Ontvangen 19 november 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel D, wordt aan het voorgestelde artikel 28a een nieuw lid toegevoegd, luidende:
5. De rechter kan, indien hem blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt en er een geschil bestaat hieromtrent tussen de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of een van hen dan wel van de voogd of de beide voogden, ambtshalve een beslissing geven op de voet van het eerste tot en met vierde lid. Hetzelfde geldt indien de minderjarige de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.
De toevoeging van een nieuw lid aan artikel 28a introduceert in aanvulling op artikel 1:253a, vierde lid, BW een specifieke wettelijke grondslag voor de informele rechtsingang van het kind. Hiermee wordt het bestaan van deze rechtsgrond in deze gevallen verduidelijkt. Bestaat tussen het kind en zijn ouder, ouders, voogd of voogden een geschil over wijziging van de geslachtsregistratie van het kind, dan kan het kind de rechter benaderen en verzoeken om ambtshalve een beslissing te geven. De rechter kan in dit geval een bijzondere curator benoemen om de minderjarige in en buiten rechte te vertegenwoordigen (artikel 1: 250 BW).
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker