Ontvangen 27 september 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt in het vijfde onderdeel in de aanhef «drie» vervangen door «vier» en wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Degene die onherroepelijk is veroordeeld voor een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht overlegt uiterlijk bij de bevestiging een verklaring van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige, afgegeven ten hoogste zes maanden voor de datum van de aangifte. De deskundigenverklaring vermeldt dat degene op wie de kennisgeving en bevestiging betrekking heeft jegens de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in zijn akte van geboorte en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van bedoelde overtuiging te twijfelen. Dezelfde deskundige verklaart tevens dat hij de overtuiging heeft gekregen dat deze persoon geen risico zal vormen voor vrouwen.
Dit amendement regelt dat als een persoon onherroepelijk is veroordeeld voor een zedenmisdrijf, deze persoon een deskundigenverklaring moet overleggen alvorens zijn geslacht wordt aangepast op de geboorteakte. Daarmee worden ten aanzien van deze groep veroordeelden de huidige wettelijke eisen in stand gehouden. Daarnaast wordt er een extra eis toegevoegd: een verklaring van dezelfde deskundige dat het persoon geen risico zal vormen voor vrouwen.
Omtzigt Pouw-Verweij