Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2022
Hierbij zend ik uw Kamer het visitatierapport 2021 van de Taalunie, mede namens de Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1.
Bij deze gelegenheid wil ik u laten weten dat de staatsecretaris en ik, namens Nederland zitting zullen nemen in het Nederlands-Vlaamse Comité van Ministers van de Taalunie. Het Taalunieverdrag2 bepaalt dat twee Nederlandse bewindslieden, bij voorkeur voor onderwijs en cultuur, zitting nemen in het genoemde comité. De afspraak is dat het voorzitterschap tweejaarlijks wisselt. Voor de jaren 2022 en 2023 ligt het voorzitterschap van het Comité van Ministers bij Nederland en zal ik die rol op mij nemen.
Over de totstandkoming van het rapport het volgende. Het Comité van Ministers besliste in de vergadering van 7 december 20203 over de uitgangspunten van de vijfjaarlijkse visitatie van de Taalunie. Op 11 mei 2021 benoemde ze de visitatiecommissie en legde ze het opdrachtdocument vast. Het Visitatierapport werd op 17 november 2021 opgeleverd door de voorzitter prof. dr. Marc Van Oosterdorp en vervolgens geagendeerd op de vergadering van 13 december 2021 van het Comité van Ministers.
Het Comité besliste aangaande het inwinnen van de standpunten, van onder andere de Interparlementaire Commissie, van de Taalunie als volgt:
• De voorzitter4 van het Comité van Ministers brengt het Visitatierapport over aan het Algemeen Secretariaat, de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren en de Interparlementaire Commissie.
• De Vlaamse en Nederlandse bewindslieden zorgen ervoor dat het Visitatierapport naar hun respectievelijke parlementen wordt gestuurd. Dat kan ook via de Interparlementaire Commissie.
• Het Comité van Ministers vraagt aan het Algemeen Secretariaat, de Interparlementaire Commissie en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren om een reactie te formuleren op het Visitatierapport. Het Comité van Ministers geeft opdracht aan haar administraties, in samenwerking met de algemeen secretaris, om een inhoudelijke reactie op het Visitatierapport voor te bereiden met betrekking van de reactie van de Interparlementaire Commissie en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. De inhoudelijke reactie wordt geagendeerd in de juni-vergadering van het Comité van Ministers.
Het rapport is reeds aangeboden aan de voorzitters van de Interparlementaire Commissie Taalunie, voor overhandiging aan respectievelijk de Nederlandse en Vlaamse delegatie van de Interparlementaire Commissie.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf