Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het licht van het huidige epidemiologische beeld wenselijk is om coronatoegangsbewijzen te kunnen inzetten bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen teneinde de verspreiding van het virus SARS-CoV-2 zoveel mogelijk te beperken en onderdelen van de samenleving verantwoord geopend te kunnen houden;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 58a, eerste lid, worden in de alfabetische rangschikking twee onderdelen ingevoegd, luidende:
het hoofdzakelijk verstrekken aan afnemers van producten die niet zijn gericht op de eerste levensbehoeften;
het hoofdzakelijk verstrekken aan afnemers van diensten die niet zijn gericht op de eerste levensbehoeften;
B
In artikel 58ra, eerste lid, vervalt aan het slot van onderdeel d «of» en worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
f. niet-essentiële detailhandel; en
g. niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,