Voorgesteld 14 oktober 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het besluit over het verhogen van het minimumloon en de uitkeringen op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba in 2022 uitblijft vanwege de demissionaire status van het kabinet;
overwegende dat werkgevers- en werknemersorganisaties het verhogen van het minimumloon en de uitkeringen op Bonaire en Saba steunen en in overleg op Sint-Eustatius is geconstateerd dat een verhoging nog niet aan de orde is;
van mening dat het verhogen van het minimumloon en de uitkeringen ook in 2022 nodig is om armoede te bestrijden en op koers te blijven in het tijdpad richting het ijkpunt sociaal minimum;
verzoekt de regering om het minimumloon en de uitkeringen te verhogen op Bonaire en Saba per 1 januari 2022 met 10% en dit te financieren uit de verlaging van de IOAOW;
verzoekt de regering om, ten behoeve van toekomstige stappen om het wettelijk minimumloon en de uitkeringen te verhogen in de richting van het ijkpunt sociaal minimum, te verkennen of en, zo ja, op welke wijze de AOV-gerechtigde leeftijd verhoogd kan worden, waarbij de financiële besparing die dit oplevert ingezet wordt voor verdere stappen om de inkomenspolitie van inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wuite
Van den Berg
Aukje de Vries
Ceder
Koekkoek
Simons