Ontvangen 21 september 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 1 Primair onderwijs van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 900.000 (x € 1.000).
Met dit amendement wordt beoogd de loonkloof tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs te dichten. Al jaren voeren docenten in het primair onderwijs actie voor minder werkdruk en een eerlijk salaris. Maar ondanks enkele stakingen en een toenemend lerarentekort weigert het demissionaire kabinet de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs te dichten. Terwijl het kabinet demissionair is en de formatie van een nieuw kabinet nog steeds gaande is, blijft de werkdruk in het onderwijs onverminderd hoog en rijst het lerarentekort nog steeds de pan uit. Docenten hebben niet langer de luxe om te wachten tot Den Haag klaar is met vooral bezig met zichzelf zijn. Om het beroep van docent aantrekkelijker te maken, voorziet dit amendement voor begrotingsjaar 2022 in middelen voor het dichten van de loonkloof. Vanaf 2023 beogen de indieners de loonkloof structureel te dichten door de winstbelasting te verhogen. Bedrijven hebben immers veel profijt van een goed opgeleide beroepsbevolking. Indieners vinden het daarom een uitstekend idee om grote bedrijven hieraan mee te laten betalen. Het kabinet dient deze belastingverhoging mee te nemen in het Belastingplan. De dekking voor dit amendement wordt dan ook gevonden in een op het Belastingplan 2022 in te dienen amendement.
Kwint Alkaya