Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 juni 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Inspectie van het Onderwijs in de Staat van het Onderwijs 2021 concludeerde dat momenteel het zicht op belangrijke aspecten van het onderwijsstelsel ontbreekt, zoals het zicht op het niveau van de basisvaardigheden of burgerschap;
constaterende dat de Inspectie van het Onderwijs stelt dat het gebrek aan inzicht een gevolg is van keuzes, bijvoorbeeld keuzes om geen objectieve metingen te hanteren bij het volgen van de ontwikkeling van leerlingen en studenten;
overwegende dat binnen het Nationaal Programma Onderwijs middelen zijn gereserveerd voor onderzoek en monitoring gericht op de ontwikkeling per leerling in kaart te brengen en dat hiermee er meer zicht komt op bijvoorbeeld het niveau van basisvaardigheden van leerlingen;
van mening dat zonder goed zicht op het onderwijs en de ontwikkeling van leerlingen er niet effectief (bij)gestuurd kan worden vanuit de overheid;
verzoekt de regering, te onderzoeken welke van de zogenaamde best practices als het gaat om de monitoring binnen het Nationaal Programma Onderwijs, zoals bijvoorbeeld resultaatmonitor of de rapportage van scholen over de schoolscan, een meer blijvend karakter kan krijgen binnen het onderwijs, zodat dit meer inzicht geeft op belangrijke aspecten van het onderwijsstelsel zonder dat dit zorgt voor extra bureaucratie of werkdruk voor leraren, en hierover de Kamer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Paul
Peters