Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de vraag naar (lichte) jeugdhulp in theorie oneindig is;
constaterende dat de middelen in termen van geld en beschikbare professionals niet oneindig zijn;
constaterende dat mondige ouders de weg weten en professionele hulp regelen voor kleine problemen;
constaterende dat gezinnen en kinderen met ingewikkelde problemen niet altijd de juiste hulp krijgen;
van oordeel dat, als we willen dat complexe hulp goed en snel beschikbaar is, geld en professionals niet ingezet moeten worden voor klein leed, maar voor echte problemen;
verzoekt de regering in samenwerking met Jeugdzorg Nederland en de VNG versneld werk te maken van wettelijke afbakening van en prioritering binnen de jeugdzorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Kuiken