Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om wettelijk vast te leggen dat leerlingen in het praktijkonderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs die daarvoor in aanmerking komen een schooldiploma ontvangen, dat het portfolio deel uitmaakt van het schooldiploma en dat het bevoegd gezag een reglement opstelt waarin wordt vastgelegd welke leerlingen in aanmerking komen voor het schooldiploma;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14d komt te luiden:
1. De directeur reikt een schooldiploma voortgezet speciaal onderwijs uit aan de leerling die het onderwijs in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel verlaat, voor wie de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2 van de Leerplichtwet 1969, is geëindigd en die naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld.
2. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
3. Bij ministeriële regeling wordt een model voor het schooldiploma vastgesteld.
4. De leerling die een deel van het programma heeft voltooid, de school verlaat en niet op grond van het eerste lid een schooldiploma ontvangt, ontvangt een verklaring.
B
Artikel 14g komt te luiden:
1. De directeur reikt een schooldiploma voortgezet speciaal onderwijs uit aan de leerling die het onderwijs in het uitstroomprofiel dagbesteding verlaat, voor wie de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2 van de Leerplichtwet 1969, is geëindigd en die naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld.
2. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
3. Bij ministeriële regeling wordt een model voor het schooldiploma vastgesteld.
4. De leerling die een deel van het programma heeft voltooid, de school verlaat en niet op grond van het eerste lid een schooldiploma ontvangt, ontvangt een verklaring.
C
Artikel 162a, tweede lid, wordt «een getuigschrift van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel als bedoeld in artikel 14d, een getuigschrift van het uitstroomprofiel dagbesteding als bedoeld in artikel 14g, een getuigschrift van het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel» vervangen door «een schooldiploma vso als bedoeld in artikel 14d of 14g, een schooldiploma praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 29a van de Wet op voortgezet onderwijs of».
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6f, derde lid, wordt «getuigschrift» vervangen door «schooldiploma praktijkonderwijs».
B
Artikel 29a komt te luiden:
1. De directeur reikt een schooldiploma praktijkonderwijs uit aan de leerling die een school voor praktijkonderwijs verlaat en naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld.
2. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
3. Bij ministeriële regeling wordt een model voor het schooldiploma vastgesteld.
4. De leerling die een deel van het programma heeft voltooid, de school voor praktijkonderwijs verlaat en niet op grond van het eerste lid een schooldiploma ontvangt, ontvangt een verklaring.
Artikel 73 van de Wet voortgezet onderwijs BES komt te luiden:
1. De directeur reikt een schooldiploma praktijkonderwijs uit aan de leerling die een school voor praktijkonderwijs verlaat en naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld.
2. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
3. Bij ministeriële regeling wordt een model voor het schooldiploma vastgesteld.
4. De leerling die een deel van het programma heeft voltooid, de school voor praktijkonderwijs verlaat en niet op grond van het eerste lid een schooldiploma ontvangt, ontvangt een verklaring.
In artikel 4a, tweede lid, van de Leerplichtwet 1969 wordt «getuigschrift» vervangen door «verklaring».
In artikel 11, tweede lid, van de Leerplichtwet BES wordt «getuigschrift» vervangen door «verklaring».
In artikel 8.3.1, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt «een getuigschrift van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel of het uitstroomprofiel dagbesteding als bedoeld in artikel 14d respectievelijk artikel 14g van de Wet op de expertisecentra dan wel een getuigschrift van het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door «een schooldiploma als bedoeld in artikel 14d of 14g van de Wet op de expertisecentra of een schooldiploma praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 29a van de Wet op het voortgezet onderwijs».
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 oktober 2019 ingediende voorstel van wet houdende regels voor het voortgezet onderwijs (Wet voortgezet onderwijs 20xx) (Kamerstukken 35 297) tot wet is of wordt verheven en de artikelen 2.58 en 2.59 van die wet:
a. eerder in werking zijn getreden of treden dan de artikelen II en III van deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel II komt te luiden:
De Wet voortgezet onderwijs 20xx wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.58 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. De directeur reikt een schooldiploma praktijkonderwijs uit aan de leerling die een school voor praktijkonderwijs verlaat en naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
2. In het vierde lid wordt na «de diploma’s» ingevoegd «, het schooldiploma» en wordt «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste tot en met derde lid».
B
Artikel 2.59 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bevoegd gezag verstrekt een verklaring aan de leerling die een deel van het programma heeft voltooid, een school voor praktijkonderwijs verlaat en aan wie niet op grond van artikel 2.58, derde lid, een schooldiploma wordt uitgereikt.
2. In het derde lid wordt «de verklaring, bedoeld in het eerste lid, en het getuigschrift, bedoeld in het tweede lid» vervangen door «de verklaring, bedoeld in het eerste of tweede lid».
B
Artikel III vervalt.
b. later in werking zijn getreden of treden dan de artikelen II en III van deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.58 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. De directeur reikt een schooldiploma praktijkonderwijs uit aan de leerling die een school voor praktijkonderwijs verlaat en naar het oordeel van de directeur in aanmerking komt voor het schooldiploma. De directeur baseert zijn oordeel op een reglement dat door het bevoegd gezag wordt vastgesteld. Een portfolio waarin de behaalde resultaten zijn opgenomen, maakt deel uit van het schooldiploma.
2. In het vierde lid wordt na «de diploma’s» ingevoegd «, het schooldiploma» en wordt «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste tot en met derde lid».
B
Artikel 2.59 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bevoegd gezag verstrekt een verklaring aan de leerling die een deel van het programma heeft voltooid, een school voor praktijkonderwijs verlaat en aan wie niet op grond van artikel 2.58, derde lid, een schooldiploma wordt uitgereikt.
2. In het derde lid wordt «de verklaring, bedoeld in het eerste lid, en het getuigschrift, bedoeld in het tweede lid» vervangen door «de verklaring, bedoeld in het eerste of tweede lid».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,