Kamerstuk 35925-B-14

Verantwoording van gemeenten over het verslagjaar 2020

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022

Gepubliceerd: 23 november 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-B-14.html
ID: 35925-B-14

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2021

In deze brief informeer ik uw Kamer over de verantwoording van gemeenten over het verslagjaar 2020 en maatregelen om de verantwoording te verbeteren. Verder blik ik vooruit op de invoering van een rechtmatigheidsverantwoording.

De verantwoording van gemeenten is sinds de decentralisaties in het sociaal domein in 2015 een aandachtspunt. Gemeenten hebben sindsdien hard gewerkt om hun verantwoording in het sociaal domein op orde te krijgen en jaarstukken op te leveren voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant op rechtmatigheid. Het jaar 2020 plaatste gemeenten voor een vergelijkbaar probleem. Decentrale overheden moesten in allerijl nieuwe taken oppakken in de coronacrisis.

Verantwoording gemeenten 2020

Bij de decentralisatie van het sociaal domein in 2015 werd voorrang gegeven aan zorgverlening boven rechtmatigheid. Consequentie was dat de helft van de gemeenten zijn jaarstukken te laat aanleverde. Daarbij had de helft geen goedkeurende verklaring op rechtmatigheid1. Door grote inspanningen van gemeenten en hun ketenpartners zijn tijdigheid en aandeel goedkeurende verklaringen de afgelopen jaren sterk verbeterd2.

In 2020 was het aandeel goedkeurende verklaringen op rechtmatigheid met 90,1 procent het hoogste sinds de decentralisatie van het sociaal domein. Op getrouwheid had 98,9 procent van de gemeenten een goedkeurende verklaring. Daarbij was het overgrote deel van de gemeenten op tijd met het aanleveren van stukken.

Dit ondanks de uitdagingen waar gemeenten door de coronacrisis mee te maken kregen, zoals het in stand houden van de continuïteit van de zorg en het uitkeren van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO).

Betrokken partijen zijn tijdens de coronacrisis aan de slag gegaan om afspraken te maken over de verantwoording. Zo hebben de VNG, de branches voor aanbieders, de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en ketenregie i-Sociaal Domein onder regie van het Ministerie van VWS afspraken gemaakt over de vormgeving van de jaarverantwoording 2020. Ook zijn er afspraken gemaakt over de TOZO.

Tevens is vorig jaar het werkterrein van de stuurgroep verantwoording uitgebreid. De stuurgroep bracht in kaart welke vraagstukken speelden rond verantwoording, volgde waar ze werden opgepakt en monitorde of dit tot vergelijkbare uitkomsten leidde in de verschillende domeinen. De stuurgroep heeft waar nodig issues geagendeerd en via de IBI Nieuwsbrief een overzicht van handreikingen en adviezen rond verantwoording van coronamaatregelen verstuurd. De nauwe samenwerking heeft, samen met inspanningen bij gemeenten, geleid tot goede cijfers.

Oordeel accountant op rechtmatigheid per jaar

Oordeel accountant op rechtmatigheid per jaar

Bron: Onderzoek BZK

Het aandeel gemeenten dat een goedkeurende verklaring kreeg op rechtmatigheid op de jaarrekening over 2020 was bijna 5 procentpunt hoger dan op de jaarrekening over 2019: 90,1 procent tegenover 85,4 procent. Het aandeel gemeenten dat een goedkeurende verklaring op getrouwheid kreeg, was met 98,9 procent fractioneel hoger dan in 2019 (98 procent).

Aanleverdata jaarstukken gemeenten

Aanleverdata jaarstukken gemeenten

Bron: Onderzoek BZK

Op de dag van de deadline had 89 procent van de gemeenten de stukken aangeleverd. Eind oktober hadden alle gemeenten aangeleverd behalve Hof van Twente, dat eind 2020 door een cyberaanval is getroffen.

Oorzaken van onrechtmatigheid

Bij geen enkele gemeente droegen fouten en onzekerheden rondom de verantwoording van coronamaatregelen bij aan een niet-goedkeurende verklaring van de accountant op getrouwheid of rechtmatigheid. Wel hadden 9 gemeenten rechtmatigheidsfouten vanwege het overschrijden van investeringskredieten of de begroting, zonder dat de raad hier toestemming voor had gegeven. Dit kan mogelijk te maken hebben met de noodzaak van snel handelen tijdens de coronacrisis.

Het sociaal domein is nog steeds een opgave die de nodige inspanningen van gemeenten en hun ketenpartners vergt. Al waren slechts drie gemeenten die fouten en onzekerheden hadden in het sociaal domein die bijdroegen aan een niet-goedkeurende verklaring. In 2019 verscheen de door het Ministerie van BZK mogelijk gemaakte Vernieuwing in het sociaal domein: samen aan de slag met verantwoording, een gezamenlijke studie van Rijk, gemeenten en accountants. Op basis daarvan heb ik samen met het Ministerie van VWS een onderzoek uitgezet naar hoe verantwoording bij zorgaanbieders beter kan aansluiten bij de verantwoording van gemeenten in het sociaal domein: horizontaal toezicht. Het onderzoek wordt begeleid door de beide ministeries, samen met accountants en gemeenten.

Net als vorig jaar vormde het niet naleven van (Europese) aanbestedingsregels de meest voorkomende reden dat gemeenten geen goedkeurende verklaring op getrouwheid kregen. Wel daalde het aandeel gemeenten waar het niet naleven van aanbestedingsregels de belangrijkste reden was voor een niet-goedkeurende verklaring. Over verslagjaar 2019 was dit 11 procent, over verslagjaar 2020 8,8 procent.

Ook daalde het aantal gemeenten dat drie jaar op rij een niet-goedkeurende verklaring op rechtmatigheid had. In 2019 waren dit er 13, in 2020 9, een daling van 30 procent. Van de 13 gemeenten die in 2019 driemaal op rij een niet-goedkeurende verklaring op rechtmatigheid hadden, kregen 7 in 2020 een goedkeurende verklaring van de accountant. Er zijn 3 gemeenten bijgekomen die in 2020 voor het derde achtereenvolgende jaar een niet-goedkeurende verklaring kregen.

Net als vorig jaar zal ik de lijst publiceren van gemeenten die drie jaar op rij een niet-goedkeurende verklaring hadden. U vindt de lijst in de bijlage Onderzoek verantwoording gemeenten 20203. Hiermee ondersteun ik gemeenten om tot een goedkeurende verklaring te komen. De verantwoording van gemeenten is primair een zaak tussen college en raad.

Verslagjaar 2021 en verder

Dit jaar zal het laatste verslagjaar zijn dat gemeenten van accountants een oordeel op rechtmatigheid krijgen. Met ingang van het verslagjaar 2022 wordt, afhankelijk van de instemming van het parlement, de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten («college») voor de rechtmatigheid benadrukt doordat het college een verantwoording over rechtmatigheid moet gaan af geven in plaats van de accountant. De accountant zal in zijn oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening de juistheid en volledigheid van de rechtmatigheidsverantwoording meewegen. Er is dus nog steeds een onafhankelijke toets, alleen zal het gesprek over rechtmatigheid in eerste instantie worden gevoerd tussen college en gemeenteraad dan wel provinciale staten.

Het idee van een rechtmatigheidsverantwoording was reeds in 2014 door de commissie Depla geopperd. In de afgelopen jaren is door gemeenten en provincies hard gewerkt aan de voorbereidingen. In onderlinge samenwerking tussen de VNG, IPO, de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en het rijk zijn handreikingen ter beschikking gesteld4. De commissie BBV heeft een modeltekst opgesteld5. Sommige gemeenten hebben ook al intern proefgedraaid met de rechtmatigheidsverantwoording.

Slot

De komende tijd blijft verantwoording een belangrijke kwestie voor gemeenten. Er ligt een uitdaging op het gebied van het verlichten van administratieve lasten. Afhankelijk van de instemming van het parlement nemen colleges de verantwoording over de rechtmatigheid van de jaarstukken in eigen hand. Daarom blijf ik hier actief met gemeenten, accountants en andere betrokkenen over in gesprek.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren