Voorgesteld 2 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat nergens in Europa zo veel kippen en eenden per hectare landbouwgrond worden gehouden als in Nederland;
constaterende dat in de evaluatie van de vogelgriepuitbraken in 2003, waarbij 30 miljoen dieren zijn vergast, mensen besmet raakten en een dierenarts overleed, is geconcludeerd dat uitbraken van hoogpathogene vogelgriepvirussen moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn te beheersen in gebieden waar veel pluimveebedrijven bij elkaar liggen;
constaterende dat bij de evaluatie onder andere werd geadviseerd om de dichtheid van pluimveebedrijven te verminderen, om de kans op verspreiding tussen bedrijven te verlagen;
constaterende dat ook de expertgroep zoönosen het kabinet dit jaar adviseerde om de hoge dichtheid van pluimveebedrijven te verminderen, om het risico op het ontstaan en de verspreiding van vogelgriepuitbraken te verkleinen;
verzoekt de regering een moratorium in te stellen op de bouw of de uitbreiding van pluimveebedrijven in gebieden waar al veel pluimveebedrijven zijn gevestigd, zoals de Gelderse Vallei en bepaalde gebieden in Limburg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Vestering