Kamerstuk 35925-XII-9

Amendement van het lid Bouchallikh over investeren in de kennis en ontwikkeling van omgevingsdiensten

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022

Gepubliceerd: 8 oktober 2021
Indiener(s): Bouchallikh
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-XII-9.html
ID: 35925-XII-9

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID BOUCHALLIKH

Ontvangen 8 oktober 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 10.000 (x € 1.000).

II

In artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 10.000 (x € 1.000).

Toelichting

Het rapport van de Commissie Van Aartsen heeft aangetoond dat het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving versterkt moet worden. De commissie concludeert tevens dat het van belang is dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook stelselverantwoordelijkheid toont en die regiefunctie ondersteunt met financiële middelen. In de Kamer bestaat brede overeenstemming dat de kennis en capaciteit bij omgevingsdiensten vergroot moet worden. Gezien de urgentie en het belang van de bevindingen over de kwaliteit van het stelsel, is het belangrijk om al voor het jaar 2022 geld te investeren in de versterking van de omgevingsdiensten.

Ondanks dat de huidige regering de beslissingen over de wijzigingen aan het VTH-stelsel over wilt laten aan een nieuw kabinet, wil de indiener van dit amendement alvast een cruciaal element naar voren te halen. Het Rijk heeft de verantwoordelijkheid dat de kennis en vaardigheden in het stelsel goed geborgd zijn en dat er een gelijk speelveld is. Daarom stelt de indiener voor om een structurele investering te doen direct naar de Omgevingsdiensten voor opleiding, kennisinfrastructuur en innovatie. Hiervoor stelt de indiener een bedrag van € 10 miljoen per jaar als exogene financiering voor (en niet via het Gemeentefonds of het Provinciefonds). Dit bedrag kan worden besteed door de 29 omgevingsdiensten voor opleiding en training, kennisontwikkeling door specialisten op het gebied van belangrijke ontwikkelingen (zoals zeer zorgwekkende stoffen, circulaire economie en best beschikbare technieken), het opzetten van een gedegen landelijke kennisinfrastructuur en innovatie en ontwikkeling van werkmethoden en technieken.

De Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek werd door de Commissie Van Aartsen genoemd als voorbeeld. Het is namelijk de enige omgevingsdienst die structureel in kennis en ontwikkeling investeert. Het jaarlijkse bedrag hiervoor is € 350.000. Om alle 29 omgevingsdiensten op dit niveau te krijgen en tevens te investeren in een landelijke kennisinfrastructuur is een minimaal bedrag van € 10 miljoen nodig. Dekking wordt geboden via het daartoe strekkende amendement van de indiener bij de begroting voor het Mobiliteitsfonds (Kamerstukken 35 925 A).

Bouchallikh