Vastgesteld 18 februari 2021
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 januari 2021 voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij brief van 16 februari 2021 zijn ze door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
1
Welke bestaande initiatieven lopen er reeds om extra tijdelijke banen in ondersteunende functies te creëren? Zijn de budgetten die hiermee gemoeid zijn, al volledig benut? Kunt u hier een overzicht van geven?
Antwoord:
VWS faciliteert extra tijdelijke banen in ondersteunende functies met een budget van € 80 miljoen euro. Dit zijn coronabanen, de subsidie voorziet ook in begeleiding. coronabanen zijn banen waar geen of beperkte scholing voor nodig is, maar die wel belangrijke verlichting kunnen bieden in de werkdruk. Zorgorganisaties kunnen hier subsidie voor aanvragen vanaf 1 maart 2021. Inzicht in benutting van de budgetten kunnen wij op dit moment dan ook nog niet geven.
Naast de subsidieregeling coronabanen is het voor ziekenhuizen mogelijk om via de subsidieregeling opschaling curatieve zorg COVID-19 naar behoefte een beperkt aantal tijdelijke ondersteunende functies te creëren in relatie tot de opschaling van de Intensive Care-capaciteit en klinische capaciteit in ziekenhuizen ten behoeve van de behandeling van COVID-19 patiënten. Het totale budget van deze subsidieregeling voor de verschillende activiteiten (de opschaling van IC-bedden en klinische bedden, opleidingen, de crisisvoorraad geneesmiddelen, bouwkundige aanpassingen en medische inventaris) die hieronder vallen bedraagt € 445,6 miljoen voor de periode 2020–2022. Op dit moment is geen zicht op de benutting van het budget wat betreft de ondersteunende functies.
2
Hoe gaat u stimuleren dat er ook voldoende gebruik zal gaan worden gemaakt van de subsidieregeling?
Antwoord:
Om de subsidieregeling coronabanen toegankelijk te maken voor zorgorganisaties is deze opgesteld in nauwe afstemming met het werkveld. Naast het wettelijk minimumloon zijn ook de onregelmatigheidstoeslag, de eindejaarsuitkering, het vakantiegeld, de transitievergoeding, de sociale lasten en de pensioenlasten subsidiabel. Ook is het mogelijk om medewerkers in te lenen, bijvoorbeeld van horeca-werkgevers, zonder een grote administratieve last. Een opslag van maximaal 20% per coronabaan is mogelijk ten behoeve van begeleiding. Hiermee kunnen zorgorganisaties professionals of docenten aantrekken om groepen instromers te begeleiden. Ook kunnen mensen in een coronabaan zich een opleiding volgen een deelcertificaten halen op MBO-niveau 2 of 3. Dit gebeurt via de Nationale Zorgklas.
Werkgeversorganisaties zijn actief betrokken bij de vormgeving van de coronabanen. Zij worden continu geïnformeerd opdat ze de ontwikkelingen kunnen delen met hun achterban. Daarnaast worden Coronabanen met gerichte communicatie via uiteenlopende kanalen en platforms onder de aandacht gebracht van werkgevers en mogelijk geïnteresseerden.
3
Wanneer is voor u sprake van een doelmatige uitvoering van deze subsidieregeling?
Antwoord:
Het doel van de subsidieregeling is meervoudig: de regeling biedt op korte termijn ondersteuning in de zorg, biedt werk aan mensen die dat nu niet hebben, en stelt mensen in staat zich te kwalificeren door middel van het behalen van MBO-deelcertificaten. Met die deelcertificaten hebben medewerkers meer kansen op een loopbaan in de zorg. Deze investering in medewerkers draagt bij aan het vergroten van het aantal mensen met een zorgopleiding. Dat is belangrijk voor het terugbrengen van de tekorten op de arbeidsmarkt voor zorgpersoneel, tijdens en na de pandemie.
Gelet op de brede werking die van de subsidieregeling uitgaat: het betreft niet alleen het voorzien in de acute ondersteuning van zorgprofessionals, de regeling voorziet ook laagdrempelig in werk én in scholing, zijn wij van oordeel dat de aanwending van deze middelen doelmatig is. De inrichting van de regeling draagt bij aan de realisatie van de beoogde doelen, terwijl de kosten in verhouding staan tot de doelen. In de verantwoording is een balans gevonden tussen het inzichtelijk maken wat er met de subsidiemiddelen gebeurt en de beperking van de administratieve lasten van organisaties. Verder zijn er mogelijke inverdieneffecten ten aanzien van onder meer de bijstand, de NOW-regeling, WW-uitkeringen.