Het kabinet is van oordeel dat intrekking van het wetsvoorstel geboden is ter uitvoering van de motie.
Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers