Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2022
In uw brief van 8 februari 2022 heeft u het verzoek van het lid Omtzigt overgebracht zoals dat is gedaan in de Regeling van Werkzaamheden van 8 februari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 47, Regeling van Werkzaamheden)
Het lid Omtzigt heeft verzocht om de proportionaliteitsberekeningen of -toetsen over de grondrechten aan de Kamer toe te zenden.
Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
Bij de inzet van het ctb en andere maatregelen is er sprake van een proportionaliteitstoets. Die toets wordt in de toelichting bij de aanpassingen van de Tijdelijke regeling maatregelen opgenomen. Dit is conform artikel 58b lid 2 van de Wet publieke gezondheid, waarin nadere eisen worden gesteld aan de inzet van de tijdelijke bevoegdheden voor de bestrijding van de covid-19 epidemie. De term proportionaliteitsberekeningen wordt niet gebruikt bij de beoordelingen van maatregelen en heb ik niet gebruikt in de beantwoording op de schriftelijke vragen. Het misverstand is wellicht ontstaan omdat in het artikel van NU.nl waaraan wordt gerefereerd door het lid Omtzigt in eerste instantie deze term is gebruikt. Inmiddels is in het artikel op NU.nl1 deze term aangepast.
In de beantwoording op de feitelijke vragen over het «Rapport over de effectiviteit van de verschillende toepassingen van het Coronatoegangsbewijs» ben ik ingegaan op de proportionaliteit van de huidige inzet van het ctb (zie pagina 39–41)2.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers