Gepubliceerd: 21 september 2021
Indiener(s): Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-K-2.html
ID: 35925-K-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021–2022

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Geraamde uitgaven begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362

Geraamde ontvangsten begrotingshoofdstuk K 2022 (bedragen x € 1.000). Totaal € 5.065.362

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Defensie,F.B.J.Grapperhaus

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

Het Ministerie van Defensie heeft twee begrotingen:

1. De reguliere defensiebegroting (Hoofdstuk X van de Rijksbegroting);2. De fondsbegroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) (Hoofdstuk K van de Rijksbegroting).

Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt beter voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT-middelen van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.

Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit begroting Hoofdstuk X.

1. LEESWIJZER

Structuur

De opzet en de structuur van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Het DMF is als volgt opgebouwd:

  • De begrotingsstaat voor het DMF voor het jaar 2022 is opgenomen.

  • De Defensiematerieelagenda behandelt de prioritaire projecten, waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting is aangegeven.

  • De begroting van het fonds kent zeven artikelen. Deze worden onderstaand nader toegelicht.

  • Het DMF sluit af met drie bijlagen:

    • Instandhoudingsbijlage vastgoed

    • Verdiepingshoofdstuk

    • Afkortingenlijst

Opzet DMF

Om het inzicht in de investeringsplanning te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettaire gevolgen van beleid" de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.

Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden. Deze uitgaven kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defensieonderdelen bevatten, als gevolg van het assortimentsgewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen.

Om meer inzicht te geven in de instandhoudingsuitgaven van grote wapensystemen worden deze uitgaven in de toelichtingen van de verschillende artikelen weergegeven. Deze informatie is - met de komst van het DMF in 2021 - nieuw ten opzichte van voorgaande reguliere begrotingen. Daarnaast zal het DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed kennen, zie hiervoor de Groeiparagraaf.

Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april 2020 is de motie (Motie Diks, Kamerstuk 35 280, nr. 11) aangenomen, met het verzoek om uiterlijk in 2022 personele uitgaven (vallend binnen de reikwijdte van het DMF) op te nemen. Opname van relevante personele uitgaven sluit aan bij de doelstellingen van het DMF om te komen tot een meer schokbestendige en voorspelbare begroting. Daarnaast maakt het een meer integrale afweging tussen inbesteden en uitbesteden mogelijk. Het opnemen van personele uitgaven is echter een grote en ingewikkelde operatie. Zo moeten budgetten ontvlochten worden in de administratie en dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van alle defensieonderdelen. Om de gevolgen van de ontvlechting goed in te kunnen schatten, wordt in 2021 en 2022 proefgedraaid. Het proefdraaien geeft de mogelijkheid te bezien wat de gevolgen van het opnemen van personele uitgaven in het DMF zijn voor bijvoorbeeld het herschikken van budgetten. Daarnaast kunnen eventuele onbedoelde effecten op tijdig worden waargenomen en kan bepaald worden wat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is om deze uitgaven in het DMF te presenteren. Deze werkwijze maakt het mogelijk in de eerste helft van 2023 een goed onderbouwd besluit te nemen over het opnemen van de personele uitgaven in het DMF.

De reguliere Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten en de instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT en heeft daardoor een meer uitvoerend karakter. In het DMF worden alle investeringsprojecten benoemd met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen, per categorie onderverdeeld naar voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het Defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in de reguliere begroting is gehanteerd, maar de toelichtingen zijn uitgebreider:

  • Voor projecten in voorbereiding worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd:­

    € 100 ‒ € 250 miljoen, € 250 miljoen ‒ € 1 miljard,

    € 1 miljard ‒ € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.

  • Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.

  • Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.

Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF. De Kamer ontvangt het DPO – gelijktijdig met het DMF – op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.

Groeiparagraaf

De ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op projectvertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren. Om die reden worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Naar aanleiding van de voorjaarsbesluitvorming is in overleg met het ministerie van Financiën afgesproken dat in gezamenlijkheid de doelmatigheid en omvang van de overprogrammering wordt onderzocht. Indien de uitkomsten van deze analyse aanleiding geven tot wijzigingen wordt dit verwerkt in de komende begrotingsproducten. Vooruitlopend op de afronding van dit onderzoek is met het ministerie van Financiën afgesproken op dit moment een maximum van dertig procent aan overprogrammering te hanteren voor de komende begrotingsjaren. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Vorig jaar heeft de Kamer (Kamerstuk 35 280, nr. 7) geïnformeerd naar de mogelijkheid om – conform het Mobiliteitsfonds – een instandhoudingsbijlage in het DMF op te nemen. Dit om eventuele tekorten zichtbaar te maken. Immers, de instandhoudingsbudgetten voor zowel het materieel, voor de infrastructuur en de IT zijn alle onvoldoende voor de instandhouding van het Defensieapparaat. Ten eerste wordt voor de ernstigste knelpunten investeringsbudget ingezet. Dit gaat ten koste van onze investeringsmogelijkheden in de toekomst. Ten tweede worden incidentele meevallers ingezet voor incidentele reparaties van het budget. Ten derde worden prioriteiten gesteld voor zowel de instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT. Als gevolg daarvan is de continuïteit van de Defensieorganisatie verstoord. In overleg met de Kamer is in DMF 2022 voor het eerst een instandhoudingsbijlage vastgoed opgenomen.

Omdat dit het tweede jaar is dat het DMF aan de Kamer wordt aangeboden, is het verdiepingshoofdstuk als bijlage opgenomen. Het verdiepingshoofdstuk geeft, in tabelvorm, per beleidsartikel en niet-beleidsartikel de opbouw van de begrotingsstanden vanaf de vorige ontwerpbegroting aan. De belangrijkste nieuwe mutaties worden van een toelichting voorzien.

2. DEFENSIEMATERIEELAGENDA

Algemeen

Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving, Defensie draagt bij aan de bescherming van dit fundament. In een wereld die aan verandering onderhevig is neemt de dreiging om ons heen toe. Om bescherming te kunnen bieden tegen oude en nieuwe dreiging past Defensie zich voortdurend aan. Op weg naar een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken. Dit realiseert Defensie binnen een schokbestendige begroting. Om deze schokbestendigheid mogelijk te maken en te vergroten is het DMF ingericht. Sinds het instellen van dit fonds is het de tweede keer dat deze begroting aangeboden wordt. Het investeringsprogramma bij het begrotingsfonds bestaat voor een belangrijk deel uit materieel. Defensie is deze kabinetsperiode tientallen projecten gestart. Sinds 2018 is het aantal projecten boven de 25 miljoen euro gestegen van 88 naar 109. Deze nieuwe projecten dragen voor een groot deel bij aan het herstel van de krijgsmacht. Met het oog op een toekomstbestendige krijgsmacht zoals geschetst in de Defensievisie 2035 verwacht Defensie dat het aantal projecten in uitvoering zal blijven toenemen. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Maar het verwerven van defensiematerieel blijft complex en daarom gaat Defensie zorgvuldig te werk. Voordat contracten tot zichtbare realisaties komen, worden veel stappen door onze mensen gezet, zoals marktverkenning, contractvorming, productie, afname en testen. Daarom hebben projecten veelal een looptijd van meerdere jaren. Inmiddels zijn bij steeds meer projecten de contracten gesloten. Dit is indicatief voor het toegenomen realisatievermogen van Defensie. Realisatie op investeringen bedroeg in 2017 nog € 1.441 miljoen. Ten tijde van de Defensienota 2018 heeft Defensie extra middelen ontvangen. In deze relatief korte tijd heeft zich dit vertaald naar een realisatie op investeringen van € 2.716 miljoen: een stijging in drie jaar tijd van bijna 90%. Dit gestegen realisatievermogen is, ondanks incidentele verstoringen, waaronder vertragingen door COVID-19, bij dit budget structureel van aard. De mogelijkheden die het begrotingsfonds biedt dragen hier aan bij.

Projecten en mijlpalen

Om het materieel, infrastructuur, vastgoed en de IT van Defensie te herstellen en te moderniseren worden in 2022 meerdere nieuwe projecten gestart. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van het middelzwaar landingsvaartuig en het operationeel catering systeem, de midlife update van het Bushmaster wielvoertuig, evenals de verwerving van tactische en strategische lucht-grond bewapening voor de F-35. Ook wordt in 2022 volop verder gewerkt aan de talrijke projecten die nu deel uitmaken van het investeringsprogramma. Zo wordt verder gewerkt aan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit waarvoor Defensie momenteel in dialoog is met drie kandidaat-werven, wordt de B-brief voor het Defensiebrede programma Wissellaadsystemen, Trekkeropleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen verwacht en bevindt het programma Grensverleggende IT (GrIT) zich in de realisatiefase.

Verwerven van materieel, infrastructuur, vastgoed en IT voor Defensie is vaak specialistisch werk dat veel inspanning van onze mensen vraagt. Conform plan wordt in 2022 nieuw materieel geleverd; te denken valt aan:

  • Verdere deelleveringen nieuwe Scania Gryphus vrachtwagens;

  • Overdracht van gemodificeerde Chinook transporthelikopters;

  • Levering van F-35 vliegtuigen, die doorloopt tot en met 2024;

  • Uitlevering van nieuwe SMART-L radars voor de LC-fregatten.

  • Nieuwe kleding en uitrusting, waarvoor de deelleveringen ondanks COVID-19 op gang zijn gekomen en de eerste verstrekkingen van de nieuwe gevechtsuitrusting en helmen reeds hebben plaatsgevonden. Ook is het contract voor het keuzeconcept gevechtslaarzen getekend.

Naast deze grote materieelprojecten zet Defensie verdere stappen om de inzetvoorraden voor hoofdtaak 2 op norm te brengen, de urgente vastgoedknelpunten aan te pakken en werkt het, conform de uitgangspunten in de Defensievisie 2035, toe naar een informatiegestuurde en duurzame organisatie. De mismatch die op dit moment bestaat tussen de behoefte in de exploitatie, bijvoorbeeld voor trainingsmunitie en voor de instandhouding van vastgoed en materieel en het budget, zijn in 2022 en verder een knelpunt.

Voorraden, vastgoed en IT

Defensie is deze kabinetsperiode gestart met het aanvullen van inzetvoorraden, uiteenlopend van munitie tot en met operationele infrastructuur. In het verleden is er ingeteerd op bestaande voorraden en is er bij de behoeftestelling geen doorkijk geweest naar de beschikbare budgettaire ruimte in relatie tot het gewenste verbruik zoals dat in het verleden is gehanteerd. Het betreft zowel achterstanden in de inzetvoorraden benodigd voor de ondersteuning van onze missies en operaties, als de gereedstellingsvoorraden, waaronder reservedelen, die voor de instandhouding benodigd zijn. In 2022 worden verdere stappen gezet om de inzetvoorraden voor de tweede hoofdtaak aan te vullen, waaronder de operationele assortimenten munitie, geneeskundig en reservedelen. Het Beleidskader Inzetvoorraden (2009) is vooral gericht op de tweede hoofdtaak: internationale missies. Financiering is beschikbaar om de voorraden van alle assortimenten voor deze tweede hoofdtaak op norm te brengen. Voor de verdere doorgroei van de inzetvoorraden gedimensioneerd op een hoger verbruik bij de eigen en boodgenootschappelijke verdediging -de eerste hoofdtaak- ontbreken de benodigde financiële middelen nog. Uit de Defensievisie 2035 blijkt dat ook op de eerste hoofdtaak een inhaalslag noodzakelijk is: Defensie heeft hiervoor onvoldoende (munitie-)voorraden. Daarom wordt het beleidskader inzetvoorraden (BKI) herzien. Op basis van het beleidskader, en waar nodig ook met de lessen van COVID-19 in gedachten, start dit jaar de uitwerking en planvorming voor versterking van de voorraden. Voor het munitiedomein is hiertoe met de Kamerbrief «Stand van zaken defensiemunitie» (Kamerstuk 27 830 nr. 337) een eerste inzicht gegeven.

De investeringen in infrastructuur en vastgoed zijn sinds de Defensienota 2018 structureel opgehoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Echter, er is sprake van een grote onderhoudsachterstand bij het Defensievastgoed. Deze achterstand is de afgelopen decennia opgebouwd. Door de bestaande disbalans tussen het beschikbare budget en de kosten van het onderhoud neemt de behoefte aan onderhoud de komende jaren verder toe. Zonder ingrijpen nemen de exploitatiekosten verder toe en gaat de kwaliteit van het vastgoed verder achteruit.

In 2020 is gestart met het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar het Defensievastgoed (Kamerstuk 34 919 nr. 77). Hier is onderzocht hoe Defensie tot een doelmatige, toekomstvaste, duurzame vastgoedportefeuille kan komen die voldoet aan wet en regelgeving. Het IBO haalt aan dat met het Strategisch Vastgoedplan (SVP) uit 2019 op hoofdlijnen een eerste stap is gezet richting verbetering, maar constateert tevens dat dit niet genoeg is en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het IBO doet aanbevelingen langs drie sporen. Ten eerste wordt aanbevolen de noodzakelijke randvoorwaarden in te vullen, zoals het doorvertalen van de Defensievisie naar een strategisch werkbare vastgoedopgave met een slagkrachtige besturing en het structureren van de informatiehuishouding over de technische staat van het vastgoed en de benutting daarvan. Ten tweede concludeert het IBO dat de vastgoedportefeuille ingrijpend moet worden teruggebracht om de balans te herstellen. Het IBO heeft berekend dat hiervoor een reductie van 35 tot 40 procent van (kosten van) de portefeuille nodig is. Ten derde raadt het IBO aan het vastgoed van Defensie onder te brengen in een (eigen) stelsel in het rijkshuisvestingsstelsel om een toekomstvast en stabiel stelsel te krijgen. Naar aanleiding van het IBO naar Defensievastgoed is gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Deze verkenning is gestart omdat de situatie vanwege de oplopende exploitatiekosten dermate urgent is, dat niet ingrijpen geen optie meer is. Zonder ingrijpende maatregelen stijgen de jaarlijkse exploitatielasten van het defensievastgoed verder. De budgettaire consequenties en kansen voor andere maatschappelijke opgaven van dit kabinet zoals versnellen woningbouw, huisvesting van aandachtsgroepen, locaties voor hernieuwbare energie en transitie van landbouw naar groen/water/natuur in verband met vermindering stikstofuitstoot.

Naast de verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed zullen in 2022 de normen ten aanzien van het vastgoed worden herzien en wordt naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer verder gewerkt aan het vereist inzicht in de staat van het vastgoed en de aansturing van het vastgoedmanagement.

Met de pilot op de Bernhardkazerne is de start gemaakt met de revitalisering van het vastgoed zoals eerder beschreven in het SVP. Voor de pilot zijn financiële middelen beschikbaar gesteld en is de voorbereiding in volle gang. Voor het tweede te revitaliseren object, de Johannes Postkazerne in Havelte, is budget gereserveerd en zijn de voorbereidingen gestart. Tot slot is het exploitatiebudget opgehoogd om verdere achteruitgang van het vastgoed te beperken. Net als in voorgaande jaren wordt in 2022 en 2023 een deel van het investeringsbudget aangewend om de meest urgente knelpunten aan te kunnen pakken. In 2022 leidt dit bijvoorbeeld tot afronding van Fase 1 Verbetering Legering.

Waar de maatschappij steeds verder digitaliseert, geldt dit bij uitstek voor Defensie. IT wordt belangrijker en reikt tot in de haarvaten van de organisatie. De IT-ontwikkelingen gaan razendsnel en de kosten ervan nemen toe. Deze ontwikkeling is onderkend door Defensie, zoals verwoord in het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118). Daarin is de impact van de digitalisering onderzocht en is duidelijk geworden dat Defensie kampt met een mismatch tussen behoefte en budget in de IT-keten. Wel zijn de eerste maatregelen opgenomen die Defensie kan nemen om de uitdagingen het hoofd te gaan bieden. Informatietechnologie is ondersteunend aan alle hoofdwapensystemen en wordt zelf ook gezien als wapensysteem. De waarneembare trend is dat wapensystemen in toenemende mate ook tot de digitale wereld toetreden. Moderne wapensystemen vragen onder meer om moderne dataplatformen en goede cyber- en analyse-instrumenten om een effectieve operationele inzet, gebruik en bescherming van deze systemen mogelijk te maken. Op grond van het huidige en toekomstige dreigingsbeeld moet Defensie daarom de omslag maken naar een informatiegestuurde organisatie (IGO). In de Defensievisie 2035 zijn daarom twee inrichtingsprincipes opgenomen die de doelstellingen aangaande IGO verder beschrijven: inrichtingsprincipe 5: gezaghebbende informatie en inrichtingsprincipe 6: multidomein en geïntegreerd optreden. Deze inrichtingsprincipes worden verder uitgewerkt.

Naast informatie als doel voor inlichtingen en informatie als middel voor de besluitvorming, neemt ook de rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving aan belang toe. De rol van de informatieomgeving en het cyberdomein als deel van de operationele omgeving neemt aan belang toe. Dit leidt tot veranderingen in het optreden van Defensie en de wijze waarop Defensie het gevecht voert. Als onderdeel van IGO wordt het cyberdomein verder in het bestaande optreden en de afgeleide materieelprojecten geïntegreerd.

Defensie zet met het programma GrIT de eerste randvoorwaardelijke stap naar een robuuste IT-infrastructuur voor het nationale, statische en mobiele domein. Ook zal worden gestart met het eerste deelproject (zogenoemde spiral) van het programma FOXTROT/TEN waarmee een eerste stap naar verbeterde connectiviteit in het mobiel-tactische domein wordt gerealiseerd. IGO en de noodzaak tot verdere digitalisering beperkt zich echter niet tot nieuwe projecten, ook de lopende projecten en de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft worden hierdoor geraakt. Deze digitale inhaalslag zal ‘met terugwerkende kracht’ ook voor huidige systemen gemaakt moeten worden. Het betreft dan onder andere een toegenomen behoefte aan netwerk- en satellietcapaciteit, cybersecurity van platformgebonden (IT-) systemen en versleutelen van informatie en verbindingen voor de (wapen)systemen die Defensie reeds in gebruik heeft. Daar waar dit voor projecten in uitvoering additionele financiële consequenties heeft, zal dit in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) gemeld worden. Om de omslag naar IGO en verdere digitalisering mogelijk te maken zal Defensie moeten kunnen investeren in het juiste materieel, maar ook in haar mensen. Het rapport Defensie Duurzaam Digitaal (Kamerstuk 31 125, Nr. 118) verwoordt dat in toenemende mate sprake is van een negatieve afwijking tussen het beroep op de inzet, noodzakelijke vernieuwing en ambitie op het gebied van IT enerzijds en de benodigde middelen en mensen anderzijds. Met de huidige financiële middelen kan Defensie een start maken met de transitie naar een informatiegestuurde organisatie, maar is zij niet in staat volledig in lijn met de IGO-doelen uit de Defensievisie 2035 te innoveren en zal zij eveneens moeite hebben de benodigde personele groei te realiseren. Zoals ook in het rapport DDD is vermeld, worden voor diverse prangende aandachtsgebieden, zoals datamanagement en cyber separate «roadmaps» (plannen) uitgewerkt.

Instandhouding

Naast het overwegend positieve beeld dat zowel het vijfjaarsgemiddelde van de investeringsquote (24,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek) als het aantal grote projecten deze kabinetsperiode gestegen zijn, houdt Defensie op materieelgebied nog uitdagingen. De instandhoudingsbudgetten van de marine, landmacht en luchtmacht kennen een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Door de groei van het investeringsbudget in de afgelopen jaren en de hoge levensduur van de wapensystemen neemt de behoefte aan materiele instandhouding toe, waardoor tekorten in de voorraad reservedelen voortduren, evenals de knelpunten bij het onderhoud van de wapensystemen. Defensie voelt nog altijd de gevolgen van achterstanden vanuit het verleden in huidige materiële situatie, niet alleen voor de inzetvoorraden, maar zeker bij de instandhoudingsvoorraden, waaronder reservedelen. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit een van de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Kamerstuk 32359, nr. 4): extra stappen in het kader van herstel op het gebied van instandhouding van wapensystemen zijn in de toekomst nodig. Wanneer materieel als gevolg van latere vervanging langer door vaart, vliegt of rijdt, dan zal het verbruik van reservedelen sterker toenemen. Dit leidt tot een significant tekort in de instandhouding van de krijgsmachtdelen, waardoor verder ingeteerd zal worden op de beschikbare voorraad reservedelen en herstelbare componenten. Het uitstellen van onderhoud leidt tot hogere instandhoudingskosten, waarmee de vicieuze cirkel van stijgende instandhoudingskosten niet doorbroken wordt. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen echter niet alle instandhoudingsknelpunten onmiddellijk aangepakt worden.

Figuur 1 Instandhoudingsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

Effecten COVID-19

Het achterliggende jaar was de impact van de COVID-19-uitbraak nog beperkt op de realisatie van de grote materieel- en IT-projecten. Nu de crisis al meer dan een jaar duurt, ontkomt Defensie niet aan negatieve effecten op projecten. Reisbeperkingen hebben grote invloed op de wijze waarop programma’s van eisen en complexe engineeringsvraagstukken samen met de industrie tot stand komen. Over de breedte hebben contractonderhandelingen ‘op afstand’ in 2021 meer tijd in beslag genomen en verliepen ze moeizamer. Bij de leveranciers en partners leiden de langdurige maatregelen tot het sluiten van fabrieken en lokale COVID-19 uitbraken zorgen voor beperkingen in de productie: de leverzekerheid neemt hierdoor af. Ook heeft een aanzienlijk aantal Nederlandse en buitenlandse bedrijven reeds beroep gedaan, dan wel heeft gemeld dit te gaan doen, op de overmacht clausule (force majeure) uit de contracten. Voor meerdere projecten leidt dit derhalve tot 'vertraging door overmacht'. Omdat het na verlichting van de COVID-19-maatregelen nog tijd kost om terug te komen op het oorspronkelijke niveau, wordt het inlopen van de opgelopen achterstanden geen eenvoudige opgave. Naast vertraging zijn schaarste bij verkrijgbaarheid en hogere prijzen van grondstoffen eveneens neveneffecten van de pandemie. Steeds vaker leidt dit tot negatieve effecten op productie en op de distributieketen. Het betreft onder andere gestegen prijzen van staal en bouwmaterialen, maar ook verminderde beschikbaarheid van specifieke grondstoffen voor ballistische beschermingsartikelen, waaronder de benodigde grondstoffen voor productie van de nieuwe helmen. Dit onderstreept het belang van het materieelbegrotingsfonds: financiële «schokken» door externe omstandigheden zoals COVID-19 kunnen binnen de mogelijkheden van het DMF in latere jaren opgevangen worden. Desondanks heeft Defensie in overleg met haar partners ook mogelijkheden gezien om projecten te versnellen; dit betreft met name kleinere vastgoedprojecten. In het kader van thematische revitalisering heeft versnelling plaatsgevonden voor Fase 1 Verbetering Legering waardoor deze in 2022 kan worden afgerond en de volgende fase kan worden gestart.

Figuur 2 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

In bovenstaand figuur wordt het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de periode 2021 tot en met 2036 weergegeven. In de grafiek is het investeringsprogramma onderverdeeld naar de artikelen in dit begrotingsfonds. De artikelen geven de actuele verdeling van de investeringen over de domeinen defensiebreed, land, lucht, zee, vastgoed en infrastructur en IT. Deze verdeling staat niet vast, maar wisselt in de loop van de tijd. Zo hebben projecten als de verwerving van de F-35, vervanging van de onderzeeboten en de pantservoertuigen grote invloed op de verdeling van investeringsmiddelen tussen de verschillende artikelen. De verdeling van het investeringsprogramma berust op een integrale afweging.

De roze lijn is het totale investeringsbudget, wat geldt als het budgettaire uitgavenplafond: Defensie kan niet meer uitgaven doen in een jaar dan beschikbaar is onder dit uitgavenplafond. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen boven de roze lijn uit); er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Investeringsopdrachten kunnen dus niet zomaar naar voren worden gehaald. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget (de staven komen onder de roze lijn uit); er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. De gele lijn laat de reeds aangegane verplichtingen zien. Deze toont aan dat, ondanks de overprogrammering, er geen risico is op overschrijding van het beschikbare budget.

Figuur 3 Investeringsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)

Bovenstaand figuur geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:

  • Projecten in voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. In het gelijktijdig aangeboden Defensie Projectenoverzicht (DPO) is een tabel opgenomen met de planning van de te versturen DMP-brieven.

  • Projecten in onderzoeksfase (paars): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is vastgesteld, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

  • Projecten in realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart. De opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven. In de grafiek worden daarnaast de uitgaven aan projecten kleiner dan € 25 miljoen ook als in realisatie weergegeven, omdat deze (als ware het projecten in realisatie) zijn belegd bij de uitvoerende defensieonderdelen.

Het volledige budget is benodigd en het investeringsprogramma is volgepland met projecten voor het herstellen en moderniseren van de krijgsmacht. Investeringsopdrachten zijn dus niet zomaar naar voren te halen. Elk project kent wel een vooraf bepaalde reservering voor risico’s. De mogelijkheid om gedurende een project wijzigingen door te voeren is afhankelijk van de fase waarin een project zich bevindt. Logischerwijs is de flexibiliteit groter bij projecten in voorbereidingsfase dan bij een project in realisatiefase, waar in veel gevallen het contract al is getekend.

Investeringsquote en EDA-norm

Een moderne krijgsmacht moet voldoende investeringsruimte hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Defensie streeft er naar op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Als gevolg van het benodigde herstel na de lange periode van bezuiniging en schaarste in het verleden, zal deze investeringsquote ook de komende periode boven deze norm liggen. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingsperiode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 24,2%.

De volgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2020 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2021.

Investeringsquote

Kennis en technologie zijn essentieel voor Defensie om materieel, vastgoed en IT te kunnen realiseren dat inspeelt op bedreigingen en kansen een veranderende wereld. Defensie hanteert hierbij de norm van het Europees Defensie Agentschap (EDA) dat ten minste twee procent van haar uitgavenbudget wordt besteed aan kennis en technologie. Voor het jaar 2022 is dit naar verwachting 1,2%. De uitgaven van Defensie aan kennis en innovatie vallen deels, namelijk waar het investeringen betreft, binnen het DMF.

Defensieprojectenoverzicht

Het DPO wordt jaarlijks tegelijkertijd, maar separaat van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds aan de Kamer aangeboden. Het geeft meer gedetailleerde informatie over projecten van meer dan € 25 miljoen die Defensie uitvoert voor de verwerving van materieel, IT-middelen en vastgoed. Het DPO sluit daarmee aan bij deze begroting en ook bij het «Voorstel integrale rapportage en kritieke prestatie indicatoren (kpi’s)» (Kamerstuk 35000, nr. 68). Met het DPO beoogt Defensie de Kamer completer en met meer overzicht van informatie te voorzien.

Valuta

Valutaschommelingen hebben invloed op het begrotings- en verwervingsproces binnen Defensie. Budgetten worden geraakt door zowel mee- als tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in het ene jaar bezuinigd moet worden als gevolg van tegenvallers in de wisselkoersen en een jaar later juist sprake kan zijn van meevallers als gevolg van de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit brengt onrust met zich mee in het planproces van de investeringsportefeuille, vertraagt de uitvoering van projecten en draagt niet bij aan een voorspelbare begrotingsuitvoering en rust in het begrotingsproces. Om de verstorende werking van valutaschommelingen op de defensiebegroting tegen te gaan, heeft het kabinet in 2020 de afspraak gemaakt dat mee- en tegenvallers als gevolg van valutaontwikkelingen niet langer als niet-plafondrelevante mutaties worden verwerkt, maar dat deze direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo komen. Het betrof uitsluitend mutaties die op artikel 6 van de Defensiebegroting (hoofdstuk X) werden geboekt. Vanaf de begroting 2021 zijn deze uitgaven onderdeel van het DMF. Met deze afspraak wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin is opgenomen dat het kabinet komt met voorstellen voor het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de materieelbegroting, zoals een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor valutaschommelingen. In 2021 zijn de ministeries van Defensie en Financiën overeengekomen dat ook instandhoudingsprojecten, waarvan vaststaat dat die in vreemde valuta worden betaald, onder deze afspraak vallen. De tweede helft van 2021 wordt benut om nadere afspraken te maken tussen Defensie en Financiën over de administratieve verwerking van deze afspraak. Hierover wordt het parlement op een later tijdstip geïnformeerd.

2.1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1 miljoen)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Standen ontwerpbegroting 2021

4.610,3

4.946,6

4.773,7

4.827,6

4.416,8

4.406,2

Belangrijkste mutaties

      

1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

340,9

69,1

48,6

88,2

78,7

79,2

1.b Prijsbijstelling

104,9

113,5

109,5

110,7

101,1

100,8

1.b Eindejaarsmarge DMF

166,5

     

1.c Digitale veiligheid

45,0

     

1.g Valuta

‒ 30,9

‒ 66,2

‒ 81,1

‒ 43,7

‒ 59,5

‒ 44,2

1.e Digitale veiligheid

45,0

     

1.f Incidentele nood- en steunmaatregelen covid-19

6,7

     

1.g Dubbele btw-heffing op reserveonderdelen F-35

2,2

3,8

5,0

6,0

6,8

6,8

1.h Overige mutaties 1e supp.begroting

1,6

18,1

15,3

15,2

30,3

15,7

Mutaties begroting 2022

121,2

49,6

49,4

‒ 106,9

312,1

111,6

2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

2,9

3,7

‒ 0,1

‒ 1,4

‒ 1,2

0,5

3. Bijstellen valuta berekeningsmethode

2,7

1,6

1,2

‒ 1,5

‒ 2,2

‒ 1,1

4. Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

20,0

     

5. Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed

16,6

     

6. Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel marine

15,0

     

7. Kasschuif i.v.m. over- en onderprogrammering

   

‒ 200,0

200,0

 

8. Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35

    

28,3

28,3

9. Bijstellen ontvangsten DLP 21.1

2,2

4,9

8,7

18,7

8,7

8,7

10. Budget t.b.v. munitie, opleiding en training

60,0

60,0

60,0

60,0

60,0

60,0

Overige mutaties begroting 2022

1,8

‒ 20,6

‒ 20,4

17,4

18,5

15,2

Standen ontwerpbegroting 2022

5.072,4

5.065,4

4.871,8

4.808,9

4.807,6

4.597,0

Toelichting

  • 1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

    Met de 1e suppletoire begroting 2021 zijn o.a. de prijsbijstelling en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2020 toegevoegd aan het DMF.

  • 2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in de verdiepingsbijlage opgenomen.

  • 3. Bijstellen valuta berekeningsmethode

    De generale bijstelling vanuit het Ministerie van Financien voor de koersgevoeligheid van de contracten in vreemde valuta is aangepast omdat bij de initiële uitdeling uitgegaan is van een verouderde berekeningsmethode.

  • 4. Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

    De instandhoudingsbudgetten materieel van de drie operationele commando's staan onder zware druk en om interen op de voorraden te voorkomen is intern Defensie besloten om de budgetten te verhogen met € 60 miljoen. Dit betreft een eenmalige herschikking als gevolg van vertraagde betalingen bij de instandhouding van munitie en KPU. Deze herschikking wordt gefinancierd vanuit artikel 12 Nog onverdeeld van de defensiebegroting (€ 20 miljoen) en door een herschikking vanuit instandhouding munitie en KPU (€ 40 miljoen). Per saldo stijgt de begroting van het DMF hierdoor met € 20 miljoen.

  • 5. Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed

    Vanwege een tekort op het budget instandhouding infrastructuur wordt € 16,6 miljoen vanuit artikel 8 DOSCO van de defensiebegroting overgeheveld.

  • 6. Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding materieel marine

    De verwachte hogere overige ontvangsten worden aangewend voor de instandhouding matereel marine

  • 7. Kasschuif i.v.m. over-en onderprogrammering

    Als gevolg van de huidige afspraken om tot een realistische en gecontroleerde overprogrammering te komen is er een kasschuif verwerkt op de begroting van het DMF. De kasschuif heeft een meerjarige doorwerking en sluit over de gehele looptijd van het fonds op nul. Nadere informatie over de afspraken zijn opgenomen in het DMF zelf.

  • 8. Afbouw personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35

    Door de transitie van de F-16 naar de F-35 vindt er een personeelsreductie plaats per 2025. De vrijgevallen budgetten worden toegevoegd aan het instandhoudingsbudget van de F-35. Deze middelen worden vanuit de Defensiebegroting naar het DMF overgeheveld. Overboekingen naar het DMF lopen worden op het voedingsartikel op de reguliere begroting geboekt, en worden via het ontvangstenartikel toegevoegd aan het DMF. Vanuit de ontvangsten worden deze verdeeld naar de betreffende uitgavenartikelen waar deze betrekking op heeft.

  • 9. Bijstellen ontvangsten DLP 21.1

    Extra verwachte ontvangsten voor de dienst gezondheidszorg, bestuursovereenkomst Carib en royalties boxer werken door op het uitgavenkader.

  • 10. Budget ten behoeve van munitie, opleiding en training

    Voor de tekorten munitie, opleiding en training wordt structureel € 60 miljoen toegevoegd aan de defensiebegroting.

3. ARTIKELEN

3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het defensiebrede materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Daarnaast vallen de defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

1.273.330

922.760

1.151.248

1.005.099

1.101.161

974.848

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

954.058

983.034

917.895

847.753

856.704

846.033

waarvan juridisch verplicht

  

65,7%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

720.010

791.035

728.940

617.833

657.622

646.752

Verwerving: voorbereidingsfase

0

20.774

52.116

130.300

92.222

92.272

134.646

Verwerving: onderzoeksfase

0

3.185

0

0

14.010

70.232

93.679

Verwerving: realisatie

0

696.051

738.919

598.640

511.601

495.118

418.427

Instandhouding

       

Opdrachten

0

378.353

399.167

399.281

368.797

359.528

355.346

Instandhouding materieel

0

378.353

399.167

399.281

368.797

359.528

355.346

Kennis en Innovatie

       

Bekostiging

0

37.314

32.794

32.710

32.735

32.735

32.835

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

0

2.898

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

Technologieontwikkeling

0

21.490

23.716

23.566

23.491

23.491

23.491

Kennisgebruik

0

7.068

3.072

3.072

3.172

3.172

3.272

Kort Cyclische Innovatie

0

5.858

3.485

3.551

3.551

3.551

3.551

Onzekerheidsreservering

0

3.336

3.735

12.505

1.772

2.236

5.835

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 184.955

‒ 243.697

‒ 255.541

‒ 173.384

‒ 195.417

‒ 194.735

        

Ontvangsten

0

72.346

62.198

101.438

111.438

101.438

101.438

Overige ontvangsten materieel

0

72.346

62.198

101.438

111.438

101.438

101.438

Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

757.471

455.804

475.858

553.015

551.490

612.649

701.353

748.102

921.666

590.620

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

800.677

605.316

664.040

710.017

673.391

815.671

806.117

770.072

802.876

822.541

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

469.119

193.898

220.633

214.265

211.245

184.731

204.364

240.845

250.385

306.458

Verwerving: voorbereidingsfase

144.610

108.394

86.569

104.235

106.795

84.034

72.258

131.114

71.741

90.894

Verwerving: onderzoeksfase

93.679

52

52

52

52

52

52

52

52

52

Verwerving: realisatie

230.830

85.452

134.012

109.978

104.398

100.645

132.054

109.679

178.592

215.512

Instandhouding

          

Opdrachten

354.365

354.712

354.448

352.511

352.298

353.130

353.140

353.140

353.140

357.530

Instandhouding materieel

354.365

354.712

354.448

352.511

352.298

353.130

353.140

353.140

353.140

357.530

Kennis en Innovatie

          

Bekostiging

32.835

32.835

32.835

32.835

32.836

32.835

32.835

32.835

32.835

32.835

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

2.521

1.984

Technologieontwikkeling

23.491

23.491

23.491

23.491

23.492

23.491

23.491

23.491

23.491

23.491

Kennisgebruik

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

3.272

Kort Cyclische Innovatie

3.551

3.551

3.551

3.551

3.551

3.551

3.551

3.551

3.551

4.088

Onzekerheidsreservering

305

305

305

305

635

85.670

10.040

5.425

0

0

Over-/ onderprogrammering

‒ 55.947

23.566

55.819

110.101

76.377

159.305

205.738

137.827

166.516

125.718

           

Ontvangsten

101.438

101.438

89.058

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

Overige ontvangsten materieel

101.438

101.438

89.058

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

85.218

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 70,0% van het uitgavenbudget.

Aan te gane verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2021 is Defensie een verplichting van meer dan € 250 miljoen aangegaan voor de Mid-life Update van het infanteriegevechtsvoertuig CV-90. Deze verplichting leidt in de periode 2021 en verder tot uitgaven.

De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.

Een onderdeel van de instandhoudingsuitgaven in dit artikel zijn de uitgaven voor munitie. De gereedheid van de Krijgsmacht zal zonder voldoende munitie voor oefening en training ernstig worden beperkt. Daarom is voor 2021, 2022 en 2023 budget vrijgemaakt uit de investeringsbudgetten, door voorraadonttrekking en door prioritering in verbruik van munitie, om verdere beperkingen te voorkomen. Daarnaast voegt het Kabinet met ingang van 2021 structureel € 60 miljoen aan de defensiebegroting toe voor de tekorten ten aanzien van munitie, opleiding en training.

Verwerving Defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando’s wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, kleinkaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.

Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase
Tabel 2 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Vervanging Amarok

100-250

 

A-Brief

B-brief

D-brief

  

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • De vervanging van de Amarok is vanuit de voorbereidingsfase voor land materieel verplaatst naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.

Tabel 3 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Vervanging Amarok

In het project wordt de huidige vloot aan Amaroks vervangen. De Amarok is een civiel terreinvoertuig bedoeld voor personenvervoer en vervoer van persoonlijke uitrusting en vracht in de vredesbedrijfsvoering, tijdens oefeningen en voor nationale inzet.

Verwerving defensiebreed materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamerbrieven weergegeven van de defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Tabel 4 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB)

250-1.000

 

B-Brief

D-Brief

   

Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden .

Tabel 5 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB)

Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen.

Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase

De volgende defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Tabel 6 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

145,5

126,3

11,4

4,9

2,9

   

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

233

35,0

40,5

89,6

52,9

15

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

342,8

135,3

56,3

51,3

55,0

31,2

13,7

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)

1624,3

192,6

197,9

276,1

194,3

192,6

179,5

391,3

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project «munitie ten behoeve van inzetvoorraden» is afgerond en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichtbaar in de realisatiefase.

  • DVOW is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.

Tabel 7 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curaçao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals.

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings- en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties.

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding.

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot.

Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)

De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando’s. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto.

Instandhouding defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het Defensie Munitiebedrijf (DMunB). Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Tabel 8 Instandhoudingsuitgaven Defensiebreed materieel (bedragen x € 1 miljoen)

Wapensysteem

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Klein kaliber wapens

74,6

58,9

63,8

63,8

63,8

63,8

63,8

Kleding- en persoonlijke uitrusting

64,5

49,5

75,5

76,6

93,9

94,2

94,4

MILSATCOM

12,5

11,7

11,5

11,7

11,5

11,3

11,3

Kennis en Innovatie

De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie-ontwikkeling, kennisgebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF. Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere defensiebegroting, zoals de algemene defensiebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.

Technologie ontwikkeling

Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief het nationale midden- en kleinbedrijf (MKB)) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (met de NAVO en het European Defence Agency (EDA)) afgestemd en ingebed.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale MKB. Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,5 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,8 miljoen.

CODEMO (per 1 juni 2021)

Ingediende voorstellen

92

Gehonoreerde voorstellen

27

Afgewezen voorstellen

65

Afgeronde voorstellen

21

De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan één MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.

Kennisgebruik

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.

Kort-cyclische innovatie

Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.

Onzekerheidsreservering defensiebreed materieel

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.

Over-/onderprogrammering defensiebreed materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 4 Defensiebreed materieel

Ontvangsten defensiebreed materieel

De ontvangsten bestaan uit de verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten. De in 2022 geraamde ontvangsten bestaan onder meer uit de verkoopopbrengsten van de voorgenomen verkoop van 12 F-16’s aan het Amerikaanse ‘Draken International’ dat de toestellen gaat gebruiken in de rol van oefenvijand voor de Amerikaanse strijdkrachten. ‘Draken International’ heeft een optie op de koop van nog 28 F-16’s. Verder worden hier de opbrengsten die voortkomen uit de planmatige periodieke vernieuwing van de niet-operationele dienstvoertuigen verantwoord, in 2022 € 12,3 miljoen. Voorts bestaat het geraamde begrotingsbedrag uit betalingen voor in het verleden verkochte wapensystemen, zoals F-16’s en Cheetah’s die zijn verkocht aan Jordanië en de ramingen voor af te stoten materieel waarvoor nog geen koper gevonden is of nog geen contract gesloten is. Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:

  • Pantserrupsvoertuigen (YPR) en diverse wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van gevechtsvoertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;

  • Overtollige voorraden zoals diverse soorten materieel en onderdelen daarvan: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.

3.2 Artikel 2: Maritiem materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het maritiem materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instanhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

4.239.867

439.731

512.046

633.778

607.824

389.674

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

573.570

576.381

611.850

848.711

905.974

1.178.118

waarvan juridisch verplicht

  

65,1%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

539.391

621.452

699.348

987.258

1.090.963

1.488.835

Verwerving: voorbereidingsfase

0

13.485

45.611

88.027

199.950

224.365

193.982

Verwerving: onderzoeksfase

0

23.446

68.701

173.420

352.351

357.625

945.080

Verwerving: realisatie

0

502.460

507.140

437.901

434.957

508.973

349.773

Instandhouding

       

Opdrachten

 

172.737

138.525

138.481

138.508

139.198

137.567

Instandhouding materieel

0

172.737

138.525

138.481

138.508

139.198

137.567

Over-/ onderprogrammering

 

‒ 138.558

‒ 183.596

‒ 225.979

‒ 277.055

‒ 324.187

‒ 448.284

        

Ontvangsten

0

19.600

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

Overige ontvangsten materieel

0

19.600

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

502.816

1.009.088

1.043.861

942.270

869.762

869.374

460.454

536.854

718.882

1.157.982

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

1.397.298

1.515.783

1.479.485

1.292.009

1.297.992

1.151.457

929.817

936.701

964.647

1.217.513

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

1.430.116

1.229.239

1.070.841

762.775

664.540

722.163

413.475

509.582

497.006

756.964

Verwerving: voorbereidingsfase

132.071

224.872

247.732

207.704

312.820

328.685

348.843

417.867

338.050

659.894

Verwerving: onderzoeksfase

990.705

803.461

664.763

444.202

310.159

362.146

7.535

7.535

7.535

7.535

Verwerving: realisatie

307.340

200.906

158.346

110.869

41.561

31.332

57.097

84.180

151.421

89.535

Instandhouding

          

Opdrachten

137.736

137.143

137.729

137.279

137.106

137.104

137.112

137.112

137.112

137.112

Instandhouding materieel

137.736

137.143

137.729

137.279

137.106

137.104

137.112

137.112

137.112

137.112

Over-/ onderprogrammering

‒ 170.554

149.401

270.915

391.955

496.346

292.190

379.230

290.007

330.529

323.437

           

Ontvangsten

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

Overige ontvangsten materieel

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 65,1% van het uitgavenbudget.

Verwerving maritiem materieel

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in maritieme wapensystemen: de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen, Landing Platform Docks (LPD’s), het Joint Support Ship (JSS), de onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaartuigen en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving maritiem materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

Tabel 9 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS)

100-250

 

A-Brief

 

B-Brief

D-Brief

 

Vervanging MK 48 Torpedo

100-250

   

A-Brief

 

B-Brief

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)

100-250

A-Brief

B-Brief

D-Brief

   

Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU)

100-250

  

A-Brief

   

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)

100-250

  

A-Brief

 

B-brief

D-brief

Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1)

250-1.000

  

A-Brief

 

B-Brief

D-Brief

Vervanging Future Air Defender (FuAD)

1.000-2.500

  

A-brief

   

Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2)

250-1.000

    

A-brief

 

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.

  • De vervanging van de LC-Fregatten is nieuw in de voorbeidingsfase.

  • De vervanging van de Johan de Wit is nieuw in de voorbereidingsfase.

Tabel 10 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS)

Dit betreft de Midlife Update van het Joint Support Ship om het schip in de tweede fase van haar levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.

Vervanging MK 48 Torpedo

Dit betreft de vervanging van de «heavy weight» torpedo die door onderzeeboten kan worden gelanceerd.

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)

Dit betreft de vervanging van het Middelzware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het LCVP (Landing Craft Vehicle & Personnel) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU  (Landing Craft Utility) en is in de eerste plaats bedoeld voor het verplaatsen van personeel. Het vaartuig kan eventueel ook twee landrover-terreinwagens of een BV-206 rupsvoertuig vervoeren. Het landingsvaartuig kan vanuit zogenaamde davit (hijstakels) ingezet worden vanaf verschillende typen schepen.

Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU)

Dit betreft de vervanging van het Zware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het Landing Craft Utility is bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen. Het kan ook personeel vervoeren.

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)

Dit project betreft de vervanging van de Standard Missile 2 Block IIIA voor de luchtverdediging op grote afstand.

Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1)

Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Rotterdam, een Landing Platform Dock (LPD).

Vervanging Future Air Defender (FuAD)

Betreft vervanging van de Zeven Provinciën-klasse Luchtverdedigings- en Commandofregatten.

Vervanging Zr.Ms. Johan de Witt (LPD-2)

Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Zr.Ms. Johan de Witt, een Landing Platform Dock (LPD). Het project is vergelijkbaar met het project vervanging Zr.Ms. Rotterdam (LPD-1). Het streven is om beide projecten te combineren in één A-brief.

Verwerving maritiem materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Tabel 11 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)

100-250

      

ESSM Block 2: Verwerving en Integratie

250-1.000

B-brief

D-brief

    

Vervanging Hulpvaartuigen

250-1.000

 

B-Brief

D-Brief

   

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

100-250

 

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • De behoeftestelling Midlife Update OPV (A-brief) is 18 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 75). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.

  • Het project vervanging Close-in-Weapon System is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.

  • Het project FLATM BV is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.

Tabel 12 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)

Dit betreft de Midlife Update van de Oceangoing Patrol Vessel om de schepen in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.

ESSM Block 2: Verwerving en Integratie

Het betreft het verwerven en integreren van nieuwe luchtverdedigingsraketten voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) en Multipurpose fregatten (M-fregatten). Dit is van belang voor de ondersteuning en de beïnvloeding van landoperaties vanuit zee en voor operaties in en nabij maritieme knooppunten en transportroutes.

Vervanging Hulpvaartuigen

Dit betreft de vervanging van het torpedowerkschip, de beide Hydrografische Opnemingsvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische Gebied, vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse en het duikopleidingsvaartuig, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk ontwerp en familievorming waar dat doelmatig is. De technische haalbaarheid en financiële consequenties om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken, worden in de onderzoeksfase nader worden onderzocht. Zoals aangekondigd in de Defensie Energie- en Omgeving Strategie (DEOS) wil Defensie zoveel mogelijk aansluiten bij en gebruik maken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor het realiseren van klimaatdoelen. Op basis van de resultaten van de onderzoeksfase (inclusief de technische en financiële mogelijkheden) zal worden bezien of het (gedeeltelijk) emissievrij maken van de hulpvaartuigen kan worden meegenomen in het project. Defensie is rijksbreed in gesprek voor additionele middelen om deze vaartuigen (gedeeltelijk) emissievrij te maken.

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo’s is daarom noodzakelijk.

Verwerving maritiem materieel - realisatiefase

De volgende maritiem materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Tabel 13 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

131,7

18,2

12,3

15,0

28,1

23,2

20,1

14,9

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

145,1

126,7

13,4

1,8

3,1

Verbetering MK48 Torpedo

208,4

116,8

7,5

20,4

18,7

22,1

17,9

5,1

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)

195,2

134,8

31,7

18,8

6,7

3,2

  

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

227,9

9,5

15,5

23,9

35,0

35,0

27,8

81,3

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

380,4

48,0

120,6

107,3

58,6

22,2

23,7

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

946,3

38,9

26,0

75,0

101,5

141,8

157,7

405,4

Vervanging M-fregatten

1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Onderzeeboten

> 2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Voor de vervanging Close-in-Weapon System (kamerstuknr. 27 830, nr. 329) is op 14 januari 2021 de B-brief met het resultaat van de onderzoeksfase verstuurd. Het project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.

  • In het project FLATM BV worden Military Off The Shelf (van de plank) voertuigen verworven waardoor de risico’s laag zijn en geen noodzaak is voor een onderzoeksfase (B-fase), daarom is dit project naar de realisatiefase verplaatst.

Tabel 14 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

Vanwege de operationele veroudering van het huidige systeem is het nodig dat Defensie haar fregatten met een vervangende SSM-capaciteit uit te rusten om vijandelijke oppervlakteschepen te kunnen bestrijden en andere missies met een hoog geweldsniveau te kunnen uitvoeren.

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

De LC-fregatten zijn uitgerust met gelaagde sensor-, wapen- en commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange en lange afstand. Het huidige 127 mm kanon vormt hiervan een integraal onderdeel maar is sterk verouderd waardoor vervanging noodzakelijk is.

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

Door de modificatie van de SMART-L radar op de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) levert Nederland een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging.

Verbetering MK48 Torpedo

Het torpedowapensysteem voor onderzeeboten kan zowel tegen oppervlakte-eenheden als tegen onderzeeboten worden ingezet. Met deze verbeterde torpedo kan beter in ondiep water worden opgetreden.

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)

Met dit instandhoudingsprogramma kan Defensie de Luchtverdedigings- en Commando-fregatten in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant houden.

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

Het betreft het verwerven van nieuwe Lightweight Torpedo’s. De Lightweight Torpedo kan door fregatten en NH-90 maritieme helikopters tegen onderzeeboten worden ingezet voor zelfverdediging of juist offensief. De Lightweight Torpedo die Nederland momenteel gebruikt is operationeel verouderd en de onderhoudbaarheid staat onder druk.

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

Bevoorradingsschepen ondersteunen marineschepen tijdens hun inzet en vergroten daarmee hun effectiviteit. Nederland beschikt momenteel over één schip dat de bevoorradingstaak op zee kan uitvoeren, het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman. Om de effectiviteit van de inzet van marineschepen van het Commando Zeestrijdkrachten te vergroten heeft Defensie behoefte aan een tweede bevoorradingsschip.

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

Bewegingsvrijheid op zee is van belang, maar kan worden bedreigd door zeemijnen en ongesprongen explosieven. Defensie zal zes mijnenbestrijdingsvaartuigen met onbemande mijnenbestrijdingssystemen verwerven. Dit gebeurt in de vorm van internationale samenwerking met België.

Vervanging M-fregatten

M-fregatten vormen in combinatie met onderzeeboten en geëmbarkeerde maritieme gevechtshelikopters (NH-90) een belangrijke capaciteit tegen de dreiging van onderzeeboten en van oppervlakteschepen.

Vervanging Onderzeeboten

Zowel het garanderen van de vrije doorgang op zee als de bondgenootschappelijke verdediging vereisen het beschermen van de maritieme aan- en afvoerlijnen van Nederland. Maritieme capaciteiten tot op het hoogste geweldsniveau zijn daarvoor van belang en onderzeeboten nemen hierbij een belangrijke plaats in.

Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper)

Dit betreft een wapensysteem om tijdens operaties op open zee en in kustwateren op relatief korte afstand luchtdoelen en oppervlaktedoelen te kunnen bestrijden, ook bij een hoge dreiging.

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV)

Dit betreft de vervanging van het Over-Snow en All Terrain voertuig van het Korps Mariniers.

Instandhouding maritiem materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste maritieme wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de marine doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de marine aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Tabel 15 Instandhoudingsuitgaven maritiem materieel (bedragen x € 1 miljoen)

Wapensysteem

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF)

48,2

34,5

39,2

28,6

29,9

27,1

31,2

M-fregatten

14,7

11,3

9,2

8,7

13,1

11,1

7,7

Patrouilleschepen

16,9

10,7

12,6

14,2

13,6

11,6

10,2

Landing Platform Docks

18,0

12,7

20,8

11,1

23,0

9,4

13,3

Joint Support Ship/Combat Support Ship

13,4

6,4

7,0

9,9

8,1

26,6

8,3

Onderzeeboten

25,4

25,1

26,2

23,8

22,3

23,2

22,6

Mijnenbestrijdingsvaartuigen

17,0

12,0

11,8

12,6

11,7

8,4

6,9

Over-/onderprogrammering maritiem materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 5 Maritiem materieel

3.3. Artikel 3: Land materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het land materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

1.186.233

546.506

552.121

870.157

941.137

736.488

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

617.402

666.136

668.438

832.616

827.379

652.482

waarvan juridisch verplicht

  

55,8%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

469.296

587.824

628.910

810.293

828.650

575.805

Verwerving: voorbereidingsfase

0

9.528

5.689

67.069

196.866

120.060

61.730

Verwerving: onderzoeksfase

0

1

11.052

30.633

101.430

94.543

25.387

Verwerving: realisatie

0

459.767

571.083

531.208

511.997

614.047

488.688

Instandhouding

       

Opdrachten

0

268.658

251.974

242.747

249.716

246.703

250.050

Instandhouding materieel

0

268.658

251.974

242.747

249.716

246.703

250.050

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 120.552

‒ 173.662

‒ 203.219

‒ 227.393

‒ 247.974

‒ 173.373

        

Ontvangsten

0

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Overige ontvangsten materieel

0

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

453.430

381.302

440.677

513.671

642.715

486.318

450.306

649.232

705.106

735.284

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

541.292

442.611

663.299

769.724

884.301

818.558

615.464

774.745

1.024.143

961.287

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

329.795

171.000

329.189

342.765

483.317

291.366

181.732

333.256

463.932

495.926

Verwerving: voorbereidingsfase

54.740

41.066

237.125

235.768

397.278

211.907

114.305

228.751

306.320

369.040

Verwerving: onderzoeksfase

30.693

2.039

2.039

2.039

2.039

2.039

2.039

9.760

2.008

4.090

Verwerving: realisatie

244.362

127.895

90.025

104.958

84.000

77.420

65.388

94.745

155.604

122.796

Instandhouding

          

Opdrachten

250.828

250.828

250.828

250.828

250.778

250.778

250.778

250.778

251.678

253.461

Instandhouding materieel

250.828

250.828

250.828

250.828

250.778

250.778

250.778

250.778

251.678

253.461

Over-/ onderprogrammering

‒ 39.331

20.783

83.282

176.131

150.206

276.414

182.954

190.711

308.533

211.900

           

Ontvangsten

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Overige ontvangsten materieel

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 55,8% procent van het uitgavenbudget.

Verwerving land materieel

De geraamde uitgaven aan verwerving van land materieel betreffen uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die op het land worden ingezet, zoals de CV90, Fennek, Boxer, Bushmaster, grondgebonden luchtverdedingssystemen, de Leopard II bergings- en brugleggende tanks en de Kodiak, de Pantserhouwitser, UAV’s en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving land materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de land materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Indien van toepassing wordt ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is in de tabel opgenomen.

Tabel 16 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD)

100-250

A-Brief

B-Brief

D-Brief

   

MLU Boxer

250-1.000

    

A-brief

 

Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT)

250-1.000

     

A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • De vervanging van de Amarok is verplaatst vanuit de voorberedingsfase voor land materieel naar de voorbereidingsfase voor defensiebreed materieel, aangezien dit project in verbinding staat met DVOW.

  • De vervanging van de Medium Range Anti-Tank is nieuw in de voorbereidingsfase.

Tabel 17 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD)

In dit project is een modernisering van de Very Short Range Air Defence capaciteit voorzien.

MLU Boxer

Dit betreft de Midlife Update van het groot pantserwielvoertuig Boxer om dit voertuig in de tweede fase van de levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.

Vervanging Medium Range Anti Tank (MRAT)

Dit project betreft de vervanging van de grondgebonden anti-tank capaciteit voor de middellange afstand.

Verwerving land materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de land materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Tabel 18 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit)

250-1.000

 

B-brief

D-brief

   

Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • Het projectbudget van de Medium-Range Air Defence (MRAD) (interceptiecapaciteit) is gewijzigd van € 100-250 miljoen naar € 250-1.000 miljoen, omdat - vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - de projecten MRAD en Army Ground Based Air Defense (AGBADS) in 2021 zijn samengevoegd. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting is terug te vinden in de 'Afwijkingsrapportage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.

Tabel 19 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit)

Dit project betreft de vervanging van interceptiecapaciteit van de luchtverdediging op middellange afstand om eenheden, vitale objecten en gebieden te beschermen tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote Unmanned Aircraft Systems (UAS) en Cruise Missiles.

Verwerving land materieel - realisatiefase

De volgende land materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Tabel 20 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten

228,6

3,2

0,0

0,0

0,0

89,1

136,3

Verlenging levensduur Patriot

146,6

42,8

21,3

29,9

27,4

17,5

7,7

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

153,3

72,2

26,9

26,4

16,2

11,5

  

Midlife Update Fennek

422,6

8,3

14,6

40,4

78,4

107,2

180,8

Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL

773,2

28,7

91,0

34,7

42,4

157,6

148,8

270,0

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

837,5

791,1

15,6

20,0

5,0

5,8

Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden in het volgende project:

  • In juli 2021 is met de Amerikaanse overheid de overeenkomst van de «aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten» ondertekend. Daarmee is dit project niet langer commercieel vertrouwelijk.

  • Het project Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) is - vanwege operationele en doelmatigheidsredenen - samengevoegd met de MRAD en daarom - in tegenstelling tot vorig jaar - niet meer zichbaar als project in realisatie. Met ingang van het DMF 2022 wordt dus enkel nog gerapporteerd over MRAD. Een uitgebreidere toelichting hierover is terug te vinden in de 'Afwijkingsrapportage ten opzichte van het Defensie Projecten Overzicht 2020', die op 19 mei 2021 aan de Kamer is aangeboden.

  • De bracket van de MLU Pantserhouwitser is gewijzigd van € 25-100 miljoen naar € 100-250 miljoen, omdat het aantal Pantserhouwitsers dat een MLU zal ondergaan met tien stuks is verhoogd naar een totaal van vijfendertig. Waar vorig jaar dit project enkel zichtbaar was in het DPO, is het door de bracketverhoging (groter 100 miljoen) vanaf dit jaar dus ook zichtbaar in het DMF.

  • De Midlife Update Fennek is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.

  • De Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket is niet meer commercieel vertrouwelijk en daarom is nu de volledige reeks zichtbaar.

Tabel 21 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten

Dit project betreft het aanvullen van de voorraad PAC-3 Patriotraketten tot het niveau dat benodigd is voor de tweede hoofdtaak van Defensie.

Verlenging levensduur Patriot

Het project betreft de vernieuwing en instandhouding van componenten van de Patriot en de aan het wapen verbonden apparatuur. Hierdoor zal het Patriot-systeem tenminste tot 2040 operationeel kunnen worden ingezet voor lucht- en raketverdediging. Dit project versterkt de effectieve inzet, veiligheid en bescherming en hoogwaardige commandovoering.

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

Nederlandse militaire eenheden worden steeds vaker geconfronteerd met de dreiging van aanvallen met Rockets, Artillery and Mortars (RAM). Vooral de geïmproviseerde varianten van deze wapens zijn eenvoudig te verkrijgen, gemakkelijk te bedienen en vormen een significante bedreiging voor Nederlandse eenheden. Ook is er een toenemende dreiging van kleine onbemande vliegtuigen (Class 1 UAV of drones). Gestreefd wordt naar de introductie van multi-missie-sensoren die naast de dreigingen van RAM en Class 1 UAV ook de dreiging van Air Breathing Threats (vliegtuigen en helikopters) en Cruise Missies aankunnen.

Midlife Update Fennek

Dreigingen zijn complexer geworden en daarbij is het belang van het snel verzamelen, verwerken en analyseren van informatie vergroot. De Fennek levert aan informatievergaring een belangrijke bijdrage. Het doel van de Midlife Update is de Fennek technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden tijdens de resterende levensduur. De Midlife Update omvat een breed scala aan maatregelen voor verbetering van de functionaliteiten bescherming, vuurkracht, mobiliteit, waarneming, commandovoering, training en instandhouding.

Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL

De Midlife Update dient om het wapensysteem technisch inzetbaar te houden tot aan het einde van de levensduur en de operationele relevantie te waarborgen binnen de huidige veiligheidscontext en dreiging. Met de Midlife Update blijven ook de instandhoudingskosten van de CV90 beheersbaar. Daarnaast wordt de bescherming van de CV90 verhoogd.

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

Dit project betreft de internationale ontwikkeling van een nieuw pantserwielvoertuig, de Boxer. Het betreft de ontwikkeling van een gemeenschappelijk basisvoertuig en specifieke landgebonden missiemodulen. Voor Nederland worden momenteel voor operationeel gebruik vier versies voorzien: commandopost, ambulance, vracht, en genie.

Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL)

Dit project is een binationale samenwerking met Duitsland. De werkzaamheden omvatten onder andere het moderniseren van het elektronicaconcept en het vervangen van het interne ventilatiesysteem. Dit moet de beschikbaarheid van het systeem verbeteren. Daarnaast wordt het laadsysteem aangepast, zodat het mogelijk wordt de reguliere vuursnelheid ook met de lange dracht projectielen te behalen. Ten slotte wordt de bepantsering gemoderniseerd en wordt het zicht bij verplaatsingen bij duisternis verbeterd door aanpassingen van de nachtzichtapparatuur.

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)

Defensie beschikt over niet-voertuig gebonden anti-tank wapensystemen, waarmee vijandelijke pantservoertuigen en tanks kunnen worden bestreden. Om technische en operationele veroudering te voorkomen worden de huidige Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen en de Short Range Anti-Tank (SRAT) systemen vervangen.

Instandhouding land materieel

De instandhouding van het land materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de volgende tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Landmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat er sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Landmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Tabel 22 Instandhoudingsuitgaven Land materieel (bedragen x € 1 miljoen)

Wapensysteem

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen

57,1

44,7

47,0

38,0

33,7

32,7

32,7

Pantserwielvoertuigen

13,0

31,6

31,7

31,2

30,5

30,3

33,3

Grondgebonden Luchtverdediging

36,0

40,9

52,3

64,6

50,5

50,4

45,7

Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties

17,6

13,0

15,5

15,5

15,5

15,5

15,5

Ondersteunende tanks

17,7

12,6

15,6

14,9

14,9

14,9

14,9

Artillerie

29,1

27,0

26,7

26,7

26,2

28,2

28,2

Unmanned Aerial Vehicles

5,1

5,8

24,6

24,7

24,5

24,5

24,5

Vrachtwagens

16,9

13,5

17,5

15,3

14,4

13,4

12,8

Over-/onderprogrammering land materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering.

Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 6 Land materieel

3.4. Artikel 4: Lucht materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van het lucht materieel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 4 (Koninklijke Luchtmacht) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

649.025

636.913

1.220.762

849.210

1.204.329

945.741

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

1.321.130

1.196.398

1.089.750

1.136.912

1.084.409

855.897

waarvan juridisch verplicht

  

82,7%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

1.418.534

1.359.903

1.244.563

1.228.174

1.120.616

791.750

Verwerving: voorbereidingsfase

0

333

13.117

10.454

148.150

345.077

295.914

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

0

1.418.201

1.346.786

1.234.109

1.080.024

775.539

495.836

Instandhouding

       

Opdrachten

0

266.987

238.253

247.341

253.402

296.792

302.540

Instandhouding materieel

0

266.987

238.253

247.341

253.402

296.792

302.540

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 364.391

‒ 401.758

‒ 402.154

‒ 344.664

‒ 332.999

‒ 238.393

        

Ontvangsten

0

0

0

100

400

600

600

Overige ontvangsten materieel

0

0

0

100

400

600

600

Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

918.000

930.224

638.756

465.813

391.287

392.174

521.407

507.937

520.581

87.204

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

795.497

934.933

774.858

620.636

515.763

541.711

668.294

555.261

555.189

433.897

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

559.240

563.140

376.230

210.110

163.573

123.120

182.688

161.405

152.429

92.921

Verwerving: voorbereidingsfase

224.115

285.337

89.298

62.563

12.235

10.122

61.505

50.825

36.398

‒ 26.777

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

335.125

277.803

286.932

147.547

151.338

112.998

121.183

110.580

116.031

119.698

Instandhouding

          

Opdrachten

302.951

303.349

303.445

302.560

301.355

301.789

301.689

301.489

301.389

301.273

Instandhouding materieel

302.951

303.349

303.445

302.560

301.355

301.789

301.689

301.489

301.389

301.273

Over-/ onderprogrammering

‒ 66.694

68.444

95.183

107.966

50.835

116.802

183.917

92.367

101.371

39.703

           

Ontvangsten

600

600

700

800

800

900

900

1.000

1.000

1.000

Overige ontvangsten materieel

600

600

700

800

800

900

900

1.000

1.000

1.000

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 82,7% van het uitgavenbudget.

Verwerving lucht materieel

De geraamde uitgaven betreffen de uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die in de lucht worden ingezet, zoals de jachtvliegtuigen (F-16 en F-35), helikopters (Apache, Chinook, Cougar en NH-90) en tank- en transportvliegtuigen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving lucht materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Tabel 23 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Block upgrade NH-90

100-250

 

A-Brief

B/D-Brief

   

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.

Tabel 24 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Block upgrade NH-90

Het doel is om samen met de andere Europese NH-90 NATO Frigate Helicopter (NFH)-gebruikers in het internationale samenwerkingsverband zeker te stellen dat het wapensysteem tot de geplande End Life of Type (ELOT) (2040-2045) operationeel relevant en inzetbaar blijft en interoperabiliteit met andere eenheden gegarandeerd is.

Verwerving lucht materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Tabel 25 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit

100-250

 

B-brief

D-brief

   

Vervanging tactische luchttransport capaciteit

250-1.000

B-brief

 

D-brief

   

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • De behoeftestelling van het project Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit (A-brief) is 16 december 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 325). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.

  • De behoeftestelling van het project tactische luchttransport capaciteit (A-brief) is 12 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk Kamerstuk 27 830, nr. 317). Dit project is daarmee van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase verschoven.

Tabel 26 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Vervanging initiële vliegeropleidingscapaciteit

Dit betreft de vervanging van de PC-7 opleidingsvliegtuigen in verband met het geplande einde van de levensduur in 2026.

Vervanging tactische luchttransport capaciteit

Dit betreft de vervanging van de C-130 transportvliegtuigen. Einde levensduur stond in verband met een MLU gepland in 2030. Nu de MLU vervalt, wordt de C-130 eerder vervangen.

Verwerving lucht materieel - realisatiefase

De volgende lucht materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Tabel 27 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

AH-64D block II upgrade

118,3

79,9

6,1

16,4

16,0

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket

127,7

5,2

4,8

19,4

5,6

0,8

49,5

42,3

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

194,3

81,1

50,0

50,0

8,0

5,2

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Apache Remanufacture

952,5

33,9

44,8

142,8

165,2

261,8

179,1

125,0

Chinook Vervanging en Modernisering

1012,8

620,6

262,9

58,2

27,7

43,3

NH-90

1226,0

1080,2

5,3

27,0

56,5

40,0

17,0

Verwerving F-35

5928,1

2863,5

678,5

696,1

548,5

361,9

189,1

590,6

Bouw en inrichting F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35)

103,6

73,1

13,1

6,2

6,2

4,9

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • AH-64D zelfbescherming (ASE) is dit jaar niet meer opgenomen in het DMF, omdat het project een financiële omvang onder de 100 miljoen kent. Het DPO, dat gelijktijdig met het DMF op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden, omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.

  • De reeks voor de verwerving van de F-35 is niet langer commercieel vertrouwelijk en om die reden in deze begroting openbaar. Meer informatie over dit project is terug te vinden in de 'Voortgangsrapportage project Verwerving F-35', die jaarlijks gelijktijdig met de defensiebegrotingen op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden.

  • Eind 2020 is het project 'bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) uitgebreid om invulling te geven aan de verdere doorgroei van het F135 motoronderhoud in de komende jaren tot eind 2024. Daarom is dit project dit jaar voor het eerst zichtbaar in het DMF.

Tabel 28 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

AH-64D block II upgrade

De huidige versie van de Nederlandse Apache, de block I-versie, heeft de grenzen van haar operationele capaciteiten bereikt. De enige andere gebruiker van deze versie van de Apache, de Amerikaanse landmacht, is in hoog tempo zijn toestellen aan het moderniseren. Door de block II upgrade houdt Nederland operationele en logistieke aansluiting met de Verenigde Staten.

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket

Het project betreft de behoefte aan een lucht middellange- tot lange afstandsraket voor de F-35. Voor het jachtvliegtuig is een middellange tot lange afstandsraket een onmisbare capaciteit voor het scheppen en behouden van het luchtoverwicht en zelfverdediging.

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

Dit betreft de verwerving en introductie van een MALE UAV-systeem, bestaande uit vier MALE UAV-toestellen met sensoren en grondstations van waaruit de toestellen worden bediend.

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

Doel van dit internationale project onder de vlag van het Europees Defensie Agentschap is de gezamenlijke verwerving van Air-to-Air refueling- en lucht-transportcapaciteit (Multi Role Tanker Transport vliegtuigen) (MRTT). Het gaat hierbij om een reductie van de tekortkoming van een belangrijke strategische capaciteit in Europa. Naast het gebruik voor Air-to-Air refueling en luchttransport wordt inzet van de vliegtuigen voorzien voor humanitaire noodhulp en (medische) evacuaties.

Apache Remanufacture

De inzet van de AH-64D (Apache) wordt gaandeweg bemoeilijkt door technische en operationele factoren. De US Army, de belangrijkste gebruiker, biedt een Remanufacture programma aan waarmee de helikopter gemoderniseerd wordt naar de nieuwe E-standaard. Door deel te nemen aan het Remanufacture programma beschikt Defensie vanaf begin 2025 over een operationeel relevante, kosteneffectieve en toekomstbestendige Apachevloot en loopt daarmee gelijk op met de laatste standaard van de US Army, de AH-64E.

Chinook Vervanging en Modernisering

Dit betreft de verwerving van veertien nieuwe CH-47F MYII CAAS Chinook helikopters voor de vervanging van de elf oudere CH-47D toestellen en de uitbreiding van de vloot, alsmede de standaardisatie van de Chinookvloot door de modernisering van de huidige zes CH-47F(NL).

NH-90

Dit project betreft het verwerven van twaalf helikopters voor diverse maritieme taken en acht helikopters in een transportconfiguratie, die geschikt zijn gemaakt voor tactische transporttaken vanaf het land en vanaf schepen. Defensie neemt daarom deel aan het helikopterproject NH-90, een internationaal programma met België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Helikopters zijn inmiddels geleverd. Er vinden nog werkzaamheden plaats om de reeks geleverde producten op de afgesproken configuratie te brengen.

Verwerving F-35

Het project Verwerving F-35 heeft tot doel te voorzien in de aanschaf en invoering van de F-35 ter vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig. Defensie wil over 46 F-35 toestellen beschikken die in 2024 volledig operationeel inzetbaar zijn. Het project is er op gericht dat doel, het bereiken van de status Full Operational Capability (FOC), tijdig en binnen het investeringsbudget te halen.

Bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35)

Het project bouw en inrichten F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35) heeft tot doel het tijdig bouwen en inrichten van een nieuwe F-35 motorenonderhoudsfaciliteit op locatie Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW).

Instandhouding lucht materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2020 betreft het de realisatie. Voor 2021 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de luchtmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de luchtmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Zoals ook in de materieelagenda benoemd, kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie een mismatch tussen behoefte en budget. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Tabel 29 Instandhoudingsuitgaven Lucht materieel (bedragen x € 1 miljoen)

Wapensysteem

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Jachtvliegtuigen F-16

50,7

40,6

36,6

26,9

20,0

7,5

4,0

Jachtvliegtuigen F-35

63,3

99,3

124,8

154,0

198,5

242,6

242,4

Tankvliegtuigen KDC-10

11,0

7,1

4,0

3,2

3,0

3,0

3,0

Multi Role Tanker Transport (MRTT)

4,2

7,4

18,4

21,2

22,4

22,4

22,5

Transportvliegtuigen C-130

12,1

14,5

13,7

13,5

13,9

13,3

13,3

Gevechtshelikopters AH-64 Apache

32,5

38,5

30,4

30,4

30,9

30,1

30,1

Transporthelikopters CH-47 Chinook

23,8

25,4

26,4

26,3

26,8

25,9

25,9

Transporthelikopters AS-532 Cougar

29,9

23,9

16,6

13,0

13,2

13,5

13,5

Maritieme helikopers NH-90

44,1

42,9

50,6

50,8

51,4

51,5

51,5

Over-/onderprogrammering lucht materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2028 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 7 Lucht materieel

3.5. Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 8 (Defensie Ondersteuningscommando) van de Begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

740.127

812.035

793.068

588.068

579.038

524.772

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

781.878

851.402

826.380

622.464

616.757

564.761

waarvan juridisch verplicht

  

18,8%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

404.136

576.337

607.067

536.410

539.234

469.974

Verwerving: voorbereidingsfase

0

108.341

208.478

220.053

204.524

261.713

239.006

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

0

295.795

367.859

387.014

331.886

277.521

230.968

Instandhouding

       

Opdrachten

0

420.169

401.083

403.542

261.760

254.540

252.249

Instandhouding infrastructuur

0

420.169

401.083

403.542

261.760

254.540

252.249

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

0

0

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 42.427

‒ 126.018

‒ 184.229

‒ 175.706

‒ 177.017

‒ 157.462

        

Ontvangsten

0

25.199

25.599

27.899

27.899

27.899

27.899

Overige ontvangsten infrastructuur

0

25.199

25.599

27.899

27.899

27.899

27.899

Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

499.337

488.768

485.483

555.838

556.594

560.628

559.878

559.870

597.612

548.637

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

538.404

522.930

521.233

594.495

595.354

599.371

599.046

599.037

597.612

548.637

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

437.285

406.911

320.969

181.198

165.667

165.650

184.436

165.708

140.609

132.210

Verwerving: voorbereidingsfase

216.434

171.672

122.011

18.180

18.180

18.180

36.909

18.180

18.180

17.482

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

220.851

235.239

198.958

163.018

147.487

147.470

147.527

147.528

122.429

114.728

Instandhouding

          

Opdrachten

253.142

258.047

256.349

252.130

252.989

257.006

256.681

256.681

256.872

256.847

Instandhouding infrastructuur

253.142

258.047

256.349

252.130

252.989

257.006

256.681

256.681

256.872

256.847

Onzekerheidsreservering

      

42.188

2.033

  

Over-/ onderprogrammering

‒ 152.023

‒ 142.028

‒ 56.085

161.167

176.698

176.715

115.741

174.615

200.131

159.580

           

Ontvangsten

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

Overige ontvangsten infrastructuur

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

27.899

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het op 1 januari 2022 naar verwachting om 18,8% van het uitgavenbudget. Dit percentage is exclusief de jaarovereenkomst tussen het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Defensie en om die reden relatief laag, omdat de jaarovereenkomst tussen het RVB en Defensie begin januari 2022 tot stand komt en dan verplicht wordt. Naar verwachting wordt op basis van de jaarovereenkomst in januari 2022 61,4% van het jaarbudget verplicht.

Verwerving infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van infrastructuur en vastgoed, inclusief de bijbehorende apparaatskosten RVB en de inrichtingskosten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget.

Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan ((SVP), Kamerstuk 33763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt, is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende tien jaar. Binnen dit beschikbare budget kunnen nu, naast het bestaande bouw- en onderhoudsprogramma, twee revitaliseringsprogramma's ontwikkeld worden. Daarnaast zijn de middelen ingezet om reguliere investeringsachterstanden in te lopen, enkele locaties open te houden die niet conform planning konden worden afgestoten en voor dringende thematische problematiek, waarvoor op korte termijn moest worden ingegrepen vanwege (voedsel)veiligheid, wet- en regelgeving en prioriteiten ten behoeve van het personeel, zoals legering.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Tabel 30 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Revitalisering Johannes Postkazerne

100-250

A-brief

     

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project revitalisering Johannes Postkazerne is nieuw toegevoegd aan de voorbereidingsfase.

  • De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.

Tabel 31 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Revitalisering Johannes Postkazerne

Dit is de tweede kazerne die in het revitaliseringsplan is opgenomen, waarbij integraal het hele object doelmatig gereed gemaakt wordt voor de toekomst en weer op technische kwaliteit gebracht wordt.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Tabel 32 Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD

250-1.000

      

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij het volgende project:

  • Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.

Tabel 33 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD

Dit project voorziet in de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van 4 juni 2021 (Kamerstuk 30 977, nr. 342) is de Kamer over de laatste stand van zaken inzake de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en MIVD geinformeerd.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - realisatiefase

De volgende infrastructuur en vastgoed projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Tabel 34 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

DBFMO Nationaal Militair Museum

118,4

25,80

5,43

5,34

5,10

5,34

5,87

65,6

Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1)

165,0

5,4

75,1

63,0

21,4

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

156,4

123,9

17,8

14,8

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Aanpassing Vastgoed Defensie

313,6

58,1

45,4

57,8

39,3

30,4

29,9

52,7

DBFMO Kromhoutkazerne

621,6

169,6

33,5

31,8

28,2

29,1

31,9

297,6

Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Revitalisering Bernhardkazerne

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2021 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Op 20 januari 2021 is de A-brief voor de herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM) aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342). Dit project is daarmee van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.

  • De behoeftestelling Revitalisering Bernhardkazerne (A-brief) is 2 oktober 2020 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 919, nr. 70). Dit project is daarmee naar de realisatiefase verschoven.

Tabel 35 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

DBFMO Nationaal Militair Museum

De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van het gebouw, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels is het gebouw in gebruik genomen.

Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1)

Het programma Legering Defensiebreed is gestart naar aanleiding van de bevindingen van de vastgoedinventarisatie in 2019. Dit project betreft het eerste deel van het programma, fase 1, waarvan de uitvoering is gepland van 2020 tot en met 2022. Binnen fase 1 wordt voor 68 gebouwen groot onderhoud gepleegd en interieur vervangen. In 2022 wordt gestart met de voorbereiding van fase 2 Verbetering Legering.

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

Dit project betreft het op veiligheidsniveau aanpassen van de legeringsgebouwen in Nederland, Duitsland en het Caribisch gebied en is in uitvoering. Waar nodig worden interim-maatregelen getroffen voor de legering. De Kamer is hierover op 25 april 2019 en 22 mei 2020 geïnformeerd met de brieven Stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstukken 2018-2019, 34919, nr. 35 en 2019-2020, 34919, nr. 55) en de afwijkingsrapportage Defensie Projectenoverzicht op 20 mei 2020 (Kamerstuk 2019-2020, 27830, nr. 306). In 2022 wordt het programma naar verwachting afgerond.

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

De huidige zeer gedateerde en niet meer passende huisvesting van MatlogCo, Afdeling Techniek wordt vervangen door nieuwe en toekomstbestendige huisvesting in het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL). Het TCL wordt het Centrum voor technologische activiteiten in het grondgebonden domein. Defensie krijgt met de bouw) van het TCL een moderne faciliteit voor technisch hoogwaardige, betrouwbare eninnovatieve instandhouding, modificaties en beproevingen van grondgebonden systemen en voor concept development & experimentation ICD&E).

Aanpassing Vastgoed Defensie

Dit project betreft het aanpassen van bestaande infrastructuur aan nieuwe en aangescherpte wet- en regelgeving en bestaat uit zeven deelprojecten: o.a. vervanging HCFKs, op norm brengen van drinkwaterinstallaties, verwijderen van asbest, vervangen brandmeldinstallaties, inventarisatie onderhoudsstaat monumenten, middelgrote stookinstallaties en brandveilig maken van overige gebouwen niet zijnde legering.

DBFMO Kromhoutkazerne

De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie integraal aanbesteed. Om deze reden is dit geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van deze gebouwen, is het Design, Build en Finance deel van het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels zijn de gebouwen in gebruik genomen.

Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM)

Op 14 februari 2020 heeft het Kabinet het voorgenomen besluit genomen om de marinierskazerne op Kamp Nieuw Milligen (KNM) in Apeldoorn te realiseren (Kamerbrief 33 358, nr. 15). Dit is op 14 juli 2020 omgezet in een definitief besluit waarover de Kamer is geïnformeerd met de Kamerbrief "definitief besluit verhuizing Korps Mariniers". Op 20 januari 2021 is de A-brief van dit project aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 342) en op 9 juli 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de publiek-private comparator (Kamerstuk 27 830, nr. 342) .

Revitalisering Bernhardkazerne

Dit is het eerste project in het revitaliseringsplan voor het Defensievastgoed. De Bernhardkazerne vormt een pilot waarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak vanuit een objectbenadering in plaats van de huidige gebouwbenadering, om zo een object in samenhang weer op technische kwaliteit te brengen.

Instandhouding infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld over totaal 464 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 350 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag. Zoals aangegeven in de leeswijzer onder de opzet DMF wordt naar aanleiding van de toezegging van de Minister (Kamerstuk 35 280, nr. 7) vanaf dit jaar de instandhoudingsbijlage vastgoed opgenomen in de begroting van het DMF.

Daarnaast kennen de instandhoudingsbudgetten van defensie - zoals ook in de materieelagenda aangegeven - een mismatch met de behoefte. Hierdoor zal materieel nu en in de toekomst niet, niet tijdig of niet volledig gereed zijn voor inzet. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhousingsknelpunten aangepakt worden; voor de instandhouding van materieel blijft daarom verder herstel nodig.

Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2029 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 8 Infrastuctuur en vastgoed

Ontvangsten

De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s. Voor vastgoedprojecten met een financiële omvang in het Defensie Lifecycle Plan (DLP) van meer dan € 50 miljoen en waarvoor door het RVB nog geen financiële verplichting is aangegaan met een marktpartij wordt één keer per jaar beoordeeld of de gehanteerde kostenkengetallen nog actueel zijn.

3.6. Artikel 6: IT

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en instandhouden van de IT van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is nauw gerelateerd aan beleidsartikel 7 (Defensie Materieel Organisatie) van de begroting Hoofdstuk X.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

824.387

689.361

757.491

520.428

516.386

499.688

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

824.387

792.011

757.491

520.428

516.386

499.688

waarvan juridisch verplicht

  

39,7%

    
        

Verwerving

       

Opdrachten

0

663.264

773.237

627.935

516.329

429.903

335.242

Verwerving: voorbereidingsfase

0

225.994

425.475

369.808

346.176

330.031

255.883

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

0

437.270

347.762

258.127

170.153

99.872

79.359

Instandhouding

       

Opdrachten

0

308.453

303.866

302.702

250.621

251.229

249.219

Instandhouding infrastructuur

0

308.453

303.866

302.702

250.621

251.229

249.219

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

0

0

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 147.330

‒ 285.092

‒ 173.146

‒ 246.522

‒ 164.746

‒ 84.773

        

Ontvangsten

0

15.181

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

Overige ontvangsten infrastructuur

0

15.181

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Verplichtingen

470.971

434.720

507.680

448.673

467.638

489.154

803.875

787.243

463.913

443.172

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

470.971

434.720

507.680

448.673

467.638

489.154

803.875

787.243

463.913

440.172

waarvan juridisch verplicht

          
           

Verwerving

          

Opdrachten

308.909

233.670

198.746

327.619

129.121

127.181

126.141

123.398

122.214

117.610

Verwerving: voorbereidingsfase

226.666

153.015

123.684

251.975

55.968

55.968

55.968

53.161

53.248

48.000

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verwerving: realisatie

82.243

80.655

75.062

75.644

73.153

71.213

70.173

70.237

68.966

69.610

Instandhouding

          

Opdrachten

237.101

237.414

237.018

237.183

237.466

237.002

237.052

239.809

237.879

238.124

Instandhouding infrastructuur

237.101

237.414

237.018

237.183

237.466

237.002

237.052

239.809

237.879

238.124

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Over-/ onderprogrammering

‒ 75.039

‒ 36.364

71.916

‒ 116.129

101.051

124.971

440.682

424.036

103.820

84.438

           

Ontvangsten

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

Overige ontvangsten infrastructuur

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

16.769

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2022 gaat het naar verwachting om 39,7% van het uitgavenbudget.

Verwerving IT

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in IT. Onderstaande tabellen tonen de IT-projecten voor de komende vijftien jaar die groter zijn dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar voorbereidingsfase, onderzoeksfase en realisatiefase. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget. Aangezien Defensie een nog meer informatiegestuurde organisatie wil worden zal een groter deel van het investeringsbudget binnen de Defensiebegroting, nu en in de toekomst, bestemd worden voor IT uitgaven. Momenteel wordt gewerkt aan een analyse van de concrete investeringsbehoefte voor IT.

Verwerving IT - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de IT projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

Tabel 36 Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Joint EOV: Electronic attack

100-250

 

A-brief

    

SAP4HANA

100-250

      

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het project Joint EOV: Electronic attack is toegevoegd aan de voorbereidingsfase.

Tabel 37 Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Joint EOV: Electronic attack

Het project Joint EOV: Electronic attack voorziet in capaciteit om cyber- en elektromagnetische activiteiten te beïnvloeden.

SAP4HANA

Dit project betreft het invoeren van een nieuw Enterprise Resource System, ter vervanging van het huidige verouderende SAP, bedoeld om de defensiebrede bedrijfsvoering, materiele gereedheid en besturing doelmatig te ondersteunen op het gebied van materieellogistiek en financiën. Als zodanig is het essentieel voor het ondersteunen van operationele activiteiten.

Verwerving IT - onderzoeksfase

Er zijn dit jaar geen IT verwervingsprojecten boven de € 100 miljoen die zich in de onderzoeksfase bevinden.

Verwerving IT - realisatiefase
Tabel 38 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Programmabudget

t/m 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

GrIT

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Er is een wijziging ten opzichte van de begroting 2021 bij het volgende programma:

  • Het programma GrIT is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase verschoven.

Tabel 39 Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Toelichting

GrIT

De IT-infrastructuur binnen Defensie dient te worden vervangen, om voor de langere termijn de continuïteit te waarborgen. Het belang en invloed van IT op zowel de operationele inzet als de bedrijfsvoering is groot. Vernieuwing van de IT-infrastructuur is nodig om invulling te kunnen geven aan de ambities van Defensie zoals verwoord in de Defensienota 2018. Met GrIT legt Defensie hiervoor de basis. De doelstelling van GrIT is het samen met de markt realiseren van het fundament voor de nieuwe IT van Defensie en het migreren van de bijbehorende huidige applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT. Het programma GrIT heeft daarmee de opdracht om in samenwerking met de markt een technisch en organisatorisch IT-platform voor de IT vernieuwing van Defensie te realiseren.

Instandhouding IT

De geraamde uitgaven dienen voor instandhouding van de IT van Defensie.

De instandhoudingsbudgetten van Defensie zijn te laag. Dat geldt ook voor de instandhouding IT. Binnen de huidige kaders van de begroting kunnen dus niet alle instandhoudingsknelpunten bij de IT aangepakt worden. Onderzoek door een extern bureau heeft aangegeven dat de mismatch tussen behoefte en budget in de instandhouding IT tenminste € 100 miljoen per jaar is. Hierdoor zal de IT bij Defensie nu en in de toekomst niet volledig kunnen bijdragen aan de inzet en de bedrijfsvoering. Voor 2022 en 2023 is reeds € 50 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het budget voor IT-exploitatie.

Over-/en onderprogrammering IT

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2031 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. Op dit moment wordt een overprogrammering van maximaal 30 procent gehanteerd. Over de gehele looptijd sluit het fonds op nul, doordat de overprogrammering in eerdere jaren wordt gecompenseerd door onderprogrammering in latere jaren.

Figuur 9 IT

Ontvangsten

Dit zijn de ontvangsten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan IT, bijvoorbeeld als het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van Defensie diensten levert aan derden.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.

3.7. Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die vanuit de reguliere Defensiebegroting (Hoofdstuk X) overgeheveld worden naar het DMF. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn daarom terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X; artikel 13: Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 7 Bijdragen andere begrotingen rijk (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Ontvangsten

0

4.937.599

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

Subtotaal

0

4.937.599

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

4.937.599

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1)

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

4.937.599

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

Artikel 7 Bijdragen andere begrotingen rijk (bedragen x € 1.000)
 

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Ontvangsten

4.385.249

4.297.403

4.463.985

4.292.684

4.291.569

4.272.952

4.279.643

4.279.989

4.265.310

4.280.977

Subtotaal

4.385.249

4.297.403

4.463.985

4.292.684

4.291.569

4.272.952

4.279.643

4.279.989

4.265.310

4.280.977

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

4.385.249

4.297.403

4.463.985

4.292.684

4.291.569

4.272.952

4.279.643

4.279.989

4.265.310

4.280.977

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

4.385.249

4.297.403

4.463.985

4.292.684

4.291.569

4.272.952

4.279.643

4.279.989

4.265.310

4.280.977

4. BIJLAGEN

Bijlage 1: Instandhouding Vastgoed

In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de instandhouding van het vastgoed van Defensie.1

1. Instandhouding van het vastgoed

Scope van instandhouding Onder instandhouding vallen alle activiteiten op het vlak van het onderhouden van het vastgoed in eigendom, de huur van vastgoed en de inrichting van ruimten. Daarnaast vallen ook de Commandanten Voorzieningen (COVO) voor kleine aanpassingen binnen de scope, net als adviesuren van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Aanpassingen aan nieuwe wetgeving en verduurzaming van vastgoed vallen onder investeringen, tenzij deze bij onderhoud gelijk mee te nemen zijn. Door de ruimere definitie van instandhouding is de budgetreeks in onderstaande tabel groter dan die opgenomen in het strategisch vastgoedplan.

Aanpak instandhouding Voor het onderhoud van het vastgoed wordt onderscheid gemaakt tussen planbaar en niet-planbaar onderhoud. Planbaar onderhoud (PO) wordt gepland op basis van inspecties die worden verzorgd door het RVB. Niet-planbaar onderhoud (NPO) vindt plaats op moment dat storingen optreden. Periodiek worden gebouwen geïnspecteerd om de staat van het vastgoed vast te stellen. Het streven is om gemiddeld genomen een gebouw een keer in de zes jaar te inspecteren. Op dit moment loopt bij het RVB de aanbesteding van een onderhoudsmanagementsysteem (OMS) waardoor frequenter, near realtime inzicht gaat ontstaan in de staat van het vastgoed.

De bevindingen uit de inspecties worden afgezet ten opzichte van het gevraagde kwaliteitsniveau en worden daarna via het Meerjarig Onderhoudsplan (MJOP) geprioriteerd en afgestemd met de Defensieonderdelen. Hierbij wordt gekeken naar criteria zoals veiligheid, wettelijke verplichting en operationele noodzaak. NPO betreft de herstelwerkzaamheden en reparaties die niet zijn voorzien en niet kunnen wachten om opgenomen te worden in het MJOP. Ook het opheffen van manco’s naar aanleiding van keuringen wordt vanuit het NPO betaald. Voor een gezonde portefeuille zou een verhouding tussen PO en NPO van 80 / 20 verwacht worden. In werkelijkheid is door de achterstanden in onderhoud die verhouding 40 / 60.

