Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is het coronatoegangsbewijs (CTB) in niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen in te voeren;
overwegende dat dit grote druk zet op ondernemers, zoals met betrekking tot de handhaving, en dat de invoering van het CTB voor de detailhandel niet of nauwelijks uitvoerbaar is;
constaterende dat gedurende een lange periode tijdens de coronacrisis een maximumaantal bezoekers per winkel op basis van de vloeroppervlakte gold, en dat gebleken is dat dit goed uitvoerbaar is, wat ook bevestigd wordt door de detailhandel zelf;
overwegende dat niet is gebleken dat de detailhandel een bron van besmettingen is geweest;
verzoekt de regering het CTB niet in te voeren in niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen, maar in plaats daarvan een maximum van één klant per 10 m2 voor te schrijven, en daarnaast het houden van 1,5 meter afstand in niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen te adviseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer