Vastgesteld 15 december 2020
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 4 december 2020 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 10 december 2020 zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De adjunct-griffer van de commissie, Mittendorff
1
Welk gedeelte van het begrote COVID-19 budget wordt besteed aan het Caribische gedeelte van het Koninkrijk?
Door het Kabinet is € 60 mln. aan Defensie beschikbaar gesteld voor de inzet van Defensie voor COVID-19. In afwachting van de eindafrekening zal hiervan naar verwachting dit jaar € 10–€ 13 mln. worden besteed aan activiteiten ten behoeve van het Caribische gedeelte van het Koninkrijk. Over de eindrealisatie wordt u in de Slotwet geïnformeerd.
Naast de inzet van de Karel Doorman in het Caribisch gebied hebben de vliegtuigen C-17 en KDC-10 in het kader van COVID materiaal vervoerd naar het Caribisch gebied. Er is door verschillende eenheden personele ondersteuning geleverd op Aruba & Curaçao.
2
Is er op dit moment nog sprake van onderbesteding? Zo ja, bij welk begrotingsartikel en waarom?
In de 2e suppletoire begroting wordt het actuele beeld geschetst van de realisatie. Uitgaande van deze stand verwacht Defensie geen onderbesteding. Bij Slotwet is de realisatie definitief. Aangezien de begrotingsuitvoering van zowel de reguliere bedrijfsvoering als van de lopende missies doorgaat tot de sluiting van de kassen op 31 december 2020 en ik u in de 2e suppletoire begroting 2020 al over de uitkomst moet informeren, berusten de bedragen zoals genoemd in de 2e suppletoire begroting op de huidige verwachtingen. De eindrealisatie in de Slotwet kan daarmee afwijken van de standen in de 2e suppletoire begroting, zonder dat sprake is van aangepast beleid. Indien dit leidt tot een (gecompenseerde) overschrijding van het artikelbudget zoals opgenomen in de 2e suppletoire begroting 2020 zal ik u daar uiterlijk op 14 december over informeren.
3
Is er door COVID-19 ook bezuinigd op bepaalde artikelen, zoals bijvoorbeeld dienstreizen of brandstof? Zo ja, waar zijn deze middelen voor gebruikt?
Nee, er is niet bezuinigd op bepaalde artikelen. Wel is door COVID-19 de realisatie op verschillende posten lager dan verwacht doordat bijvoorbeeld verschillende opleiding- en oefenactiviteiten geannuleerd zijn. Een deel daarvan zal op een moment met een minder strikt COVID-19 regime worden ingehaald, een deel niet. In de epidemieperiode is, zoals toegelicht in de 2e suppletoire begroting, meer aandacht besteed aan de realisatie van (achterstallige) instandhoudingsactiviteiten, waarvoor bij reguliere opleiding- en oefenactiviteiten minder gelegenheid zou zijn geweest.