Wetsartikelen 1 en 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het gemeentefonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben gemeenten gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de gemeenten gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Artikel 1 Gemeentefonds
Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW en amendementen |
Stand na 1e ISB |
Mutaties 2e ISB |
Stand 2e ISB |
Mutatie 2022 |
Mutatie 2023 |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
33.215.875 |
33.234.875 |
98.100 |
33.332.975 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
33.215.875 |
33.234.875 |
98.100 |
33.332.975 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||||
Financiering gemeenten |
||||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
33.214.364 |
33.233.364 |
98.100 |
33.331.464 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen |
27.727.260 |
27.746.260 |
93.000 |
27.839.260 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Decentralisatie-uitkeringen |
1.322.481 |
1.322.481 |
5.100 |
1.327.581 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Voogdij 18+ |
723.378 |
723.378 |
0 |
723.378 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Beschermd wonen |
1.501.271 |
1.501.271 |
0 |
1.501.271 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Participatie |
1.903.278 |
1.903.278 |
0 |
1.903.278 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkeringen Overig |
36.696 |
36.696 |
0 |
36.696 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kosten Financiële verhoudingswet |
||||||||
Opdrachten |
1.511 |
1.511 |
0 |
1.511 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onderzoeken verdeelsystematiek |
1.511 |
1.511 |
0 |
1.511 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onderzoeken verdeelsystematiek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
33.215.875 |
33.234.875 |
98.100 |
33.332.975 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het Kabinet heeft nieuwe steunmaatregelen voor gemeenten toegezegd. Dit is onder meer opgenomen in de Kamerbrief over het aanvullend compensatiepakket medeoverheden van 16 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207) en in de Kamerbrief over de uitbreiding van het Economisch steun- en herstelpakket van 21 januari 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 35 420, nr. AB).
Concreet worden in deze Incidentele Suppeltoire Begroting drie mutaties verwerkt.
2021 |
|
---|---|
Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) |
65.000 |
Afvalverwerking |
28.000 |
Kinderopvang |
5.100 |
Totaal |
98.100 |
Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komen in aanmerking voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten. Voor het eerste kwartaal van 2021 komt € 65 miljoen beschikbaar via de Algemene uitkering van het gemeentefonds.
Afvalinzameling
Door de corona hebben gemeenten zowel extra kosten gemaakt als inkomsten gemist met betrekking tot afvalinzameling. Met name het restafval is, door o.a. het thuiswerken, in hoeveelheid gegroeid. Veel gemeenten hebben contracten gesloten met een variabele prijs voor de verwerking hiervan. Deze prijs is door de brede toestroom, gestegen. Tegelijkertijd ontvangen de gemeenten voor andere afvalstromen een vergoeding. Maar omdat deze stromen zijn toegenomen, is de vergoeding hiervoor gedaald. In overleg met de VNG is besloten deze kosten ad € 32 miljoen voor 2020 te vergoeden. Hiervan wordt € 28 miljoen in 2021 uitgekeerd via de Algemene uitkering van het gemeentefonds. De resterende € 4 miljoen wordt bij Voorjaarnota 2021 toegevoegd aan het BTW-compensatiefonds.
Kinderopvang
Gemeenten ontvangen van het Rijk middelen om een bepaalde groep ouders die kosten hebben gemaakt voor kinderopvang tijdens de sluiting van de opvang van 16 december tot 8 februari te vergoeden. Het betreft ouders die in deze periode een eigen bijdrage hebben betaald voor de gemeentelijke regelingen rondom kinderopvang (Sociaal medische indicatie, Voorschoolse Educatie en het peuteraanbod). De vergoeding van de eigen bijdrage door gemeenten aan ouders wordt gefinancierd doordat het Rijk éénmalig de al bestaande decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters met € 5,1 miljoen ophoogt.
Algemeen
Afdrachten aan het Gemeentefonds hebben gevolgen voor de belastingontvangsten. Deze worden op artikel 1 Belastingen van de begroting van het Ministerie van Financiën (IXB) verantwoord. De budgettaire gevolgen voor de belastingontvangsten worden in de reguliere 1e suppletoire begroting van Financiën in 2021 verwerkt.