Ontvangen 4 oktober 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Volksgezondheid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 15.000 (x € 1.000).
II
In artikel 4 Zorgbreed beleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 15.000 (x € 1.000).
Om de arbeidsmarktproblematiek in de zorg echt aan te pakken moeten er nu stappen worden gezet om verpleegkundigen en verzorgenden te behouden voor zorg. Dat kan onder andere door de zeggenschap voor deze zorgprofessionals te verbeteren.
Om zeggenschap te verbeteren zijn door de gehele sector, gezamenlijk door werkgevers en werknemers en onder aanvoering van V&VN, werkagenda’s opgesteld. Hiermee heeft de sector zelf een vervolg gegeven aan het advies «niets over ons, zonder ons», van de CNO van het Ministerie van VWS. Hier zijn twee werkagenda’s uitgekomen die in 2022 van start kunnen gaan. De ene werkagenda richt zich op de ziekenhuisbranche en de andere richt zich op de verpleeghuiszorg, geestelijke gezondheidszorg (GGZ), gehandicaptensector en de wijkverpleging.
Om deze plannen volgend jaar uit te kunnen voeren en zo echt stappen te zetten om de zeggenschap te verbeteren, dienen deze plannen wel te worden gefinancierd. Met dit amendement worden de financiële middelen vrijgemaakt die nodig zijn om de plannen tot uitvoering te brengen. Uit de financiële toelichting op de werkagenda’s blijkt dat voor het plan om zeggenschap te verbeteren in de GGZ, wijkverpleging, verpleeghuizen en gehandicaptensector € 10 miljoen1 en voor het plan voor de ziekenhuisbranche € 5 miljoen2 is benodigd.
De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de niet-juridische verplichte uitgaven van artikel 1 Volksgezondheid.
Ellemeet