Voorgesteld 2 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel jongeren van 18, 19 en 20 jaar oud naast hun studie of opleiding hard moeten werken om rond te komen en hun studie te betalen;
constaterende dat dit een enorme druk en last is voor deze jongeren en mede daarom een ruime meerderheid van de Kamer bijvoorbeeld voor de afschaffing van het schuldenstelsel is en voor de herinvoering van de basisbeurs, getuige het aannemen van de motie op stuk nr. 42 (35 925) van het lid Dassen c.s.;
spreekt uit dat we deze studenten niet financieel in de kou willen laten staan, nu de langgerekte formatie de herinvoering van de basisbeurs vertraagt;
is voorts van mening dat iedere volwassen Nederlander recht dient te hebben op gelijkwaardige rechten, en dus een gelijkwaardig, volwassen loon;
verzoekt de regering het minimumjeugdloon vanaf 18 jaar gelijk te trekken met het volwassen minimumloon, en het minimumloon voor minderjarigen dientengevolge op te hogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Simons
Van Baarle
Teunissen
Den Haan
Maatoug