Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Omdat het kabinet zo snel mogelijk het grensverkeer dat vanuit Nederland naar Duitsland moet vanwege werk, opleiding of zorg wil faciliteren bij het verkijgen van het door Duitsland vereiste testcertificaat, acht het kabinet het wenselijk en in het belang van het Rijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers – uitvoering te geven aan het besluit tot het organiseren van aanvullende testcapaciteit en de incidentele suppletoire begroting. Over de beleidsmatige inhoud van deze incidentele suppletoire begroting zijn de Staten-Generaal eerder geïnformeerd via de Kamerbrief Grenstesten. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties K.H. Ollongren
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Beleidsmatige verschillen (ondergrens in €) |
Technische verschillen (ondergrens in €) |
|
---|---|---|
1. Openbaar bestuur en democratie |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Nationale Veiligheid |
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
3. Woningmarkt |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 10 mln. |
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln. |
10. Groningen versterken en perspectief |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4. mln. |
11. Centraal apparaat |
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
12. Algemeen |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
13. Nog onverdeeld |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2.3 Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie
Stand ontwerpbegroting 2021 incl NvW, amendementen en 1e ISB |
Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting |
Stand 2e incidentele suppletoire begroting |
Mutatie 2022 |
Mutatie 2023 |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
72.234 |
12.000 |
84.234 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
71.053 |
12.000 |
83.053 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.1 Bestuur en regio |
9.324 |
12.000 |
21.324 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
|||||||
Oorlogsgravenstichting (OGS) |
3.501 |
0 |
3.501 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bestuur en regio |
857 |
0 |
857 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
|||||||
Bestuur en regio |
4.465 |
0 |
4.465 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Grenstesten Duitsland Covid-19 |
0 |
12.000 |
12.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan zbo's/rwt's |
|||||||
Diverse bijdragen |
465 |
0 |
465 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
|||||||
Bijdragen internationaal |
36 |
0 |
36 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.2 Democratie |
61.729 |
0 |
61.729 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
|||||||
Politieke partijen |
25.853 |
0 |
25.853 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Comite 4/5 mei |
116 |
0 |
116 |
0 |
0 |
0 |
0 |
ProDemos |
8.125 |
0 |
8.125 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verbinding inwoner en overheid |
2.493 |
0 |
2.493 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers |
3.227 |
0 |
3.227 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Weerbaar bestuur |
899 |
0 |
899 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stichting Thorbeckeleerstoel |
99 |
0 |
99 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
|||||||
Verbinding inwoner en overheid |
7.672 |
0 |
7.672 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers |
930 |
0 |
930 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Weerbaar bestuur |
1.785 |
0 |
1.785 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Inkomensoverdrachten |
|||||||
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers |
6.982 |
0 |
6.982 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan zbo's/rwt's |
|||||||
Diverse bijdragen |
1.339 |
0 |
1.339 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
|||||||
Bijdragen internationaal |
170 |
0 |
170 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan agentschappen |
|||||||
Dienst Publiek en Communicatie |
821 |
0 |
821 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
|||||||
Gemeentefonds (H50) |
1.166 |
0 |
1.166 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Provinciefonds (H51) |
52 |
0 |
52 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
24.765 |
0 |
24.765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
1.1 Bestuur en Regio
Opdrachten
Grenstesten Duitsland Covid-19
Duitsland heeft Nederland op 4 april 2021 op de lijst van Hochinzidenzgebiete gezet. Nederlanders die vanwege werk, zorg en onderwijs naar Duitsland reizen, moeten vanaf dinsdag 6 april 2021 een negatief testbewijs hebben. Op dit moment blijft de Duitse testverplichting helaas een belemmering vormen voor veel inwoners van de grensregio met Duitsland. Dit geldt in het bijzonder voor grensgangers die vanwege werk, opleiding of zorg de grens met Duitsland moeten oversteken. Hiervoor is ook door de Tweede Kamer aandacht gevraagd door de leden Erkens en Aukje de Vries en de leden Bergkamp en Romke de Jong1. Het kabinet vindt de ontstane situatie onwenselijk en zal daarom voor die mensen die wonen in Nederland maar werken of fysiek onderwijs volgen in Duitsland, of de grens over moeten voor het verlenen van mantelzorg of bezoek aan een arts en die nu in Nederland alleen aangewezen zijn op commerciële teststraten, in de Nederlandse grensregio’s die grenzen aan Duitsland een extra testvoorziening creëren voor de komende 8 weken. Om de testvoorziening in de grensregio te realiseren zal het Ministerie van BZK een opdracht verstrekken aan een marktpartij. Dat gebeurt in dit geval middels een gemotiveerd beroep op de uitzonderingsgrond dwingende spoed in de aanbestedingswet, art. 2.32c. Hiermee vindt, op basis van de aanbestedingswet, een rechtmatige afwijking plaats van de gebruikelijke aanbestedingsregels. Op dit moment is de inschatting van de budgettaire gevolgen circa € 12 mln. Meer testmogelijkheden in Duitsland en een versoepeling van de regels op termijn kunnen ertoe leiden dat deze tests uiteindelijk niet allemaal nodig zijn. De € 12 mln. geldt als maximum, indien minder dan € 12 mln. nodig blijkt dan vloeien resterende middelen weer terug naar het generale beeld.