Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2021
Met mijn brief van 8 februari 2021 (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 71) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik de overeenkomst met Rendac Son B.V. uit 2004 per 1 september 2021 heb opgezegd om daarmee ruimte te creëren voor het maken van nieuwe afspraken over de financiële vergoeding voor uitvoering van de wettelijke taak – het transport en de verwerking van kadavers – door Rendac Son B.V. Het doel van de nieuwe afspraken was om de berekensystematiek van de tarieven aan te passen en de transparantie van de tariefsopbouw voor het ministerie en de sectoren te optimaliseren.
Met deze brief informeer ik uw Kamer dat de gesprekken met Rendac hebben geleid tot overeenstemming over het financieel kader voor de uitvoering van de wettelijke taak. Het overeengekomen kader is een verbetering voor de sectoren ten opzichte van de overeenkomst uit 2004, zowel ten aanzien van de berekensystematiek van de tarieven als ten aanzien van de transparantie van de tariefsopbouw. De gemaakte afspraken zijn in lijn met het uitgangspunt dat de tarieven voor de uitvoering van de wettelijke taak slechts mogen bestaan uit een vergoeding van de werkelijke kosten en een redelijke opslag. In het overeengekomen financieel kader is rekening gehouden met de historie, in die zin dat 17 jaar gewerkt is op basis van de overeenkomst uit 2004 en op sommige onderdelen een afbouwscenario van kostentoerekening te rechtvaardigen is. De relevante sectororganisaties zijn in een bestuurlijk overleg op 12 juli jl. geïnformeerd over voornoemde ontwikkelingen.
De komende periode worden de gemaakte afspraken nader uitgewerkt in een nieuwe overeenkomst Staat-Rendac voor de duur van 5 jaar (2022–2026). De kadavertarieven voor 2022 zullen op basis van het overeengekomen financieel kader vastgesteld worden.
Met mijn brief van 17 december 2020 (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 69) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik een verkenning zal uitvoeren naar een nieuwe ordening van de destructiemarkt en toegezegd u in de eerste helft van 2021 nader te informeren over de voortgang. Ik kan nu melden dat er meer tijd nodig is om de inbreng van verschillende belanghebbenden goed te kunnen afwegen. Zodra de uitkomsten van de verkenning en de consequenties voor de inrichting van het destructiebestel bekend zijn, zal mijn ambtsopvolger uw Kamer hierover informeren. Voor een eventuele herinrichting van het destructiebestel is mogelijk wijziging van regelgeving nodig. Indien dat het geval is, biedt de looptijd van de overeenkomst met Rendac ruimte om het systeem – van transport en verwerking van bepaalde dierlijke bijproducten – vanaf 2027 anders vorm te geven.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten