Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 6 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat topsporters van sportbonden, en hiermee indirect vanuit de rijksoverheid, vergoedingen krijgen voor deelname aan wedstrijden en prestaties;
van mening dat deze vergoedingen voor mannen en vrouwen gelijk moeten zijn;
verzoekt de regering in kaart te brengen bij welke sporten de vergoedingen aan topsporters die indirect via rijkswege worden betaald, verschillen tussen mannen en vrouwen;
verzoekt de regering, indien er nog verschillen bestaan, er in overleg met het NOC*NSF zorg voor te dragen dat deze vergoedingen gelijk worden getrokken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Laan
Werner
Westerveld
Gündoğan
Simons