Ontvangen 14 maart 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de laatste zin.
2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
De ministeriële regeling treedt uiterlijk acht weken na de plaatsing ervan in de Staatscourant in werking.
Dit amendement regelt dat het gebruik van de spoedregeling niet langer wordt gekoppeld aan een termijn van achttien maanden na invoering van de vrachtwagenheffing, na inwerkingtreding van een wijziging van de beprijsde wegen of na een wijziging van het tarief én regelt dat er een maximumtermijn van 8 weken wordt verbonden aan de spoedregeling waarmee een wegvak aangewezen kan worden waarvoor het tarief als bedoeld in artikel 5, eerste lid komt te gelden, wat overeenkomt met het antwoord van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in de Nota naar aanleiding van het Verslag (pag. 14). Daarmee wordt geborgd dat in het geval van risico’s voor de verkeersveiligheid, leerbaarheid en bereikbaarheid, snel gehandeld kan worden. Dat uitwijk een reëel risico is, blijkt namelijk onder andere uit onderzoek van adviesbureau MuConsult, dat in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de effecten van enkele varianten van de vrachtwagenheffing heeft onderzocht. Het aantal vervoerskilometers bij een heffing op alleen autosnelwegen kan volgens dit onderzoek toenemen tot wel 28 procent op het onderliggende wegennet. De in het wetsvoorstel opgenomen wegenselectie is weliswaar wat groter, maar nog steeds is onverwacht grote uitwijk van vrachtverkeer naar gemeentelijke en provinciale wegen niet ondenkbaar, en deze veroorzaakt risico’s voor onder andere de verkeersveiligheid, doorstroming, leefbaarheid en de staat van de infrastructuur. Dit amendement draagt eraan bij dit probleem zo snel als mogelijk op te lossen.
Grinwis Van der Graaf Koerhuis Van der Molen