Kamerstuk 35925-J-6

Lijst van vragen en antwoorden over het Deltaprogramma 2022 (Kamerstuk 35925-J-4)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2022

Gepubliceerd: 19 november 2021
Indiener(s): Agnes Mulder (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-J-6.html
ID: 35925-J-6

Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 19 november 2021

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 21 september 2021 inzake het Deltaprogramma 2022 (Kamerstuk 35 925 J, nr. 4).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 november 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie, Meijer

1

Wat is de status van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) in het nationaal Deltaprogramma?

 

De wettelijke bepalingen over het Deltaprogramma zijn opgenomen in de Waterwet (art. 4.9 en 4.10). Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de BES-eilanden.

2

Wat is de status van de BES-eilanden in het Nationaal Waterplan (NWP 2022–2027)?

 

Caribisch Nederland valt buiten de scope van dit NWP.

3

Wat is de status van de BES-eilanden in de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS 2016)?

 

In de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (2016) is vermeld dat de klimaatproblematiek in de Caribische delen van het Koninkrijk der Nederland significant anders is en het een afzonderlijk plan vereist. Samen met de BES-eilanden kan, op verzoek van de eilanden, een gezamenlijke klimaatadaptatiestrategie worden opgesteld.

4

Wat is de status van de BES-eilanden in het bestuursakkoord klimaatadaptatie (2018)?

 

De BES-eilanden zijn niet gebonden aan het bestuursakkoord klimaatadaptatie (2018). Het bestuursakkoord komt voort uit het deltaplan Ruimtelijke adaptatie, dat een onderdeel is van het Deltaprogramma. Het bestuursakkoord is een bestuurlijke afspraak tussen de Minister van IenW en de (koepels) van gemeenten, provincies en waterschappen.

5

Uit welke nationale en internationale fondsen kunnen de BES-eilanden en Curaçao, Aruba en Sint-Maarten (CAS-eilanden) putten als het gaat om het treffen van maatregelen voor klimaatadaptatie?

 

De openbare lichamen en de Landen hebben als Lands- en Gebiedsdelen Overzee (LGO) van de Europese Unie ieder ook direct toegang tot EU-fondsen. Voor de LGO gezamenlijk is € 500 miljoen beschikbaar voor de periode 2021–2026. De Nederlandse LGO hebben hiervoor reeds Multiannual Indicative Programs ingediend bij de Europese Commissie. Dit kan betrekking hebben op duurzaamheid (dit is een speerpunt van de EC voor deze periode). Daarnaast hebben de LGO ook toegang tot diverse andere Europese subsidieprogramma’s zoals Horizon Europe, Interreg Carribean, Life+/BEST 2.0+ en het Sustainable Energy and Marine Biodiversity Programme. Hiervoor geldt wel de beperking dat de eilanden met het in te dienen project moeten bijdragen aan de EU-doelen en dus samen met een Europese partner moeten indienen. Ondernemers kunnen daarnaast in aanmerking komen voor RVO-subsidies, zoals de DEI+ regeling gericht op klimaat- en energie-innovatie.

6

Kunt u nader uiteenzetten hoe u waterbeheer gaat gebruiken voor het noodzakelijke natuurherstel in Nederland?

 

In het hoofdwatersysteem dragen concrete inrichtingsmaatregelen bij aan natuurherstel met het KRW verbeterprogramma en de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Daarnaast wordt in andere programma’s zoveel mogelijk rekening gehouden met de kwaliteit van de leefomgeving. In de beheerplannen Natura 2000 op het eigen areaal worden gebruik en beheer gereguleerd ten behoeve van de aangewezen natuurwaarden. Buiten het hoofdwatersysteem is het operationele waterbeheer belegd bij decentrale overheden. Vanuit de systeemverantwoordelijkheid is er sprake van coördinatie van de inzet in het licht van de KRW. Verder draagt het gezamenlijke maatregelenpakket voor de 2e fase van het Deltaprogramma Zoetwater voor een deel ook bij aan natuurherstel. Bijvoorbeeld door het beter vasthouden van water.

7

Op welke termijn worden de extra middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het Deltaprogramma toegevoegd aan het Deltafonds?

 

Het toevoegen van extra middelen aan het Deltafonds is aan een nieuw kabinet. Daarnaast is al aangegeven in de brief over Instandhouding Rijksinfrastructuur (Kamerstuk 35 570-A-61) dat het nieuwe kabinet een afweging moeten maken over de langjarige financiering van instandhouding op het Deltafonds.

8

Kunt u uiteenzetten welke beleidsinstrumenten u gaat inzetten om droogteschade aan natuurgebieden te voorkomen?

 

Het voorkomen van onomkeerbare droogteschade in kwetsbare natuurgebieden zit in categorie 1 van de verdringingsreeks. Hierin zitten de functies, die tijdens perioden van watertekort het langst voorzien worden van water, voor zover wateraanvoer mogelijk is. Daarnaast dragen de maatregelen voor de 2e fase van het Deltaprogramma Zoetwater ook bij aan natuurherstel. Daarmee kan echter niet alle schade aan grondwaterafhankelijke natuur worden voorkomen. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig zoals het aanpassen van de ruimtelijke inrichting, het instellen van bufferzones rondom natuurgebieden en vermindering van grondwateronttrekkingen nabij kwetsbare natuur. De aanbevelingen van de beleidstafel droogte van eind 2019 (Kamerstuk 27 625, nr. 489) over deze andere maatregelen zijn ook opgepakt, onder andere in lopende trajecten over landbouw en in de studiegroep grondwater.

9

Kunt u uiteenzetten welke beleidsinstrumenten u precies inzet om ervoor te zorgen dat er klimaatbestendig en waterrobuust wordt gebouwd, met het oog op een grotere kans op hevige neerslag in de toekomst vanwege de klimaatveranderingen?

 

Klimaatbestendig en waterrobuust bouwen vraagt om maatwerk. Provincies, waterschappen en gemeenten zijn verantwoordelijk om klimaatadaptatie mee te nemen bij de locatiekeuze en de ruimtelijke inrichting van woningbouwlocaties. Er zijn verschillende instrumenten die decentrale overheden kunnen gebruiken om klimaatbestendig en waterrobuust bouwen te borgen in beleid en projecten. Het waterschap toetst met behulp van de watertoets of gebiedsontwikkelingen waterrobuust zijn. Gemeenten schrijven klimaatadaptatie ambities en visie uit in de Gemeentelijke Omgevingsvisies en doelen en kaders in het bestemmingsplan/omgevingsplan. Vanuit IenW wordt het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie (OSKA) gesteund waarin afspraken worden gemaakt over de ontwikkeling of aanpassing van standaarden. Samen met de Minister van BZK zal er worden bezien of aanvullend nationale regelgeving nodig is en zo ja, op welke wijze deze mogelijkheid kan worden gecreëerd met ruimte voor maatwerk. Ook het advies van de Deltacommissaris over klimaatbestendig bouwen wordt daarbij betrokken. Daarnaast wordt klimaatadaptief bouwen gestimuleerd via kennisontwikkeling en verspreiding: Zo wordt het KAN (Klimaatadaptief bouwen met Natuur) platform ondersteund, en zijn er vanuit IenW en BZK diverse handreikingen en adviezen opgesteld: handreiking stedelijk waterbeheer onder de omgevingswet, handreiking decentrale regelgeving, advies aanpak knelpunten klimaatadaptief bouwen.

10

Kunt u uiteenzetten welke beleidsinstrumenten u inzet om zoetwatertekorten in de toekomst zo veel mogelijk tegen te gaan?

 

Alle maatregelen voor de 2e fase van het Deltaprogramma Zoetwater zijn erop gericht om Nederland beter weerbaar te maken tegen watertekorten. Daarbij is de voorkeursvolgorde van waterbeheer, zoals vastgelegd in de NOVI, het ontwerp-Nationaal Waterprogramma en het Deltaprogramma leidend. Het gaat om een gezamenlijk maatregelenpakket van circa € 800 miljoen, waarvan € 250 miljoen uit het Deltafonds.

11

Kunt u, gelet op het feit dat hoofdstuk 7 van het Deltaprogramma laat zien dat het budget voor waterkwaliteit na 2027 verdwijnt en dit verband houdt met de Kader Richtlijn Water, uitleggen waarom er niet wordt voorzien in een vervolg?

 

De KRW geeft aan dat de benodigde maatregelen voor doelbereik in feite uiterlijk in 2027 moeten zijn uitgevoerd (zie de beantwoording van Kamervragen van het lid Eppink van juli jl. voor een nadere toelichting (Kamerstukken 26 987 D 1)). Om te voorkomen dat de ecologische toestand na 2027 achteruit gaat en omdat ik doelbereik van de Vogel- en Habitatrichtlijn mogelijk wil maken, werk ik samen met mijn collega van LNV aan de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Zie ook de toelichting bij artikel 7.02.01 in de memorie van toelichting bij de vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds (J) voor het jaar 2022 (Kamerstuk 35 925 J, nr. 2, p. 48–49). Daarmee is voorzien in een vervolg.

12

Hoe wilt u na 2027 de verbetering van de waterkwaliteit financieren?

 

Zie het antwoord op vraag 11.

X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3419