Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Zoals aangekondigd1 informeer ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, over de geleverde inzet en de resultaten van de ondermijningsaanpak die de afgelopen jaren zijn behaald in Curaçao en Sint Maarten door de projectaanpak onder de naam Team Bestrijding Ondermijning (TBO).
De aanpak van ondermijning is een aangelegenheid van de autonome landen zelf. Nederland ondersteunt de landen bij de bestrijding ervan. In het kader van deze ondersteuning is in 2015 door de landen gezamenlijk besloten tot een projectmatige aanpak van ondermijning via het TBO. Hiervoor stelde ik tussen 2016 en 2021 jaarlijks € 12 miljoen beschikbaar. Met deze brief informeer ik u over de invulling van de besteding van deze middelen en de resultaten die dit heeft opgeleverd. Ik heb hiervoor het Parket Procureur-Generaal van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna Parket PG) verzocht om mij informatie aan te leveren over de resultaten van deze projectmatige aanpak van ondermijning in Curaçao en Sint Maarten vanaf de tweede helft van 2019 tot heden.
Algemeen beeld inzet
Met de beschikbaar gestelde middelen ten behoeve de ondermijningsaanpak in Curaçao en Sint Maarten is capaciteit toegevoegd aan het Recherche Samenwerkingsteam (hierna: RST), aan het Parket PG en aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: Hof). De afgelopen jaren hebben er door de inzet van deze extra capaciteit verschillende strafrechtelijke onderzoeken kunnen plaatsvinden. De capaciteit is besteed aan zowel het opstarten van nieuwe onderzoeken, het afronden van grote en langdurige onderzoeken en (in St. Maarten) op kortlopende onderzoeken. De strafrechtelijke onderzoeken hadden betrekking op criminaliteit met een financieel-economische component en met betrokkenheid van zgn. Politically Exposed Persons (PEP), ambtenaren, overheids-NV’s, facilitators of organisaties in de collectieve sector. De onderzoeken richtten zich naast corruptie op ernstige vormen van belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, vervalsing van documenten en witwassen2. Daarnaast hebben er in eerste aanleg ook veroordelingen plaatsgevonden waarop veelal hoger beroep is aangetekend.
Naast de inzet van capaciteit op strafrechtelijke onderzoeken, is er tussen 2019 en 2021 capaciteit ingezet voor de uitvoering van rechtshulpverzoeken uit verschillende landen. Dit betreft o.a. verzoeken van de FIOD met betrekking tot strafrechtelijke onderzoeken naar corruptie, witwassen of andere criminele feiten van financieel-economische aard. Daarnaast is capaciteit ingezet voor de samenwerking met diverse ketenpartners ten aanzien van strafrechtelijke interventies.
Bestuurlijke aanpak
Naast de strafrechtelijke aanpak, worden de mogelijkheden benut om ook bestuurlijk op te treden bij signalen van ondermijning. Zo is tijdens het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) van juli 2021 door Nederland, Aruba en Sint Maarten een gezamenlijke werkgroep bestuurlijke aanpak ondermijning ingesteld welke reeds van start is gegaan3. Ondertussen is ook Curaçao formeel aangesloten bij dit traject. De werkgroep richt zich in de eerste plaats op het opstellen van een probleemanalyse waar versterking van de bestuurlijke aanpak bij ondermijning gewenst is en het inventariseren van de bestaande en gewenste bestuurlijke initiatieven tegen ondermijning binnen de landen. In het kader hiervan is er op 15 en 16 november jl. een bijeenkomst bestuurlijke aanpak georganiseerd in Curaçao, waaraan verschillende stakeholders vanuit de landen deelnamen. De opbrengst van deze bijeenkomst zal tezamen met de probleemanalyse en de inventarisatie van bestaande en gewenste bestuurlijke initiatieven in het JVO van januari 2022 worden besproken, waarna er door de landen plannen van aanpak worden opgesteld.
Resultaten inzet
Hieronder worden enkele resultaten uiteengezet, zoals deze zijn op te maken uit de verstrekte jaarverslagen en informatie die is opgevraagd bij het Parket PG. Een groot deel van de opgestarte opsporingsonderzoeken is nog gaande of onder de rechter. Vanuit het opsporingsbelang is er daarom voor gekozen een korte schets te geven van de resultaten van de ondermijningsaanpak.
Sint Maarten
In Sint Maarten is onderzoek gedaan naar grootschalige fraude in de haven, wat tot een aantal veroordelingen heeft geleid. Een ander onderzoek richtte zich op illegaal opererende transactiekantoren. Deze bedrijven vormen mogelijk een witwasvehikel voor opbrengsten uit criminele activiteiten en daarmee een gevaar voor de integriteit van het financiële systeem van Sint Maarten. Dit heeft geleid tot een strafrechtelijke regeling met de kantoren in kwestie.
Curaçao
In Curaçao is ondermijningscapaciteit ingezet voor verschillende nog lopende onderzoeken. Er zijn ook verschillende veroordelingen geweest naar aanleiding van afgeronde onderzoeken, bijvoorbeeld de veroordeling van verdachten in het onderzoek rondom omkoping bij de overname van een olieraffinaderij. Verder heeft onderzoek, gericht op vermoedelijke witwaspraktijken, ertoe geleid dat een bank afstand heeft gedaan van vermoedelijk uit een misdrijf afkomstig vermogen.
Structurele inzet en verantwoording
Vanaf 2022 zal de projectmatige aanpak van ondermijning stoppen en overgaan in een structurele duurzame aanpak4. Daarnaast heb ik besloten om de middelen voor de ondermijningsaanpak uit te breiden5. De aanvullende middelen lopen via een ingroeimodel op tot 13 miljoen euro extra per jaar in 2025, naast de reeds bestendigde 12 miljoen euro per jaar. Met deze middelen kunnen de organisaties vanaf 2022 extra capaciteit werven voor de ondermijningsaanpak in de Cariben. Als gevolg van deze structurele ondersteuning zullen het RST, het Parket PG en het Hof vanaf 2022 langs de reguliere lijnen van de organisaties verantwoording afleggen over inzet en resultaten. Deze verantwoordingswijzen zijn vastgelegd in het Protocol Recherchesamenwerking, de Rijkswet Openbare Ministeries (van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba), de Rijkswet Politie (van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
Concluderend
De middelen die ten behoeve van de ondermijningsaanpak zijn vrijgemaakt, hebben geresulteerd in vergroting van de beschikbare opsporings- en vervolgingscapaciteit welke is ingezet voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Zoals u heeft kunnen lezen lopen er op dit moment verschillende onderzoeken en is een aantal onderzoeken ook al afgerond door de uitvoerende organisaties. De betreffende zaken hebben echter een lange doorlooptijd, kennen mogelijk hoger beroep, en zijn vaak (financieel) complex en/of verweven met andere vormen van criminaliteit. Dat onderstreept het belang van een gerichte, integrale aanpak. Daarom wordt, naast de samenwerking op het gebied van de strafrechtelijke aanpak, nu ook ingezet op de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van een preventieve bestuurlijke aanpak.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops