Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Echter, de uitvoering van de maatregelen die in de twaalfde Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten de verlenging van de tegemoetkoming voor ongeplaceerde (culturele) activiteiten, kan niet wachten tot formele autorisatie van beide kamers der Staten-Generaal, hierom zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Uw Kamer is vooraf geïnformeerd per brief van 24 september over Steun aan de culturele en creatieve sector en herstelplan (Kamerstukken II 2021/22, 35 420, nr. 406). Zoals in deze brief is aangegeven is het vanaf 25 september weer mogelijk om ongeplaceerde evenementen te laten plaatsvinden. Er geldt echter nog wel een capaciteitsbeperking van 25% op de reguliere capaciteit voor ongeplaceerde evenementen die binnen plaatsvinden. Organisatoren van ongeplaceerde evenementen die plaatsvonden tussen 25 september en 13 november konden een aanvraag indienen voor de tegemoetkoming. Vanwege de verlenging van de huidige maatregelen is ook het aanvraagloket verlengd (zie hiervoor: Stand van zakenbrief Covid-19 (Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1468)). Om ervoor te zorgen dat het aanvraagloket tijdig kan worden ingericht en de aanvragen nog in 2021 kunnen worden behandeld, kan niet worden gewacht op de Tweede Suppletoire Begroting. Door een tegemoetkoming te bieden, wil het kabinet eraan bijdragen dat evenementen ondanks de beperking kunnen doorgaan.
Omdat niet kan worden gewacht op de Tweede Suppletoire Begroting worden de middelen nu toegevoegd aan de OCW-begroting middels deze twaalfde Incidentele Suppletoire Begroting. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K.van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting in € miljoen) |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
In de Kamerbrief over Steun aan de culturele en creatieve sector en herstelplan (Kamerstukken II, 2021/2022, 35 420, nr. 406) van 24 september 2021 is gemeld dat op 25 september afscheid wordt genomen van de verplichte 1,5-metermaatregel. Zo kunnen bijna alle culturele instellingen weer op maximale capaciteit open en zijn alle evenementen toegestaan. Echter, geldt bij ongeplaceerde evenementen die binnen plaatsvinden, in lijn met het OMT-advies, dat maximaal 75% van de capaciteit benut mag worden. Door deze capaciteitsbeperking worden bepaalde (culturele) activiteiten zoals concerten nog getroffen. Het Kabinet reserveert als tegemoetkoming € 17,5 miljoen voor het voortzetten van de al ingevoerde suppletie-regeling voor de ongeplaceerde evenementen die binnen plaatsvinden. Hierbij zijn de belangrijkste uitgangspunten dat het een vergund evenement is wat door professionele organisatoren wordt georganiseerd, met een minimum bezoekersaantal van 300 personen en dat een culturele component centraal staat.
Via deze twaalfde Indicidentele Suppletoire Begroting wordt per saldo € 17,5 miljoen incidenteel aan de OCW-begroting toegevoegd.
Beleidsartikel 14. Cultuur
Vastge-stelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Stand na 1e suppletoire begroting 2021, inclusief 11e ISB |
Mutaties 12e Incidentele Suppletoire Begroting |
Stand na 12e Incidentele Suppletoire Begroting |
Mutatie 2022 |
Mutatie 2023 |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
614.519 |
812.840 |
17.500 |
830.340 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totale uitgaven |
1.299.772 |
1.429.992 |
17.500 |
1.447.492 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
||||||||
Bekostiging |
1.103.831 |
1.182.432 |
0 |
1.182.432 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen |
260.287 |
267.707 |
267.707 |
|||||
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen |
307.261 |
355.295 |
355.295 |
|||||
Huisvesting erfgoed |
0 |
0 |
0 |
|||||
Beheer en onderhoud collecties erfgoed |
0 |
0 |
0 |
|||||
Museale instellingen met een wettelijke taak |
256.572 |
287.995 |
287.995 |
|||||
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen |
23.637 |
23.867 |
23.867 |
|||||
Digitale openbare bibliotheek |
16.536 |
19.118 |
19.118 |
|||||
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten |
12.290 |
12.537 |
12.537 |
|||||
Monumentenzorg |
179.340 |
179.736 |
179.736 |
|||||
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
27.180 |
29.068 |
29.068 |
|||||
Flankerend beleid huisvesting |
6.681 |
6.818 |
6.818 |
|||||
Cultuureducatie met Kwaliteit |
14.047 |
291 |
291 |
|||||
Subsidies (regelingen) |
128.036 |
176.161 |
17.500 |
193.661 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verbreden inzet cultuur |
7.454 |
7.620 |
7.620 |
|||||
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.399 |
8.356 |
8.356 |
|||||
Programma leesbevordering |
3.850 |
4.215 |
4.215 |
|||||
Creatieve Industrie |
2.085 |
1.437 |
1.437 |
|||||
Monumentenzorg |
135 |
137 |
137 |
|||||
Erfgoed en fysieke leefomgeving |
0 |
0 |
0 |
|||||
Specifiek cultuurbeleid |
105.289 |
149.700 |
17.500 |
167.200 |
||||
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
1.824 |
4.696 |
4.696 |
|||||
Opdrachten |
22.692 |
24.861 |
0 |
24.861 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
2.091 |
1.634 |
1.634 |
|||||
Monumentenzorg |
0 |
0 |
0 |
|||||
Archeologie |
0 |
0 |
0 |
|||||
Erfgoed en fysieke leefomgeving |
0 |
0 |
0 |
|||||
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
8.004 |
13.169 |
13.169 |
|||||
Overige opdrachten |
12.597 |
10.058 |
10.058 |
|||||
Bijdragen aan agentschappen |
42.315 |
43.562 |
0 |
43.562 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nationaal Archief |
42.315 |
43.562 |
43.562 |
|||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2.898 |
2.976 |
2.976 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
494 |
13.308 |
0 |
13.308 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Het financieel instrument «Subsidies (regelingen)» wordt in 2021 incidenteel verhoogd met € 17,5 miljoen.