Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om ter voorbereiding op het einde van de overgangsperiode rond de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie de wettelijke voorziening ten behoeve van overgangssituaties in de Verzamelwet Brexit toepasselijk te laten zijn in het tijdvak ten vervolge op deze overgangsperiode en om enkele wijzigingen door te voeren in een aantal wetten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Verzamelwet Brexit wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel IX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet worden bepaald dat het Verenigd Koninkrijk na de terugtrekking uit de Europese Unie voor de toepassing van die wetten gedurende een daarbij aangegeven periode nog als EU-lidstaat wordt aangemerkt, en kan in die wetten overgangsrecht worden opgenomen voor de situatie na de terugtrekking of na afloop van die periode ter voorkoming van onevenredig nadeel voor verzekerden in het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
2. Zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de algemene maatregel van bestuur, maar uiterlijk binnen acht weken, wordt een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de kamers van de Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken en wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden dat er toe strekt de bij de algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijzigingen ongedaan te maken.
B
In artikel X, eerste lid, wordt «tot zes maanden na de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie» vervangen door «tot zes maanden na het einde van de overgangsperiode, bedoeld in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PbEU 2020, L 29)».
Artikel XII, onderdeel E, van de Verzamelwet VWS 2020 vervalt.
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt aan hoofdstuk 10A een artikel toegevoegd, luidende:
Voor de toepassing van artikel 2.7 en artikel 7.8, zesde lid, wordt onder een inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie mede verstaan een inwoner van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland die in het kalenderjaar de in de artikelen 24 en 25 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PbEU 2020, L 29) genoemde rechten geniet.
Artikel 6.1.2, onderdeel m, van de Wet langdurige zorg vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel l door een punt.
In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt vóór artikel 40 een artikel ingevoegd, luidende:
Voor de toepassing van artikel 20, derde lid, worden onder werknemers die in een andere lidstaat van de Europese Unie wonen mede verstaan werknemers die in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wonen en die in het kalenderjaar de in de artikelen 24 en 25 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PbEU 2020, L 29) genoemde rechten genieten.
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 39, derde lid, onderdeel b, en artikel 69c vervallen.
B
In artikel 123, eerste lid, onderdelen a, b en c, vervalt «waarbij Nederland partij is».
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.
3. Artikel VI, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 februari 2020.
4. Aan besluiten die worden gebaseerd op een bij deze wet gewijzigd of ingevoegd onderdeel van de Verzamelwet Brexit kan, indien aan deze wijziging of invoeging ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken