Ontvangen 17 maart 2021
Algemeen
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag dat de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat over het onderhavige wetsvoorstel heeft uitgebracht. In het verslag is een aantal vragen en opmerkingen gemaakt.
Hieronder wordt ingegaan op de gestelde vragen. Daarbij zal zo veel mogelijk de in het verslag gehanteerde volgorde worden aangehouden. Waar mogelijk zijn vragen van dezelfde aard en inhoud gezamenlijk beantwoord of is verwezen naar een eerder antwoord.
Aanleiding
Aanleiding voor de aanpassingen
De leden van de CDA-fractie vragen naar een verduidelijking van de directe aanleiding van het wetsvoorstel en de link met het arrest Romet.
Het is van belang voor de burger dat in geval van vermissing of diefstal van zijn rijbewijs dat rijbewijs zo snel mogelijk ongeldig wordt. Als het rijbewijs ongeldig is geworden, kan worden voorkomen dat van dat rijbewijs misbruik wordt gemaakt. Hier heeft de overheid ook een verantwoordelijkheid. Dat is bevestigd in het arrest Romet.
Op grond van de tot nu toe geldende regelgeving wordt een rijbewijs echter pas ongeldig als van vermissing of diefstal aangifte is gedaan bij de politie en dit ook is geregistreerd in het rijbewijzenregister of als een nieuw of vervangend rijbewijs is aangevraagd en afgegeven. Afgifte van een nieuw of vervangend rijbewijs maakt het oude rijbewijs ongeldig. De inmiddels gegroeide praktijk waarin het proces-verbaal van aangifte is vervangen door een mededeling van betrokkene leidt echter niet tot ongeldigheid van het rijbewijs. Daarvoor moet betrokkene eerst een nieuw of vervangend rijbewijs hebben aangevraagd en verkregen of een melding van vermissing bij de gemeente hebben gedaan. Als betrokkene op dat moment daar geen gelegenheid of mogelijkheid toe heeft, blijft het rijbewijs dus geldig. Door de huidige regelgeving aan te passen en het rechtsgevolg van ongeldigheid te koppelen aan de mededeling van betrokkene van diefstal of vermissing of van het vermoeden van fraude, wordt uitvoering gegeven aan de zorgplicht die de overheid op dit punt heeft, ook volgens het arrest Romet.
De leden van de CDA-fractie vragen tevens hoe lang al wordt afgeweken van de regelgeving en waarom de formele regelgeving niet eerder is aangepast.
Na verschillende succesvolle proeven, waarvan de eerste begon in 2009, is het in de jaren erna in alle Nederlandse gemeenten mogelijk geworden een vermissing van een identiteitsbewijs (waaronder een rijbewijs) via een eigen verklaring te melden bij de gemeente waarin de betrokkene is gevestigd.
Hoewel dit formeel niet in overeenstemming is met de regelgeving, heeft het enige tijd geduurd voordat het onderhavige wetsvoorstel is ingediend. In de praktijk werkte dit al, terwijl er andere zaken speelden die met grotere prioriteit moesten worden opgepakt. Het ontbrak gezien de werkende praktijk bovendien lange tijd aan een directe urgente noodzaak om de regelgeving daarmee in overeenstemming te brengen. De mogelijkheid tot het digitaal melden van een vermissing van het rijbewijs of een vermoeden van fraude en het daaraan koppelen van het rechtsgevolg van ongeldigheid van het rijbewijs vormde een aanleiding om de wet in overeenstemming te brengen met de huidige praktijk.
Proeftuin
De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de proeftuin heeft plaatsgevonden en of er voldoende recente ervaringen zijn.
In 2009 is in Amsterdam een proef gestart om een uniforme vereenvoudigde procedure te ontwikkelen voor het melden van vermiste Nederlandse identiteitsdocumenten (paspoort, identiteitskaartkaart, rijbewijs) en het aanvragen van een nieuw document. Hierbij werd de melding via een proces-verbaal vervangen door een melding bij de gemeente door middel van een eigen verklaring. Het doel was om de administratieve lastendruk te verminderen voor zowel de politie, de gemeente, als de burger en om nadrukkelijk het accent te leggen op het voorkomen van misbruik. Na een eerste proefperiode is, op basis van de opgedane ervaringen, in 2010 de pilot voortgezet en is een nieuwe sterk vereenvoudigde procedure ingevoerd in de hele politieregio Amsterdam-Amstelland. Vanwege het grote succes is de pilot vervolgens uitgebreid naar de regio’s Zuid-Holland-Zuid, Gelderland-Midden en de stad Rotterdam. Met ingang van 1 oktober 2017 is met een aanpassing van de wetgeving, de vereenvoudigde procedure voor het paspoort en de identiteitskaart landelijk ingevoerd. De landelijke invoering is toen in de praktijk ook doorgezet voor de rijbewijzen.
Hoofdlijnen van het voorstel
Buitenlandse rijbewijzen
De leden van de VVD-fractie vragen wat er precies gemonitord gaat worden en hoe deze monitoring eventuele fraude of misbruik van de meldingsmogelijkheid gaat voorkomen.
In de proeftuin was voorzien in het automatisme dat bij een derde aanvraag voor een nieuw of vervangend rijbewijs binnen vijf jaar direct aangifte zou worden gedaan bij de politie van het vermoeden dat er fraude wordt gepleegd met dat rijbewijs door de aanvrager. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, is dit automatisme niet overgenomen. Wel kan door de RDW worden gemonitord hoe vaak het vanaf de inwerkingtreding van de wet voorkomt dat door aanvragers in een periode van vijf jaar meerdere malen een aanvraag wordt ingediend voor een nieuw of vervangend rijbewijs, omdat het eerder afgegeven rijbewijs gestolen of vermist zou zijn of omdat van de gegevens daarop misbruik zou worden gemaakt. Op basis van de uitkomsten van deze monitoring kan dan worden bekeken of het wenselijk en noodzakelijk is aanvullende maatregelen te treffen op grond waarvan de aanvraagprocedure kan worden opgeschort of een aanvullende grond op te nemen om een rijbewijs niet af te geven.
Gevolgen voor de regeldruk
Kwantificering van de merkbare effecten voor de burger
De leden van de VVD-fractie vragen zich af in hoeverre de digitale dienstverlening van toegevoegde waarde is als men alsnog naar de gemeente moet voor het aanvragen van een nieuw of vervangend rijbewijs. Deze leden begrijpen dat het noodzakelijk is dat een burger zich uiteindelijk bij de gemeente meldt om te verifiëren of een rijbewijs door de juiste persoon is aangevraagd. Deze leden zijn echter benieuwd of er mogelijkheden zijn om dit proces nog meer te vereenvoudigen door bijvoorbeeld naast een digitale melding van vermissing/diefstal ook direct een aanvraag voor een nieuw rijbewijs in te kunnen dienen. De aanvrager hoeft dan slechts één keer naar de gemeente om het rijbewijs op te halen.
Op dit moment wordt in 29 gemeenten een proef gedaan met het digitaal aanvragen van nieuwe rijbewijzen die verlopen. Een digitale aanvraag van een nieuw rijbewijs bij vermissing is technisch mogelijk, maar hiervoor is een verdergaande aanpassing van de Wegenverkeerswet 1994 nodig. Op dit moment wordt besluitvorming voorbereid over de wenselijkheid van het landelijk invoeren van de mogelijkheid van het elektronisch aanvragen van rijbewijzen. Dit mede op basis van een evaluatie van de genoemde proef. In dat kader zal ook de mogelijkheid van het elektronisch aanvragen van een nieuw rijbewijs bij vermissing worden meegenomen.
Verder vragen de leden van de VVD-fractie of de regering een inschatting kan maken in hoeveel gevallen een melding langs elektronische weg zal worden gedaan en of de regering kan bevestigen dat de mogelijkheid om een vermissing fysiek door te geven, in stand blijft. Is de regering bereid te bevestigen dat, mocht een toekomstige regering voornemens zijn dit te wijzigen, dit eerst aan de Kamer zal worden voorgelegd?
Het is op dit moment niet mogelijk een betrouwbare inschatting te maken van het percentage meldingen dat langs elektronische weg zal worden gedaan. Wel kan worden bevestigd dat de mogelijkheid om een vermissing fysiek door te geven, in stand blijft. Mocht dit wijzigen dan zal dit eerst aan de Kamer worden voorgelegd.
Advisering en consultatie
De leden van de CDA-fractie vragen op welke manier rekening wordt gehouden met de administratieve verlenging voor 75-plussers.
Het CBR gaf in de uitvoeringstoets aan dat als de invoeringsdatum van de wetswijziging eerder zou plaatsvinden dan het derde kwartaal van 2020, dat zou kunnen leiden tot negatieve interferentie van de inspanningen voor de implementatie met de administratieve verlenging voor 75-plussers, de doorlooptijden en het wegwerken van de werkvoorraad. Er werd voor dat geval gevraagd om fasering, waarbij dan de relatief eenvoudige implementatie van de digitale melding van verlies, diefstal of fraude als eerst zou worden uitgevoerd en de overige aanpassingen ten aanzien van het afstand doen van het rijbewijs zou volgen op het moment dat er geen negatieve interferentie meer zou worden voorzien. Nu de invoeringsdatum naar verwachting 1 januari 2022 zal zijn, doet deze interferentie zich veel minder sterk voor. Het aantal rijbewijshouders dat dan nog onder de regeling zou vallen, is naar verwachting kleiner dan nu. Het is evenwel niet mogelijk een vervangend rijbewijs af te geven indien het rijbewijs formeel verlopen, maar administratief verlengd is. Er zal maatwerk moeten worden geleverd in het concrete geval dat een persoon die onder de tijdelijke regeling voor 75-plussers valt het rijbewijs verliest. Dit is niet alleen een probleem na de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel, maar speelt ook (in theorie) nu al.
Communicatie
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan toelichten hoe het voorlichtingstraject eruit zal komen te zien?
Alle rijbewijshouders zullen via een publiekscampagne op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheid van het digitaal melden van de vermissing van het rijbewijs. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van verschillende kanalen en media die de RDW, de rijksoverheid en de politie ter beschikking staan.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga