Ontvangen 10 maart 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is aanspreekpunt voor eigenaren van gebouwen die versterking behoeven en coördineert de versterking van gebouwen, bedoeld in hoofdstuk 5.
2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties neemt alle beslissingen die redelijkerwijs nodig zijn voor de versterking van gebouwen, bedoeld in hoofdstuk 5, en stemt in situaties waarin sprake is van zowel schade, bedoeld in hoofdstuk 2, als van versterking, bedoeld in hoofdstuk 5, de afwikkeling af met het Instituut, tenzij eigenaren aangeven dat ze deze afstemming niet willen.
3. De eigenaar van een gebouw krijgt de keuze om de vergoeding van de schade, bedoeld in hoofdstuk 2, en de versterking van zijn gebouw, bedoeld in hoofdstuk 5, in samenhang te laten plaatsvinden en te laten coördineren door Onze Minister of door het Instituut.
II
In het in artikel I, onderdeel F, voorgestelde artikel 13j, vierde lid, wordt de tweede zin vervangen door: «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt in hoeverre de extra kosten daarvan voor rekening van de eigenaar komen.»
III
In het in artikel I, onderdeel F, voorgestelde artikel 13j, vijfde lid, wordt de tweede zin vervangen door: «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt in hoeverre de werkzaamheden worden uitgevoerd voor rekening van de eigenaar.»
De bedoeling van dit amendement is om de doorzettingsmacht en de beleidsvrijheid die de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heeft in de uitvoering van de versterkingsoperatie in de wet op te nemen en toe te lichten. In artikel 2a wordt daarom geregeld dat het voor het slagen van de versterkingsoperatie essentieel is dat de eigenaar centraal staat bij de versterking, dat daarbij ruimte is voor maatwerk en dat er recht wordt gedaan aan gedane toezeggingen. De NCG is door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daarom gemandateerd als centraal aanspreekpunt voor bewoners en krijgt daartoe het mandaat dat nodig is om te doen wat nodig is voor de veiligheid. Dit mandaat houdt onder meer in het nemen van beslissingen die de versterkingsoperatie bevorderen of die vanwege overwegingen van redelijke en billijke aard nodig zijn. De NCG die optreedt namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krijgt de nodige beleidsvrijheid om maatwerk toe te passen dat voor de uitvoering van de versterking redelijk is. Dit betreft onder andere alle taken genoemd artikel 13i van het wetsvoorstel, die door de NCG in mandaat worden uitgevoerd.
Omdat de NCG in mandaat beslissingen te neemt die de versterkingsoperatie bevorderen of die vanwege overwegingen van redelijke en billijke aard nodig zijn, is zij tevens de aangewezen partij om te beoordelen of andere maatregelen dan de versterkingsmaatregelen die op verzoek van de eigenaar worden opgenomen om een gebouw aan de veiligheidsnorm te laten voldoen redelijk en billijk van aard zijn en of de extra kosten daarvan al dan niet voor rekening van de eigenaar dienen te komen. Ditzelfde geldt werkzaamheden die niet noodzakelijk zijn om een gebouw aan de veiligheidsnorm te laten voldoen die op verzoek van de eigenaar worden opgenomen. Ook in dit geval moet de NCG het mandaat en de beleidsvrijheid hebben om beslissingen te nemen of een dergelijk verzoek redelijk en billijk van aard is en of de extra kosten daarvan al dan niet voor rekening van de eigenaar dienen te komen.
Het is daarom belangrijk om de bevoegdheden van de Minister te verduidelijken, en daarmee dus ook de ruimte van NCG. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld ook een transparante grondslag geboden om voor de € 100 miljoen die op basis van de bestuurlijke afspraken ter beschikking is gesteld om knelpunten weg te nemen die niet direct verband houden met de veiligheid, maar wel van belang zijn voor de versterking.
Schade
Ook in de situatie waarin een eigenaar wordt geconfronteerd met de versterking van zijn of haar eigendom en er tegelijk een schadetraject is, zal de NCG in veel gevallen de aangewezen partij zijn om te zorgen voor zaakbegeleiding die beide kanten, dus zowel de versterking als de schade, coördineert. Het moet daarbij voor bewoners mogelijk zijn om zelf de keuze te maken over of zij hier gebruik van wensen te maken en welke partij (NCG of IMG) voor hen deze coördinatie verzorgt. Zowel de NCG als de IMG handelen op basis van hun eigen bevoegdheden en binnen hun eigen kader. Aan de achterkant zullen de NCG en de IMG hier afspraken over dienen te maken, maar daar moeten de eigenaren geen last van hebben.
Agnes Mulder Aukje de Vries Sienot Dik-Faber