Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,S.A.M. Kaag
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2021 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID-19). Het betreffen uitgaven welke binnen de bestaande budgettaire kaders op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden opgevangen en zijn een aanvulling op de eerder gepresenteerde steunpakketten als genoemd in Kamerstuk 33 625 XVII nr. 293 en Kamerstuk 33 625 XVII nr. 320.
Artikel | Maatregel | Verplichtingen 2021 | Realisatie 2021 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|---|
3 | Access to COVID Tools Accelerator (ACT-A) | 52 000 | 52 000 | |
3 | COVAX | 25 000 | 25 000 | |
5 | Poverty Reduction Growth and Trustfund (PRGT) | 20 000 | 20 000 |
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 12 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 2 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Artikelnummer | Uitgaven 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 | 3 064 088 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 1.2 | 6 199 |
2) Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 3.1 | 97 127 |
3) Maatschappelijk Middenveld | 3.3 | ‒ 52 865 |
4) Multilaterale samenwerking | 5.1 | 20 170 |
5) Overig armoedebeleid | 5.2 | 16 205 |
6) Nog te verdelen ivm wijzigingen BNI e/o toerekeningen | 5.4 | ‒ 67 422 |
Overige mutaties | ‒ 7 618 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 3 075 884 |
Toelichting uitgaven
Het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden nam het meerjarig ODA-budget in 2020 structureel fors af. In 2020 is dit gecompenseerd binnen de Rijksbegroting. De meerjarige afname is bij Miljoenennota 2021 en begroting 2021 bij de verschillende beleidsartikelen op het instrument «nog te verdelen» geboekt. De mutaties zijn, zoals ook in de begroting 2021 en antwoorden op de Kamervragen toegelicht, vervolgens doorgevoerd en worden nu in deze eerste suppletoire begroting 2021 binnen het beleidsartikel op instrumentniveau verwerkt. Deze mutaties worden alleen toegelicht bij het desbetreffende beleidsartikel. Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste mutaties nadien.
1) Er is extra budget vrijgemaakt voor de financiering van het RVO-impulspakket voor Nederlandse ondernemers ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19, voor btw-compensatie in relatie tot de oprichting van Invest International en voor de financiering van de Dubai Wereldtentoonstelling die met een jaar is uitgesteld door de COVID-pandemie.
2) Dit betreft een verhoging vanwege extra bijdragen ter bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen, te weten EUR 25 miljoen voor COVAX (Kamerstuk 25 295 nr. 874) en later nog eens EUR 52 miljoen verdeeld over EUR 40 miljoen voor GAVI ten behoeve van COVID-19 vaccines global access (COVAX) en EUR 12 miljoen voor het COVID-19 response mechanism van het Global Fund to Fight AIDS TB en Malaria (GFATM). Tenslotte is er EUR 20 miljoen overgeheveld vanuit artikel 3.3 voor de nieuwe SRGR-partnerschappen.
3) Dit betreft een overheveling naar artikel 3.1 SRGR en hiv/aids ter dekking van een extra bijdrage aan COVAX en voor een bijdrage aan de nieuwe SRGR-partnerschappen.
4) Dit betreft een extra bijdrage van EUR 20 miljoen aan Poverty Reduction Growth and Trustfund (PRGT) van het IMF om de beschikbaarheid van concessionele financiering voor ontwikkelingslanden te vergroten zodat kan worden ingezet op groen en inclusief herstel ter bestrijding van de impact van COVID-19.
5) Dit saldo betreft vooral een reservering voor de resterende verdragsmiddelen voor Suriname (Kamerbrief 5 oktober 2020). Hiervoor is ongeveer EUR 17 miljoen gereserveerd.
6) Het budget op het 'verdeel'artikel 5.4 muteert in 2021 en volgende jaren significant. De recent bijgestelde groeiramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2021) geven een correctie op de ramingen van vorig jaar waardoor het ODA-budget stijgt. Daarnaast geeft de lager dan verwachte toerekening voor eerste jaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen budgettaire ruimte op de BHOS-begroting. Dit maakt het mogelijk om de in 2020 doorgevoerde kasschuif voor de jaren 2021-2025 terug te draaien en zo de beoogde oplopende buffercapaciteit van het verdeelartikel te herstellen. Verder is in 2021 EUR 72 miljoen (zie de punten 2) en 4)) hierboven vrijgemaakt voor de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 304 533 | 0 | 304 533 | 194 068 | 498 601 | 71 785 | 30 290 | ‒ 92 550 | ‒ 66 285 | |
waarvan garantieverplichtingen | 74 000 | 0 | 74 000 | 0 | 74 000 | |||||
waarvan overige verplichtingen | 230 533 | 0 | 230 533 | 194 068 | 424 601 | |||||
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 513 365 | 0 | 513 365 | 7 586 | 520 951 | 7 744 | 5 250 | 4 857 | 2 765 | |
waarvan juridisch verplicht | 97% | 100% | ||||||||
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO | 28 781 | 0 | 28 781 | ‒ 225 | 28 556 | 744 | 2.250 | 1.857 | ‒ 235 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 9 575 | 0 | 9 575 | 3 000 | 12 575 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 1 867 | 0 | 1 867 | ‒ 225 | 1 642 | 744 | 2 250 | 1 857 | ‒ 235 | |
Opdrachten | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 294 | 0 | 2 294 | 0 | 2 294 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 8 000 | 0 | 8 000 | ‒ 3 000 | 5 000 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | ‒ 3 000 | |
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5 195 | 0 | 5 195 | 0 | 5 195 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 91 777 | 0 | 91 777 | 6 199 | 97 976 | 5 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 15 846 | 0 | 15 846 | ‒ 5 846 | 10 000 | ‒ 4 996 | ‒ 4 996 | ‒ 4 996 | ‒ 4 996 | |
Versterking concurrentiepositie Nederland | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Invest Internationaal | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 9 210 | 0 | 9 210 | ‒ 200 | 9 010 | ‒ 330 | ‒ 330 | ‒ 330 | ‒ 330 | |
Garanties | ||||||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 1 500 | 0 | 1 500 | 10 716 | 12 216 | 10 566 | 8 566 | 8 566 | 8 566 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 250 | 0 | 250 | 200 | 450 | 330 | 330 | 330 | 330 | |
Wereldtentoonstelling Dubaï | 2 000 | 0 | 2 000 | 2 450 | 4 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
China-strategie | 500 | 0 | 500 | ‒ 500 | 0 | ‒ 500 | ‒ 500 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 42 848 | 0 | 42 848 | 500 | 43 348 | 500 | 500 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 500 | 0 | 500 | ‒ 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk | ||||||||||
Versterking economische functie | 570 | 0 | 570 | ‒ 570 | 0 | ‒ 570 | ‒ 570 | ‒ 570 | ‒ 570 | |
Overig | 51 | 0 | 51 | ‒ 51 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 392 807 | 0 | 392 807 | 1 612 | 394 419 | 2 000 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 5 450 | 0 | 5 450 | 0 | 5 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 26 400 | 0 | 26 400 | 4 000 | 30 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 37 000 | 0 | 37 000 | 0 | 37 000 | ‒ 5 190 | ‒ 6 000 | ‒ 6 000 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 34 350 | 0 | 34 350 | 0 | 34 350 | 0 | ‒ 940 | 0 | 0 | |
Duurzame productie en handel | 39 700 | 0 | 39 700 | 0 | 39 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 8 000 | 0 | 8 000 | 0 | 8 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | ||||||||||
Infrastructuurontwikkeling | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 19 000 | 0 | 19 000 | ‒ 5 000 | 14 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garanties | ||||||||||
Financiële sector ontwikkeling | 1 000 | 0 | 1 000 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 18 000 | 0 | 18 000 | 0 | 18 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 750 | 0 | 750 | 0 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 27 250 | 0 | 27 250 | ‒ 6 375 | 20 875 | ‒ 9 945 | ‒ 8 400 | ‒ 8 000 | ‒ 4 200 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 36 000 | 0 | 36 000 | ‒ 2 000 | 34 000 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
International Labour Organisation | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 27 100 | 0 | 27 100 | 1 194 | 28 294 | 4 844 | 5 600 | 6 000 | 6 000 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 8 500 | 0 | 8 500 | 0 | 8 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Partnershipprogramma ILO | 5 500 | 0 | 5 500 | ‒ 600 | 4 900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 7 000 | 0 | 7 000 | 0 | 7 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 45 000 | 0 | 45 000 | 0 | 45 000 | 0 | ‒ 2 000 | ‒ 1 493 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nexus onderwijs en werk | 19 500 | 0 | 19 500 | 0 | 19 500 | 3 100 | ‒ 200 | ‒ 1 000 | ‒ 1 800 | |
Nog te verdelen | ‒ 10 393 | 0 | ‒ 10 393 | 10 393 | 0 | 11 191 | 13 940 | 12 493 | 0 | |
Ontvangsten | 6 264 | 0 | 6 264 | 0 | 6 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.10 | Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 3 264 | 0 | 3 264 | 0 | 3 264 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.30 | Ontvangsten DGGF | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 1 Duurzame Economische Ontwikkeling, Handel en Investeringen is voor de jaren 2021 t/m 2023 verhoogd. Het accent van de verhoging ligt op artikel 1.3 Private Sectorontwikkeling en komt hoofdzakelijk door de verstrekking van nieuwe 10-jarige subsidies in het kader van economic governance and institutions aan FNV en CNV in 2021 en door een meerjarige verplichting met het Programma Uitzending Managers (PUM). Daarnaast is er in het kader van het Nexus onderwijs- en werkprogramma en in het kader van lokale private sectorontwikkeling aan diverse ambassades verplichtingenbudget toegekend. Zo start in 2022 een nieuwe Youth Employment activiteit in Zuid Soedan. Verder zijn er diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021.
Uitgaven
Artikel 1.2
Het uitgavenbudget voor artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie neemt meerjarig toe. Deze verhoging bestaat uit een som van verschillende mutaties. Zo is er meerjarig extra budget vrijgemaakt voor de financiering van het RVO-impulspakket voor Nederlandse ondernemers ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19. Dit impulspakket bevat o.a. impulsvouchers voor Starters International Business (SIB) en extra middelen voor publiek private samenwerking in strategische markten.
Ook is er meerjarig extra budget vrijgemaakt voor Invest International. Invest International gaat via één loket het Nederlandse bedrijfsleven helpen projecten in het buitenland te ontwikkelen en financieren en heeft tevens als doel om een bijdrage te leveren aan het oplossen van wereldwijde vraagstukken, zoals eerder toegelicht in de BHOS-begroting 2021. Een aantal regelingen van BHOS zal in de loop van dit jaar worden onderbracht bij Invest International. Hierdoor ontstaat een btw-plicht die voorheen bij de uitvoering door de RVO niet bestond. De BHOS-begroting wordt hiervoor gecompenseerd.
Verder is er voor 2021 extra budget vrijgemaakt voor financiering van de Dubai Wereldtentoonstelling. De wereldtentoonstelling Expo 2020 Dubai is met een jaar uitgesteld als gevolg van de huidige COVID-pandemie wat extra kosten met zich meebrengt. Nederland neemt deel met een circulair paviljoen onder het thema Uniting Water, Energy and Food. Vanwege het uitstel moeten de lopende contracten met een jaar worden verlengd wat onvoorziene extra kosten met zich meebrengt.
Artikel 1.3
Het uitgavenbudget voor Artikel 1.3 Versterkte Private Sector neemt ten opzichte van de vastgestelde begroting in 2021 en 2022 per saldo toe. Dit is het resultaat van een verhoging van het budget voor economic governance and institutions door een overheveling uit artikelonderdeel 2.1 Voedselzekerheid vanwege een activiteit met de organisatie Agriterra in 2021 en voor het TRACE programma in Tunesië in 2022. Het saldo onder «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 wordt met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en opgevangen op de instrumenten voor leningen in de financiële sector, voor opdrachten jeugdwerkgelegenheid (meerjarig) en voor de RVO uitvoeringskosten (meerjarig) in het kader van private sector ontwikkeling. Bovenop deze aanpassing is een extra korting doorgevoerd in verband met een bijdrage aan de dekking van nog openstaande verdragsverplichtingen Suriname, die zijn opgenomen onder artikelonderdeel 5.2 Overig Armoedebeleid.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 514 813 | 0 | 514 813 | 247 379 | 762 192 | ‒ 16 645 | 36 412 | 5 378 | ‒ 12 682 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 735 277 | 0 | 735 277 | ‒ 8 181 | 727 096 | ‒ 2 000 | 0 | 20 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 93% | 100% | ||||||||
2.1 | Voedselzekerheid | 321 095 | 0 | 321 095 | 4 352 | 325 447 | 8 974 | 13 671 | 12 271 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 26 000 | 0 | 26 000 | ‒ 10 650 | 15 350 | ‒ 15 615 | ‒ 16 495 | ‒ 14 345 | ‒ 7 695 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 39 800 | 0 | 39 800 | ‒ 6 675 | 33 125 | 0 | 0 | 0 | 1 500 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | ‒ 1 000 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 23 000 | 0 | 23 000 | ‒ 9 100 | 13 900 | 327 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 37 000 | 0 | 37 000 | ‒ 13 000 | 24 000 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | |
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 11 450 | 0 | 11 450 | ‒ 4 950 | 6 500 | ‒ 5 000 | ‒ 5 000 | ‒ 5 000 | ‒ 5 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 4 000 | 0 | 4 000 | ‒ 267 | 3 733 | 245 | ‒ 396 | 238 | 445 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Voedselzekerheid | 160 850 | 0 | 160 850 | 2 489 | 163 339 | 6 420 | 6 150 | 4 500 | ‒ 250 | |
Realiseren Ecologische Houdbare Voedselsystemen | 0 | 0 | 0 | 3 000 | 3 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 17 195 | 0 | 17 195 | 4 805 | 22 000 | ‒ 3 000 | 0 | 0 | 0 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 14 000 | 0 | 14 000 | 12 000 | 26 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 4 000 | 0 | 4 000 | 8 500 | 12 500 | 0 | 0 | 0 | 6 000 | |
Nog te verdelen | ‒ 18 200 | 0 | ‒ 18 200 | 18 200 | 0 | 19 597 | 24 412 | 21 878 | 0 | |
2.2 | Water | 193 714 | 0 | 193 714 | ‒ 5 819 | 187 895 | ‒ 5 095 | ‒ 6 347 | ‒ 5 688 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Waterbeheer | 21 000 | 0 | 21 000 | ‒ 4 349 | 16 651 | ‒ 8 955 | ‒ 10 047 | ‒ 5 088 | 0 | |
Drinkwater en sanitatie | 20 459 | 0 | 20 459 | 0 | 20 459 | 0 | 0 | 0 | 600 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Waterbeheer | 91 700 | 0 | 91 700 | ‒ 5 910 | 85 790 | 1 160 | 1 900 | ‒ 600 | ‒ 600 | |
Drinkwater en sanitatie | 58 555 | 0 | 58 555 | 4 440 | 62 995 | 2 700 | 1 800 | 0 | 0 | |
2.3 | Klimaat | 220 468 | 0 | 220 468 | ‒ 6 714 | 213 754 | ‒ 5 879 | ‒ 7 324 | ‒ 6 563 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Klimaat algemeen | 32 400 | 0 | 32 400 | 0 | 32 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Hernieuwbare energie | 35 000 | 0 | 35 000 | 0 | 35 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Fund for Climate and Development | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Contributie IZA/IZT | 357 | 0 | 357 | 0 | 357 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Klimaatprogramma's (non-ODA) | 1 150 | 0 | 1 150 | 0 | 1 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Klimaat algemeen | 83 561 | 0 | 83 561 | ‒ 5 856 | 77 705 | ‒ 5 021 | ‒ 6 466 | ‒ 5 705 | 858 | |
Hernieuwbare energie | 17 000 | 0 | 17 000 | 0 | 17 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNEP | 8 000 | 0 | 8 000 | ‒ 858 | 7 142 | ‒ 858 | ‒ 858 | ‒ 858 | ‒ 858 | |
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget ligt vooral op het gebied van voedselzekerheid en water met het accent van de verhoging in 2021. De verhoging komt enerzijds door diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021. Anderzijds is verplichtingenruimte ter beschikking gesteld voor diverse programma’s die als gevolg van COVID-19 in 2020 vertraging opliepen in Ethiopië, Nigeria, Zuid-Soedan en Rwanda.
Daarnaast neemt het verplichtingenbudget voor water in 2021 aanzienlijk toe door de verstrekking van subsidies voor nieuwe activiteiten in het kader van integraal waterbeheer waaronder met IHE Delft en aan het regionale programma Kenya Innovative Finance Facility for Water (KIFFWA-2). Ook worden er verplichtingen afgesloten op het gebied van integraal waterbeheer en drinkwater en sanitatie voor bijdragen aan organisaties met activiteiten in onder andere Zuid-Soedan en Mali.
Tenslotte neemt het verplichtingenbudget voor artikel 2.3 Klimaat parallel aan de verlaging van het uitgavenbudget voor de bijdrage van UN Environment Programme (UNEP) in 2022 en 2025 af. De bijdrage overeenkomst met UNEP wordt om de vier jaar vernieuwd.
Uitgaven
Artikel 2.1
Het uitgavenbudget voor voedselzekerheid neemt ten opzichte van de vastgestelde begroting per saldo t/m 2024 jaarlijks toe. Het saldo onder ‘nog te verdelen’ als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 wordt met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en geheel verwerkt in diverse instrumenten binnen artikel 2. Bovenop deze aanpassing is een extra korting doorgevoerd in verband met een bijdrage aan de dekking van nog openstaande verdragsverplichtingen Suriname, die zijn opgenomen onder artikelonderdeel 5.2 Overig Armoedebeleid. Daarnaast is in het kader van de bevordering van inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector uitgavenbudget overgeheveld naar artikelonderdeel 1.3 Private Sectorontwikkeling voor een subsidie aan Agriterra in 2021 en voor het TRACE programma in Tunesië in 2022.
Artikel 2.2
Het uitgavenbudget voor water neemt meerjarig af. Dit saldo is eveneens toe te schrijven als aandeel in de dekking van het saldo ‘nog te verdelen’ zoals toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021. Verder zijn in onder andere Jordanië en Ethiopië de budgetten voor bijdragen in het kader van integraal waterbeheer verlaagd met het oog op nog in ontwikkeling zijnde programma's en voor een bijdrage aan het aandeel in de dekking van openstaande verdragsverplichtingen Suriname. Met de verlaging van het centrale budget voor subsidies integraal waterbeheer zijn kasmiddelen vrijgemaakt en ingezet op andere instrumenten binnen artikel 2.2, waaronder op het gebied van drinkwater en sanitatie in Benin en Jemen.
Artikel 2.3
Het uitgavenbudget voor klimaat neemt meerjarig af als aandeel in de dekking van het saldo ‘nog te verdelen’ zoals toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021. De effecten van het aandeel worden gezien de grootte van het budget op het instrument «bijdragen klimaat algemeen» opgevangen. Daarnaast is het budget voor de bijdrage aan UNEP meerjarig verlaagd. Een deel van de bijdrage aan UNEP is namelijk afkomstig van andere departementen en dit is nu verwerkt.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 212 015 | 0 | 212 015 | 255 194 | 467 209 | 180 289 | 33 260 | 106 582 | 28 363 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 744 709 | 0 | 744 709 | 47 728 | 792 437 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 97% | 99% | ||||||||
3.1 | Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 403 189 | 0 | 403 189 | 97 127 | 500 316 | 22 358 | 22 736 | 22 468 | 20 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 145 958 | 0 | 145 958 | ‒ 65 875 | 80 083 | ‒ 60 115 | ‒ 64 056 | ‒ 57 285 | ‒ 37 100 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 10 | 0 | 10 | ‒ 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 0 | 0 | 0 | 26 562 | 26 562 | 7 000 | 7 000 | 7 000 | 7 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 0 | 0 | 0 | 400 | 400 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
WHO/PAHO | 6 713 | 0 | 6 713 | ‒ 500 | 6 213 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
SRGR en hiv/aids | 104 100 | 0 | 104 100 | 108 650 | 212 750 | 32 350 | 34 750 | 30 300 | 30 000 | |
UNFPA | 58 000 | 0 | 58 000 | 0 | 58 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNAIDS | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Partnershipprogramma WHO | 12 013 | 0 | 12 013 | 0 | 12 013 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 51 990 | 0 | 51 990 | 10 | 52 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNICEF | 7 000 | 0 | 7 000 | 0 | 7 000 | ‒ 3 000 | 0 | 0 | 0 | |
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 16 000 | 0 | 16 000 | 9 295 | 25 295 | 26 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | |
Nog te verdelen | ‒ 18 595 | 0 | ‒ 18 595 | 18 595 | 0 | 20 023 | 24 942 | 22 353 | 0 | |
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 52 439 | 0 | 52 439 | ‒ 1 034 | 51 405 | ‒ 796 | ‒ 772 | ‒ 696 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Vrouwenrechten | 35 074 | 0 | 35 074 | ‒ 1 344 | 33 730 | 1 104 | ‒ 772 | ‒ 696 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Vrouwenrechten | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Vrouwenrechten | 10 365 | 0 | 10 365 | 310 | 10 675 | ‒ 1 900 | 0 | 0 | 0 | |
UNWOMEN | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | |||||
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 219 531 | 0 | 219 531 | ‒ 52 865 | 166 666 | ‒ 21 562 | ‒ 21 964 | ‒ 21 772 | ‒ 20 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 325 | 0 | 325 | 1 291 | 1 616 | 700 | 700 | 700 | 700 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 205 791 | 0 | 205 791 | ‒ 64 159 | 141 632 | ‒ 23 030 | ‒ 23 713 | ‒ 23 040 | ‒ 19 788 | |
Opdrachten | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 0 | 0 | 0 | 14 000 | 14 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 13 415 | 0 | 13 415 | ‒ 3 997 | 9 418 | ‒ 3 232 | ‒ 2 951 | ‒ 3 432 | ‒ 4 912 | |
3.4 | Onderwijs | 69 550 | 0 | 69 550 | 4 500 | 74 050 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garanties | ||||||||||
Onderwijs | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 0 | 1 500 | ‒ 1 500 | 0 | ‒ 1 500 | 500 | 500 | 0 | |
Hoger Onderwijs | 46 300 | 0 | 46 300 | 1 679 | 47 979 | 951 | ‒ 665 | ‒ 500 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Onderwijs | 5 250 | 0 | 5 250 | 4 321 | 9 571 | 549 | 165 | 0 | 0 | |
Global partnership for education | 15 000 | 0 | 15 000 | 0 | 15 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2021 is vanwege een aantal ontwikkelingen verhoogd. De verhoging hangt samen met uitstel van een regionaal programma op het gebied van HIV/AIDS-SRGR van 2020 naar 2021 en meerjarig vanwege de start van het tweede programma 'Versterking gezondheidssysteem/SRGR service (Niger)'. Ook is het verplichtingenbudget verhoogd om nieuwe contracten te kunnen sluiten voor Product Development Partnerships (PDP’s) en voor een nieuwe bijdrage aan de West African Health Organisation (WAHO).
