Voorgesteld 11 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er vanaf 2014 periodiek afstemmingsoverleg plaatsvindt tussen de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid over lokale medewerkers die voor Nederlandse militaire missies hebben gewerkt en dat hier ambtelijke afspraken over zijn gemaakt omtrent de zogenaamde tolkenregeling;
overwegende dat er in de chaotische eindfase van de Resolute Support-missie in Afghanistan desondanks grote onduidelijkheid is ontstaan over de verantwoordelijkheden die de Nederlandse Staat had ten opzichte van veel van het lokale personeel dat voor de Nederlandse missie werkte of had gewerkt;
constaterende dat deze situatie is ontstaan door een lacune in het beleid omtrent lokale medewerkers van internationale militaire missies en de verantwoordelijkheden die de Nederlandse Staat jegens deze groep heeft;
verzoekt de regering kaders op te stellen omtrent de inzet van lokale medewerkers, zowel onder arbeidscontract als op freelancebasis, bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten en daarbij vast te leggen welke verantwoordelijkheden de Nederlandse Staat wel of niet heeft ten opzichte van dit personeel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Belhaj
Boswijk
Ceder
Jasper van Dijk
Stoffer
Piri
Van der Plas
Van Haga