Aan de leden
Den Haag, 9 december 2021
Het Presidium legt hierbij conform artikel 7.35 lid 2 van het Reglement van Orde aan u voor het verzoek van de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 8 december 2021 om advies te vragen aan de Sociaal-Economische Raad over drie wetsvoorstellen inzake coronatoegangsbewijzen: Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met uitbreiding van de tijdelijke regels om de inzet van coronatoegangsbewijzen te verbreden naar personen die arbeid verrichten en bezoekers (Tijdelijke wet verbreding inzet coronatoegangsbewijzen) (Kamerstuk 35 971), Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs (Kamerstuk 35 972) en de Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met differentiatie in coronatoegangsbewijzen (Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen) (Kamerstuk 35 973).
Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met het bijgevoegde verzoek en dit door te geleiden aan de Sociaal-Economische Raad.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Bergkamp
Aan het Presidium
Den Haag, 8 december 2021
Ingevolge artikel 7.35 van het Reglement van Orde verzoek ik u namens de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Kamer voor te stellen de Sociaal-Economische Raad (SER) te verzoeken om de Kamer een advies te sturen over een drietal bij de Kamer aanhangige wetsvoorstellen inzake coronatoegangsbewijzen:
Tijdelijke wet verbreding inzet coronatoegangsbewijzen (Kamerstuk 35 971);
Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs (Kamerstuk 35 972);
Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen (Kamerstuk 35 973).
De commissie verzoekt u deze adviesaanvraag nog voorafgaand aan het komende Kerstreces ter goedkeuring aan de Kamer voor te leggen en, indien goedkeuring wordt verleend, deze aanvraag door te geleiden naar de SER.
Bij deze breng ik u het verzoek van de commissie over.
De fungerend voorzitter van de commissie, Kuiken
De griffier van de commissie, Esmeijer