Gepubliceerd: 10 februari 2022
Indiener(s): van der Ch. Wal-Zeggelink
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-XIV-98.html
ID: 35925-XIV-98

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2022

Tijdens het debat van de Regeringsverklaring van 18 en 19 januari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 38, items 6 en 9 en Handelingen II 2021/22, nr. 39, items 3 en 6) heeft het lid Hermans (VVD) verzocht om van elke bewindspersoon een planningsbrief te ontvangen. Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de planning aangaande de opgaven waar ik voor sta en welke ambities daarover in het coalitieakkoord zijn opgenomen (Kamerstuk 35 788, nr. 77). Ik ga de komende periode graag met uw Kamer in gesprek over zowel de uitwerking van de voornemens uit het coalitieakkoord als de uitdagingen die deze ambities kennen, zeker ook voor de inwoners en ondernemingen die dit treft, en hoe we hiermee om kunnen gaan.

Opgave

De natuur in Nederland staat onder druk. Op veel plekken zijn – ondanks inspanningen die eerder gepleegd zijn – de water- en bodemkwaliteit onvoldoende en leiden stikstof- en broeikasgasuitstoot tot schade aan de natuur en klimaat. Nederland staat daarom de komende jaren voor een aantal grote, urgente opgaven. Deze opgaven vragen de komende periode een integrale gebiedsgerichte aanpak die zich niet alleen richt op stikstof maar ook op water- en bodemkwaliteit, klimaat en biodiversiteit, en daarmee inzet vraagt van meerdere sectoren. Bij het realiseren van de doelen speelt het perspectief van de land- en tuinbouw en de leefbaarheid van het landelijk gebied een essentiële rol. Aan de hand van de uitwerking van de verschillende opgaven wil ik met uw Kamer in gesprek over de invulling daarvan. Op de volgende momenten streef ik ernaar uw Kamer nader te informeren over de op mijn terrein geformuleerde ambities in het coalitieakkoord:

Maart 2022

Uw Kamer ontvangt een hoofdlijnenbrief over de integrale gebiedsgerichte aanpak, die ik gezamenlijk met de Minister van LNV zal sturen. In deze brief schets ik de contouren van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de instrumenten in de gebiedsgerichte aanpak, de doelen voor integrale gebiedsgerichte aanpak, de inzet van het transitiefonds, vergunningsverlening en de ecologische autoriteit. Hierbij wordt door de Minister van landbouw natuur en voedselkwaliteit ingegaan op het perspectief in de landbouwsector en de transitie naar kringlooplandbouw.

 

Bij deze brief komt een wie-doet-wat-lijst om aan te geven welke bewindspersoon welke bijdrage levert ten aanzien van stikstofreductie en de integrale- en gebiedsgerichte aanpak.

 

Ook streven we ernaar om een (op dat moment) voorziene wetgevingsagenda voor deze opgaven toe te voegen.

 

De Minister voor Klimaat en Energie informeert uw Kamer op korte termijn over het proces en de planning van de uitwerking van de klimaatplannen van het kabinet. Die uitwerking zal voor de landbouw en het landgebruik grotendeels meelopen in de uitwerking van de integrale gebiedsgerichte aanpak.

April 2022

Uw Kamer ontvangt een startnota voor het nationaal programma landelijk gebied. Ik geef samen met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (vanwege de ruimtelijke ordeningsaspecten) en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (vanwege de verantwoordelijkheid over het beleid ten aanzien van water en bodem) vorm aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Tevens wordt hierbij samengewerkt met de Minister voor Klimaat en Energie, in het kader van de klimaatopgave voor landbouw en landgebruik en onder andere in het licht van de grote impact in het landelijk gebied van zowel het NPLG als de energietransitie. In oktober volgt het ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied.

April 2022

Ik streef ernaar om uw Kamer in april een nadere planning te sturen van de juridische verankering van de integrale aanpak in onder meer de Wet natuurbescherming en/of de Omgevingswet (afhankelijk van het moment van inwerkingtreding). Dat gaat onder meer om het nader vastleggen van de doelen, van hoe het onontkoombaar halen van de doelen wordt geborgd, en om wijzigingen naar aanleiding van de verbreding van de aanpak.

Bij Voorjaars- nota

Zoals aangegeven in het coalitieakkoord, zet het kabinet zich in om de unieke cultuur van Bonaire, Saba en Sint Eustatius, zowel boven als onder water, beter te beschermen. Voor wat betreft natuur is incidenteel voor de uitvoering van de eerste fase (tot 2025) van het Natuur en milieu beleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 35 miljoen gereserveerd. Over de nadere uitwerking hiervan wordt uw Kamer bij voorjaarsnota geïnformeerd.

Medio 2022

Medio 2022 zal ik samen met de Minister van LNV uw Kamer een overzicht sturen van de mogelijkheden en effecten van het creëren van een nieuwe categorie «landschapsgrond» als ruimtelijke bestemming en de consequenties voor samenhangende regelingen en regelgeving.

Najaar 2022

Mijn streven is om, samen met de Minister van Financiën, dit najaar een instellingswet voor het transitiefonds bij uw Kamer in te dienen. Het eerste moment om het transitiefonds in werking te doen treden is bij Prinsjesdag 2023.

Najaar 2022

Vanuit de verplichtingen uit de wet stikstofreductie en natuurverbetering, waaronder de realisatie van de omgevingswaarden voor stikstofreductie die op dit moment in de wet zijn vastgelegd, is het van belang om onverkort tempo te houden in de stikstofaanpak. Vanwege de noodzakelijke te nemen stappen in de stikstofaanpak, houdt het kabinet het tijdpad van de wet stikstofreductie en natuurverbetering aan. Het kabinet zal daarom in mei dit jaar de inspraakprocedure op het ontwerpprogramma SN starten. Het programma SN zal volgens planning na de zomer worden vastgesteld. Tegelijk werken we de komende tijd uit hoe maximale synergie kan worden bereikt tussen het programma SN en het NPLG, om zo te komen tot een integrale (gebiedsgerichte) aanpak die voldoet aan de bredere ambities en versnelling uit het coalitieakkoord. Daarbij wordt bezien of en hoe een versnelling kan worden gerealiseerd. Ik zal uw Kamer hierover informeren.

Tot slot

In deze brief heb ik geen uitputtend overzicht gegeven van alle onderwerpen waarmee ik aan de slag zal gaan en waarover ik uw Kamer zal informeren. Zo komt er naar alle waarschijnlijkheid in april een verzamelbrief Natuur waarin ik uw Kamer de voortgang op een aantal kleinere, maar niet minder belangrijke, onderdelen van het natuurbeleid, zal melden. Wel meen ik de belangrijkste aspecten eruit gelicht te hebben en van een planning te hebben voorzien. Ik kijk ernaar uit om hier met uw Kamer de komende periode vorm aan te geven.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink