Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2021
Hierbij bied ik uw Kamer een voortgangsbrief aan met betrekking tot de fraudekwestie bij het kantoor van de Landsadvocaat. In de beantwoording van Kamervragen van 8 juli 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 3520) en in de brieven van 16 juli 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 116) en 13 augustus 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 119) heb ik uw Kamer gemeld dat ik advies heb gevraagd aan externe deskundigen naar aanleiding van de fraudekwestie bij het kantoor van de Landsadvocaat.1 Deze deskundigen heb ik de volgende vraag voorgelegd: wat zijn passende eisen en verantwoordingsverplichtingen op het gebied van praktijkuitoefening en bedrijfsvoering die de Staat als cliënt kan stellen aan (het kantoor van) de Landadvocaat in het licht van de publieke functie van de Staat? Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, over de uitkomst van de adviezen. Daarbij maak ik een onderscheid tussen maatregelen die op de korte termijn worden genomen en maatregelen die zien op de middellange en langere termijn. Ik bezie de adviezen in samenhang met de verbetermaatregelen die Pels Rijcken heeft geïmplementeerd en nog aan het implementeren is. Voorts ga ik in deze brief nader in op een aantal verzoeken van uw Kamer.
De resultaten van de onderzoeken tot nu toe laten zien dat er sprake is geweest van omvangrijke malversaties door een notaris, die zich gedurende vele jaren hebben ontwikkeld. Ik teken hierbij allereerst aan dat de onderzoeken van het openbaar ministerie (hierna: OM) en het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) nog lopen en dat de resultaten hiervan moeten worden afgewacht. Dat is een van de redenen waarom het contract met het kantoor van de Landsadvocaat niet is opgeschort op het moment dat ik de eerste keer over de fraude ben geïnformeerd, een vraag die het lid Omtzigt mij heeft gesteld. In mijn brief van 1 oktober 2021 heb ik aangegeven dat de voorzitter van het College van procureurs-generaal mij in maart 2019 één op één en marge van een overleg vertrouwelijk heeft medegedeeld dat er aanwijzingen waren van mogelijk strafbaar handelen van een notaris van het kantoor van de Landsadvocaat en dat er een embargo-onderzoek was gestart.2 Daarbij zijn geen verdere details met betrekking tot dit embargo-onderzoek gedeeld. Zoals ik in de brief van 1 oktober 2021 heb aangegeven, kon ik daar op dat moment vanwege de vertrouwelijkheid van de mededeling niet op handelen. Immers, het belang van zowel het strafrechtelijk als het BFT-onderzoek vereist dat ik daar niet over communiceer, maar zulks primair aan het OM respectievelijk het BFT laat. Ik heb daarom eerst na de bekendmaking door het kantoor van de Landsadvocaat op 2 maart 2021 zelf een bericht aan uw Kamer gestuurd. Ik heb in de brief van 2 maart 2021 en ook in mijn latere brieven aan uw Kamer steeds aangegeven hoe ik de samenwerking met de Landsadvocaat beoordeelde.3 Het opschorten van de overeenkomst met de Landsadvocaat is een zeer vergaande maatregel die zowel de Staat als (het kantoor van) de Landsadvocaat diep raakt. Voor de Staat betekent dit dat hij acuut al zijn lopende zaken bij een ander kantoor had moeten onderbrengen. Dit brengt risico’s met zich mee voor een groot aantal zaken. De continuïteit van de dienstverlening door de Landsadvocaat zou daarmee niet langer gewaarborgd zijn, waardoor een opschorting feitelijk tot een onomkeerbare situatie zou leiden met voor de Staat onaanvaardbare consequenties. Bovendien betekent een dergelijke beslissing voor (het kantoor van) de Landsadvocaat, waar ruim 300 mensen werken, een acuut einde van een substantieel deel van de dienstverlening, wat vragen meebrengt over de proportionaliteit van een dergelijke maatregel. Dit geldt temeer omdat het naar het zich laat aanzien een exclusief notariële fraude van één persoon betreft.
In totaal is voor ongeveer 11,5 miljoen euro aan geld onttrokken aan cliënten van het kantoor van de Landsadvocaat. De malversaties gaan naar het zich laat aanzien ten minste 18 jaar terug en betreffen in totaal in ieder geval 23 dossiers. Ook is gebleken dat de betreffende notaris onregelmatigheden heeft begaan met declaraties. Er is niet gebleken dat cliënten of derden door deze laatste handelwijze financieel zijn benadeeld.
De fraude heeft vragen opgeworpen over de interne beheersmaatregelen rond de notariële kwaliteitsrekeningen, de controle op de juiste toepassing van de beheersmaatregelen, de governance, de gezamenlijke praktijkuitoefening van advocaten en notarissen en de sociale veiligheid en aanspreekbaarheid.
Dit alles heeft mij aanleiding gegeven tot bezinning op de positie van de Staat als cliënt ten opzichte van het kantoor van de Landsadvocaat, op de korte en middellange, maar ook op de lange termijn. Op onderdelen zal het kabinet bezien of en in welke mate bepaalde maatregelen ook gevolgen moeten hebben voor andere juridische dienstverleners.
De Staatspraktijk vergt specifieke waarborgen, ervaring, kennis en kunde. Het werken met een vaste advocaat voor de behandeling van het grootste deel van de zaken die de Staat betreffen heeft voordelen uit een oogpunt van vertrouwelijkheid en uniformiteit in de behandeling. Er is één Landsadvocaat en een plaatsvervangend Landsadvocaat. De Landsadvocaat is niet in dienst van de Staat. Het verlenen van de titel Landsadvocaat geschiedt bij koninklijk besluit. De Landsadvocaat en plaatsvervangend Landsadvocaat werken niet alleen: bij het kantoor van de Landsadvocaat werken in totaal ruim 300 personen. Gezamenlijk behandelen zij jaarlijks ruim duizend verschillende dossiers voor de Staat. Deze dossiers hebben betrekking op uiteenlopende terreinen van het recht en vergen derhalve een breed spectrum aan specialistische juridische kennis.
In een overeenkomst tussen de Staat en de Landsadvocaat is vastgelegd welke verplichtingen de Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten hebben. De verplichtingen die gelden voor de Landsadvocaat gelden ook voor zijn kantoorgenoten. De Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten treden nooit tegen de Staat op. De Landsadvocaat en zijn kantoorgenoten vertegenwoordigen de Staat in veel procedures. Naast procederen wordt er geadviseerd en juridische inzet geleverd in grote projecten. De adviezen hebben overwegend betrekking op te voeren procedures, af te sluiten contracten of voorgenomen besluiten in beleidskwesties. De Landsadvocaat kijkt in die gevallen naar de juridische aspecten en adviseert over de proceskansen en procesrisico's, de mogelijkheid om in of buiten rechte tot een schikking te komen en de processtrategie. De advies- en procespraktijk van de Landsadvocaat zijn gelieerd en liggen in de meeste gevallen in elkaars verlengde.
De advocaten bij het kantoor van de Landsadvocaat zijn gespecialiseerd op een groot aantal terreinen. Gezamenlijk bouwen ze binnen de praktijk door de jaren heen een collectief geheugen op als het gaat om juridische vragen waarmee de Staat wordt geconfronteerd. Ook wordt door de concentratie van het overgrote deel van de zaken van de Staat bij één kantoor de samenhang tussen en uniformiteit in behandeling van verschillende dossiers bevorderd. Daarmee kunnen de Landsadvocaat en zijn kantoor de Staat optimaal ondersteunen.
In de brief van 8 juli 2021 gaven de Minister voor Rechtsbescherming en ik aan dat wij voor het beantwoorden van de vraag of de Landsadvocaat belangen van de Staat kan behartigen, het criterium hanteren of de betrouwbaarheid van deze dienstverlening op dit moment en voor de voorzienbare toekomst voldoende geborgd is.4 Voor dit moment is daarbij voor mij van belang dat de fraude bij het kantoor een exclusief notariële fraude betreft, waarbij voor zover nu uit onderzoek bekend geen andere kantoorgenoten dan de betreffende notaris zijn betrokken. Daarbij zijn voor het vertrouwen in het kantoor van de Landsadvocaat de volgende elementen voor mij van essentieel belang.
