Gepubliceerd: 15 oktober 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: huisvesting huren en verhuren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35932-9.html
ID: 35932-9
Origineel: 35932-2

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 november 2021

Het voorstel van wet wordt als gewijzigd:

In artikel I, onderdeel A, wordt «0,485» vervangen door «0,332».

Toelichting

Naar aanleiding van de aangenomen motie Hermans (Kamerstukken II 2021/22 35 925 nr. 13) heeft het kabinet besloten de verhuurderheffing met ingang van 2022 met € 500 miljoen te verlagen in combinatie met afspraken betreffende woningbouw en verduurzaming.

Een tariefsverlaging beperkt de lasten van verhuurders die belastingplichtig zijn voor de verhuurderheffing. Op deze manier worden de kasstroom en het vermogen, en daarmee de investeringscapaciteit, van de corporatiesector verbeterd. De tariefverlaging draagt bij aan het terugdringen van het tekort van € 24 miljard dat woningcorporaties in de periode tot 2035 hebben om hun maatschappelijke opgaven te voldoen. Dit tekort is berekend in het Onderzoek Opgaven Middelen (Voorbeeldpakketten Opgaven en middelen woningcorporaties 19 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29 453, 532)).

Er zullen afrekenbare afspraken met de woningcorporaties worden gemaakt over de inzet van deze middelen, in ieder geval op het terrein van nieuwbouw en verduurzaming.

Daarnaast worden woningcorporaties gecompenseerd voor de in de motie Hermans voorgestelde aanscherping van de earningsstripping-maatregel door een extra verlaging van de verhuurderheffing. Deze maatregel verhoogt de Vpb-afdracht van woningcorporaties met 143 miljoen. Omdat woningcorporaties 95% van de opbrengst van de verhuurderheffing opbrengen bedraagt de hiervoor benodigde additionele verlaging van de verhuurderheffing 151 miljoen (143 miljoen/0,95).

In totaal wordt de verhuurderheffing met € 651 miljoen verlaagd. Deze verlaging is additioneel ten opzichte van de tariefwijzing voor structureel 180 miljoen per jaar die met het wetsvoorstel wordt gerealiseerd. Die verlaging vormt een tegemoetkoming van de verhuurders voor de effecten van huurbevriezing in 2021.

Wijziging artikel I van het wetsvoorstel

Het tarief van de verhuurderheffing wordt extra verlaagd met 0,153 procentpunt en leidt daarmee tot een nieuw tarief van 0,332 procent1.

Deze nota van wijziging is medeondertekend namens de Staatssecretaris van Financiën.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren