Ontvangen 19 mei 2021
Vergaderjaar 2020–2021Koninkrijksrelaties (IV)
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (IV) (x €1 mln.). Totaal € 851.965.000-
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (IV) (x €1 mln.). Totaal € 63.477.000,-
BES-fonds (H)
Figuur 3 Gerealiseerde uitgaven BES-fonds (H) (x €1 mln.). Totaal € 51.304.000-
Figuur 4 Gerealiseerde ontvangsten BES-fonds (H) (x €1 mln.). Totaal € 51.304.000,-
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2020 aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2020.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2020 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2020
2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2020 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2020, alsmede over de saldibalans over 2020 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2020 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Deze begrotingshoofdstukken vallen onder het regime voor «kleine begrotingen».
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de apparaatskosten van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het jaarverslag 2020 is als volgt opgebouwd:
1. Een algemeen deel met de dechargeverlening;
2. Het beleidsverslag 2020 Koninkrijksrelaties met de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
3. Het beleidsverslag 2020 BES-fonds met de beleidsprioriteiten, het beleidsartikel en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
4. De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2020;
5. De jaarrekening BES-fonds 2020; en
6. De bijlagen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2021. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.
Groeiparagraaf
Het verschil in opbouw van dit jaarverslag ten opzichte van het jaarverslag 2019 is de opname van een overzicht coronasteunmaatregelen Koninkrijksrelaties en BES-fonds in bijlage 3.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2020 de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 als focusonderwerp aangewezen (Kamerstukken II 2019/20, 31865, nr. 174). Hiertoe is als bijlage 4 bij dit jaarverslag een overzicht opgenomen van beleidsvoorstellen waarbij, in het kader van de rijksbrede pilot, de bijlage Onderbouwing en evaluatie van het voorstel is meegestuurd.
Toelichting op financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste, tweede suppletoire en incidentele begrotingswetten of de slotwet.
De beleidsmatige verschillen en technische verschillen, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat verschillen beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Begrotingsartikel | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.) | Technische mutaties (ondergrens in € mln.) |
---|---|---|
1. Versterken rechtsstaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
6. Apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
7. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
1. BES-fonds | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2020
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2020. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.
Beleidsartikelen
In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:
A. Algemene doelstelling;
B. Rol en verantwoordelijkheid;
C. Beleidsconclusies;
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
E. Toelichting op de financiële instrumenten.
De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kent per artikel een andere indeling, te weten:
A. Tabel Budgettaire gevolgen;
B. Toelichting op de financiële instrumenten.
Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2020 als basis gebruikt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2020 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2020
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.
De bijlagen
In de bijlagen is een overzicht opgenomen met afgerond evaluatie- en overig onderzoek en het overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland. Daarnaast zijn er in het jaarverslag 2020 twee nieuwe bijlagen opgenomen. Dat zijn het overzicht coronamaatregelen Koninkrijksrelaties en BES-fonds en de naleving van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016.
Externe inhuur
De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording
De WNT verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het jaarverslag BES-fonds 2020
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2020.
Beleidsartikel
In de paragraaf «Beleidsartikel» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent de volgende opzet:
1. Algemene doelstelling;
2. Rol en verantwoordelijkheid;
3. Beleidsconclusies;
4. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
5. Toelichting op de financiële instrumenten.
Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2020 als basis gebruikt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag BES-fonds 2020 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor het BES-Fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2020
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.
Inleiding
Covid-19
Het behoeft nauwelijks betoog dat 2020 een ongekend en bewogen jaar is geweest. In 2020 kreeg de infectieziekte Covid-19 - door de World Health Organization (WHO) in maart bestempeld als pandemie - ook de Caribische landen van het Koninkrijk en Caribisch Nederland in zijn greep, met verstrekkende gevolgen. Vanaf maart 2020 heeft Covid-19 dan ook in grote mate de werkzaamheden gedomineerd.
Zowel de Caribische landen van het Koninkrijk als Caribisch Nederland zijn ongekend hard getroffen door de pandemie. Niet alleen door de uitbraak zelf, maar - met name – ook door de gevolgen daarvan, die zich uitstrekken over vrijwel alle aspecten van de maatschappijen. Niet alleen op medisch en sociaal maatschappelijk gebied, maar tevens op het economische en financiële vlak zijn de Caribische landen van het Koninkrijk en Caribisch Nederland hard geraakt, waarbij de inkomsten van zowel de overheden als de private sectoren uit de belangrijkste economische activiteit, het toerisme, zo goed als volledig zijn weggevallen.
Sinds de uitbraak van Covid-19, in maart 2020, zijn de Caribische landen van het Koninkrijk en (Caribisch) Nederland meer dan ooit op elkaar aangewezen. Onder coördinatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben onder andere het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Ministerie van Defensie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) samengewerkt om vanuit Nederland de eerste acute hulp en bijstand in samenwerking met de partners overzee te leveren. In de beginfase van de uitbraak is direct ingezet op het realiseren van zaken als extra ic-capaciteit, extra beademingsapparatuur en het uitzenden van medisch personeel. Later volgden ook persoonlijke beschermingsmiddelen en testcapaciteit, die worden zolang noodzakelijk geacht structureel geleverd. In 2020 zijn ook de voorbereidingen getroffen voor het vaccinatieprogramma.
Daarnaast is in samenwerking met het Rode Kruis in 2020 voedselhulp geboden in de Caribische landen van het Koninkrijk aan de meest kwetsbare groepen. Dat deed het Rode Kruis in samenwerking met lokale partijen. Zoals ook in de troonrede van dat jaar verwoord: ‘Corona raakt ons allemaal, van Terschelling tot Aruba. (…) Het doel is de bevolking nu te steunen en bij te dragen aan toekomstige economische zekerheid en maatschappelijke stabiliteit.’
Gedurende de Covid-19 pandemie zijn essentiële vliegverbindingen uitgevallen. Het door het Ministerie van BZK opgezette Logistieke Coördinatiecentrum voor de Caribische delen van het Koninkrijk (LCCC) heeft ervoor gezorgd dat de vitale processen in de lucht zijn gebleven door het coördineren van vervoersbewegingen, het inhuren van charters, en het repatriëren van ingezeten.
Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) en landspakketten
Om de financieel-economische weerbaarheid van de landen voor de toekomst te vergroten is met Aruba, Curaçao en Sint Maarten (eind) 2020 een akkoord bereikt om dit te bewerkstelligen. De landen hebben ingestemd met het voorstel van een consensus Rijkswet tot oprichting van het Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO). Het COHO heeft ten behoeve van het welzijn van de bevolking van de landen de taak ervoor te zorgen dat hervormingen worden doorgevoerd, duurzaam houdbare overheidsfinanciën worden gerealiseerd en de weerbaarheid van de economie wordt versterkt, met inbegrip van de rechtsstatelijke inbedding die daarvoor nodig is.
Onderdeel van de Rijkswet is tevens het aangaan van het zogeheten landspakket: een samenhangend pakket van maatregelen voor de korte termijn en structurele hervormingen voor de langere termijn die noodzakelijk zijn om de landen financieel, economisch en bestuurlijk weerbaar te maken. Het COHO (en vooruitlopend daarop de Tijdelijke werkorganisatie (TWO)) zal belast worden met de ondersteuning van en het toezien op de uitvoering van de landspakketten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 177).
Met de instemming met het Rijkswetvoorstel (dat in 2020 is voorgelegd aan de Raad van State van het Koninkrijk (RvSK)) en de ondertekening van de landspakketten door de regeringen van de vier landen, is in 2020 een nieuw hoofdstuk van vrijwillige, maar niet vrijblijvende meerjarige samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk aangebroken. In ruil voor genoemde hervormingen biedt Nederland niet alleen liquiditeitssteun aan de landen, tevens zal Nederland op meerdere terreinen investeren in de ontwikkeling van de landen.
Financiën
Door de pandemie zijn de landen van het Koninkrijk economisch en financieel in dusdanig zwaar weer terechtgekomen dat zij zonder steun niet in staat zijn om hun economieën en daarmee hun maatschappijen draaiende te houden. In 2020 heeft Nederland in april, mei, juli, november en december in (deel)tranches met ‘zachte’ leningen (leningen tegen 0% rente en met een looptijd van twee jaar zonder aflossingen) tijdelijk uitkomst geboden aan de landen zodat zij, ondanks de coronacrisis, over voldoende liquiditeiten konden beschikken om noodzakelijke overheidstaken uit te kunnen voeren en steun te geven aan dat deel van de bevolking dat het zwaarst getroffen was. Alleen aan de eerste tranche liquiditeitssteun van april zijn geen beleidsinhoudelijke voorwaarden verbonden. Bij de tweede tranche liquiditeitssteun zijn aan de liquiditeitssteun voorwaarden ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers en werknemers in de (semi)publieke sector verbonden. Sinds juli 2020 zijn aan verdere liquiditeitssteun voorwaarden gesteld die gericht zijn op structurele hervormingen om de weerbaarheid van de landen en de rechtsstaat duurzaam te versterken. Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en het College Aruba financieel toezicht (CAft) hebben per tranche liquiditeitssteun hun advies uitgebracht aan de rijksministerraad over het al dan niet voldoen aan de gestelde voorwaarden en de daaraan gekoppelde uit te keren liquiditeitssteun. In 2020 hebben de landen uiteindelijk aan alle gestelde voorwaarden voldoende voldaan om liquiditeitssteun te kunnen ontvangen.
Nu Nederland middels de verstrekte liquiditeitsleningen een langdurige financiële relatie met Aruba aangaat, is het van groot belang dat er gedurende een langere periode financieel toezicht op de begroting van Aruba vanuit het Koninkrijk plaatsvindt. Hierom is het wenselijk dat het financieel toezicht bij Rijkswet wordt geregeld – waar dit tot op heden is geregeld in een Landsverordening en onderlinge regelingen tussen Aruba en Nederland in de vorm van Protocollen. Derhalve is voor Aruba als specifieke voorwaarde voor de derde tranche liquiditeitssteun gesteld dat het land in de rijksministerraad in zou stemmen met een voorstel van een Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft).
Gegeven de substantiële steun vanuit Nederland die de Caribische landen in het Koninkrijk ontvangen sinds de uitbraak van de Covid-19, is daarnaast versteviging van het instrumentarium van extern financieel toezicht gewenst. De landen hebben bij de voorwaarde voor de derde tranche liquiditeitssteun reeds op hoofdlijnen ingestemd met een aantal wijzigingen. Verdere liquiditeitssteun vereist verdere instemming van de landen met een aantal wijzigingen van de Rft en de RAft om deze versteviging te realiseren.
Levensstandaard in Caribisch Nederland
IJkpunt sociaal minimum
De samenwerking tussen de openbare lichamen en de verschillende betrokken Nederlandse vakdepartementen heeft in 2020 geleid tot belangrijke stappen bij het vaststellen van een ijkpunt sociaal minimum en het verhogen van het wettelijk minimumloon en uitkeringen. In 2020 bood het kabinet vanwege de effecten van Covid-19 middels tijdelijke maatregelen ondersteuning aan, zoals via de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten- en inkomensverlies Caribisch Nederland en de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES. Tevens zijn de vaste kosten voor het levensonderhoud (tijdelijk) naar beneden gebracht, zoals de kosten voor drinkwater, energie en telecom. Voor de kinderopvang was er een tijdelijke subsidieregeling van kracht waardoor de bijdrage voor ouders lager werd en is de kindertoeslag verhoogd. De tijdelijke maatregelen wachten op een structurele oplossing voor het verlagen van kosten voor de inwoners van Caribisch Nederland.
De levenstandaard van inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is een belangrijk onderwerp voor het kabinet en heeft daarom logischerwijs in 2020 de nodige aandacht gekregen van de Staatssecretaris van BZK, bijvoorbeeld in debatten met de Tweede Kamer. Tegelijkertijd geldt dat het hier gaat om een coördinerende rol, de verantwoordelijkheid voor de verschillende maatregelen – inclusief de budgettaire verantwoording - ligt bij de betreffende bewindspersonen. Een voorbeeld van deze coördinerende rol in 2020 was het coördineren van de economische steunpakketten Caribisch Nederland als gevolg van de coronacrisis: BZK heeft de besluitvorming hierover in de ministerraad voorbereid, maar daarna waren de betreffende departementen (Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken en Klimaat) verantwoordelijk voor de uitvoering en zijn de budgetten dan ook aan deze begrotingen toegevoegd. Wel is het Ministerie van BZK verantwoordelijk voor de gevolgen voor de financiën van de openbare lichamen (inclusief de luchthavenbelasting voor Bonaire International Airport), waarvoor budgetten aan begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) zijn toegevoegd.
Gereduceerd tarief levensonderhoud
Vanwege de gevolgen van Covid-19 zijn de vaste kosten voor het levensonderhoud (tijdelijk) naar beneden gebracht, zoals de kosten voor drinkwater, energie en telecom. Het is 2020 nog niet gelukt deze tijdelijke maatregelen om te zetten in oplossingen die de kosten van levensonderhoud voor de inwoners van Caribisch Nederland structureel kunnen verlagen. Dat is noodzakelijk om zo veel mogelijk inwoners van Caribisch Nederland op het niveau van het vastgestelde ijkpunt sociaal minimum te krijgen.
Op 8 december is het wijzigingswetsvoorstel voor de Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland door de Tweede Kamer aangenomen (Kamerstukken II 2020/21, 35516, nr. 7). Met deze wetswijziging wordt de inwerkingtreding per eiland geregeld en worden de verbeteringen met betrekking tot de Verhuurderssubsidie en het sociaal minimum (ijkpunt) doorgevoerd in Caribisch Nederland.
Noodpakketten Caribisch Nederland
De pandemie heeft een enorme impact op de samenleving van Caribisch Nederland. De verschillende noodpakketten in Europees Nederland zijn doorvertaald naar Caribisch Nederland, waarbij zoveel mogelijk een vergelijkbare benadering is toegepast. Belangrijke maatregelen in 2020 hierbij waren de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten- en inkomensverlies Caribisch Nederland, de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES en verschillende liquiditeitsregelingen, zoals uitstel van betaling rijksbelastingen.
Meerjarenakkoorden, eilandgerichte aanpak als norm
In 2020 zijn de meerjarenakkoorden zoals het Bestuursakkoord Bonaire en de Saba Package verder doorgelopen. De inzet vanuit het Rijk bij de uitvoering van de akkoorden is ook vorig jaar gecoördineerd door BZK. Het is opnieuw gebleken dat een integrale eilandgerichte aanpak recht doet aan de specifieke context en opgaven van de verschillende openbare lichamen waarbij departementen en lokaal bestuur intensief samenwerken. Bij de uitvoering van het Bestuursakkoord Bonaire wordt onder andere gewerkt aan de organisatieontwikkeling, financieel beheer, en het opzetten van een lokale rekenkamer van Bonaire. Bij de implementatie van de Saba Package wordt onder meer uitvoering gegeven aan door het Ministerie van BZK verstrekte middelen in het kader van ´Goed Bestuur ´. Hier ligt de nadruk op capaciteitsversterking, training en opleiding van ambtenaren en bestuurders en een verbeterde publieke informatievoorziening. Ook wordt geïnvesteerd in ICT-veiligheid en het digitaliseren van interne processen en procedures om de organisatie verder te ontwikkelen en bestendigen.
Tijdelijke wet taakverwaarlozing en Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
Door middel van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius heeft Nederland in 2018 bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius aangezien sprake was van grove taakverwaarlozing door het lokale bestuur. Om de bestuurlijke en ambtelijke organisatie te verbeteren is in 2018 gestart met de reorganisatie van het ambtelijk apparaat, maar ook infrastructurele projecten zoals de aanleg van de wegen en het aanpakken van de erosieproblematiek.
Op 7 juli 2020 is de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius aangenomen door de Eerste Kamer. Met deze wet wordt de bestuurlijke ingreep op het eiland verlengd en worden tegelijkertijd de huidige voorzieningen die tot stand zijn gekomen op grond van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius afgebouwd. De eerste stap in deze geleidelijke afbouw was het herstel van de eilandsraad middels eilandsraadsverkiezingen. Op 21 oktober 2020 vonden de verkiezingen plaats waarmee de eerste fase van het herstel op Sint Eustatius is ingeluid. Ondanks Covid-19 verliepen de verkiezingen ordentelijk en zonder incidenten. De nieuwe eilandraadsleden zijn benoemd en daarmee heeft de nieuwe eilandsraad reeds zitting genomen. Door middel van een samenwerking tussen BZK en het Openbaar Lichaam Sint Eustatius is het afgelopen jaar het verouderde verordeningenbestand vernieuwd. De verordeningen zijn gecontroleerd, geactualiseerd, ingetrokken, dan wel herschreven. Voorbeelden zijn de Vlagverordening, het Reglement van orde van het bestuurscollege, het Reglement van orde van de eilandsraad en de Verordening op de eilandsraadscommissie.
Coördinerende verantwoordelijkheid bij interdepartementale samenwerking
Het jaar 2020 bracht met de intrede van Covid-19 veel nieuwe, uitdagende en complexe vraagstukken naar voren op het terrein van Koninkrijksrelaties. De behoefte aan een gecoördineerde en integrale aanpak ten aanzien van de Caribische delen van het Koninkrijk bleek daarmee groter dan ooit. De Stuurgroep Caribisch Nederland, onder voorzitterschap van BZK, heeft zich als gevolg hiervan verbreed tot de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk, waar niet alleen de uitdagingen ten aanzien van Bonaire, Sint Eustatius en Saba besproken worden, maar ook de uitdagingen ten aanzien van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vanuit haar coördinerende rol heeft BZK zich samen met betrokken departementen ingespannen om de voor de Caribische delen van het Koninkrijk relevante vraagstukken te adresseren en de benodigde samenwerking te coördineren en te faciliteren.
De uitwerking van de aanbevelingen uit de kabinetsreactie naar aanleiding van de Voorlichting van de Raad van State en het IBO-rapport Koninkrijksrelaties (Samen-werken) is in 2020 in nauwe samenwerking met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en andere betrokken ministeries ter hand genomen (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Gekozen is voor een programmatische aanpak, waarbij diverse aanbevelingen in gezamenlijke werkgroepen nader worden uitgewerkt. Wegens tijdelijke herschikking van prioriteiten als gevolg van de pandemie bij zowel openbare lichamen als het Rijk, heeft de uitwerking van de aanbevelingen in met name de eerste helft van 2020 vertraging opgelopen. De samenwerking verliep desalniettemin goed.
Versterken van de rechtsstaat op Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Een rechtsstaat waarborgt (grond)rechten en vrijheden, normeert gedrag en legitimeert overheidsoptreden. Met betrouwbaar, lerend en onpartijdig bestuur wordt maatschappelijk vertrouwen gestimuleerd. De landen hebben te kampen met voor hun omvang veel grensoverschrijdende criminaliteit en daarnaast vormt de verwevenheid tussen de boven- en onderwereld een serieuze bedreiging voor het goed functioneren van de democratische rechtsstaat. Hoewel de landen zelf verantwoordelijk zijn voor hun rechtsstaat en de rechtshandhavingsdiensten, zijn de landen (nog) onvoldoende toegerust om deze uitdagingen zelfstandig het hoofd te bieden. In de eerdergenoemde landspakketten zijn daarom ook hervormingen en maatregelen opgenomen die toezien op de rechtsstaat, met als doel die te versterken. Hieronder vallen in ieder geval het versterken van het grenstoezicht, de aanpak van financieel-economische criminaliteit en het verbeteren van het detentiewezen.
Koninklijke Marechaussee
Op 1 januari 2020 is het nieuwe protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (KMar)1 - waarbij Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten partij zijn - in werking getreden (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Na een aantal tijdelijke verlengingen, betreft het deze keer een verlenging voor onbepaalde tijd. Het doel van de flexpool is het verlenen van ondersteuning door Nederland aan de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk door het ter beschikking stellen van medewerkers van de Koninklijke Marechaussee.
Samenwerkingsregeling Waarborg Plannen van Aanpak Landstaken Curaçao en Sint Maarten
Bij besluit van 13 juli 2020 is voor de vijfde maal de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten verlengd. De verlenging is ingegaan op 1 oktober 2020, opnieuw voor een periode van twee jaar. Met deze samenwerkingsregeling wordt beoogd om in samenwerking tussen Sint Maarten en Nederland voorzieningen te treffen die waarborgen dat landstaken die nog niet door Sint Maarten kunnen worden uitgevoerd op een voldoende niveau worden uitgevoerd en dat Sint Maarten op termijn deze taken wel overeenkomstig de criteria kan uitvoeren. Hoewel Curaçao formeel nog partij is bij deze samenwerkingsregeling, zijn voor Curaçao alle plannen van aanpak uitgevoerd. Voor Sint Maarten resten nog de plannen van aanpak inzake het detentiewezen en de politie.
Versterken van het openbaar bestuur en houden van financieel toezicht
Programma bestuurlijke ontwikkeling
BZK heeft zich het afgelopen jaar gericht op het verhogen van de kwaliteit en uitvoeringskracht van het openbaar bestuur op de eilanden. Tevens is aan de relatie tussen het bestuur en het ambtelijk apparaat gewerkt. Het Talent Ontwikkel Programma (TOP) is het afgelopen jaar gecontinueerd en was opnieuw een groot succes. Net als voorgaande jaren heeft ook in 2020 een grote groep geïnteresseerden zich aangemeld voor het programma en zijn er weer nieuwe deelnemers aangenomen voor het traineeship en het leertraject. Daarnaast blijkt het voortdurende enthousiasme van de Bonairiaanse overheid en overheidsnv’s uit hun bereidheid hun ambtenaren te laten participeren aan het leertraject en posities beschikbaar te stellen voor de TOP-trainees. Bijna alle TOP-pers blijven na afronding van het programma werkzaam op Bonaire. Tevens blijkt dat de TOP-pers op goede posities terechtkomen, zo is de nieuwe griffier van Bonaire een oud TOP deelnemer.
BZK heeft in 2020 tevens diverse trainingen aan ambtenaren en potentiële bestuurders gefaciliteerd en gefinancierd. Zo is in februari 2020 de eerste informatiebijeenkomst op Sint Eustatius georganiseerd om burgers te informeren en enthousiasmeren over de mogelijkheden van de lokale politiek. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Nederlands Instituut voor Meerpartijen Democratie (NIMD) en de Kiesraad hebben presentaties verzorgd. Vervolgens zijn meerdere bijeenkomsten georganiseerd met diverse sprekers uit de regio. Ook deze bijeenkomsten hadden als doel burgers te informeren en enthousiasmeren over een eventuele politieke carrière. Vanwege Covid-19 zijn afwisselend digitale en fysieke bijeenkomsten georganiseerd.
Financieel toezicht
Tegen de aanwijzing die in 2019 is gegeven aan Curaçao op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten heeft Curaçao beroep ingesteld bij de Raad van State van het Koninkrijk. De Raad van State van het Koninkrijk heeft een ontwerp-Koninklijk Besluit opgesteld inzake de beslissing op het beroep. Daarin is het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard. De rijkministerraad heeft overeenkomstig dat ontwerp-besluit besloten (Stb. 2020, 537). Een groot deel van de aanwijzing aan Curaçao is daarmee komen te vervallen. Voor de aanwijzing van Sint Maarten geldt dat besluitvorming in de rijksministerraad over verlenging en actualisering heeft plaatsgevonden, maar dat dit besluit mede vanwege de onduidelijkheid over de financiële draagkracht van Sint Maarten voor de compensatie van de begrotingstekorten in de periode 2010-2019 nog niet is geformaliseerd.
Samenwerking binnen het Koninkrijk
Verlenen van hulp en bijstand
Het in 2019 met Curaçao overeengekomen Groeiakkoord - waarin afspraken waren opgenomen die moesten leiden tot duurzame gezonde overheidsfinanciën, structureel hogere economische groei, een efficiënt en slagvaardig overheidsapparaat en duurzame verbetering van de kwaliteit van het leven op Curaçao, is met het uitbreken van de Covid-19 pandemie ingehaald door de situatie en heeft plaatsgemaakt voor de eerder genoemde Landspakketten.
Fondo Desaroyo Aruba (FDA)
In 2020 zijn de laatste middelen van het Fondo Desaroyo Aruba uit 2017 ingezet voor projecten op Aruba. Zie hiervoor ook het instrument Bijdrage aan medeoverheden in artikel 4.1.
Venezuela / ondersteuning Benedenwindse Eilanden
Het kabinet heeft in 2019, mede gelet op de situatie in Venezuela én met het oog op crisisbeheersing in de regio, € 23,8 mln. vrijgemaakt voor ondersteuning van de Benedenwindse Eilanden. Het Ministerie van JenV, het Ministerie van Defensie en het Ministerie van BZK hebben deze ondersteuning geboden. Het Ministerie van BZK heeft in 2020 bijgedragen aan de planvorming ter verbetering van de omstandigheden binnen de vreemdelingenbewaring in Curaçao. Bovendien heeft het Ministerie van BZK een financiële bijdrage geleverd aan diverse bijstandsprojecten in Aruba. Een aantal van deze projecten zijn opgenomen onder het instrument Bijdrage aan medeoverheden in artikel 4.1.
Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Als voorpost van de Nederlandse overheid draagt de vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) bij aan een optimale onderlinge samenwerking en een constructieve en transparante politiek-bestuurlijke relatie. Dit jaar heeft VN-ACS een belangrijke rol gespeeld bij het verlenen van hulp en bijstand aan de landen in de eerste maanden na het uitbreken van de Covid-19 pandemie, alsmede in de gesprekken die gevoerd zijn in het kader van de liquiditeitssteun.
In het licht van de doelstelling van het Kleine Projecten Fonds (KPF) heeft VN-ACS in 2020 een bijdrage geleverd aan verschillende sociale, culturele, educatieve en sportieve lokale projecten. Vanwege Covid-19 is de Werkgroep Economische Samenwerking Koninkrijk (WESK), die tot doel heeft economische samenwerking te bevorderen, in 2020 «on hold» gezet.