Binnen instandhouding kan onderscheid gemaakt worden in de volgende activiteiten die het RVB voor Defensie uitvoert:

  • Instandhouding Gebouwen

  • Instandhouding Start & Rolbanen

  • Instandhouding ECT (ondergrondse infra, wegen, havens)

  • Instandhouding Schietbanen

  • Cyclisch Terrein Technisch onderhoud (bos- en groenvoorziening)

  • Vastgoedinformatie

  • Juridisch- en omgevingsbeheer

  • Keuringen

Instandhouding van Beveiligingssystemen wordt op dit moment door RVB uitgevoerd, maar gaat met de implementatie van DBBS over naar Defensie. Ook de instandhouding van vastgoed buiten Nederland voert Defensie zelf uit, net als de storingen via de Servicedienst Vastgoed Defensie.

Prioritering van werkzaamheden is noodzakelijk. Zoals ook uit het IBO Vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 77) blijkt is de omvang van de Defensieportefeuille niet in balans met het beschikbare budget. Er is meer budget nodig of minder vastgoed. Er is onvoldoende budget beschikbaar om de bestaande onderhoudsachterstand van het vastgoed weg te werken en deze op de afgesproken kwaliteitsniveaus te krijgen en te behouden. Prioriteit wordt gegeven aan veiligheid en wettelijke verplichtingen.

Met het RVB worden in een jaaropdracht afspraken gemaakt over de te leveren prestaties en de hiervoor beschikbare middelen. Het RVB is verantwoordelijk voor de uitvoering van de daarbij horende beheer- en onderhoudsregimes. De prestaties van vastgoed en infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de prestaties.

Kengetallen Defensie heeft met het RVB een afspraak gemaakt over de hoeveelheid te beheren vastgoed en om tenminste 90 procent van de wettelijke keuringen voor installaties tijdig goedgekeurd te hebben. Defensie is met het RVB in overleg over het verbeteren van de informatievoorziening, rapportagesystematiek en meetindicatoren, zoals hersteltijd storingen, projecttevredenheid, inspecties en doelmatigheid. De noodzaak en urgentie hiertoe sluiten aan op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer die hebben geleid tot de ernstige onvolkomenheid voor vastgoedmanagement (Kamerstuk 35830-X, nr. 2).

Tabel 40 Kengetallen

Gebied

Indicator

Hoeveelheid

Bruto Vloer Oppervlakte (x 1.000)

Aantal m2 kantoren/lesgebouwen

1.584

 

Aantal m2 legering

804

 

Aantal m2 hangars/stallingen

500

 

Aantal m2 bunkers/shelters

158

 

Aantal m2 werkplaatsen/magazijnen

1.801

 

Aantal m2 overige gebouwen

1.148

 

Aantal m2 totaal

5.995

Keuringen

% installaties

90%

2. Budgettaire aspecten

Onderstaand worden de beschikbare budgetten en de budgetbehoefte tot en met 2036 in een overzicht samengebracht. De behoefteraming vindt plaats op basis van normering van instandhoudingskosten per locatie op basis van pxq (m2 per type terrein of gebouw x tarief). Hoe hoger het kwaliteitsniveau, hoe hoger de instandhoudingskosten. Ten aanzien van de instandhoudingsbehoefte wordt uitgegaan dat de komende jaren extra budget nodig is. Net als eerder voor 2020 en 2021 is hiertoe voor 2022 en 2023 € 140 miljoen per jaar vrijgemaakt uit de investeringen en toegevoegd aan het onderhoudsbudget. Het tekort is groot, waarbij de verwachting is dat met € 140 miljoen extra geen achterstanden worden ingelopen, maar nog wel sprake is van een beheerste realisatie. Zoals uit het Strategisch vastgoedplan (Kamerstuk 33 763, nr. 151) en het IBO blijkt, is een grote inspanning nodig om de vastgoedportefeuille in evenwicht te krijgen. Doordat in de feitelijke situatie de komende jaren nog sprake is van achterstanden is de daadwerkelijke behoefte door niet-gepland onderhoud hoger. Zonder ingrijpen is het de verwachting dat de instandhoudingsbehoefte en het potentiële tekort verder oplopen. Vanwege de urgente situatie is eind 2020 alvast gestart met een interne verkenning naar handelingsopties langs de lijnen van concentratie, verduurzaming en vernieuwing om de financiering van het vastgoed niet langer ten koste te laten gaan van andere prioriteiten binnen de Defensieorganisatie, zoals IT, munitie, personeel en materieel. Deze interne verkenning vormt één van de elementen die kan worden gebruikt bij de inhoudelijke appreciatie van alle aanbevelingen uit het IBO.

Tabel 41 Behoefte en budget

Artikelonderdeel

 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

DMF 5.2

Instandhouding

         
 

Behoefte/raming

0

420.169

401.083

403.542

401.760

394.540

392.249

393.142

398.047

 

Budget

0

420.169

401.083

403.542

261.760

254.540

252.249

253.142

258.047

 

Potentiele disbalans

    

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

           

Artikelonderdeel

 

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

 

DMF 5.2

Instandhouding

         
 

Behoefte/raming

396.349

392.130

392.989

397.006

396.681

396.681

396.872

396.847

 
 

Budget

256.349

252.130

252.989

257.006

256.681

256.681

256.872

256.847

 
 

Potentiele disbalans

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

‒ 140.000

 

3. Overig

Defensie heeft een aantal instandhoudingsprogramma’s opgenomen in de investeringen, met name op het gebied van Keukens en Legering. Het betreft vervangingsinvesteringen en zijn daarom geen onderdeel van het instandhoudingsbudget, maar dragen wel gericht bij aan het wegwerken van achterstanden en het verbeteren van het leefklimaat.

Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2021 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  • 1. Interdepartementale overboekingen

Vanuit diverse ministeries is budget naar het DMF overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 3,7 miljoen voor 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.

Tabel 42 Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)

No.

Omschrijving

beleidsartikel

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2.a

Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten

1

‒ 630

     

2.b

Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize

1

‒ 219

     

2.c

Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

1

318

     

2.d

Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

1

 

159

    

2.e

Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid

3

4.243

4.276

1.177

  

30

2.f

Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement

6

‒ 845

‒ 959

‒ 1.677

‒ 1.747

‒ 1.747

513

2.g

Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid

6

 

98

103

 

77

 

2.h

Bijdrage van J&V voor implementatie grenzen en veiligheid

6

 

172

295

303

437

 
 

Totaal

 

2.867

3.746

‒ 102

‒ 1.444

‒ 1.233

543

  • 2. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals instandhouding en verwerving zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Artikel 1: Defensiebreed materieel
Tabel 43 Artikel 1: Defensiebreed materieel
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

669.194

796.997

491.898

571.538

558.270

617.581

709.996

651.759

681.867

655.832

620.903

763.032

690.016

578.866

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

80.314

88.048

44.789

37.515

40.395

26.705

27.208

22.328

25.997

27.837

27.827

27.827

‒ 43.347

38.837

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

749.508

885.045

536.687

609.053

598.665

644.286

737.204

674.087

707.864

683.669

648.730

790.859

646.669

617.703

  

Nieuwe mutaties

                

Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten

‒ 630

               

Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

318

               

Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

 

159

              

Bijstellen ontvangsten DLP 21.1

2.240

4.880

8.720

8.720

8.720

8.720

8.720

8.720

5.240

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

Bijstellen valuta berekeningsmethode

145

56

23

             

Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

‒ 40.000

               

Budget t.b.v. munitie, opleiding en training

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

IT-exploitatie

 

‒ 50.000

‒ 50.000

             

Bewaken en Beveiligen

 

‒ 10.000

‒ 10.000

             

Instandhouding vastgoed

 

‒ 140.000

‒ 140.000

             

Doorlichting Matlogketen

 

‒ 6.000

‒ 6.000

             

Hard ballistic plating t.b.v. i-701 schietbeleid

 

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

Plan van aanpak veiligheid

 

‒ 10.000

‒ 20.000

             

Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

‒ 480

Conversie kustwachten

 

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

DLP 21.0 beleidsrijk

‒ 4.668

‒ 22.095

‒ 36.334

‒ 32.934

‒ 29.734

‒ 28.434

76.110

84.412

80.612

80.612

84.812

84.812

84.812

7.512

51.866

‒ 5.700

Extrapolatie 2035/2036

              

599.802

795.828

Fase inspectie Tucsonvloot

‒ 1.000

‒ 480

              

Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD

 

3

207

207

207

207

207

207

207

207

207

207

207

207

207

207

Herschikken van inhuurbudget van DMO

2.371

               

Herschikking binnen bekostigingsuitgaven van kennis en innovatie

                

Herschikking budget maritieme grensversterking

2.226

               

Herschikking budget militaire uitrusting

           

7.495

7.495

7.495

7.495

7.495

Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers

‒ 1.750

               

Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto

 

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

‒ 11

Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF

   

3.115

2.655

2.655

          

Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding

80

               

Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding

707

               

Herschikking onder- en overprogrammering

173.140

333.082

605.233

230.467

178.768

155.673

‒ 85.186

‒ 226.872

‒ 192.216

‒ 121.608

‒ 123.328

‒ 130.166

11.707

81.475

80.406

‒ 38.514

Herschikking prijsbijstelling naar DMF

 

249

243

244

244

245

245

245

245

245

245

245

245

245

245

245

Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget

‒ 795

12

‒ 7

‒ 7

‒ 7

‒ 6

1.210

2.178

597

86

‒ 255

‒ 761

‒ 7.998

‒ 7.545

‒ 125

 

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

‒ 461

‒ 500

‒ 500

‒ 500

‒ 500

           

Herschikkingen binnen het DLP 21.1

13.326

‒ 62.957

‒ 31.957

1.722

2.192

1.107

587

759

‒ 89

3.826

      

Implementatie breed offensief tegen de ondermijnende capaciteit

 

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

11

Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering

   

‒ 33.914

33.914

           

Overboeking defensie naar TNO voor Avatar

‒ 219

               

Stand ontwerpbegroting 2022

954.058

983.034

917.895

847.753

856.704

846.033

800.677

605.316

664.040

710.017

673.391

815.671

806.117

770.072

802.876

822.541

Artikel 2: Maritiem materieel
Tabel 44 Artikel 2: Maritiem materieel
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

631.224

863.319

860.001

1.126.310

1.124.504

1.307.309

1.487.230

1.416.324

1.289.013

1.069.514

1.030.954

921.757

1.003.677

1.055.836

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

‒ 42.223

1.971

11.627

18.945

12.647

24.042

28.393

28.610

29.858

28.295

28.796

28.805

28.753

28.901

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

589.001

865.290

871.628

1.145.255

1.137.151

1.331.351

1.515.623

1.444.934

1.318.871

1.097.809

1.059.750

950.562

1.032.430

1.084.737

  

Nieuwe mutaties

                

Bijstellen valuta berekeningsmethode

802

586

437

461

1.108

525

‒ 26

‒ 26

‒ 26

‒ 26

‒ 26

‒ 27

‒ 28

‒ 28

‒ 26

 

Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026

      

‒ 4.081

‒ 3.706

‒ 1.543

‒ 4.251

‒ 3.383

‒ 3.368

‒ 3.458

‒ 3.201

‒ 6.101

 

Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

20.000

               

DLP 21.0 beleidsrijk

      

‒ 19.997

‒ 13.597

‒ 13.597

‒ 13.597

‒ 19.997

‒ 19.997

‒ 19.997

‒ 1.631

‒ 11.746

 

Extrapolatie 2035/2036

              

1.052.104

823.416

Herschikking budget maritieme grensversterking

‒ 2.226

               

Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie

‒ 38

               

Herschikking onder- en overprogrammering

‒ 39.220

‒ 282.080

‒ 252.986

‒ 235.740

‒ 279.477

‒ 146.758

‒ 87.221

95.178

182.780

219.074

268.648

231.287

‒ 72.130

‒ 136.176

‒ 62.584

401.097

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

‒ 200

‒ 150

              

Herschikking van de instandhoudingsbudgetten

650

               

Herschikkingen binnen het DLP 21.1

‒ 2.200

               

Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine

15.000

               

Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering

   

‒ 54.192

54.192

           

Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van de Marine

‒ 50

‒ 84

‒ 84

‒ 36

            

Toedelen taakstelling Marine

‒ 7.803

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit

‒ 46

‒ 61

‒ 61

‒ 15

            

Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie

‒ 64

‒ 84

‒ 84

‒ 22

            

Verlenging plaatsing reservist

‒ 36

‒ 36

              

Stand ontwerpbegroting 2022

573.570

576.381

611.850

848.711

905.974

1.178.118

1.397.298

1.515.783

1.479.485

1.292.009

1.297.992

1.151.457

929.817

936.701

964.647

1.217.513

Artikel 3: Land materieel
Tabel 45 Artikel 3: Land materieel
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

605.553

643.123

731.966

774.749

713.549

615.400

566.644

470.228

801.038

847.017

1.001.982

904.893

611.532

727.861

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

28.541

‒ 15.297

506

29.962

39.940

41.849

17.440

22.591

18.921

17.071

16.844

16.841

16.830

15.786

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

634.094

627.826

732.472

804.711

753.489

657.249

584.084

492.819

819.959

864.088

1.018.826

921.734

628.362

743.647

  

Nieuwe mutaties

                

Bijstellen ontvangsten DLP 21.1

   

10.000

            

Bijstellen valuta berekeningsmethode

1.454

738

727

1.465

2.005

1.969

‒ 66

‒ 64

‒ 74

‒ 66

‒ 233

‒ 68

‒ 78

‒ 70

‒ 80

 

Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026

      

‒ 566

‒ 4

‒ 4

‒ 21

‒ 433

‒ 437

‒ 439

‒ 2.250

‒ 3.537

 

Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

20.000

               

DLP 21.0 beleidsrijk

      

‒ 44.403

‒ 44.403

‒ 44.403

‒ 44.403

‒ 42.203

‒ 42.203

‒ 42.203

‒ 9.797

‒ 28.855

 

Extrapolatie 2035/2036

              

1.088.270

927.844

Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten

4.243

4.276

1.177

             

Herschikking budget t.b.v. aanschaf warmtebeeldkijkers

1.750

               

Herschikking onder- en overprogrammering

‒ 44.006

34.493

‒ 65.724

61.131

27.620

‒ 6.523

2.456

‒ 5.524

‒ 111.966

‒ 49.661

‒ 91.443

‒ 60.255

30.035

43.428

‒ 31.442

33.656

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

‒ 133

               

Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering

   

‒ 44.478

44.478

           

Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie

  

‒ 214

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

‒ 213

Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door het DOSCO

 

‒ 1.197

              

Stand ontwerpbegroting 2022

617.402

666.136

668.438

832.616

827.379

652.482

541.292

442.611

663.299

769.724

884.301

818.558

615.464

774.745

1.024.143

961.287

Artikel 4: Lucht materieel
Tabel 46 Artikel 4: Lucht materieel
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

1.420.232

1.314.045

1.409.728

1.275.133

939.931

848.550

629.983

805.998

638.986

654.602

554.798

563.624

624.169

501.860

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

‒ 26.177

‒ 32.801

‒ 34.179

‒ 12.182

‒ 19.733

‒ 15.597

16.373

15.117

23.441

23.210

23.577

25.420

23.512

24.193

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

1.394.055

1.281.244

1.375.549

1.262.951

920.198

832.953

646.356

821.115

662.427

677.812

578.375

589.044

647.681

526.053

  

