Ontvangen 15 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Arbeidsmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 82.000 (x € 1.000).
II
In artikel 1 Arbeidsmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 82.000 (x € 1.000).
Indiener is van mening dat de middelen van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) gebruikt dienen te worden voor het tegemoet komen van werkgevers in de betaling van de loonkosten van werknemers, zodat zij deze werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van deze terugval. Het doel van de NOW-regeling beoogt verder dat de overheidssteun alleen gebruikt dient te worden indien er sprake is van vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden.
De indiener is dus van mening dat werkgevers alleen gebruik dienen te maken van de NOW-regeling indien het omzetverlies gerelateerd is aan de coronacrisis en dat er met deze NOW-steun de loonkosten van nog in dienst zijnde werknemers worden betaald. Dit blijkt ook uit het morele beroep van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan bedrijven om misbruik te voorkomen.
Uit de openbare register van het UWV en publicatie in de Volkskrant1 blijkt dat payrollbedrijven voor miljoenen euro’s gebruik hebben gemaakt van deze NOW-steun. Het omzetverlies bij veel van deze payrollbedrijven is gerelateerd aan de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), die op 1 januari van kracht is, en dus niet gerelateerd aan de coronacrisis. De Wab realiseert namelijk dat payrollers dezelfde arbeidsvoorwaarden – zoals loon en pensioen – voor hetzelfde werk als hun collega’s krijgen. Door deze wetswijziging is payrolling duurder, en dus minder aantrekkelijk, geworden voor werkgevers.
Hierdoor hebben payrollbedrijven al ver voor de coronacrisis afstand genomen van een gedeelte van hun personeel, waardoor deze payrollbedrijven een fors omzetverlies per januari 2020 hebben geleden. Doordat de NOW-regeling het omzetverlies vergelijkt met 2019, ten opzichte van 2020, en verder naar de loonkosten van januari 2020 kijkt, kunnen payrollbedrijven, ondanks dat het omzetverlies niet door de coronacrisis komt, toch gebruik maken van de NOW-regeling.
De indiener is van mening dat dit gebruik niet overeenkomstig is met het doel van de regeling, namelijk werknemers in dienst te houden vanwege buitengewone omstandigheid, zoals de coronacrisis is. Het invoeren van de Wab is namelijk geen buitengewone omstandigheid.
Indiener beoogt met dit amendement dat de regering relevante wet- en regelgeving zo wijzigt dat de NOW-subsidie die is verkregen op basis van omzetverlies dat niet gerelateerd kan zijn aan de coronacrisis, kan worden teruggevorderd. Indiener is van mening dat het gerechtvaardigd is om met terugwerkende kracht de subsidieregeling aan te passen. Er is, wat de indiener betreft, bij deze payrollbedrijven geen sprake van een buitengewone omstandigheid en volgens de geest van de NOW-1 & NOW-2 regeling had deze subsidie niet verstrekt moeten worden. Om deze uitzonderlijke gevallen te repareren is aanpassing van relevante wet- en regelgeving noodzakelijk.
Dit amendement regelt dan ook dat de middelen op artikel 1 van de onderhavige begrotingsstaat voor de NOW-regeling met € 82 mln. worden verlaagd. Dit is het bedrag waarvoor, volgens het openbare register van het UWV, de payrollsector NOW-1 & NOW-2 steun voor heeft aangevraagd. Met het verlagen van artikel 1 van de onderhavige begrotingsstaat kan overheidsgeld dat niet overeenkomstig met het doel van de NOW-regeling is, worden teruggevorderd.
De teruggevorderde middelen, die in het volgende begrotingsjaar 2021 dienen te worden gebruikt, kunnen, volgens de indiener, als extra budget worden ingezet voor de al eerder aangekondigde subsidieregeling voor samenwerkingsverbanden van sectoren, sociale partners, O&O fondsen en andere betrokkenen om werkenden die hun baan dreigen te verliezen maatwerktrajecten aan te bieden om begeleid te worden naar ander werk («de werkgarantie»). Op die manier kunnen werknemers, waarvan hun werk door ontslag wordt bedreigd, worden geholpen bij het vinden van nieuw werk, zonder tijdelijk zonder inkomen te zitten.
Gijs van Dijk