Wederopbouw Bovenwinden
In 2017 trokken de orkanen Irma en Maria met verwoestende gevolgen over de Bovenwindse Eilanden. Met name het land Sint Maarten werd zwaar getroffen. Hoewel in 2020, evenals in voorgaande jaren, gestaag is doorgewerkt aan de wederopbouw van de eilanden, hebben factoren zoals de verkiezingen in maart en Covid-19, ook vertragingen gecreëerd bij de uitvoering van projecten.
Wederopbouw Sint Maarten
Ook in 2020 heeft Nederland, met inzet van de Wereldbank, Sint Maarten bij de wederopbouw ondersteund. Deze inzet zag niet alleen op het gebied van financiën, maar tevens op de terreinen van technische assistentie bij het uitvoeren van projecten en versterking van het grenstoezicht. In 2020 is de voortgang van de wederopbouw beïnvloed door externe gebeurtenissen, zoals de verkiezingen in januari en de Covid-19 uitbraak in maart. Het laatste resulteerde al snel in beperkingen, zoals het inperken van het vliegverkeer, en lockdowns. Toch zijn er ook resultaten behaald in 2020, waaronder de start van de aanbesteding voor de renovatie van de airportterminal, de oplevering van een aantal schuilplaatsen en de verdere reparaties van huizen en politiebureaus. Daarnaast is in 2020 met een aantal nieuwe projecten gestart, zoals het Enterprise Support Project en een project van VNG International dat zich richt op capaciteitsopbouw van lokale niet-gouvermentele organisaties (NGO’s) die bijdragen aan wederopbouw en het vergroten van de weerbaarheid op Sint Maarten. BZK heeft in 2020 continu gemonitord en gestuurd op de voortgang van de lopende projecten.
Wederopbouw Sint Eustatius
In 2020 is verder gewerkt aan een aantal wederopbouwprojecten op Sint Eustatius. Zo zijn scholen, openbare gebouwen en woningen hersteld. Ook is de stabilisatie van de klif onder Fort Oranje in een vergevorderd stadium.
Art. | Naam artikel | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Versterken rechtsstaat | Ja | |||||||
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | ||||||||
4.1 | Curaçao, Sint Maarten en Aruba | Nee | |||||||
4.2 | Caribisch Nederland | ||||||||
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | ||||||||
5.1 | Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten | Ja | |||||||
5.2 | Leningen/ garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba | ||||||||
8 | Wederopbouw Bovenwindse Eilanden |
Toelichting
Artikel 4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
De onder artikelonderdeel 4.1 geraamde pensioentoelagen worden niet in de beleidsdoorlichting meegenomen.
Het meest recente overzicht van de programmering van evaluaties en beleidsdoorlichtingen vindt u op www.rijksbegroting.nl/beleidsevaluaties.
Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie de bijlage 1 «Evaluatie en overig onderzoek».
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2019 | Verleend 2020 | Vervallen 2020 | Uitstaande garanties 2020 | Garantie- plafond | Totaal plafond | Totaalstand risicovoorziening |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 9e Europees Ontwikkelingsfonds verlenging | 1.877 | 0 | 0 | 1.877 | 0 | 1.877 | 0 |
Totaal | 1.877 | 0 | 0 | 1.877 | 0 | 1.877 | 0 |
Toelichting
Er zijn in 2020 geen uitgaven gedaan op garanties. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening in andere valuta | Uitstaande lening in € | Looptijd lening | Totaalstand risicovoorziening 2019 (in €) | Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2020 en 2019 (in €) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal verstrekte leningen | 1.907.736 | 0 | 494 | |||
Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | 1.869.157 | 0 | 494 | |||
Totaal leningen Curaçao | 1.343.848 | ‒ | ‒ | |||
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,5% | ANG 0 | 0 | 10 jaar (2010-2020) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 139.735 | 55.720 | 15 jaar (2010-2025) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875 | ANG 370.000 | 147.540 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0% | ANG 474.900 | 189.369 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125% | ANG 582.391 | 232.232 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 62.604 | 25.226 | 30 jaar (2013-2043) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45% | ANG 247.036 | 103.187 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6% | ANG 204.545 | 108.084 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62% | ANG 33.296 | 17.997 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0% | ANG 59.050 | 29.702 | 30 jaar (2016-2046) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24% | ANG 60.000 | 28.448 | 30 jaar (2017-2047) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92% | ANG 69.100 | 34.167 | 30 jaar (2019-2049) | ‒ | ‒ | |
Onderhandse lineaire lening 0,00% | ANG 82.000 | 41.132 | 15 jaar (2020-2035) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 0,00% | ANG 177.000 | 90.331 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 0,00% | ANG 141.000 | 72.732 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 0,00% | ANG 63.000 | 31.286 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 0,00% | ANG 105.000 | 50.625 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Curaçao 0,00% | ANG 181.000 | 86.070 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Totaal leningen Sint Maarten | 313.366 | 0 | 494 | |||
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,5% | ANG 0 | 0 | 10 jaar (2010-2020) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625% | ANG 73.500 | 29.461 | 15 jaar (2010-2025) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 % | ANG 78.571 | 31.494 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875% | ANG 50.000 | 20.042 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0% | ANG 50.000 | 20.042 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25% | ANG 58.652 | 24.765 | 15 jaar (2014-2029) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375% | ANG 44.818 | 18.739 | 20 jaar (2014-2034) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45% | ANG 39.526 | 16.510 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8% | ANG 24.217 | 10.849 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83% | ANG 18.811 | 8.206 | 25 jaar (2017-2032) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74% | ANG 32.900 | 16.459 | 30 jaar (2019-2049) | 0 | 494 | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,5% | ANG 15.600 | 8.131 | 7 jaar (2016-2023) | ‒ | ‒ | |
Onderhandse lineaire lening 0,00% | ANG 49.875 | 22.985 | 15 jaar (2020-2035) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 0% | ANG 50.200 | 25.622 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 0% | ANG 20.000 | 10.269 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 0% | ANG 24.000 | 12.380 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 0% | ANG 19.300 | 9.208 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Sint Maarten 0% | ANG 61.200 | 28.205 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Totaal leningen Aruba | 211.943 | ‒ | ‒ | |||
Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen | ‒ | 1.340 | 29 jaar (2001-2030) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 386 | 30 jaar (1991-2021) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 848 | 30 jaar (1992-2022) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 724 | 30 jaar (1993-2023) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 367 | 30 jaar (1994-2024) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 72 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Water en Energiebedrijf Aruba 2,5% | AWG 9.199 | 3.880 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Aruba 0% | AWG 42.800 | 21.964 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Aruba 0% | AWG 49.400 | 25.444 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Aruba 0% | AWG 63.900 | 33.070 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Aruba 0% | AWG 49.400 | 24.525 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitslening Aruba 0% | AWG 209.000 | 99.322 | 2 jaar (2020-2022) | ‒ | ‒ | |
Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 38.579 | |||||
Totaal leningen Sint Maarten | 38.579 | ‒ | ‒ | |||
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 50.000 | 22.790 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 32.600 | 15.789 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ |
Toelichting
De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) en Arubaanse florin (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's. Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende koers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde).
Ten behoeve van de lening lopende inschrijving van Sint Maarten van 2019 is een begrotingsreserve van 3% op de Aanvullende Post gereserveerd. De begrotingsreserve van € 3 mln. wordt in 2021 opnieuw geëvalueerd. De begrotingsreserve van € 0,5 mln. voor de lening van Sint Maarten uit 2019 is onderdeel daarvan.
De pandemie heeft in 2020 ook een behoorlijke impact op de landen Aruba, Sint Maarten en Curaçao binnen het Koninkrijk gehad. De landen hebben op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden een beroep gedaan op de solidariteit binnen het Koninkrijk. De rijksministerraad (RMR) heeft op basis van de adviezen van het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) besloten om, gedurende 2020 op meerdere momenten, middelen ter beschikking te stellen.
Hiervoor zijn in 2020 in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan de landen Aruba, Sint Maarten en Curaçao. Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022. De leningen hebben een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het CAft bestaat de mogelijkheid om in 2022 de liquiditeitssteun te herfinancieren.
Voor de landen Curaçao en Sint Maarten zijn in 2020 twee «2010-2020 Obligatieleningen» (bulletleningen) afgelopen, die behoren tot de afspraken over de schuldsanering. Deze leningen zijn onder gewijzigde voorwaarden omgezet. Voor Curaçao betreft het een omzetting van de lening naar een onderhandse lineaire lening van ANG 82 mln. (€ 41,1 mln.) en voor Sint Maarten betreft dit een omzetting naar een onderhandse lineaire lening van ANG 49,9 mln. (€ 23 mln.).
Beide leningen hebben een duur van 15 jaar met begindatum 15 oktober 2020. De leningen hebben een rentepercentage van 0% en zijn de eerste drie jaar aflossingsvrij.
Naar aanleiding van een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken uit 2018 heeft de Rijksministerraad toegezegd de Staten-Generaal jaarlijks via de Memorie van toelichting van de ontwerpbegroting te informeren over de voortgang van de uitvoering van mensenrechtenverdragen in het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de ontwerpbegroting, zal vanaf nu ook in het jaarverslag hier aandacht aan besteed worden.
In verband met de uitbraak van Covid-19 was er dit jaar geen ruimte bij de landen om aandacht aan dit onderwerp te besteden. In het afgelopen begrotingsjaar is daarom nog geen aanvang genomen met de voorgenomen samenwerking tussen de landen om de uitvoering van mensenrechtenverdragen te bevorderen en te bewerkstelligen in de Caribische landen van het Koninkrijk.
Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving en grensbewaking en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister is verantwoordelijk voor het stimuleren van de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van Justitie en Veiligheid en van Defensie die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.
– Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
Het jaar 2020 is belangrijk geweest voor het Recherchesamenwerkingsteam (RST). De budgetten voor de periode van 2020-2023 zijn overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Zoals in de begroting van 2020 was opgenomen wordt hiermee recht gedaan aan de Politiewet 2012, die bepaalt dat er tussen de politie en de Minister van JenV een gesloten systeem van financiering bestaat. Dit heeft geen gevolgen voor de beleidsverantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van BZK. Ook is in 2020 besloten dat de financiering van de projectmatige aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit, beter bekend onder de naam Team Bestrijding Ondermijning (TBO) structureel beschikbaar komt.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 67.650 | 75.487 | 27.795 | 40.107 | 12.966 | 13.643 | ‒ 677 |
Uitgaven | 77.735 | 69.841 | 45.772 | 40.422 | 12.836 | 13.643 | ‒ 807 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
Recherchecapaciteit (Nationale Politie) | 0 | 14.355 | 34.703 | 29.456 | 1.858 | 0 | 1.858 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Overige bijstand aan de landen | 26 | 0 | 0 | 15 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Duradero | 712 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grensbewaking (Defensie) | 6.100 | 6.100 | 6.100 | 6.209 | 6.339 | 6.209 | 130 |
Kustwacht (Defensie) | 37.838 | 46.106 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Recherchecapaciteit (Nationale Politie) | 28.528 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rechterlijke macht (JenV) | 4.531 | 3.280 | 4.969 | 4.742 | 4.639 | 7.434 | ‒ 2.795 |
Ontvangsten | 5.981 | 2.174 | 3.952 | 4.253 | 1.311 | 0 | 1.311 |
Uitgaven
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
Recherchecapaciteit (Nationale Politie)
De uitgaven in 2020 zijn veroorzaakt door verrekenbrieven van uitzendingen van 2019 en ouder.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Grensbewaking (Defensie)
Nederland heeft 43 FTE van de Koninklijke Marechaussee ter beschikking aan de landen gesteld voor de versterking van het grenstoezicht. De inzet vindt plaats onder lokaal gezag van de Ministers van Justitie en op verzoek van de landen. Het Ministerie van BZK vergoedt de kosten.
Rechterlijke macht (Justitie en Veiligheid)
Nederland heeft op verzoek van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Ministers van Justitie van de Caribische delen van het Koninkrijk rechters en officieren van Justitie ter beschikking gesteld. De Raad voor de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie in Nederland stellen de betreffende rechterlijke ambtenaren ter beschikking. In 2020 heeft het Ministerie van BZK de uitzendkosten voor deze rechterlijke ambtenaren op grond van het Voorzieningenstelsel Buitenland-toeslagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA) bekostigd. De onderuitputting wordt met name veroorzaakt, doordat de middelen voor het Parket Procureur Generaal en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in het kader van de projectaanpak TBO in 2020 bij eerste suppletoire begroting 2020 naar de begroting van het Ministerie van JenV zijn overgeboekt. Dit om één zuivere financieringslijn te realiseren.
Recherchecapaciteit (Nationale Politie)
Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het herziene Protocol inzake gespecialiseerde Recherchesamenwerking heeft het RST in 2020 uitvoering gegeven aan de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied verricht. In het Convenant Financieringssystematiek recherchesamenwerkingsteam is opgenomen dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen behoudt. Voor de financiële verantwoording wordt verwezen naar het jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Ontvangsten
Het bedrag dat naar begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) is teruggevloeid, heeft te maken met minder uitzendingen door de Nederlandse Politie (JenV) in 2019. Een reden hiervoor is onder andere het niet kunnen vervullen van openstaande vacatures. Daarnaast hebben aangescherpte beleidsafspraken en de handhaving daarvan geleid tot het effectiever en efficiënter aanwenden van budget. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan beleid inzake dienstreizen, voertuig- en piketregelingen.
Het bewerkstelligen van een merkbare positieve verandering in het leven van de burgers in de Caribische delen van het Koninkrijk door te ondersteunen bij het creëren van een betrouwbare en goed functionerende overheid. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise, het coördineren van de inzet van het Rijk, en het uitvoeren van financieel toezicht op de eilanden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– De minister ondersteunt daar waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.
– De minister ondersteunt daar waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.
Regisseren
– De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.
– De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.
– De minister geeft invulling aan zijn taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.
– De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).
De gevolgen van Covid-19 hebben gezorgd voor een situatie die vroeg om inzet op andere terreinen dan voorzien. In 2020 heeft het Nederlands kabinet op grote schaal middelen besteed aan het verlenen van voedselhulp, om de meest kwetsbare mensen niet aan hun lot over te laten. Het Nederlandse kabinet blijft deze mensen steunen. Daarnaast zijn middelen besteed aan het inzetten van charters en ter compensatie van inkomstenderving voor de openbare lichamen waaronder ook een deel voor Bonaire International Airport.
In 2020 zou Nederland de resterende bijdrage van € 2,0 mln. leveren ten behoeve van uitbreiding en verbouwing van de vreemdelingenbewaring in Curaçao en in Aruba aan de inventarisatie van irreguliere arbeid, aan het onderwijs en aan de rechtshandhaving. Mede vanwege de lockdownmaatregelen in het kader van Covid-19 in Aruba en Curaçao hebben werkzaamheden stilgelegen. Voor de vreemdelingenbewaring in Curaçao geldt dat de uitbreiding en verbouwingsplannen in 2020 zijn verschoven naar 2021. Per tweede suppletoire begroting zijn de middelen hiervoor doorgeschoven naar 2021. Voor Aruba geldt dat de diverse projecten, zoals bouwtechnische herstelwerkzaamheden aan de politiecellen te San Nicolas, eind 2020 zijn aangevangen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 16.600 | 21.694 | 49.787 | 27.316 | 57.677 | 15.838 | 41.839 |
Uitgaven | 17.994 | 21.359 | 43.677 | 28.880 | 56.995 | 15.838 | 41.157 |
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba | 5.281 | 7.566 | 5.797 | 6.535 | 45.365 | 7.411 | 37.954 |
Subsidies(regelingen) | |||||||
Diverse subsidies | 0 | 0 | 0 | 268 | 0 | 0 | 0 |
Noodpakketten | 0 | 0 | 0 | 0 | 39.700 | 0 | 39.700 |
Opdrachten | |||||||
Opdrachten landen | 1.039 | 748 | 241 | 160 | 457 | 1.663 | ‒ 1.206 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
Toeslagen op pensioenen NA | 2.340 | 2.239 | 2.545 | 2.992 | 1.718 | 2.340 | ‒ 622 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Afpakteam Aruba | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage landen | 0 | 4.416 | 2.847 | 2.944 | 3.380 | 3.272 | 108 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
Samenwerkingsprogramma's | 1.307 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Diverse bijdragen | 95 | 163 | 164 | 171 | 110 | 136 | ‒ 26 |
4.2 Caribisch Nederland | 12.713 | 13.793 | 37.880 | 22.345 | 11.630 | 8.427 | 3.203 |
Subsidies(regelingen) | |||||||
Subsidies Caribisch Nederland | 142 | 467 | 459 | 693 | 454 | 0 | 454 |
Kinderrechten | 450 | 240 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bonaire International Airport | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.400 | 0 | 3.400 |
Opdrachten | |||||||
Kinderrechten | 16 | 89 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht1 | 894 | 925 | 558 | 807 | 478 | 100 | 378 |
Opdrachten Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 4.797 | ‒ 4.797 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers | 1.830 | 1.385 | 26.501 | 3.017 | 2.263 | 2.310 | ‒ 47 |
PCN | 1.473 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Sociaaleconomische initiatieven2 | 5.737 | 8.866 | 6.974 | 7.733 | 486 | 1.220 | ‒ 734 |
Kinderrechten | 543 | 593 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht1 | 1.628 | 586 | 3.042 | 10.066 | 4.549 | 0 | 4.549 |
Bijdrage aan agentschappen apparaat | |||||||
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 392 | 336 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 250 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 8.422 | 14.575 | 6.563 | 0 | 11 | 0 | 11 |
de naam van deze regeling was in de ontwerpbegroting 2020 "Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie".
de naam van deze regeling was in de ontwerpbegroting 2020 "Bijzondere uitk. sociaaleconomische initiatieven".
Uitgaven
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Subsidie(regelingen)
Noodpakketten
Als gevolg van de Covid-19 pandemie is in de landen 15% tot 20% van de bevolking afhankelijk van voedselhulp. In samenwerking met het Rode Kruis zijn deze mensen met Nederlandse middelen geholpen. Het Rode Kruis deed dit in samenwerking met lokale partijen. Vele huishoudens ontvingen voedselpakketten, e-vouchers of ready-to-eat maaltijden. In de eerste fase is voor voedselhulp € 14,4 mln. gesubsidieerd en in de tweede fase is € 25,2 mln. Een resterend bedrag van € 1,6 mln. van de eerste fase staat voor 2021 nog gereserveerd voor de afrekening. Voor de voedselhulp heeft het Ministerie van BZK extra middelen gekregen per tweede en vierde incidentele suppletoire begroting. Daarnaast is per tweede suppletoire begroting € 0,1 mln. voor de bijdrage aan de actie «Samen één Koninkrijk» verstrekt.
Opdrachten
Opdrachten landen
Als gevolg van de inreisbeperkingen door de pandemie zijn er in 2020 opdrachten verstrekt om de connectiviteit tussen de eilanden van het Koninkrijk te borgen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft middelen beschikbaar gesteld om een wekelijkse vlucht tussen Bonaire en Sint Eustatius te garanderen, om essential workers in tijden van crisis te vervoeren tussen de zes eilanden, en voor het uitvoeren van een repatriëringsoperatie om gestrande Nederlanders vanuit verschillende eilanden van het Koninkrijk der Nederlanden te repatriëren. Ook zijn structureel persoonlijke beschermingsmiddelen en testcapaciteit geleverd. In de loop van 2020 is er budget vanuit opdrachten gerealloceerd naar andere budgetten. Uiteindelijk zijn de kosten voor connectiviteit lager uitgevallen dan hiervoor was begroot.
Inkomensoverdrachten
Toeslagen op pensioenen NA
Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaans (NA) en Arubaanse pensioengerechtigden, zijn koersverschillen tussen de Nederlands-Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) enerzijds en de Euro (€) anderzijds gecompenseerd. Het verschil tussen de realisatie en het budget is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7.
Bijdrage aan medeoverheden
Bijdrage landen
Het Ministerie van BZK heeft in december 2020 een bijdrage geleverd ter verbetering van de omstandigheden binnen de vreemdelingenbewaring in Curaçao. Daarnaast heeft het Ministerie van BZK de resterende bijdrage geleverd aan diverse bijstandsprojecten in Aruba, waaronder het realiseren van een mannenopvang van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel, het versterken van het coördinatiecentrum mensenhandel en mensensmokkel Aruba (CMMA) en het renoveren van de cellen van het politiebureau in San Nicolas.
In 2017 is een subsidie verstrekt aan de Vertegenwoordiging op Aruba. Deze subsidie bevat de resterende middelen van het FDA (Fondo Desaroyo Aruba). Deze subsidie is niet geheel uitgeput in het jaar van verstrekking. De middelen die niet in 2017 zijn uitgegeven door de Vertegenwoordiging zijn in de jaren daarna ingezet en blijven beschikbaar voor projecten op Aruba. Deze middelen zijn onder andere besteed aan de versterking van de landsrecherche Aruba en aan de opvang voor mannelijke slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel. Vanuit het kasstelsel zijn deze uitgaven op dit instrument geadministreerd als kosten.
4.2 Caribisch Nederland
Subsidie(regelingen)
Subsidies Caribisch Nederland
Het Ministerie van BZK heeft een financiële bijdrage geleverd aan Stichting WeConnect om het werven van Top Talent Programma Bonaire (TOP) Trainees mogelijk te maken en om Caribische studenten in Europees Nederland voorlichting te geven over onder andere Caribische carrièremogelijkheden.
In 2020 is een subsidie aan UNICEF verstrekt om hen te ondersteunen bij de kinderrechteneducatie, participatie en hulp bij de uitwerking van de aanbevelingen uit het onderzoek dat UNICEF heeft uitgevoerd in Caribisch Nederland: De Situation Analysis (Kamerstukken II 2019/20, 31839, nr. 695).
Bonaire International Airport
In lijn met besluitvorming voor Europees Nederlandse gemeenten ontvingen de openbare lichamen compensatie ten behoeve van inkomstenderving over 2020. Hierbij waren ook de luchthavenbelastingen betrokken, aangezien dit onder deel uitmaakt van de inkomsten van de openbare lichamen. Op Bonaire komt de luchthavenbelasting direct binnen bij Bonaire International Airport (BIA), wat heeft geleid tot een subsidie aan BIA van € 3,4 mln. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor een extra bijdrage ontvangen per vierde incidentele suppletoire begroting.
Opdrachten
Versterken bestuurs-en uitvoeringskracht
Er is geïnvesteerd in het Talent Ontwikkel Programma (TOP) op Bonaire, bestaande uit het TOP Leertraject en het TOP Traineeship. Hiermee is aan capaciteitsversterking gewerkt.
Opdrachten Caribisch Nederland
Per eerste en tweede suppletoire begroting zijn de middelen van dit instrument overgeheveld naar andere instrumenten binnen artikel 4.1 Caribisch Nederland om deze middelen op de juiste instrumenten te verantwoorden.
Inkomensoverdrachten
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
Dit betreffen de bijdragen die worden geleverd ten behoeve van pensioenen en wachtgelduitkeringen voor oud politici van de Nederlandse Antillen en eilandgebieden Bonaire, Saba en Sint Eustatius van vóór 10 oktober 2010, en de herstelpremie ten behoeve van het Pensioenfonds Caribisch Nederland. Het verschil tussen de realisatie en het budget is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7.
Bijdrage aan medeoverheden
Sociaaleconomische initiatieven
Het Tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES is geëindigd op 31 december 2019. De Ministeries van BZK, Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) hebben besloten dat dit besluit niet wordt verlengd, op voorwaarde dat de middelen worden ingezet om lopende trajecten duurzaam te borgen. De hiervoor beschikbare structurele middelen zijn teruggeboekt naar SZW en VWS.
Het Ministerie van BZK heeft per tweede incidentele suppletoire begroting een extra bijdrage € 0,5 mln. ontvangen in het kader van voedselhulp voor de openbare lichamen.
Versterken bestuurs-en uitvoeringskracht
Er zijn in 2020 door het Ministerie van BZK middelen aan de drie openbare lichamen verstrekt om de uitvoeringskracht te versterken en het financieel beheer te verbeteren. Het Ministerie van BZK werkt in nauw contact met de openbare lichamen samen om de organisaties verder te ontwikkelen. De middelen zijn per eerste suppletoire begroting vanuit het instrument Opdrachten overgeheveld. Daarnaast is in het kader van de Regio Envelop een bedrag van € 1 mln. beschikbaar gesteld om de ICT-voorzieningen op Sint Eustatius verder te ontwikkelen.
Eind 2020 is besloten om twee bijdragen middels een bijzondere uitkering te verstrekken, een bijdrage voor frictiekosten op Saba en een bijdrage voor ambtelijke capaciteit op Sint Eustatius. Hierdoor is op dit instrument een overschrijding opgetreden ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.
Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door ten eerste de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010) en ten tweede door het aanbieden van de mogelijkheid van een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.
Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) uitgeoefend door de Rijksministerraad.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Financieren
– De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.
Uitvoeren
– Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op basis van deze wet begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht (Cft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.
Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
De Covid-19 pandemie heeft in 2020 zeer ingrijpende gevolgen gehad voor de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten op medisch, sociaal maatschappelijk, economisch en financieel gebied. Hierdoor zijn de inkomsten van de landen uit de belangrijkste economische activiteit, het toerisme grotendeels weggevallen. De landen werden daardoor zodanig in (de continuïteit van) hun functioneren bedreigd, dat zij zonder extra liquide middelen op korte termijn niet in staat waren om te voldoen aan de lopende financiële verplichtingen en aanvullende financiële verplichtingen als gevolg van de pandemie. De Staat der Nederlanden heeft zich bereid getoond om de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liquiditeitssteun te bieden op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, dat bepaalt dat de landen elkaar hulp en bijstand verlenen.
In 2020 is daarom na besluitvorming in de rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan de landen verstrekt in drie afzonderlijke tranches. Hierbij zijn aan de landen tevens politieke en financiële voorwaarden gesteld vanaf de tweede tranche. De voorwaarden verbonden aan de derde tranche zijn gericht op structurele hervormingen in de landen. Deze hervormingen hebben tot doel de financiële, economische, institutionele en maatschappelijke weerbaarheid van Aruba, Curaçao en Sint Maarten te versterken. Daarmee zullen de landen in de toekomst beter in staat zijn om externe schokken zelfstandig op te vangen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.396 | 621.056 | 0 | 621.056 |
Uitgaven | 179.631 | 225.754 | 172.432 | 79.143 | 649.573 | 28.516 | 621.057 |
5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten | 149.929 | 186.981 | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 28.516 | 1 |
Leningen | |||||||
Schuldsanering | 149.929 | 186.981 | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 28.516 | 1 |
5.2 Leningen / garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.626 | 621.056 | 0 | 621.056 |
Leningen | |||||||
Leningen aan Aruba | 0 | 0 | 0 | 0 | 204.327 | 0 | 204.327 |
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.626 | 416.729 | 0 | 416.729 |
Ontvangsten | 42.245 | 41.563 | 40.380 | 49.495 | 47.056 | 38.516 | 8.540 |
Uitgaven
5.1. Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten
Leningen
Schuldsanering
In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Dit betreft de sanering van de schuldomvang van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd.
5.2. Leningen/garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Leningen
Leningen aan Aruba
In 2020 is na besluitvorming in de rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan het land Aruba, in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt in drie afzonderlijke tranches. Hierbij zijn tevens politieke en financiële voorwaarden gesteld. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor extra bijdragen via meerdere incidentele suppletoire begrotingen ontvangen.
Aan het land Aruba is in 2020 een totaalbedrag van AWG 414,5 mln. (€ 204,3 mln.) in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt met een afloopdatum van 10 april 2022.
Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt door een wisselkoersmeevaller
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten
In 2020 is na besluitvorming in de rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan de landen Curaçao en Sint Maarten, in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt, in drie afzonderlijke tranches. Hierbij zijn tevens politieke en financiële voorwaarden gesteld. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor extra bijdragen via meerdere incidentele suppletoire begrotingen en de tweede suppletoire begroting ontvangen.
De landen Curaçao en Sint Maarten hebben in 2020 liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van renteloze bulletleningen met een afloopdatum van 10 april 2022. Curaçao ontving ANG 667 mln. (€ 331 mln.) en Sint Maarten ontving ANG 174,7 mln. (€ 85,7 mln.). In de eerste tranche is op advies van het College financieel toezicht (Cft) aan Sint Maarten € 4,9 mln. minder liquiditeitssteun toegekend, dan in de eerste incidentele suppletoire begroting was aangegeven. Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt door een wisselkoersmeevaller en de eerder genoemde lagere bijdrage aan liquiditeitssteun aan Sint Maarten.
Nederland heeft in 2020 via de lopende inschrijving geen leningen aan de landen Curaçao en Sint Maarten voor investeringen (kapitaaldienst) verstrekt.
Ontvangsten
De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De ontvangsten zijn hoger dan geraamd vanwege ontvangsten van aflossingen. De wisselkoerstegenvaller op de renteontvangsten in 2020 is bij slotwet 2020 verwerkt en verrekend met de wisselkoersreserve op artikel 7 van deze begroting.
Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
– De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2025 operationeel. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw strikt toezien op de naleving van de voorwaarden.
– De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving of technische assistentie op gebied van financieel beheer.
– Daarnaast ondersteunt de minister het openbaar lichaam van Sint Eustatius financieel bij de wederopbouw als het gaat om herstel van de klif onder Fort Oranje.
Regisseren
– De minister regisseert de rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.
– De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.
Ook de Ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de Ministeries van BZK, OCW, EZK en IenW.
Wederopbouw Sint Maarten
Voor de wederopbouw van Sint Maarten heeft het kabinet in totaal € 550 mln. gereserveerd. Dit bedrag is tot ultimo 2021 beschikbaar. Het hoofdspoor van de wederopbouw (max € 470 mln.) loopt via de Wereldbank waar een trustfonds is opgericht. De overige € 80 mln. is sinds 2018 op artikel 8 beschikbaar. In 2020 is € 90 mln. gestort in het trustfonds ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 34773, nr. 22), waarmee in totaal € 352 mln. aan de Wereldbank is overgemaakt. Ultimo 2020 zijn er negen projecten in uitvoering (totaal bedrag $ 254 mln.) en worden voorbereidingen getroffen voor nog eens vijf projecten en aanpassingen van bestaande projecten.
De (voortgang van de) wederopbouw is in de eerste helft van 2020 sterk beïnvloed door externe gebeurtenissen. Begin 2019 vonden verkiezingen plaats op Sint Maarten, waarna het enige tijd duurde voordat een kabinet gevormd was. Het demissionaire kabinet was slechts beperkt in staat voortgang te boeken op de wederopbouw en ook konden geen nieuwe afspraken met Sint Maarten worden gemaakt. Het in maart 2020 aangetreden nieuwe kabinet, kreeg vrijwel direct te maken met de Covid-19 pandemie. Voortgang op de wederopbouw werd verder belemmerd door de lockdown maatregelen en capaciteitsgebrek als gevolg van beperkte in- en uitreismogelijkheden.
Vanuit het Ministerie van BZK is, waar en indien dat mogelijk was, ingezet op versnelling van de wederopbouw. Daarbij is vooral ook gekeken naar (de voorbereidingen op) het orkaanseizoen, dat van juni tot en met november loopt. Onder andere de vier belangrijkste schuilplaatslocaties zijn tijdig opgeleverd. Daarnaast is de aanbesteding van de renovatie van het vliegveld gestart en is het trainings- en inkomensondersteuningsprogramma succesvol afgerond. Ook zijn diverse nieuwe projecten gestart zoals een financieringsprogramma voor lokale ondernemingen, een programma dat lokale niet-gouvermentele organisaties (NGO’s) in staat stelt projecten uit te voeren met budget uit het trustfonds, en een programma van UNICEF gericht op bescherming van kinderen in crisissituaties op Sint Maarten. De Kamer is over de voortgang van de wederopbouw van Sint Maarten gedetailleerd geïnformeerd in een brief van 25 september 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 34773, nr. 21).
Wederopbouw Saba en Sint Eustatius
Voor de wederopbouw van Saba en Sint Eustatius is door het kabinet een totaalbedrag van € 67 mln. beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr. 5). In 2020 is de wederopbouw van beide eilanden voortvarend voortgezet. Het herstel van de scholen, beschadigde openbare gebouwen en particuliere woningen is afgerond. De stabilisatie van de klif onder Fort Oranje is zo goed als afgerond.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 0 | 28.103 | 331.958 | 24.362 | 100.802 | 0 | 100.802 |
Uitgaven | 0 | 21.491 | 338.226 | 21.299 | 102.682 | 0 | 102.682 |
8.1 Wederopbouw | 0 | 0 | 319.304 | 21.299 | 102.682 | 0 | 102.682 |
Subsidies(regelingen) | |||||||
Diverse subsidies | 0 | 0 | 0 | 1.230 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | |||||||
Liquiditeitssteun Sint Maarten | 0 | 0 | 38.579 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overbruggingskrediet luchthaven Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 13.322 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 134 | 491 | 1.298 | 0 | 1.298 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
KPSM | 0 | 0 | 3.358 | 300 | 6.039 | 0 | 6.039 |
Wederopbouw Saba | 0 | 0 | 3.861 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grenstoezicht Sint Maarten | 0 | 0 | 910 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wederopbouw op Sint Eustatius | 0 | 0 | 3.463 | 5.823 | 3.345 | 0 | 3.345 |
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 6.748 | 133 | 2.000 | 0 | 2.000 |
Wereldbank | 0 | 0 | 262.001 | 0 | 90.000 | 0 | 90.000 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Ministerie van JenV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8.2 Noodhulp | 0 | 21.491 | 18.922 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||
Noodhulp | 0 | 6.861 | 425 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
Noodhulp op Sint Maarten | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Noodhulp op Sint Eustatius en Saba | 0 | 0 | 1.584 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Ministerie van I&W | 0 | 6.350 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van Defensie | 0 | 0 | 16.837 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van VWS | 0 | 1.682 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van JenV | 0 | 5.444 | 43 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van OCW | 0 | 836 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van BZ | 0 | 318 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 1.467 | 0 | 14.036 | 0 | 14.036 |
Uitgaven
De resterende middelen voor de wederopbouw in artikel 8 gaan jaarlijks buiten de eindejaarsmarge om door naar het volgende begrotingsjaar. De overgebleven middelen van 2020 worden doorgeschoven naar het volgende begrotingsjaar. Deze afspraak geldt tot het begrotingsjaar 2021, waardoor de resterende middelen nog één jaar kunnen worden meegenomen.
8.1 Wederopbouw
Subsidies(regelingen)
Diverse subsidies
In 2020 was een tweede voorschot van € 0,3 mln. gereserveerd voor de herstelreparaties van de zeekabel aan Saba Statia Cable System B.V.. Bij de resterende werkzaamheden is vertraging ontstaan door beperkte inreismogelijkheden op de eilanden als gevolg van Covid-19. Hierdoor is deze reservering niet uitgeput. Daarnaast was er nog geld (€ 0,5 mln.) gereserveerd voor ondersteuning van lokaal projectmanagement en projectuitvoering op Sint Maarten.
Opdrachten
Wederopbouw op Sint Maarten
In 2020 zijn geen nieuwe opdrachten gestart. Wel waren er kosten van bestaande opdrachten. Deze kosten betroffen consultancy, beleidsadvies en onderzoeksopdrachten van de Royal Schiphol Group inclusief bijbehorend juridisch advies.
Bijdrage aan medeoverheden
KPSM
Dit betreft de uitgaven voor Korps Politie Sint Maarten (KPSM) van circa € 3 mln. voor facturen uit 2019 zoals eerder aangegeven in de beantwoording van Kamervragen over het jaarverslag 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 35470 IV, nr. 6). Daarnaast is er in het kader van de versterking grenstoezicht aan KPSM circa € 2 mln. uitgegeven. Abusievelijk zijn de uitgaven (€ 0,9 mln.) voor de versterking van het grenstoezicht aan de Douane Sint Maarten ook uit deze regeling betaald.
Grenstoezicht Sint Maarten
Deze regeling is betaald vanuit de regeling KPSM. Derhalve is dit budget hier niet uitgeput. Voor het grenstoezicht zijn hiermee aan alle verplichtingen voldaan.
Wederopbouw Sint Eustatius
In 2020 is de stabilisatie van de klif onder Fort Oranje zo goed als afgerond. In 2021 wordt nog gewerkt aan de laatste, kleinere, herstelwerkzaamheden.
Wederopbouw op Sint Maarten
In 2020 zijn er inzake de wederopbouw op Sint Maarten geen betalingen aan medeoverheden gedaan.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Wederopbouw op Sint Maarten
In 2020 is een eenmalige bijdrage van € 2 mln. aan CARTAC (het Technisch Assistentie centrum van de International Monetary Fund (IMF) voor de Caribische regio) gedaan voor de ontwikkeling van een werkplan voor Sint Maarten. CARTAC draagt bij aan de financiële en macro-economische stabiliteit van de Caribische regio middels technische assistentie aan overheidsinstituties. Het werkplan heeft een duur van 4 jaar en bevat onder andere activiteiten omtrent financieel beheer, belastingadministratie en economische ontwikkeling.
Wereldbank
In 2020 is de derde tranche van € 90 mln. gestort in het trustfonds. Hiervan is per tweede suppletoire begroting € 76,7 mln. vanuit de Aanvullende Post toegevoegd aan artikel 8. De overige € 13,3 mln. is aangevuld gebruikmaking van de ontvangsten als gevolg van de aflossing van het overbruggingskrediet voor de luchthaven door Sint Maarten. Ten behoeve van de uitvoering van de wederopbouw projecten zijn voor de middelen uit de eerste twee tranches in het Trustfonds verplichtingen aangegaan met derden en is een belangrijk deel van de middelen reeds uitgeput. De derde tranche van € 90 mln. was nodig voor nieuwe projecten en om voortgang in de uitvoering te borgen. Het resterende budget op deze post is ontstaan als gevolg van een wisselkoersmeevaller bij de aflossing van het overbruggingskrediet. Aangezien artikel 8 niet gecompenseerd wordt voor wisselkoerseffecten, gaat dit bedrag mee naar 2021.
Ontvangsten
Sint Maarten heeft het in 2019 verleende overbruggingskrediet voor de luchthaven van Sint Maarten afgelost. Deze middelen waren afkomstig uit de middelen voor de wederopbouw.
Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van de onder deze begroting vallende onderdelen gepresenteerd. Sinds 2016 worden de apparaatskosten voor de ambtenaren op het departement verantwoord op begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
A. Budgettaire gevolgen
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 21.176 | 21.660 | 24.918 | 26.365 | 30.779 | 23.722 | 7.057 |
Uitgaven | 21.310 | 20.556 | 24.972 | 26.696 | 29.879 | 23.722 | 6.157 |
Personele uitgaven | |||||||
Eigen personeel | 9.972 | 10.429 | 11.908 | 13.814 | 14.294 | 11.976 | 2.318 |
Inhuur externen | 724 | 1.277 | 1.184 | 2.450 | 2.323 | 172 | 2.151 |
Overige personele uitgaven | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | |||||||
Overige materiële uitgaven | 10.614 | 8.847 | 11.880 | 10.432 | 13.262 | 11.574 | 1.688 |
Ontvangsten | 912 | 747 | 1.452 | 1.992 | 1.063 | 0 | 1.063 |
B Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Dit betreft de uitgaven van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN), de Colleges financieel toezicht (Cft) en de Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS).
Personele en materiële uitgaven
Het betreft de personele en materiële uitgaven van voornamelijk SSO CN. Per eerste en tweede suppletoire begroting hebben de jaarlijkse afgesproken structurele verrekeningen voor SSO CN met de andere departementen plaatsgevonden.
In 2020 heeft SSO CN meer kosten gemaakt dan begroot, wat samenhangt met de extra kosten vanwege de coronacrisis en extra werkzaamheden voor het project Netwerk op orde. Hiervoor is per tweede suppletoire begroting € 1,5 mln. voor SSO CN aan artikel 6 toegevoegd. De uitgaven van SSO CN bleken uiteindelijk hoger dan verwacht in 2020, waardoor ten opzichte van de tweede suppletoire begroting een overschrijding van het budget heeft plaatsgevonden.
Per vijfde incidentele suppletoire begroting heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) nog een extra bijdrage van € 0,9 mln. ontvangen voor de kosten die samenhangen met voorbereidende werkzaamheden voor de opstart van het Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) in 2021.
Ontvangsten
Het betreffen diverse ontvangsten vanwege verrekeningen met SSO CN. Per tweede suppletoire begroting zijn deze teruggevloeide ontvangsten ingezet voor SSO CN.
A Budgettaire gevolgen
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.560 | ‒ 1.560 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.560 | ‒ 1.560 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.488 | ‒ 1.488 |
Wisselkoersreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 72 | ‒ 72 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B Toelichting op de financiële instrumenten
Onvoorzien
De middelen op de post Onvoorzien zijn per tweede suppletoire begroting ter beschikking gesteld voor SSO CN (€ 1,5 mln.) op artikel 6. Daarnaast is een bedrag van € 0,9 mln. voor de openbare lichamen ter beschikking gesteld via het BES-fonds (H) voor extra gemaakte kosten in verband met de coronacrisis.
Wisselkoersreserve
Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is voor begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) een wisselkoersreserve ingesteld.
Bij slotwet 2020 is de daadwerkelijke wisselkoersimpact berekend en zijn de verschillen met de compensatie bij Miljoenennota 2020 gecorrigeerd. Per tweede suppletoire begroting heeft het Ministerie van BZK een extra bijdrage van € 6,8 mln. ontvangen. Dit in verband met het wisselkoersrisico van de coronamaatregelen van de eerste en tweede tranche liquiditeitsleningen aan de landen en extra bijdragen aan het BES-fonds.
De wisselkoersreserve in 2021 bedraagt circa € 11,4 mln. ten opzichte van € 8,9 mln. per eerste suppletoire begroting 2020.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage voor de volgende vier verplichte onderdelen:
1) Rapporterings-tolerantie | (2) Verantwoord bedrag (omvangsbasis) | (3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden | (4) Bedrag aan fouten | (5) Bedrag aan onzekerheden | 6) Bedrag aan fouten en onzekerheden | 6a) Waarvan bedrag aan fouten en onzekerheden gerelateerd aan noodmaatregelen | 7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6) /(2) *100 | 7a) Waarvan percentage fouten en onzekerheden gerelateerd aan noodmaatregelen t.o.v. verantwoord bedrag = (6a)/2*100 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal artikelen uitgaven/ ontvangsten | 915.442.000 | 25.000.000 | 138.708.271 | 0 | 138.708.271 | 137.576.785 | 15,2% | 15,0% |
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen uitgaven | 696.629.000 | 34.831.450 | 137.576.785 | 0 | 137.576.785 | 137.576.785 | 19,7% | 19,7% |
Rechtmatigheid
Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen
Artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 (CW) geeft aan dat zolang een voorstel van wet tot wijziging van een begrotingsstaat niet tot wet is verheven en in werking is getreden, voorgenomen nieuw beleid niet in uitvoering wordt genomen, tenzij uitstel van de uitvoering van dit beleid naar het oordeel van de betreffende minister niet in het belang van het Rijk is en de minister de Staten-Generaal daarover heeft geïnformeerd.
Bij de eerste tranche liquiditeitsleningen is niet voldaan aan dit artikellid, omdat de Staten-Generaal niet tijdig vooraf is geïnformeerd. Bij de eerste tranche liquiditeitslening was het niet mogelijk hieraan te voldoen vanwege acute liquidtieitproblemen bij de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk naar aanleiding van de Covid-19 pandemie. De liquiditeitssteun is direct na de rijksministerraad van 9 april 2020 overgemaakt met een spoedbetaling. De brief aan de Tweede Kamer is echter verzonden op 16 april 2020 en aan de Eerste Kamer op 24 april 2020, waardoor niet is voldaan aan artikel 2.27, tweede lid, CW (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 18 en Kamerstukken I 2019/20, 35443, nr. A). Hierdoor is € 137,6 mln. onrechtmatig. Bij alle volgende liquiditeitsleningen is de Kamer wel tijdig geïnformeerd. De leningen en de begrotingswetten zijn telkens vooraf aan de Minister van Financiën voorgelegd en door hem geaccordeerd.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren. Vanwege de gevolgen van de Covid-19 pandemie zijn in 2020 extra incidentele bedragen aan de vrije uitkering toegevoegd.
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.
De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering, welke ten goede komt van de algemene middelen van het openbaar lichaam; dat wil zeggen dat de openbare lichamen zelf mogen bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
– De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren. Vanwege de gevolgen van de Covid-19 pandemie zijn in 2020 extra incidentele bedragen aan de vrije uitkering toegevoegd.
De in de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties aangekondigde herijking van de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen en het daarmee gepaard gaande onderzoek of de financiële middelen in het BES-fonds nog passend zijn, zijn in 2020 in nauwe samenwerking met de openbare lichamen en andere betrokken ministeries ter hand genomen. Er is daarmee een aanvang gemaakt met de uitwerking van de vraagstukken. Deze vraagstukken zullen in 2021 met de openbare lichamen verder worden uitgewerkt.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 42.124 | 42.552 | 38.619 | 43.176 | 51.304 | 41.875 | 9.429 |
Uitgaven | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 51.304 | 41.875 | 9.429 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Vrije uitkering | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 51.304 | 41.875 | 9.429 |
Ontvangsten | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 51.304 | 41.875 | 9.429 |
Uitgaven
Bijdragen aan medeoverheden
Vrije uitkering
De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waardoor zij publieke taken kunnen uitvoeren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars. In de loop van 2020 is de vrije uitkering bijgesteld met de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling voor een bedrag van € 0,8 mln.
Vanwege de gevolgen van de Covid-19 pandemie zijn in 2020 extra incidentele bedragen aan de vrije uitkering toegevoegd. Het Ministerie van BZK heeft extra middelen ontvangen per vierde incidentele suppletoire begroting voor de openbare lichamen, die hiermee zijn gecompenseerd voor de derving van belastinginkomsten (€ 4,3 mln.) en vanuit de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is € 0,9 mln. vrijgemaakt voor de gemaakte kosten ten gevolge van de pandemie. Tevens hebben de openbare lichamen tezamen gedurende het jaar extra middelen ontvangen voor eilandelijk beleid voor een totaal bedrag van € 2,8 mln. Tot slot heeft het kabinet in 2020 een aanvullend bedrag per vierde incidentele suppletoire begroting beschikbaar gesteld om de openbare lichamen te compenseren voor de extra kosten bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en de eilandsraadverkiezingen op Sint Eustatius in 2020.
Vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is tevens per eerste suppletoire begroting structureel ca. € 0,4 mln. aan de vrije uitkering toegevoegd voor de uitvoering van het Caribisch Sport- en Preventieakkoord en naschoolse activiteiten op Saba.
Bij de uitbetaling van de vrije uitkering zijn de aflossingen van de renteloze leningen aan de openbare lichamen verrekend. Conform artikel 89 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) mogen de openbare lichamen een renteloze lening aangaan voor investeringen ten behoeve van het uitoefenen van een publieke taak, bijvoorbeeld onderwijshuisvesting. In 2020 bedroeg de inhouding voor deze leningen € 0,9 mln. voor Bonaire, € 0,2 mln. voor Sint Eustatius en € 0,4 mln. voor Saba. Bijlage 9 bij de begroting Koninkrijksrelaties (IV) geeft een overzicht van deze renteloze leningen en bijbehorende aflossingsbedragen in dollars.
Het verschil tussen de tweede suppletoire begroting (€ 55,9 mln.) en de realisatie (€ 51,3 mln.) komt voort uit de US dollar-euro koers meevaller van (€ 4,6 mln.). Deze is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7 van begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid, van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten opgenomen.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage voor de volgende vier verplichte onderdelen:
Rechtmatigheid
Uit de controle door de Auditdienst Rijk over 2020 is gebleken dat er geen fouten en onzekerheden zijn op artikelen van het BES-Fonds (H) die gerapporteerd moeten worden.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiele bedrijfsvoering
Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Art. | Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting1 | (2) Realisatie2 | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 54.763 | 83.279 | 38.516 | 823.280 | 851.965 | 63.477 | 768.517 | 768.686 | 24.961 | |
Beleidsartikelen | 29.481 | 57.997 | 38.516 | 792.501 | 822.086 | 62.414 | 763.020 | 764.089 | 23.898 | |
1 | Versterken rechtsstaat | 13.643 | 13.643 | 0 | 12.966 | 12.836 | 1.311 | ‒ 677 | ‒ 807 | 1.311 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 15.838 | 15.838 | 0 | 57.677 | 56.995 | 11 | 41.839 | 41.157 | 11 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen | 0 | 28.516 | 38.516 | 621.056 | 649.573 | 47.056 | 621.056 | 621.057 | 8.540 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden | 0 | 0 | 0 | 100.802 | 102.682 | 14.036 | 100.802 | 102.682 | 14.036 |
Niet-beleidsartikelen | 25.282 | 25.282 | 0 | 30.779 | 29.879 | 1.063 | 5.497 | 4.597 | 1.063 | |
6 | Apparaat | 23.722 | 23.722 | 0 | 30.779 | 29.879 | 1.063 | 7.057 | 6.157 | 1.063 |
7 | Nog onverdeeld | 1.560 | 1.560 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 1.560 | ‒ 1.560 | 0 |
De stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, tweede incidentele suppletoire begroting (ISB) en de slotwet. De reden hiervoor is dat in deze wetten de ISB(s), die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, zijn opgeteld bij vastgestelde begroting en in het jaarverslag niet.
Stand inclusief mutaties van de eerste ISB (Kamerstukken II 2019/20, 35443, nr. 1) de tweede ISB (Kamerstukken II 2019/20, 35459, nr. 1), de derde ISB (Kamerstukken II 2019/20, 35474, nr. 1), de vierde ISB (Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1) en de vijfde ISB (Kamerstukken II 2020/21, 35641, nr. 1).
Activa | 31-12-2020 | 31-12-2019 | Passiva | 31-12-2020 | 31-12-2019 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 851.965 | 196.440 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 63.477 | 55.740 | |||
3 | Liquide middelen | 81.838 | 88.935 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB1 | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 870.694 | 228.613 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 718 | 759 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 350 | 1.781 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 934.521 | 286.134 | Subtotaal intra-comptabel | 934.521 | 286.134 | |||||
Extra-comptabele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 1.908.492 | 1.299.028 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 1.908.492 | 1.299.028 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 511.774 | 389.921 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 511.774 | 389.921 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 1.877 | 1.877 | 13 | Garantieverplichtingen | 1.877 | 1.877 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 266.742 | 295.664 | 14 | Andere verplichtingen | 266.742 | 295.664 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 2.688.885 | 1.986.490 | Subtotaal extra-comptabel | 2.688.885 | 1.986.490 | |||||
Totaal | 3.623.406 | 2.272.624 | Totaal | 3.623.406 | 2.272.624 |
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2020 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
Liquide middelen | Saldo |
---|---|
a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 1.184.967 |
b) College Financieel Toezicht | 215.527 |
c) Rijksdienst Caribisch Nederland | 8.501.339 |
d) Bank lopende inschrijving | 71.935.334 |
Totaal | 81.837.167 |
Ad d) bank lopende inschrijving
Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:
Rekening-courant | Saldo |
---|---|
a) Rekening-courant FIN/RHB | 862.191.985 |
b) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN | 8.501.953 |
Totaal | 870.693.938 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
Type vorderingen | Saldo |
---|---|
a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten | 456.930 |
b) Intra-comptabele voorschotten | 260.693 |
Totaal | 717.623 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten
De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS), College financieel toezicht (Cft) en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.
Ad b) Intra-comptabele voorschotten
Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
Type schulden | Saldo |
---|---|
a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten | 276.971 |
b) Te betalen aan Ministeries en derden | 73.003 |
Totaal | 349.974 |
Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten
De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de RCN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies, diverse te verrekenen salarissen.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2020 kan als volgt worden gespecificeerd:
Art. | Omschrijving | Saldo |
---|---|---|
1 | Versterken rechtsstaat | 455.128 |
4 | Bevorderen sociaalecononomische structuur | 299.545 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 1.869.157.149 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 38.579.186 |
Totaal | 1.908.491.008 |
Ontstaansjaar | Saldo |
---|---|
t/m 2016 | 1.096.704.187 |
2017 | 36.654.619 |
2018 | 39.034.314 |
2019 | 50.625.441 |
2020 | 685.472.447 |
Totaal | 1.908.491.008 |
Type vordering | Direct opeisbaar | Op termijn opeisbaar | Totaalbedrag |
---|---|---|---|
a) Algemeen | 754.673 | 0 | 754.673 |
b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8 | 0 | 1.907.736.335 | 1.907.736.335 |
Totaal | 754.673 | 1.907.736.335 | 1.908.491.008 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,2 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2019 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden (€ 0,2 mln.). Na twee aanmaningen wordt er met de opdrachtgever contact opgenomen om na te gaan wat de gewenste volgende stappen zijn.
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Een verplichting was per abuis in euro’s betaald in plaats van dollars. Het teveel betaalde bedrag wordt teruggevorderd (€ 0,2 mln.). Verder staat er een vordering open op het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor chartervluchten tussen de eilanden in het Caribische gebied (€ 0,1 mln.).
Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Type leningen | Gehanteerde valutakoersen1 | Valuta | Euro |
---|---|---|---|
a) Lening OBNA | in € | 1.340.104 | |
b) Maatregel Tussenbalans | in € | 2.396.511 | |
c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995) | AWG 0,50 | 7.759.021 | 3.879.510 |
d) Leningen lopende inschrijving Curaçao | in € | 1.012.802.442 | |
e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | in € | 227.682.701 | |
f) Liquiditeitssteun Curaçao | in € | 331.045.898 | |
g) Liquiditeitssteun Aruba | in € | 204.326.728 | |
h) Liquiditeitssteun Sint Maarten | in € | 85.683.255 | |
Totaal | 1.869.157.149 |
Ad a) Lening OBNA
De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.
Ad b) Maatregel Tussenbalans
In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.
Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)
Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse florin ad AWG 28 mln. (€ 10,9 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.
Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Curaçao. In 2020 is één onderhandse lineaire lening verstrekt voor een bedrag van € 41,1 mln. Deze lening loopt tot 2035. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2020 is één onderhandse lineaire lening verstrekt voor een bedrag van € 23 mln. Deze lening loopt tot 2035. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ad f) Liquiditeitssteun Curaçao
In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Curaçao vanwege de impact van de Covid-19 pandemie (€ 331 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.
Ad g) Liquiditeitssteun Aruba
In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba vanwege de impact van de pandemie (€ 204 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.
Ad h) Liquiditeitssteun Sint Maarten
In 2020 zijn door Nederland in drie tranches liquiditeitsleningen verstrekt aan Sint Maarten vanwege de impact van de pandemie (€ 85,7 mln.). Deze liquiditeitsleningen hebben een looptijd van twee jaar tot april 2022 en een rentepercentage van 0%.
Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Type leningen | Gehanteerde koersen | Valuta | Euro |
---|---|---|---|
g) Liquiditeitshulp Sint Maarten | in € | 38.579.186 | |
Totaal | 38.579.186 |
In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50,0 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1,3 mln. vanaf januari 2023.
De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen. De belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2020 openstaande voorschotten en van de in 2020 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Art. | Omschrijving artikel | Saldo |
---|---|---|
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 100.955.702 |
6 | Apparaat | 31.007.645 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 379.810.313 |
Totaal openstaande voorschotten | 511.773.660 |
Ontstaansjaar | Stand 01-01-2020 | verstrekt 2020 | afgerekend 2020 | stand 31-12-2020 |
---|---|---|---|---|
t/m 2016 | 7.568.695 | 0 | 383.379 | 7.185.316 |
2017 | 13.863.343 | 0 | 409.741 | 13.453.601 |
2018 | 283.720.474 | 0 | 629.142 | 283.091.332 |
2019 | 84.768.430 | 0 | 33.505.568 | 51.262.862 |
2020 | 0 | 156.962.057 | 181.508 | 156.780.549 |
Totaal | 389.920.942 | 156.962.057 | 35.109.338 | 511.773.660 |
Toelichting
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Aan het Nederlandse Rode Kruis zijn voorschotten verstrekt (€ 39,6 mln.) voor noodhulp in verband met Covid-19. Deze subsidie wordt in 2021 vastgesteld. Een deel van de openstaande voorschotten (€ 14,5 mln.) heeft betrekking op verschillende bijzondere uitkeringen aan Sint Eustatius (zoals financieel beheer, BEST4Kids, naschoolse opvang, thuiszorg en herstel schade orkaan Irma), die via jaarrekeningen worden afgerekend. Verder staan voorschotten open (€ 11,1 mln.) van verschillende bijzondere uitkeringen aan Saba (zoals financieel beheer, kinderrechten, social work en huishoudelijk geweld). Ook deze worden via jaarrekeningen afgerekend. Daarnaast staan verschillende bijdragen aan Bonaire open (€ 17,2 mln.). De vaststelling vindt plaats op basis van de jaarrekening. Verder staat nog een voorschot open (€ 2 mln.) betreffende de boedelscheiding van het Algemeen Pensioenfonds van Curaçao (APC). Aan de hand van de verantwoordingsverslagen 2013-2018 wordt dit definitief vastgesteld. Deze verantwoordingsverslagen zijn tot op heden nog niet ontvangen.
Artikel 6: Apparaat
De door de RCN betaalde pensioenpremies zijn opgenomen als voorschot. Deze bedragen voor 2020 € 31 mln.
Artikel 8: Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Dit betreft grotendeels voorschotten voor de eerste tranche (€ 112 mln.), de tweede tranche (€ 150 mln.) en de derde tranche (€ 90 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
De stand van de garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 1.876.239 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 0 | +/+ |
1.876.239 | ||
Tot betaling gekomen in 2020 | 0 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 0 | -/- |
Totaal | 1.876.239 |
Toelichting
Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie vervalt wanneer het riolerings- en waterzuiveringsprogramma wordt afgerond. Het project wordt naar verwachting uiterlijk in 2021 afgerond.
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 294.755.343 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 823.415.453 | +/+ |
1.118.170.796 | ||
Tot betaling gekomen in 2020 | 851.965.000 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 135.453 | -/- |
Totaal | 266.070.343 |
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 908.792 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | ‒ 237.279 | +/+ |
671.513 | ||
Tot betaling gekomen in 2020 | 0 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 0 | -/- |
Totaal | 671.513 |
Toelichting
De openstaande verplichtingen Bubbv bestaan uit verplichtingen van de kasbeheerder Rijksdienst Caribisch Nederland.
Verplichtingen binnen begrotingsverband | 266.070.343 | |
---|---|---|
Verplichtingen buiten begrotingsverband | 671.513 | +/+ |
Totaal | 266.741.856 |
Ad 15. Deelnemingen
Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.
Deelneming | Saldo |
---|---|
Saba Statia Cable System BV (SSCS) | 0 |
Totaal deelnemingen | 0 |
Het aandelenkapitaal van Saba Statia Cable System BV (SSCS) bedraagt $10. Het deelnemingspercentage is 100% en is om niet verkregen. SSCS is statutair gevestigd op Bonaire en is op 17 september 2012 opgericht. De primaire activiteiten van SSCS liggen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud, reparatie en exploitatie van een onderzeese glasvezelkabel die de eilanden Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Saints Kitts, en Saint-Barthélémy met elkaar verbindt.
Niet uit de balans blijkende verplichting
Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP). Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr. 10). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.
In 2020 heeft de Wereldbank de ontvangen middelen ingezet en een nieuwe aanvraag gedaan voor nog beschikbare middelen. In 2020 is € 90 mln. betaald aan de Wereldbank. Het resterende deel van de middelen, te weten € 101,1 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.
In opdracht van de directie Koninkrijksrelaties (KR) voert het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een onderzoek uit op Sint Eustatius voor de nieuwbouw van het bestuurskantoor op Sint Eustatius. Inmiddels is een convenant tussen het Ministerie van Binnenlanse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) ondertekend waarin afspraken gemaakt worden over de nieuwe huisvesting en de huidige huisvesting. Op dit moment bevindt het OLE zich in de fase van aankoop van de grond. Indien de nieuwbouw en huisvesting daarna daadwerkelijk doorgaan worden deze kosten verrekend in de huurprijs door de RVB. Mocht de directie KR besluiten om dit pand niet te bouwen of te betrekken dan worden de kosten die het RVB al heeft gemaakt middels een factuur verrekend. Dit levert een verplichting op van € 1,7 mln. dit is inclusief de rente van de leenfaciliteit van de RVB.
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie1 | (3) = (2) - (1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten |
Totaal | 41.875 | 41.875 | 41.875 | 51.304 | 51.304 | 51.304 | 9.429 | 9.429 | 9.429 | |
1 | BES-fonds | 41.875 | 41.875 | 41.875 | 51.304 | 51.304 | 51.304 | 9.429 | 9.429 | 9.429 |
Stand inclusief mutaties van de vierde incidentele suppletoire begroting (ISB) (Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1).
Activa | 31-12-2020 | 31-12-2019 | Passiva | 31-12-2020 | 31-12-2019 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 51.304 | 44.315 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 51.304 | 44.315 | |||
3 | Liquide middelen | 0 | 0 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB1 | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 0 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 0 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 51.304 | 44.315 | Subtotaal intra-comptabel | 51.304 | 44.315 | |||||
Extra-comptabele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 0 | 0 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 0 | 0 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 52.240 | 42.278 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 52.240 | 42.278 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13 | Garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 0 | 0 | 14 | Andere verplichtingen | 0 | 0 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 52.240 | 42.278 | Subtotaal extra-comptabel | 52.240 | 42.278 | |||||
Totaal | 103.544 | 86.593 | Totaal | 103.544 | 86.593 |
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2020 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 4a. Rekening‑courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.
Rekening-courant | Saldo |
---|---|
a) Rekening-courant FIN/RHB | 0 |
Totaal | 0 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2020 openstaande voorschotten en van de in 2020 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand 01-01-2020 | verstrekt 2020 | afgerekend 2020 | stand 31-12-2020 |
---|---|---|---|---|
2016 | 169.348 | 0 | 0 | 169.348 |
2017 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2018 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2019 | 42.108.165 | 0 | 42.108.165 | 0 |
2020 | 0 | 52.069.907 | 0 | 52.069.907 |
Totaal | 42.277.513 | 52.069.907 | 42.108.165 | 52.239.255 |
De saldi van der per 31 december 2020 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Art. | Omschrijving artikel | Saldo |
---|---|---|
1 | BES-fonds | 52.239.255 |
Totaal openstaande voorschotten | 52.239.255 |
Toelichting
Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2020 verstrekte voorschotten aan Bonaire (€ 25,7 mln.), Sint-Eustatius (€ 10,3 mln.) en Saba (€ 9 mln.) inzake de vrije uitkeringen. Deze worden begin 2021 vastgesteld.
Verplichtingen per 1/1 | 0 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 51.303.087 | +/+ |
51.303.087 | ||
Af: Tot betaling gekomen in 2020 | 51.303.087 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 0 | -/- |
Totaal | 0 |
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding |
---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
2017 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
Artikel 4.1 Aruba, Curaçao en Sint Maarten | ||
---|---|---|
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding |
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
2017 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
2018 | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA) | 2017 | |
Artikel 4.2 Caribisch Nederland | ||
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding |
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Vijf jaar verbonden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Europees Nederland | 2016 | |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
2019 |
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding |
---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
2017 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding |
---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
Toelichting
De onderzoeksperiode van de beleidsdoorlichting artikel 8, inzake de eerder aangekondigde evaluatie van de noodhulp en wederopbouw Sint Maarten en de evaluatie noodhulp en wederopbouw Saba en Sint Eustatius zijn met een jaar verlengd (Kamerstukken II 2020/21, 33189, nr. 13).
Dit biedt ten eerste de mogelijkheid om te onderzoeken of en hoe de wederopbouwactiviteiten op de begroting van andere ministeries kunnen worden meegenomen. Ten tweede kunnen de afgeronde wederopbouwactiviteiten op Saba en Sint Eustatius meegenomen worden en een eindevaluatie uitgevoerd worden. Tot slot kan een extra jaar aan wederopbouwactiviteiten op Sint Maarten worden betrokken in de evaluatie. De verwachting is dat de doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsdoorlichting hierdoor in kracht toenemen. De beleidsdoorlichting zal eind 2022 worden opgeleverd.
Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties. Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de begroting wordt het overzicht hier ook met de realisaties gepresenteerd.
Deze overzichten zijn opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de betreffende departementen. De uitgebreidere en meer inhoudelijke toelichtingen op de instrumenten zijn bij de begrotingen van de betreffende departementen te vinden.
Begroting | Artikel | Instrument | Realisatie | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |||
Totaal Rijksuitgaven Caribisch Nederland | 298.790 | 306.911 | 362.050 | 403.356 | 531.125 | ||
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs | 0 | 0 | 0 | 400 | 339 | ||
Artikel 3 Nationale ombudsman | Institutionele inrichting | 0 | 0 | 0 | 400 | 339 | |
IV Koninkrijksrelaties | 12.713 | 13.793 | 37.880 | 22.345 | 11.630 | ||
Artikel 1 Versterken rechtsstaat | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ||||||
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur | Subsidies (regelingen) | 592 | 707 | 459 | 693 | 3.854 | |
Opdrachten | 910 | 1.014 | 558 | 836 | 478 | ||
Inkomensoverdrachten | 3.303 | 1.385 | 26.501 | 3.017 | 2.263 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 7.908 | 10.045 | 10.016 | 17.799 | 5.035 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 392 | 336 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 250 | 10 | 0 | 0 | ||
VI Justitie en Veiligheid | 35.825 | 36.950 | 39.681 | 39.720 | 41.651 | ||
Artikel 31 Politie | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
Bijdrage aan medeoverheden | 22.733 | 23.075 | 23.085 | 24.519 | 22.996 | ||
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 4.879 | 4.324 | 6.523 | 7.002 | 7.451 | |
Artikel 34 Straffen en beschermen | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.726 | |
Bijdrage aan agentschappen | 7.143 | 8.501 | 9.110 | 7.109 | 8.489 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.070 | 1.050 | 963 | 1.090 | 989 | ||
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 1.608 | 1.809 | 2.248 | 4.460 | 3.411 | ||
Artikel 3 Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 1.635 | 1.553 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 323 | 54 | ||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 46 | 0 | ||
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 17 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 40 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 105 | 75 | 75 | 75 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 1.608 | 1.704 | 2.173 | 2.275 | 1.672 | ||
Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 106 | 0 | |
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 53.424 | 55.503 | 48.548 | 56.741 | 59.432 | ||
Artikel 1 Primair Onderwijs | Subsidies (regelingen) | 217 | 457 | 398 | 380 | 1.713 | |
Bekostiging | 16.707 | 17.299 | 17.113 | 18.969 | 19.959 | ||
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 815 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.445 | ||
Artikel 3 Voortgezet onderwijs | Bekostiging | 14.781 | 15.582 | 14.962 | 16.335 | 18.211 | |
Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.383 | ||
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | Subsidies (regelingen) | 377 | 304 | 359 | 467 | 454 | |
Bekostiging | 7.020 | 6.109 | 5.491 | 5.316 | 5.744 | ||
Opdrachten | 7.301 | 8.511 | 3.432 | 3.719 | 0 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.022 | 1.049 | 960 | 5.715 | 1.306 | ||
Artikel 11 Studiefinanciering | Inkomensoverdrachten | 3.320 | 3.491 | 3.210 | 3.340 | 2.852 | |
Artikel 14 Cultuur | Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 45 | 0 | 50 | |
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Bekostiging | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
Artikel 25 Emancipatie | Subsidies (regelingen) | 179 | 201 | 78 | 0 | 0 | |
IX Financiën en Nationale Schuld | 13.074 | 16.126 | 16.191 | 17.308 | 14.808 | ||
Artikel 1 Belastingen | Apparaatsuitgaven | 11.885 | 13.283 | 13.312 | 13.879 | 12.216 | |
Artikel 2 Financiële markten | Garanties | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.189 | 1.843 | 1.879 | 2.429 | 1.592 | ||
X Defensie | |||||||
Artikel 2 Koninklijke Marine | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
Artikel 3 Koninklijke Landmacht | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando | Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | |||||
XII Infrastructuur en Waterstaat | 17.542 | 8.956 | 34.904 | 72.760 | 61.328 | ||
Artikel 13 Bodem en Ondergrond | Subsidies (regelingen) | 4.372 | 4.114 | 4.991 | 6.341 | 8.114 | |
Opdrachten | 0 | 35 | 82 | 217 | 39 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 240 | 0 | ||
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 3.553 | 15.285 | 13.501 | |
Artikel 17 Luchtvaart | Subsidies (regelingen) | 0 | 647 | 805 | 649 | 691 | |
Opdrachten | 589 | 418 | 1.377 | 1.397 | 1.364 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 8.955 | 0 | 4.082 | 4.422 | 6.411 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 779 | 6.356 | 9.049 | ||
Artikel 18 Scheepvaart en havens | Subsidies (regelingen) | 81 | 0 | 144 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 115 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten havens CN | 635 | 141 | 9.774 | 797 | 45 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 2.157 | 28.701 | 16.714 | ||
Artikel 21 Duurzaamheid | Opdrachten | 280 | 1.450 | 4.471 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 1.148 | 2.737 | ||
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Subsidies (regelingen) | 250 | 0 | 139 | 82 | 77 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 292 | 165 | 131 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 100 | 100 | 434 | ||
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie | bijdrage aan agentschappen | 1.040 | 1.055 | 955 | 855 | 1.043 | |
Artikel 24 Handhaving en toezicht | Bijdrage aan agentschappen | 672 | 672 | 788 | 735 | 978 | |
Artikel 97 Algemeen departement | Opdrachten | 63 | 34 | 25 | 55 | 0 | |
XIII Economische Zaken en Klimaat | 9.716 | 1.625 | 6.658 | 8.915 | 30.080 | ||
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 90 | 0 | 1.843 | |
Opdrachten | 0 | 106 | 0 | 30 | 29 | ||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 651 | 651 | 651 | 651 | 651 | ||
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Subsidies (regelingen) | 113 | 105 | 150 | 467 | 12.601 | |
Opdrachten | 506 | 190 | 2.725 | 976 | 496 | ||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering | Subsidies (regelingen) | 8.446 | 573 | 3.042 | 6.791 | 14.460 | |
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 2.353 | 1.902 | 1.391 | 3.555 | 3.002 | ||
Artikel 12 Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken | Opdrachten | 761 | 443 | 1.010 | 2.572 | 2.629 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.592 | 1.459 | 381 | 983 | 373 | ||
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 30.995 | 33.592 | 32.886 | 38.024 | 82.907 | ||
Artikel 1 Arbeidsmarkt | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 28.735 | |
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet | Inkomensoverdrachten | 2.077 | 2.729 | 2.736 | 3.179 | 4.015 | |
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid | Inkomensoverdrachten | 682 | 804 | 813 | 643 | 690 | |
Artikel 5 Werkloosheid | Inkomensoverdrachten | 17 | 24 | 20 | 46 | 36 | |
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap | Inkomensoverdrachten | 2.416 | 3.070 | 3.188 | 3.099 | 2.963 | |
Artikel 7 Kinderopvang | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 91 | 67 | 952 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.629 | ||
Artikel 8 Oudedagsvoorziening | Inkomensoverdrachten | 19.197 | 19.794 | 19.003 | 21.706 | 22.999 | |
Artikel 9 Nabestaanden | Inkomensoverdrachten | 1.072 | 1.111 | 1.020 | 1.194 | 1.172 | |
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders | Inkomensoverdrachten | 1.868 | 2.050 | 1.857 | 3.239 | 4.486 | |
Artikel 98 Algemeen | Bekostiging | 3.666 | 4.010 | 4.158 | 4.851 | 7.230 | |
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 121.540 | 136.655 | 141.663 | 139.128 | 222.536 | ||
Artikel 1 Volksgezondheid | Bijdrage aan agentschappen | 297 | 322 | 611 | 1.060 | 1.606 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 879 | 865 | 868 | 919 | 0 | ||
Artikel 4 Zorgbreed beleid | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 3316 | |
Bekostiging | 110.954 | 125.422 | 131.365 | 127.960 | 203.121 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.149 | ||
Artikel 10 Apparaatsuitgaven | Personeel/materieel | 9.410 | 10.046 | 8.819 | 9.189 | 8.344 |
Koninkrijksrelaties
Maatregel | Verplichtingen 2020 | Uitgaven 2020 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
Voedselpakketten landen en openbare lichamen | 42 | 40 | Kamerstukken II 2019/20, 35459, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1 |
Inkomstenderving openbare lichamen | 3 | 3 | Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1 |
Eerste tranche liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 174 | 174 | Kamerstukken II 2109/20, 35443, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35459, nr. 1 |
Tweede tranche liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 183 | 183 | Kamerstukken II 2019/20, 35474, nr. 1 |
Derde tranche liquiditeitssteun Aruba | 99 | 99 | Kamerstukken II 2020/21, 35641, nr. 1 |
Derde tranche liquiditeitssteun Curaçao | 137 | 137 | Kamerstukken II 2020/21, 35641, nr. 1 |
Derde tranche liquiditeitssteun Sint Maarten | 28 | 28 | Kamerstukken II 2020/21, 35650 IV, nr. 1 |
Toelichting
De afwijkingen bij de liquiditeitssteun van de gerealiseerde bedragen ten opzichte van de begrote bedragen in de incidentele suppletoire begrotingen worden veroorzaakt door het euro-dollar wisselkoerseffect.
Voedselpakketten landen en openbare lichamen
Het kabinet heeft in totaal twee subsidies van respectievelijk maximaal € 16,5 mln. (€ 16 mln. voor Aruba, Sint Maarten en Curaçao en € 0,5 mln. voor de openbare lichamen) en € 25,2 mln. (voor Aruba, Sint Maarten en Curaçao) beschikbaar gesteld om de kwetsbare groepen te kunnen voorzien van voedselpakketten en hygiëneproducten tot en met het einde van 2020. Hiervan is € 1,6 mln. per tweede suppletoire begroting doorgeschoven naar 2021 voor uitbetaling bij vaststelling van de subsidie.
Inkomstenderving openbare lichamen
Ten gevolge van de Covid-19 pandemie liepen de openbare lichamen geraamde inkomsten uit lokale belastingen mis, terwijl de uitgaven op sommige gebieden stegen. Het genoemde bedrag is hier de gederfde luchthavengelden Bonaire die middels een subsidie aan Bonaire International Airport zijn verstrekt.
Eerste en tweede tranche liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Aruba, Sint Maarten en Curaçao ontvangen een eerste en een tweede tranche liquiditeitssteun in de vorm van een lening voor de periode april tot en met juni voor een pakket aan noodmaatregelen om de effecten van Covid-19 te mitigeren. De lening loopt af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De leningen hebben een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de leningen te herfinancieren.
Derde tranche liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten
In de rijksminsterraad van 30 oktober 2020 en 13 november 2020 is besloten om, na ondertekening van de overeenkomst Landspakket met Aruba en met Curaçao, een derde tranche liquiditeitssteun voor de periode juli t/m december te verstrekken onder voorwaarden om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. In de rijksministerraad van 18 december 2020 is besloten om overgegaan tot verstrekking van een liquiditeitslening voor Sint Maarten.
De leningen lopen af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De leningen hebben een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de leningen te herfinancieren.
BES-fonds
Maatregel | Verplichtingen 2020 | Uitgaven 2020 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
Inkomstenderving openbare lichamen | 4 | 4 | Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1 |
Extra middelen eilandelijk beleid | 3 | 3 | Kamerstukken II 2019/20, 35450, nr 1, Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1 en Kamerstukken II 2020/21, 35650, nr. 1 |
Toelichting
Inkomstenderving openbare lichamen
Ten gevolge van de Covid-19 pandemie liepen de openbare lichamen geraamde inkomsten uit lokale belastingen mis, terwijl de uitgaven op sommige gebieden stegen. De openbare lichamen ontvingen compensatie voor de gederfde inkomsten in 2020.
Extra middelen eilandelijk beleid
Naar aanleiding van de maatregelen in het kader van Covid-19 van het kabinet is afgesproken dat extra middelen naar de openbare lichamen gingen voor eilandelijk beleid. Het ging om vrij besteedbare middelen.
Tot slot heeft het kabinet € 26.000 beschikbaar gesteld aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba om ze te compenseren voor de extra kosten bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021.
In de verantwoording over 2020 is artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW) het focusonderwerp. In onderstaande tabel wordt uitgelicht bij welke beleidsvoorstellen in het kader van de rijksbrede pilot de bijlage Onderbouwing en evaluatie van het voorstel is verstuurd.
Focusonderwerp art 3.1 CW | Naam voorstel |
---|---|
Wederopbouw Sint Maarten | Kamerbrief overboeking derde tranche trustfonds wederopbouw Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 34773, nr. 22) |
Toelichting
Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 schrijft voor dat beleidsvoorstellen aan de Tweede Kamer dienen te zijn voorzien van een toelichting op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid, beleidsinstrumentarium, financiële gevolgen en een evaluatieparagraaf.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) licht beleidsvoorstellen primair toe in de Kamerbrieven van de bewindspersonen. In de begroting en het jaarverslag worden de budgettaire gevolgen van het beleidsvoorstel beknopt toegelicht. De evaluatieparagraaf van een nieuw voorstel wordt verwerkt in de bijlage Evaluatie- en overig onderzoek, die vanaf de ontwerpbegroting 2021 wordt doorontwikkeld naar een Strategische Evaluatieagenda.
Om de vindbaarheid van de voorgeschreven toelichting te vergroten is een rijksbrede pilot gestart met de bijlage Onderbouwing en evaluatie van het voorstel. Bij beleidsvoorstellen met significante financiële gevolgen (in totaal groter dan € 20 mln.) wordt bij een regeling en/of Kamerbrieven, een bijlage toegevoegd waarin de toelichtingen op de elementen van CW3.1 gebundeld worden weergegeven. De toelichtingen zijn als onderdeel van de Comptabiliteitswet 2016 al langere tijd een verplicht onderdeel bij beleidsvoorstellen met significante financiële gevolgen. Na de start van de pilot is de bijlage aanvullend op de gebruikelijke werkwijze opgesteld.