Nieuwe mutaties

                

Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening

‒ 1.000

               

Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35

    

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

Bijstellen valuta berekeningsmethode

305

153

14

‒ 3.474

‒ 5.274

‒ 3.644

‒ 6.248

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

‒ 6.660

 

Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026

      

‒ 15.230

‒ 17.408

‒ 2.979

‒ 3.379

‒ 2.743

‒ 475

‒ 3.783

‒ 2.601

‒ 2.106

 

Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

20.000

               

Budget t.b.v. de aanleg van gebouwbekabeling in Gilze Rijen

‒ 25

               

Budgetoverheveling vanuit DMO t.b.v. supportcontract met industrie

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

480

DLP 21.0 beleidsrijk

      

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 28.312

‒ 1.784

‒ 16.965

 

Extrapolatie 2035/2036

              

538.320

801.172

Herschikking budget naar militaire uitrusting

 

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

 

Herschikking materiële exploitatie luchtmacht naar instandhouding

306

               

Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten

‒ 1.000

               

Herschikking onder- en overprogrammering

‒ 89.914

‒ 85.495

‒ 286.523

‒ 55.858

73.089

‒ 2.392

169.951

137.218

121.402

‒ 47.805

‒ 53.877

‒ 40.866

30.388

11.273

13.620

‒ 396.239

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

‒ 165

               

Herschikking van de instandhoudingsbudgetten

‒ 1.912

               

Kasschuif i.v.m. onder- en overprogrammering

   

‒ 67.416

67.416

           

Risicoreservering en delta exploitatie naar realisatie

  

214

213

213

213

213

213

213

213

213

213

213

213

213

213

Stand ontwerpbegroting 2022

1.321.130

1.196.398

1.089.750

1.136.912

1.084.409

855.897

795.497

934.933

774.858

620.636

515.763

541.711

668.294

555.261

555.189

433.897

Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed
Tabel 47 Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

684.927

617.788

611.140

582.084

576.481

525.672

508.961

508.320

507.589

579.388

580.085

584.102

583.777

583.773

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

75.281

18.388

12.934

12.074

11.970

10.783

10.783

10.783

10.783

10.465

10.627

10.627

10.627

10.627

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

760.208

636.176

624.074

594.158

588.451

536.455

519.744

519.103

518.372

589.853

590.712

594.729

594.404

594.400

  

Nieuwe mutaties

                

Aanvullende opdrachten commandantenvoorziening

1.000

               

Omgevingswet

 

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

800

Instandhouding vastgoed

 

140.000

140.000

             

DLP 21.0 beleidsrijk

1.368

17.095

23.934

23.934

23.934

23.934

14.702

         

Extrapolatie 2035/2036

              

593.003

545.232

Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed

16.600

               

Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto

 

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

‒ 6

Herschikking materieel naar instandhouding infra

 

667

667

667

667

667

667

667

        

Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding

 

300

300

300

300

300

300

300

        

Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding

460

               

Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget

836

59

    

‒ 414

‒ 545

‒ 544

1.237

1.237

1.237

1.237

1.232

1.204

 

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

810

               

Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven

403

               

Herschikking van de instandhoudingsbudgetten

‒ 750

               

Herschikkingen binnen het DLP 21.1

‒ 5.400

52.500

34.000

             

Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel

 

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit

 

389

386

386

386

386

386

386

386

386

386

386

386

386

386

386

Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen

5.000

               

Toedelen taakstelling Marine

1.343

               

Vervanging hekwerk Nassaukazerne voor de Landmacht door DOSCO

 

1.197

              

Stand ontwerpbegroting 2022

781.878

851.402

826.380

622.464

616.757

564.761

538.404

522.930

521.233

594.495

595.354

599.371

599.046

599.037

597.612

548.637

Artikel 6: IT
Tabel 48 Artikel 6: IT
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

599.169

711.352

669.010

497.768

504.058

491.731

457.589

422.347

489.079

435.382

450.180

471.190

697.490

762.490

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

225.181

8.828

12.953

1.849

‒ 6.524

‒ 8.627

11.723

11.723

11.723

11.598

11.598

11.598

92.782

11.598

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

824.350

720.180

681.963

499.617

497.534

483.104

469.312

434.070

500.802

446.980

461.778

482.788

790.272

774.088

  

Nieuwe mutaties

                

Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement

‒ 845

‒ 959

‒ 1.677

‒ 1.747

‒ 1.747

           

Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk

64

3

3

3

3

           

Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten

200

150

              

Bijstellen valuta berekeningsmethode

37

69

‒ 27

             

IT-problematiek KMar (exploitatie)

 

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

IT-exploitatie

 

50.000

50.000

             

Reservering HR-model

 

5.000

15.000

13.500

15.000

11.500

          

Omgevingswet

 

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

40

Budget t.b.v. de aanleg van gebouwbekabeling in Gilze Rijen

25

               

DLP 21.0 beleidsrijk

3.300

5.000

12.400

9.000

5.800

4.500

1.900

1.900

5.700

5.700

5.700

5.700

5.700

5.700

5.700

5.700

Extrapolatie 2035/2036

              

458.150

433.330

Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten

 

270

398

303

514

543

          

Herschikken budget voor IT problematiek KMar

 

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD

 

‒ 214

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

‒ 669

Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten

‒ 500

               

Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten

‒ 100

‒ 275

‒ 175

‒ 175

‒ 175

           

Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding

8

               

Herschikking prijsbijstellling a.g.v. fluctuaties in budget

‒ 41

‒ 71

7

7

7

6

‒ 796

‒ 1.633

‒ 53

‒ 1.323

‒ 982

‒ 476

6.761

6.313

‒ 1.079

 

herschikking taken en middelen agv van assortimentsgewijs (agw) werken

706

               

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

500

650

500

500

500

           

Herschikking van de instandhoudingsbudgetten

2.012

               

Herschikkingen binnen het DLP 21.1

‒ 5.726

10.457

‒ 2.043

‒ 1.722

‒ 2.192

‒ 1.107

‒ 587

‒ 759

89

‒ 3.826

      

Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO

 

211

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

Ontvangst Portugal gebaseerd op extra uitgaven

757

               

Toedelen taakstelling Marine

‒ 360

               

Stand ontwerpbegroting 2022

824.387

792.011

757.491

520.428

516.386

499.688

470.971

434.720

507.680

448.673

467.638

489.154

803.875

787.243

463.913

440.172

Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk
Tabel 49 Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

Stand ontwerpbegroting 2021

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

4.275.817

4.229.977

4.144.550

4.285.946

4.120.009

4.117.176

4.086.772

4.088.835

4.088.760

  

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

318.044

66.553

46.046

85.579

76.111

76.571

109.336

108.568

118.139

115.892

116.685

118.534

126.573

127.358

  

Stand 1e suppletoire begroting 2021

4.829.387

4.921.051

4.689.863

4.782.935

4.362.478

4.352.388

4.339.313

4.253.118

4.404.085

4.235.901

4.233.861

4.205.306

4.215.408

4.216.118

  

Nieuwe mutaties

                

Afbouw Personeel F-16 t.b.v. bijstelling budgettair kader F-35

    

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

28.271

Bijdrage aan FIN (douane) voor kustwacht opbouw St. Maarten

‒ 630

               

Bijdrage aan FIN voor herijking categoriemanagement

‒ 845

‒ 959

‒ 1.677

‒ 1.747

‒ 1.747

           

Bijdrage Landmacht voor IT koppeling Mulan t.b.v. schietbaan Harderwijk

64

3

3

3

3

           

Bijdrage Landmacht voor IT project kennis, innovatie en experimenten

200

150

              

Bijdrage van FIN (douane) voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

318

               

Bijdrage van LNV voor luchtverkenningscapactiteit KWNL

 

159

              

Bijstellen valuta berekeningsmethode

2.743

1.602

1.174

‒ 1.548

‒ 2.161

‒ 1.150

‒ 6.340

‒ 6.750

‒ 6.760

‒ 6.752

‒ 6.919

‒ 6.755

‒ 6.766

‒ 6.758

‒ 6.766

 

Bijstellen valuta extrapolatie koers 2026

      

‒ 19.877

‒ 21.118

‒ 4.526

‒ 7.651

‒ 6.559

‒ 4.280

‒ 7.680

‒ 8.052

‒ 11.744

 

Bijstellen van de instandhoudingsbudgetten

20.000

               

Budget t.b.v. munitie, opleiding en training

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

IT-problematiek KMar (exploitatie)

 

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

Reservering HR-model

 

5.000

15.000

13.500

15.000

11.500

          

Omgevingswet

 

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

840

Bewaken en beveiligen

 

‒ 10.000

‒ 10.000

             

Doorlichting materieellogistieke keten

 

‒ 6.000

‒ 6.000

             

Hard Ballistic Plating T.B.V. I-701 Schietbeleid

 

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

750

Plan van aanpak veiligheid

 

‒ 10.000

‒ 20.000

             

Conversie kustwachten

 

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

1.310

Extrapolatie 2035/2036

              

4.205.139

4.202.312

Fase inspectie Tucsonvloot

‒ 1.000

‒ 480

              

Grenzen en veilgheid 2e/3e orde effecten

4.243

4.546

1.575

303

514

543

          

Herschikken budget voor IT problematiek KMar

 

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

Herschikken budgetten n.a.v. maatregelen nota 2019 MIVD

 

‒ 211

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

‒ 462

Herschikken van inhuurbudget van DMO

2.371

               

Herschikking budget IT-instandhouding t.b.v. inhuur IT-specialisten

‒ 500

               

Herschikking budget naar militaire uitrusting

 

16

16

16

16

16

16

16

16

16

16

7.511

7.511

7.511

7.511

7.495

Herschikking budget t.b.v. instandhouding vastgoed

16.600

               

Herschikking budget t.b.v. tijdelijke projectfunctie

‒ 38

               

Herschikking exploitatiebegroting DOSCO t.b.v. werkgeversbijdrage Paresto

0

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

‒ 17

Herschikking formatiebudget voor instandhouding IT

‒ 100

‒ 275

‒ 175

‒ 175

‒ 175

           

Herschikking gereedstelling DMO naar instandhouding materieel DMF

   

3.115

2.655

2.655

          

Herschikking materieel naar instandhouding infra

 

667

667

667

667

667

667

667

        

Herschikking materiële exploitatie DMO naar instandhouding

80

300

300

300

300

300

300

300

        

Herschikking materiële exploitatie KMar naar instandhouding

1.175

               

Herschikking materiële exploitatie Luchtmacht naar instandhouding

306

               

Herschikking materiële exploitatie t.b.v. vastlegging NLR-contracten

‒ 1.000

               

Herschikking ontvangsten tussen defensie en DMF

 

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

‒ 17.160

Herschikking prijsbijstelling naar DMf

 

249

243

244

244

245

245

245

245

245

245

245

245

245

245

245

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs (agw) werken

1.057

               

Herschikking t.b.v. loods haventerrein Eemshaven

403

               

Het huren van vastgoed voor het in buitenland geplaatst personeel

 

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

2.225

Hogere ontvangst t.b.v. instandhouding matereel Marine

5.000

               

Implementatie Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Capaciteit

 

400

397

397

397

397

397

397

397

397

397

397

397

397

397

397

Instandhouding IT-project Elektronisch Patiëntendossier voor DOSCO

 

211

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

271

Kasschuif i.v.m. onder- overprogrammering

   

‒ 200.000

200.000

           

Landmachtbudget t.b.v. kleine infra-aanpassingen

5.000

               

Bijdrage aan EZK voor project I Botics Avatar Xprize

‒ 219

               

Tijdelijke functie bij het bureau investeringen van Koninklijke Marine

‒ 50

‒ 84

‒ 84

‒ 36

            

Toedelen taakstelling Marine

‒ 6.820

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

Uitbreiding mijnenbestrijdingscapaciteit

‒ 46

‒ 61

‒ 61

‒ 15

            

Verlengen projectfuncties binnen verandermanagement en innovatie

‒ 64

‒ 84

‒ 84

‒ 22

            

Verlenging plaatsing reservist

‒ 36

‒ 36

              

Stand ontwerpbegroting 2022

4.937.599

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

4.385.249

4.297.403

4.463.985

4.292.684

4.291.569

4.272.952

4.279.643

4.279.989

4.265.310

4.280.977

Bijlage 3: Lijst met afkortingen

Tabel 50 Afkortingen

Afkorting

Omschrijving

AAR

After Action Review

AGBADS

Army Ground Based Air Defence System

AGW

Assortimentsgewijs werken

AH-64D

Gevechtshelikopter

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

ASE

AH-64D zelfbescherming

AWACS

radarvliegtuig

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

Boxer

Pansterwielvoertuig

C-130

transportvliegtuig

CODEMA

Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel

CODEMO

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling

COVO

Commandanten Voorzieningen

C-RAM

Counter Rockters, Artillery & Mortars

CSS

Combat Support Ship

CV-90

Infanterie Gevechtsvoertuig

DBBS

Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem

DBFMO

Design, Build, Finance, Maintain and Operate

DIS

Defensie Industrie Strategie

DLP

Defensie Lifecycle Plan

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Proces

DmunB

Defensie Munitiebedrijf

DOKS

Defensie Operationeel Kledingsysteem

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

DPO

Defensieprojectenoverzicht

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen

EDA

European Defence Agency

ELOT

End Life of Type

EOV

Elektronische Oorlogsvoering

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FIN

Ministerie van Financiën

FLATM

Future Littoral All Terrain Mobility

FOC

Full Operational Capability

FOXTROT

Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen

FRONT

Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking

GPW

Groot Pantserwielvoertuig

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HCFK

Chloorfluorkoolstofverbinding

HR

Human Resources

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

ICD&E

International Concept Development and Experimentation

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

IGV

Infanterie Gevechtsvoertuig

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

JenV

Ministerie van Justitie Veiligheid

JSS

Joint Support Ship

KMar

Koninklijke Marechaussee

KNM

Kamp Nieuw Milligen

KORV

Kader Overname Rijksvastgoed

KPU

Kleding en Persoonlijke Uitrusting

KWNL

Kustwacht Nederland

LCF

Luchtverdedigings- en Commandofregatten

LCU

Zwaar Landingsvoertuig

LCVP

Middelzwaar Landingsvaartuig

LPD

Landing Platform Dock

MALE UAV

Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MBMD

Maritime Ballistic Missile Defence

MCM

Mijnenbestrijdingscapaciteit

MCTC

Mobile Combat Training Centre

MJOP

Meerjarig Onderhoudsplan

MILSATCOM

Militaire Satelliet Communicatie

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MK46

torpedo

MK48

torpedo

MKB

Midden- en KleinBedrijf

MLU

Midlife Update

MPO

Materieelprojectenoverzicht

MQ-9

MALE UAV

MRAT/SRAT

Medium en Short Range Anti-Tank

MRTT

Multi Role Tanker-Transporttoestel

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NH-90

Helikopter

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NPO

Niet-planbaar onderhoud

OMS

Onderhoudsmanagementsysteem

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

PAC

Patriot Advanced Capability

PC-7

Lesvliegtuig

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

SM2-IIIA

Standard Missile 2 Block IIIA

SMART-L radar

Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange

SVP

Strategisch Vastgoedplan

TCL

Technology Center Land

TEN

Tactical Edge Networking

TNO

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

US

United States

VOSS

Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat

VSHORAD

Very Short Range Air Defence

WTB

Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen