Gepubliceerd: 8 april 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35801-2.html
ID: 35801-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Omdat het kabinet, als onderdeel van de Toeslagenherstelactie, de publieke schulden van de gedupeerden zo snel mogelijk wil kwijtschelden, zodat gedupeerden met een schone lei verder kunnen, acht de regering het wenselijk en in het belang van het Rijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers – uitvoering te geven aan de in deze incidentele suppletoire begroting opgenomen maatregelen. Over de beleidsmatige inhoud van deze incidentele suppletoire begroting zijn de Staten-Generaal eerder geïnformeerd via de Kamerbrief Budgettaire aspecten kwijtschelden van publieke schulden van 8 april. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2021
 

Beleidsmatige verschillen (ondergrens in €)

Technische verschillen (ondergrens in €)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.

Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4 mln.

10. Groningen versterken en perspectief

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4. mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

2. Beleidsartikelen

2.3 Artikel 3 Woningmarkt

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Woningmarkt (incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2021 incl NvW

Mutaties incidentele suppletoire begroting

Stand incidentele suppletoire begroting

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

5.288.493

0

5.288.493

0

0

0

0

               

Uitgaven

5.278.368

0

5.278.368

0

0

0

0

               

3.1 Woningmarkt

4.354.268

0

4.354.268

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

             

Bevordering eigen woningbezit

4.000

0

4.000

0

0

0

0

Binnenstedelijke transformatie

20.000

0

20.000

0

0

0

0

Woningmarkt

4.349

0

4.349

0

0

0

0

Opdrachten

             

Woningmarkt

3.435

0

3.435

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten

             

Huurtoeslag

4.311.085

0

4.311.085

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo's/rwt's

             

Woningmarkt

3.066

0

3.066

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

             

Dienst van de Huurcommissie

7.261

0

7.261

0

0

0

0

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

970

0

970

0

0

0

0

RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW)

100

0

100

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

             

Financiën en Nationale Schuld (H9)

2

0

2

0

0

0

0

               

3.3 Woningbouw

924.100

0

924.100

0

0

0

0

Opdrachten

             

Woningbouwimpuls

250

0

250

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

             

Woningbouwimpuls

473.600

0

473.600

0

0

0

0

Volkshuisvestingsfonds

450.000

0

450.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

             

Woningbouwimpuls

250

0

250

0

0

0

0

               

Ontvangsten

402.000

– 14.000

388.000

– 8.000

– 2.000

– 1.000

0

Toelichting

Ontvangsten

Ouders die in aanmerking komen voor een herstelregeling kinderopvangtoeslag krijgen de nog openstaande schulden bij de overheid kwijtgescholden. Naar de huidige inzichten bedragen de kosten bij de huurtoeslag daarvan circa € 25 mln. De ontvangstenraming van de huurtoeslag wordt hiervoor in de periode 2021–2024 naar beneden bijgesteld.

3. Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 12 Algemeen

Tabel 3 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 12 Algemeen (incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2021 incl NvW

Mutaties incidentele suppletoire begroting

Stand incidentele suppletoire begroting

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

12.706

230.000

242.706

0

0

0

0

               

Uitgaven

12.706

0

12.706

160.000

70.000

0

0

               

Subsidies (regelingen)

             

Diverse subsidies

854

0

854

0

0

0

0

Koninklijk Paleis Amsterdam

52

0

52

0

0

0

0

Opdrachten

             

(Inter)nationale samenwerking

507

0

507

0

0

0

0

Diverse opdrachten

315

0

315

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

             

Kwijtschelden publieke schulden

0

0

0

160.000

70.000

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

             

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

10.978

0

10.978

0

0

0

0

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Bijdrage aan medeoverheden

Kwijtschelden publieke schulden

De afgelopen periode is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden verder uitgewerkt. Met de medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaats vindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Ook de uitvoeringskosten van de kwijtscheldingsregelingen en de uitvoeringskosten die samenhangen met het compenseren van gemeenten worden vergoed. Doordat de kosten afhangen van het uiteindelijke aantal ouders dat recht heeft op de herstelregelingen en er geen volledig overzicht is van de publieke schulden van gedupeerde ouders en hun partners, zijn deze kosten nog onzeker. Op dit moment is de inschatting van de kosten circa € 230 mln.