Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat zowel de algemene loonontwikkeling als de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon achterblijven waardoor het noodzakelijk is het wettelijk minimumloon te verhogen, teneinde een eerlijker inkomen te bewerkstelligen en de algemene koopkracht te stimuleren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde tot en met vijftiende lid tot zevende tot en met negentiende lid worden vier leden ingevoegd, luidende:
3. Het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, wordt bij de toepassing van het eerste lid eveneens herzien overeenkomstig:
a. de ontwikkeling van het mediane loon zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen in het voorafgaande jaar, is geraamd; en
b. het verschil tussen de ontwikkeling van het mediane loon zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat jaar, was geraamd en de ontwikkeling van het mediane loon, zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens de Macro-Economische Verkenningen in dat jaar, nader is geraamd.
4. De toepassing van het derde lid:
a. vindt plaats voor zover de ontwikkeling en het verschil, bedoeld in het derde lid, meer bedragen dan de ontwikkeling van de contractlonen, bedoeld in het eerste lid; en
b. blijft achterwege indien het herziene bedrag, bedoeld in het eerste lid, ten minste 60% bedraagt van het mediane loon in het voorafgaande jaar zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
5. Het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, wordt bij de toepassing van het tweede lid eveneens herzien overeenkomstig het verschil tussen de ontwikkeling van het mediane loon zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen in het voorafgaande jaar, was geraamd en de ontwikkeling van het mediane loon zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat jaar, nader is geraamd.
6. De toepassing van het vijfde lid:
a. vindt plaats voor zover het verschil, bedoeld in het vijfde lid, meer bedraagt dan de ontwikkelingen van de contractlonen, bedoeld in het tweede lid; en
b. blijft achterwege indien het herziene bedrag, bedoeld in het tweede lid, ten minste 60% bedraagt van het mediane loon in het voorafgaande jaar zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
2. Aan het zevende lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van het derde tot en met zesde lid wordt onder het mediane loon verstaan: de mediane lonen van voltijds werkende werknemers in marktsector, gepremieerde en gesubsidieerde sector, en bij de overheid en wordt onder ontwikkeling van het mediane loon verstaan: het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van het mediane loon van voltijds werkende werknemers in marktsector, gepremieerde en gesubsidieerde sector, en bij de overheid, zoals deze door het Centraal Planbureau wordt bekend gemaakt.
3. In het achtste lid (nieuw) wordt «het eerste, dan wel het tweede lid» telkens vervangen door «het eerste, derde en vierde, dan wel het tweede, vijfde en zesde lid».
4. In het negende lid (nieuw) wordt «het eerste tot en met vierde lid» vervangen door «het eerste tot en met achtste lid».
5. In het tiende lid (nieuw) wordt «het vijde lid» vervangen door «het negende lid», wordt «het tweede lid» vervangen door «het tweede, vijfde en zesde lid» en wordt «het vijfde lid» vervangen door «het negende lid».
6. In het elfde lid (nieuw) wordt «het vijfde lid dan wel het zesde lid, eerste volzin,» vervangen door «het negende lid dan wel het tiende lid, eerste volzin,» en wordt «het eerste lid, onder b» vervangen door «het eerste lid, onder b, en het derde lid, onder b».
7. In het twaalfde lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door «het negende lid».
8. In het dertiende lid (nieuw) wordt «het eerste tot en met vierde en het zesde lid» vervangen door «het eerste tot en met achtste en het tiende lid».
9. In het veertiende lid (nieuw) wordt «het eerste tot en met zesde lid» telkens vervangen door «het eerste tot en met tiende lid».
10. In het vijftiende lid (nieuw) wordt «het eerste tot en met zesde en het tiende lid» vervangen door «het eerste tot en met tiende en het veertiende lid» en wordt «het negende lid» vervangen door «het dertiende lid».
11. In het zestiende lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door «het negende lid».
12. In het zeventiende lid (nieuw) wordt «het achtste lid» vervangen door «het twaalfde lid».
13. In het achttiende lid (nieuw) wordt «Het negende, tiende en elfde lid» vervangen door «Het dertiende, veertiende en vijftiende lid», wordt «het dertiende lid» vervangen door «het zeventiende lid» en wordt «het achtste lid» vervangen door «het twaalfde lid».
14. In het negentiende lid (nieuw) wordt «het dertiende en veertiende lid» telkens vervangen door «het zeventiende en achttiende lid» en wordt «het eerste tot en met zesde en het tiende lid» telkens vervangen door «het eerste tot en met tiende en het veertiende lid».
B
Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, wordt met ingang van 1 januari van het eerste kalenderjaar na inwerkingtreding van de Wet eerlijker inkomen verhoogd tot 60% van het mediane loon van voltijds werkende werknemers in marktsector, gepremieerde en gesubsidieerde sector, en bij de overheid, in het voorafgaande jaar zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
2. Bij de herziening van het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, met ingang van 1 januari van het eerste kalenderjaar na inwerkingtreding van de Wet eerlijker inkomen:
a. wordt geen toepassing gegeven aan artikel 14, negende lid; en
b. vinden artikel 14, dertiende, veertiende en vijftiende lid, eerst toepassing nadat toepassing is gegeven aan het eerste lid en aan artikel 14, eerste, derde en vierde lid.
3. Dit artikel komt te vervallen met ingang van de eerste dag die twee jaar na de datum ligt met ingang waarvan het minimumloon op grond van het eerste lid is verhoogd.
C
In artikel 15, vierde lid, wordt «artikel 14, dertiende lid» vervangen door «artikel 14, zeventiende lid».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,