Verder is het verplichtingenbudget meerjarig verhoogd voor het jaarlijkse boardlidmaatschap van de Global Financing Facility (GFF) en om ruimte te maken voor uitgestelde verplichtingen in verband met de partnerschappen Power of Voices die in 2021 gecommitteerd worden in plaats van in 2020.
Tenslotte neemt het verplichtingenbudget meerjarig toe vanwege diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021.
Uitgaven
Artikel 3.1
Het uitgavenbudget voor SRGR neemt meerjarig toe. Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door extra bijdragen aan COVID-19 Vaccines Global Access (COVAX) en Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria (GFATM) in verband met de COVID-19 pandemie, zie ook de tabel in de leeswijzer.
Daarnaast vindt een overheveling plaats voor de jaren 2021 t/m 2025 van artikel 3.3 Maatschappelijk Middenveld naar artikel 3.1 SRGR en hiv/aids als bijdrage aan de nieuwe SRGR-partnerschappen.
Het saldo onder «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 wordt met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en vrijwel geheel verwerkt in de instrumenten voor SRGR subsidies. Artikel 3.4 Onderwijs is hierin ontzien. Bovenop deze aanpassing is een extra korting doorgevoerd vanwege een bijdrage aan de dekking van nog openstaande verdragsverplichtingen Suriname die zijn opgenomen onder artikel 5.2 Overig armoede beleid.
Artikel 3.3
Het uitgavenbudget maatschappelijk middenveld neemt voor de komende jaren af. De daling wordt veroorzaakt door een verlaging ter compensatie van een eerdere verhoging van het budget voor uitgaven binnen de tender voor VMM (versterking maatschappelijk middenveld) in 2020.
In 2020 heeft er een overheveling plaats gevonden tussen artikel 3.4 Onderwijs en artikel 3.3 Maatschappelijk Middenveld als gevolg van het niet doorgaan van International Finance Facility for Education (IFFEd) in 2020. Deze overheveling wordt in 2021 deels teruggedraaid. Daarnaast vindt er een overheveling plaats van artikel 3.3 naar artikel 3.1 SRGR en hiv/aids ter dekking van een extra bijdrage aan COVAX en voor een bijdrage aan de nieuwe SRGR-partnerschappen.
Tenslotte is er een beperkte mutatie vanwege een aandeel in de hierboven genoemde verwerking van het saldo 'nog te verdelen'.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 509 568 | 0 | 509 568 | 122 699 | 632 267 | ‒ 33 520 | ‒ 26 434 | 16 143 | 7 695 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 748 586 | 0 | 748 586 | ‒ 4 290 | 744 296 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 75% | 98% | ||||||||
4.1 | Humanitaire hulp | 370 017 | 5 000 | 375 017 | 0 | 375 017 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 87 000 | 5 000 | 92 000 | 0 | 92 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 200 000 | 0 | 200 000 | 0 | 200 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Noodhulpprogramma's non-ODA | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNHCR | 33 000 | 0 | 33 000 | 0 | 33 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNRWA | 13 000 | 0 | 13 000 | 0 | 13 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 0 | 36 000 | 0 | 36 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 162 000 | 5 000 | 167 000 | 0 | 167 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Opvang in de regio | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Opvang in de regio | 123 000 | 5 000 | 128 000 | 0 | 128 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Migratie en ontwikkeling | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 216 569 | ‒ 10 000 | 206 569 | ‒ 4 290 | 202 279 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 16 950 | 0 | 16 950 | ‒ 9 950 | 7 000 | ‒ 9 950 | ‒ 9 950 | ‒ 9 950 | 0 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 8 000 | 0 | 8 000 | 0 | 8 000 | 0 | ‒ 2 000 | 0 | 0 | |
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Functionerende rechtsorde | 29 038 | 0 | 29 038 | ‒ 11 729 | 17 309 | ‒ 10 873 | ‒ 11 793 | ‒ 11 193 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 10 305 | 0 | 10 305 | ‒ 1 305 | 9 000 | ‒ 1 305 | ‒ 1 305 | ‒ 1 305 | ‒ 305 | |
Functionerende rechtsorde | 129 950 | 0 | 129 950 | 20 | 129 970 | 2 020 | 2 000 | 0 | ‒ 500 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 35 000 | ‒ 10 000 | 25 000 | 0 | 25 000 | 0 | ‒ 2 000 | 0 | 805 | |
Nog te verdelen | ‒ 18 674 | 0 | ‒ 18 674 | 18 674 | 0 | 20 108 | 25 048 | 22 448 | 0 | |
Verplichtingen
Er is een toename van het verplichtingenbudget in 2021. Dit heeft meerdere redenen, waaronder een hoger verplichtingenbudget in 2021 voor Afghanistan (voor een belangrijk deel naar voren gehaald vanuit de jaren 2022 en 2023) in verband met de uitvoering van de lopende programma's, voor Mali vanwege een uit 2022 en 2023 naar voren gehaalde verplichting in verband met fase twee van het lokaal bestuur programma Programme de Gouvernance Locale Redevable (PGLR) en een nieuw rechtsorde programma met UNDP. Daarnaast zijn er nieuwe activiteiten in verband met de recent geopende post in Niger (Niamey), voor de post Tunis (naar voren gehaald vanuit 2022) op het gebied van functionerende rechtsorde en voor de post Sana'a in Jemen vanwege nieuwe activiteiten op het gebied van vredes- en politieke processen (naar voren gehaald vanuit 2022, 2023 en 2024).
Tenslotte zijn er diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021.
Uitgaven
Artikel 4.1
Het budget van de vastgestelde begroting op artikel 4.1 voor Noodhulp wordt met EUR 5 miljoen opgehoogd ten opzichte van de ontwerpbegroting in verband met de verwerking van amendement 35570 XVII nr. 11 van het lid Bouali cs. over opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
Artikel 4.2
Het budget van de vastgestelde begroting op artikel 4.2 voor Opvang in de regio wordt met EUR 5 miljoen opgehoogd ten opzichte van de ontwerpbegroting in verband met de verwerking van amendement 35570 XVII nr. 11 van het lid Bouali cs. over opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
Artikel 4.3
Het budget van de vastgestelde begroting op artikel 4.3 voor Inclusieve politieke en vredesprocessen wordt met EUR 10 miljoen verlaagd ten opzichte van de ontwerpbegroting in verband met de verwerking van amendement 35570 XVII nr. 11 van het lid Bouali cs. over opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
Het budget voor Veiligheid en Rechtsorde neemt ten opzichte van de vastgestelde begroting per saldo af. Het saldo onder «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 wordt met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en geheel verwerkt in de instrumenten voor legitieme stabiliteit en functionerende rechtsorde van artikel 4.3. Bovenop deze aanpassing is een extra korting doorgevoerd vanwege een bijdrage aan de dekking van nog openstaande verdragsverplichtingen Suriname die zijn opgenomen onder artikel 5.2 Overig armoede beleid.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 32 396 | 0 | 32 396 | 24 962 | 57 358 | 6 519 | 596 | 7 266 | ‒ 28 662 | |
waarvan garantieverplichtingen | 102 461 | 0 | 102 461 | ‒ 3 250 | 99 211 | |||||
waarvan overige verplichtingen | ‒ 70 065 | 0 | ‒ 70 065 | 28 212 | ‒ 41 853 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 322 151 | 0 | 322 151 | ‒ 31 047 | 291 104 | 55 226 | 313 509 | 452 939 | 552 133 | |
waarvan juridisch verplicht | 98% | 99% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 171 654 | 0 | 171 654 | 20 170 | 191 824 | 1 213 | 172 | 0 | 1 338 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNIDO | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNDP | 30 000 | 0 | 30 000 | 0 | 30 000 | ‒ 1 186 | ‒ 1 750 | ‒ 1 500 | ||
UNICEF | 33 000 | 0 | 33 000 | ‒ 2 146 | 30 854 | ‒ 1 186 | ‒ 1 750 | ‒ 1 500 | 0 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 11 077 | 0 | 11 077 | 0 | 11 077 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 0 | 9 000 | ‒ 812 | 8 188 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale Financiële Instellingen | 18 324 | 0 | 18 324 | 17 166 | 35 490 | ‒ 2 834 | ‒ 4 324 | ‒ 4 166 | 0 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 67 789 | 0 | 67 789 | 0 | 67 789 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 476 | 0 | 6 476 | 0 | 6 476 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | ‒ 5 962 | ‒ 5 962 | 5 962 | 0 | 6 419 | 7 996 | 7 166 | 1 338 | ||
5.2 | Overig armoedebeleid | 81 277 | 0 | 81 277 | 16 205 | 97 482 | ‒ 3 240 | ‒ 27 | ‒ 35 | ‒ 35 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 7 870 | 7 870 | 10 | 7 880 | 2 240 | 2 200 | 2 205 | 2 115 | ||
Nationale SDG Implementatie | 0 | 0 | 0 | 800 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nationale SDG Implementatie | 0 | 0 | 0 | 50 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNESCO | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 12 791 | 0 | 12 791 | 16 894 | 29 685 | ‒ 2 027 | ‒ 27 | ‒ 35 | ‒ 35 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 2 445 | 0 | 2 445 | ‒ 10 | 2 435 | ‒ 2 240 | ‒ 2 200 | ‒ 2 205 | ‒ 2 115 | |
Schuldverlichting | 53 521 | 0 | 53 521 | ‒ 1 539 | 51 982 | ‒ 1 213 | 0 | 0 | 0 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 69 220 | 0 | 69 220 | ‒ 67 422 | 1 798 | 57 253 | 313 364 | 452 974 | 550 830 |
Ontvangsten | 50 397 | 0 | 50 397 | ‒ 2 430 | 47 967 | 1 548 | 1 548 | 4 798 | 0 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 29 221 | 0 | 29 221 | ‒ 2 430 | 26 791 | 1 548 | 1 548 | 1 548 | 0 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 0 | 3 250 | 0 |
5.22 | Koersverschillen OS | pm | 0 | pm | pm | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt voor 2021 verhoogd. Deze verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door het aangaan van een verplichting voor de financiering van de subsidy account van het IMF Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT). Voor het overige betreft het een som van verschillende mutaties waaronder diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021.
Uitgaven
Artikel 5.1
Op het artikel onderdeel 5.1 Multilaterale Samenwerking neemt het uitgavenbudget per saldo toe. Dit betreft een som van mutaties. Enerzijds wordt het saldo onder «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en verwerkt in de instrumenten voor UNDP, UNICEF, het budget voor Internationale Financiële Instellingen en het assistent-deskundigenprogramma. Anderzijds is er een intensivering op Internationale Financiële Instellingen vanwege een bijdrage aan het Poverty Reduction Growth and Trustfund (PRGT) van het IMF voor de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen.
Artikel 5.2
Het budget voor Overig Armoedebeleid neemt voor 2021 per saldo toe. De voornaamste reden voor deze verhoging is het opnemen van een reservering voor de resterende verdragsmiddelen voor Suriname (Kamerbrief 5 oktober 2020). Hiervoor is ongeveer EUR 17 miljoen gereserveerd. Verder is voor 2021 het budget voor de SDG-partnerschappen eenjarig verhoogd en is het budget voor schuldverlichting verlaagd vanwege de verwerking van het saldo onder 'nog te verdelen'.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is met ingang van begrotingsjaar 2017 artikel 5.4 gecreëerd, het 'verdeelartikel'. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp in beginsel niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget. Per saldo neemt het budget van dit artikelonderdeel in 2021 af met EUR 67 miljoen, terwijl in de jaren vanaf 2022 juist sprake is van verhogingen.
Als gevolg van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2021) is de ontwikkeling van het BNI, en daarmee het ODA-budget, meerjarig naar boven bijgesteld. Daarnaast is, op basis van bijgestelde in- en uitstroomramingen, de toerekening voor eerste jaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen lager geworden. Deze meevallers hebben het mogelijk gemaakt om enerzijds de in 2020 doorgevoerde kasschuif op ODA terug te draaien voor de jaren 2021-2025, en anderzijds te werken aan herstel van een oplopende buffercapaciteit op artikel 5.4.
Ook is extra ingezet op de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen door in 2021 EUR 72 miljoen vrij te maken. Deze inzet wordt toegelicht bij de beleidsartikelen 3.1 en 5.1 en is vermeld in de leeswijzer bij deze suppletoire begroting.
Ontvangsten
Artikel 5.20
De verwachte ontvangsten op artikelonderdeel 5.20 nemen in 2021 af. Reden hiervoor zijn de naar beneden bijgestelde ramingen op terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Deze zijn naar beneden bijgesteld vanwege het door de G20 ingeroepen schuldenmoratorium (DSSI) dat tot eind 2021 actief is. De inschatting is dat deze uitgestelde terugbetalingen op leningen in de periode 2023 tot en met 2025 worden gecompenseerd door hogere af- en rentebetalingen.
Artikel 5.21
De extra uitgaven voor de NIO ter financiering van de garanties op de kapitaalmarktleningen stromen naar verwachting over enkele jaren terug. In anticipatie daarop is het inkomstenbudget voor 2024 verhoogd.