Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2021
In aanvulling op mijn brief d.d. 20 september 20211 informeer ik uw Kamer over het feit dat de heer Poch en ik een overeenkomst hebben gesloten over een tegemoetkoming in de door de heer Poch geleden en nog te lijden schade op humanitaire gronden.
Zoals ik heb toegelicht tijdens het debat in de Tweede Kamer op 14 september 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 105, Debat over de gang van zaken rondom de uitlevering van Julio Poch aan Argentinië) over de gang van zaken rond de uitlevering van de heer Poch aan Argentinië gaat het om een tegemoetkoming op humanitaire gronden, zonder erkenning van aansprakelijkheid, in een deel van door hem geleden schade vanwege zijn detentie in Argentinië en voor gemaakte materiële kosten.
Over de inhoud van de afspraken is afgesproken deze vertrouwelijk te behandelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus