De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken;
2. de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning;
3. de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en
4. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister-President, Minister van Algemene ZakenM. Rutte
Gelet op de omvang van de begroting worden alle mutaties toegelicht.
Toelichting
De overschrijding van € 1,2 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door ICT gerelateerde uitgaven (onder andere het project AZ Next, de aanschaf van hardware en de inhuur van extern personeel).
Toelichting
Het overschot bij de uitgaven van het Kabinet van de Koning wordt met name veroorzaakt door door lagere materiële uitgaven als gevolg van de COVID-19 crisis. Ook de personele uitgaven zijn als gevolg van onder andere vacatureruimte iets lager dan begroot.
Toelichting
In 2020 is het beschikbare budget niet volledig besteed. Dit houdt ten dele verband met COVID-19 waardoor diverse kosten (opleidingen, reiskosten, materieel) lager uitvielen.