Ontvangen 5 oktober 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
De departementale begrotingsstaat komt te luiden:
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
1 |
Defensiebreedmaterieel |
922.760 |
983.034 |
62.198 |
2 |
Maritiemmaterieel |
479.731 |
616.381 |
9.684 |
3 |
Landmaterieel |
586.506 |
706.136 |
2.500 |
4 |
Luchtmaterieel |
676.913 |
1.236.398 |
0 |
5 |
Infrastructuur en vastgoed |
887.035 |
926.402 |
25.599 |
6 |
IT |
784.361 |
887.011 |
16.769 |
7 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
5.238.612 |
||
Subtotaal |
4.337.306 |
5.355.362 |
5.355.362 |
|
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) |
0 |
0 |
||
Subtotaal |
4.337.306 |
5.355.362 |
5.355.362 |
|
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t) |
0 |
0 |
||
|
Totaal |
4.337.306 |
5.355.362 |
5.355.362 |
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) is de motie van de VVD aangenomen, met € 300 miljoen extra budget voor Defensie. Het budget is bedoeld voor het verkleinen van onderhoudsachterstanden in militair materieel, kazernes en andere gebouwen en ICT.
Van dit budget wordt € 290 miljoen via artikel 13 van de defensiebegroting toegevoegd aan de begroting voor het DMF vanaf 2022, structureel.
De artikelen Maritiemmaterieel, Landmaterieel en Luchtmaterieel krijgen elk € 40 miljoen extra instandhoudingsbudget toegewezen om de onderhoudsachterstanden te verkleinen. Het artikel Infrastructuur en Vastgoed en het artikel IT krijgen respectievelijk € 75 miljoen en € 95 miljoen extra instandhoudingsbudget toegewezen om de onderhoudsachterstanden te verkleinen.
Op artikel 12 Nog onverdeeld van de defensiebegroting wordt € 10 miljoen geplaatst voor urgente problematiek in het uitvoeringsjaar. Uiterlijk bij eerste suppletoire 2022 wordt dit bedrag nader verdeeld naar de juiste bestemming.
Door de verhoging van de begroting stijgen defensie-uitgaven uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product (bbp) naar 1,50% in 2022 (was 1,47%) en naar 1,41% in 2024 (was 1,38%).
De Minister van Defensie, H.G.J. Kamp