De resultaten van de onderzoeken tot nu toe laten als gezegd zien dat er sprake is geweest van omvangrijke malversaties door een notaris. Deze malversaties zijn gepleegd in dossiers waarin diverse partijen betrokken waren en ook benadeeld (lijken te) zijn. Ik acht dat ontoelaatbaar en neem dat hoog op. De Landsadvocaat heeft al aangegeven tot uitbetaling van alle onttrokken gelden aan de benadeelden van de fraude te zullen overgaan. Dit proces bevindt zich inmiddels in de afrondende fase. Het is voor mij een harde eis dat alle aan de benadeelden onttrokken gelden worden terugbetaald. Ik zal mij over de uitbetaling van de onttrokken gelden aan de overige benadeelden onder overlegging van een accountantsverklaring laten informeren en daarbij bezien of toezicht door bijvoorbeeld de Auditdienst Rijk (ADR) mogelijk is. Uw Kamer zal ik over de uitkomsten hiervan informeren.
Ik acht het van groot belang dat (het kantoor van) de Landsadvocaat zich maximaal inspant alle feiten en omstandigheden over deze casus opgehelderd te krijgen en daartoe volledig meewerkt aan onderzoeken van de diverse toezichthouders en het strafrechtelijk onderzoek van het OM. Ik merk ten aanzien van dit laatste nogmaals op dat het OM mij heeft gemeld dat het kantoor niet als verdachte is aangemerkt. Uit de berichten die ik daarover van de Landsadvocaat ontvang, leid ik af dat het kantoor van de Landsadvocaat actief bijdraagt aan de opheldering van de feiten en omstandigheden door mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en zelf ook uitgebreid onderzoek heeft gedaan en heeft laten doen. Deze onderzoeken heeft het kantoor van de Landsadvocaat met de toezichthoudende autoriteiten gedeeld. Diezelfde bereidheid tot transparantie naar aanleiding van het gebeurde en de maatregelen die het kantoor daardoor heeft getroffen, verwacht ik ook van de Landsadvocaat jegens de Staat als cliënt. Uiteraard binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders, waaronder geheimhoudingsverplichtingen in verband met de advocaat-cliënt relatie. Tot op heden heeft het kantoor, voor zover ik kan overzien, die openheid – binnen de geldende wettelijke kaders – betracht.
De omvang van de notariële fraude noopt tot een zeer serieuze aanpak door het kantoor van de Landsadvocaat om herhaling hiervan te voorkomen en de dienstverlening voor de Staat veilig te stellen. De Staat acht het van het grootste belang dat de juridische bijstand is ondergebracht bij een kantoor dat integer en transparant handelt. Het kantoor van de Landsadvocaat heeft na advies van Deloitte en met bijstand van PWC een uitgebreid pakket aan verbetermaatregelen in gang gezet en mij hierover geïnformeerd.5 Ook is aangegeven dat het onderzoeksrapport van de Deken van de Haagse Orde van Advocaten (hierna: de Deken) hierin is betrokken.6 De verbetermaatregelen van het kantoor van de Landsadvocaat zijn – thematisch geordend – de onderstaande.7 Per verbetermaatregel ga ik ook in op de realisatie hiervan, zoals door de Landsadvocaat aan mij aangegeven.
1. Het ontstane tekort op de notariële kwaliteitsrekening aanzuiveren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
2. De onttrokken gelden aan de benadeelden van de fraude terugbetalen.
o Realisatie: in afrondende fase.
3. De beheersmaatregelen rond notariële kwaliteitsrekeningen uitbreiden en de controle op de juiste toepassing van de beheersmaatregelen rond notariële kwaliteitsrekeningen aanscherpen.
o Realisatie: reeds doorgevoerd, de juiste opzet hiervan is door Deloitte aan het kantoor van de Landsadvocaat bevestigd.
4. De functiescheiding bij notariële betalingen op meerdere niveaus controleren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
5. Naamswijzigingen van een stichting: een notaris mag geen aktes voor kantoorgenoten meer passeren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd.
6. Het proces van de interne beheersing rond het beheer van advocatuurlijke derdengelden extern laten controleren en zo nodig optimaliseren.
o Realisatie: reeds doorgevoerd, de juistheid hiervan is door Deloitte aan het kantoor van de Landsadvocaat bevestigd.
7. Het aanstellen van een extern bestuurder.
o Realisatie: reeds doorgevoerd op 1 mei 2021.
8. Onder leiding van de extern bestuurder de hele GRC-organisatie (Governance, Risk en Compliance) opnieuw onderzoeken en vormgeven.
o Realisatie: voor het einde van 2021.
9. De cultuur/sociale veiligheid/aanspreekbaarheid doorlopend verbeteren (onder toezicht van de Deken).
o Realisatie: voor het einde van 2021 wordt de opzet hiervan vastgesteld.
10. Een visie en een plan van aanpak opstellen om de verantwoorde praktijkuitoefening van advocaten en notarissen binnen één kantoor verder te waarborgen (onder toezicht van de Deken).
o Realisatie: voor het einde van 2021.
11. Een onafhankelijke Raad van Commissarissen instellen.
o Realisatie: Begin 2022
Zoals de Minister voor Rechtsbescherming en ik uw Kamer op 8 juli 2021 berichtten, zijn twee externe deskundigen – prof.mr. T.R. Ottervanger, emeritus-hoogleraar Europees Recht en Nederlands Mededingingsrecht en oud-advocaat, en prof.dr. A.B. Hoogenboom, hoogleraar forensische bedrijfskunde met werkervaring bij de Staat – aangesteld om over de in de inleiding genoemde onderzoeksvraag te adviseren.8
Op 31 augustus en 1 september 2021 heb ik de adviezen van prof. Ottervanger en prof. Hoogenboom ontvangen. De adviezen treft uw Kamer bijgaand integraal aan9. Bepaalde aanbevelingen hebben de deskundigen gezamenlijk gegeven en bepaalde aanbevelingen heeft prof. Hoogenboom alleen gegeven. Ik heb de deskundigen op 28 september 2021 en 6 oktober 2021 gesproken om hen de gelegenheid te geven de adviezen nader toe te lichten en daarover van gedachten te wisselen. Ik acht de adviezen zeer bruikbaar. De adviezen hebben de bijzonderheid van de relatie tussen Staat en Landsadvocaat beschreven en aangegeven tot welke kwetsbaarheden dat kan leiden voor de Staat.
Met de adviezen wil ik voortvarend aan de slag gaan, met dien verstande dat ik onderscheid maak in aanbevelingen die op korte termijn kunnen worden doorgevoerd, aanbevelingen die een aanpak op middellange termijn vragen en aanbevelingen waarvoor nader advies nodig is, waardoor een langere termijn geldt.10
Op korte termijn zal de Staat de overeenkomst met de Landsadvocaat aanpassen, in aansluiting op de aanbevelingen die betrekking hebben op de nadere eisen in de huidige overeenkomst, en op de structuur, organisatie en inhoud van de diverse contacten met de Landsadvocaat en het kantoor van de Landsadvocaat. De aanbevelingen luiden:
1. Stel nadere eisen in de huidige overeenkomst
A. Neem een bepaling op waarin het kantoor aangeeft hoe de risico’s voor de Staat worden geadresseerd.
B. Gebruik bij de formulering van die eisen als richtsnoer het inmiddels ontwikkelde «raamwerk ter verdere professionalisering» om de maatregelen te concretiseren, operationaliseren en meetbaar te maken.
C. Bepaal specifiek voor taken die de nationale veiligheid raken of betrokken advocaten een veiligheidsonderzoek moeten ondergaan en of het «raamwerk ter verdere professionalisering» voldoende garanties biedt voor de (tijdelijke) opslag van informatie.
D. Neem een bepaling op dat namens de Staat onafhankelijke audits kunnen worden uitgevoerd ter zake van de naleving van wet- en regelgeving en met name het risico van fraude en witwassen, integriteitbeleid en databeveiliging.
E. Voorzie in de overeenkomst dat binnen het kantoor een ervaren «Risk & Compliance Officer», «Security Officer» en «Financial Officer» deel uitmaken van het Management Team en rechtstreeks rapporteren aan portefeuillehouders in het bestuur die zelf voldoende gekwalificeerd zijn om samen met de andere leden van het bestuur verantwoordelijkheid te dragen en die desgevraagd rapporteren aan de Staat. Stel als eis dat onafhankelijkheid van deze functionarissen is geregeld.
F. Maak de facturatie-systematiek rijksbreed meer transparant en voer als Staat zelf ook controles uit (Rijksaccountantsdienst).
2. Communiceer niet louter juridisch en zaakgericht.
A. Onderzoek of binnen de rijksoverheid omwille van de effectiviteit en efficiency verbetering mogelijk is qua structuur en organisatie van de diverse contacten met het kantoor van de Landsadvocaat.
B. Agendeer regelmatig in regulier overleg niet alleen lopende adviezen en procedures maar maak het gesprek «rijker» door ook te inventariseren hoe het facturatieproces loopt, welke dilemma’s zich hebben voorgedaan in de opdrachten van de Landsadvocaat, of sprake is geweest van potentiële risico’s voor de Staat, welke issues mogelijk spelen bij cliënt- en zaakacceptatie, en of er een cultuur is waar gedrag vanzelfsprekend in overeenstemming is met regels en waarde.
Al deze aanbevelingen worden thans in overleg met alle betrokken ministeries uitgewerkt. Ik informeer uw Kamer over de gewijzigde overeenkomst, zodra deze is afgerond. Mijn streven is dat zulks eind van dit jaar het geval is. Over de nieuwe inrichting van het overleg met de Landsadvocaat zal ik uw Kamer alsdan eveneens informeren.
Deze korte termijn maatregelen hangen specifiek samen met de malversaties bij het kantoor van de Landsadvocaat en worden door de Landsadvocaat zelf ook omarmd. Op onderdelen zal het kabinet bezien of en in welke mate bepaalde maatregelen ook gevolgen moeten hebben voor andere juridische dienstverleners.
De besluitvorming over de onderstaande aanbevelingen van prof. Hoogenboom vergt meer tijd, omdat zij ingrijpender zijn voor de organisatie van de Staatspraktijk. Ik zal dit per aanbeveling toelichten.
3. Overweeg de ontkoppeling van de notariaat- en advocatuurfuncties binnen het instituut Landsadvocaat.
Onderzocht moet worden of het wenselijk is om de notariële en de advocatuurlijke functie ten behoeve van de Staat bij het kantoor van de Landsadvocaat te scheiden, waarbij alle voor- en nadelen dienen te worden afgewogen. Ik zal met het kantoor in gesprek gaan over wat de visie en de aanpak van het kantoor op dit punt wordt en in hoeverre de voorgestelde aanpak de balans op de middellange termijn laat doorslaan naar continuering van de huidige situatie, waarbij uiteraard van belang is of dit voldoende is om de risico’s op malversaties te mitigeren.
4. Overweeg het instellen van een onafhankelijke Raad van Toezicht voor de Landsadvocaat.
Het kantoor van de Landsadvocaat heeft mij bericht als één van de verbetermaatregelen een onafhankelijke Raad van Commissarissen te zullen instellen.11 Met een dergelijk toezichtsorgaan kan worden geborgd dat de verbetermaatregelen voortvarend worden doorgevoerd en blijvend binnen het kantoor verankerd zijn. Ik ga in gesprek met de Landsadvocaat over de inrichting van deze Raad van Commissarissen en de wijze waarop de bestendigheid van deze Raad binnen het kantoor van de Landsadvocaat wordt gewaarborgd alsook de wijze waarop de bevindingen van deze Raad van Commissarissen periodiek zouden kunnen worden gedeeld met de Staat.
5. Overweeg derdengeldrekeningen onder te brengen bij de Staat.
Prof. Hoogenboom heeft geopperd na te denken over het onderbrengen van derdengeldrekeningen bij de Staat. Ik constateer dat het wettelijk gezien zowel bij de advocatuur, als bij het notariaat thans niet mogelijk is om derdengeldrekeningen elders onder te brengen.
Advocaten zijn op grond van de Verordening op de advocatuur verplicht voor het ontvangen van zogeheten derdengelden gebruik te maken van een stichting derdengelden. Deze regels vallen onder het toezicht van de Deken en worden tuchtrechtelijk gehandhaafd. De Landsadvocaat maakt voor dit doel gebruik van de Stichting Beheer Derdengelden Advocatuur Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn (hierna: de Stichting). De gedragsregels voor de advocatuur stellen beperkingen aan wie bestuurder kunnen zijn van een stichting derdengelden. Betalingen kunnen slechts gedaan worden door minimaal twee bestuurders, waarvan minimaal één advocaat is.
Voor het notariaat is in de Wet op het notarisambt (artikel 24 en 25) geregeld dat «de notaris op zijn naam bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen een of meer bijzondere rekeningen aan te houden met vermelding van zijn hoedanigheid, die uitsluitend bestemd zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden als zodanig onder zich neemt» en dat «de notaris bij uitsluiting bevoegd is tot het beheer en de beschikking over de bijzondere rekening».
De Landsadvocaat heeft mij laten weten dat jaarlijks een accountantscontrole plaatsvindt op de derdengelden van het kantoor en de Stichting. Ik ga met het kantoor van de Landsadvocaat bespreken dat een externe accountantscontrole op de derdengelden van het kantoor en de Stichting als de structurele standaard procedure ook voor de toekomst wordt gewaarborgd en op welke manier hierover periodiek verslag kan worden gedaan aan de Staat.
Een wezenlijke vraag is hoe het kabinet in de toekomst omgaat met de juridische dienstverlening van de Landsadvocaat. Het heeft veel voordelen om het overgrote deel van de juridische dienstverlening te concentreren, zoals ik hiervoor al aangaf. Dat neemt niet weg dat deze kwestie aanleiding is om hier nog eens goed naar te kijken. In het verlengde daarvan wijst prof. Hoogenboom erop dat het koninklijk besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur uit 1965 in zijn ogen niet meer van deze tijd is op onder andere de gebieden van governance, compliance en databeveiliging. Hij komt daarom tot de volgende aanbevelingen:
6. Herzie het Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur 1965 (hierna: het Besluit). In de herziening van het Besluit kunnen de volgende onderwerpen een rol spelen:
A. De legitimering voor de huidige situatie. De argumenten van de Staat dienen expliciet te worden gemaakt.
B. In de maatschappelijke discussie wordt (on)terecht aandacht besteed aan het periodiek aanbesteden van het instituut Landsadvocaat. De Staat heeft een verantwoordelijkheid om de samenleving uit te leggen hoe de functie van Landsadvocaat wordt ingericht. En waarom is gekozen voor het huidige contract.
C. De rol van de landsadvocaat beperken tot procesvoering en gelijktijdig de kwantiteit/kwaliteit van juridische advisering binnen overheidsorganen versterken.
D. De functie van Landsadvocaat niet door de markt laten uitoefenen maar door een apart instituut met een eigen reglement en set van eisen over de bedrijfsvoering governance, risicomanagement, compliance, databeveiliging).
Daarnaast is beide deskundigen het volgende opgevallen:
7. Er is geen plan B, mocht de continuïteit van het kantoor in het geding komen.
De punten 6 en 7 stellen een breder vraagstuk aan de orde, dat gelet op de vele en diverse belangen van de Staat zorgvuldige afweging en besluitvorming binnen het kabinet vergt. Zij raken immers aan de gehele advocatuurlijke praktijk, waar – zoals in de inleiding al verwoord – geen scheiding valt aan te brengen tussen procederen en juridische advisering. Ook moet rekening worden gehouden met de behoefte van de Staat aan advisering en procesvoering in soms zeer vertrouwelijke kwesties en de noodzaak te komen tot een zekere mate van uniformiteit in de behandeling van uiteenlopende dossiers. Tevens kan de verhouding tussen de externe en de interne juridische functie bij alle departementen aan de orde zijn. De reactie op deze punten vergt nader onderzoek, waarbij ik ook denk aan de benoeming van een commissie van deskundigen om het kabinet bij (de technische aspecten van) een of meer van deze vragen behulpzaam te zijn. Ik zal u vanzelfsprekend ook hierover nader informeren.
Tot slot geef ik graag antwoord op enkele verzoeken van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (VKC).
Het lid Bisschop heeft, naar aanleiding van het verzoek van het lid Markuszower (PVV) om een debat, om een toelichtende brief gevraagd.12 Ik verwijs daartoe naar mijn brief van 1 oktober 2021, waarin ik uitgebreid op deze kwestie ben ingegaan.
Bij brief van 17 september 2021 heeft de VKC mij gevraagd het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services B.V alsmede dat van de Deken van de Haagse Orde van Advocaten aan de Kamer te doen toekomen. Hierover kan ik u als volgt berichten.
Beide onderzoeken berusten niet bij mij, maar uitsluitend bij het kantoor van de Landsadvocaat en de instanties die de onderzoeken hebben uitgevoerd.
Het onderzoek van de Deken valt onder de geheimhoudingsverplichting van artikel 11a van de Advocatenwet en maakt daarnaast onderdeel uit van een nog lopend toezicht-traject. Om die reden kan het onderzoek niet aan uw Kamer worden verstrekt. Over de inhoud van het onderzoek heb ik uw Kamer ingelicht in mijn brief van 13 augustus 2021, waaraan ik de berichtgeven van het kantoor van de Landsadvocaat en het persbericht van de Deken heb bijgevoegd.13
De eindresultaten van het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. zijn neergelegd in een overkoepelend verslag van handelingen en bevindingen. Dit verslag bevat vertrouwelijke informatie die herleidbaar is tot individuele zaken en cliënten van het kantoor van de Landsadvocaat. Bovendien heeft het kantoor van de Landsadvocaat deze resultaten ter beschikking gesteld aan het OM en het BFT, waarmee dit onderzoek ook deel uitmaakt van thans lopende onderzoeken. Gelet op het belang dat ik hecht aan het zo volledig mogelijk informeren van uw Kamer, zal ik het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. via het kantoor van de Landsadvocaat aan uw Kamer doen toekomen ter vertrouwelijke inzage (onder de beperking dat dit stuk vanwege de cliënt vertrouwelijke informatie tijdelijk – namelijk tot en met 1 januari 2022 – beschikbaar wordt gesteld)14. Ik krijg onder dezelfde condities als uw Kamer uitsluitend vertrouwelijke inzage in het onderzoek en houd het onderzoek niet onder mij.
Zoals gezegd lopen de onderzoeken van het OM en het Bureau Financieel Toezicht (BFT) nog. Het is mij nog niet bekend wanneer deze onderzoeken gereed zullen zijn. Zodra deze onderzoeken zijn afgerond en de resultaten daarvan beschikbaar zijn, wordt uw Kamer hierover bericht zodat ook deze resultaten in het publieke en politieke debat kunnen worden betrokken. Ik heb evenwel gemeend dat de opvolging van de adviezen van de beide deskundigen niet hoeven en niet kunnen wachten op de afronding van deze nog lopende onderzoeken. Omgekeerd heeft de opvolging van een aantal aanbevelingen ook geen invloed op de uiteindelijke appreciatie van de uitkomsten van deze thans nog lopende onderzoeken.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus