Voorgesteld 14 oktober 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onafhankelijke landen binnen dit Koninkrijk, te weten Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, disproportioneel harder zijn geraakt door de COVID-19-pandemie dan Europees Nederland;
constaterende dat zij leningen hebben ontvangen, in de vorm van liquiditeitssteun, om de fatale sociale en economische klappen van de wereldwijde coronacrisis op te vangen;
overwegende dat die liquiditeitssteun noodzakelijk is om de coronacrisis te overleven, de bevolking niet verder de armoede in te duwen en om in de meest basale levensbehoeften te blijven voorzien;
overwegende dat de economieën van de onafhankelijke landen bij lange na nog niet zijn hersteld van de coronacrisis, er voor de coronacrisis al grote armoede heerste, en de terugbetalingsplicht van de liquiditeitssteun gelden opslokt die de onafhankelijke landen nodig hebben om de economische gevolgen van de crisis de komende jaren nog op te vangen;
verzoekt de regering om te bezien of en hoe de terugbetalingsplicht van de onafhankelijke landen met betrekking tot de liquiditeitssteun kan worden kwijtgescholden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Simons