Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 7 september 2020 en het nader rapport d.d. 11 september 2020, aangeboden aan de Koning door de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 31 augustus 2020, no. 2020001666, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 7 september 2020, no. W06.20.0295/III, bied ik U hierbij aan.
Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies over het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.
Naar aanleiding van het advies, dat hieronder cursief is opgenomen, merk ik het volgende op.
Bij Kabinetsmissive van 31 augustus 2020, no. 2020001666, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2021), met memorie van toelichting.
Het voorstel is onderdeel van het fiscale pakket voor het jaar 2021, samen met de wetsvoorstellen: Belastingplan 2021, CO2-heffing industrie, Verbetering uitvoerbaarheid toeslagen, Wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022, Aanpassing box 3, Differentiatie overdrachtsbelasting en Eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W06.20.0295/III
• In artikel IV, onderdeel F, wijzigen in:
F. In artikel 15bd, eerste lid, onderdeel b, wordt «winst» vervangen door «winst, alsmede bedragen van dubbel in aanmerking genomen inkomen die op grond van artikel 12af, eerste lid, in aftrek komen bij het bepalen van de winst van dat jaar, voor zover deze bedragen door de toepassing van artikel 12af, tweede lid, worden geacht te bestaan uit renteaftrek».
• De tekst van artikel VIII wijzigen in: In Overige fiscale maatregelen 2020 wordt in het in artikel VIII, onder 1, opgenomen artikel 23b, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 «artikel 9, elfde lid» vervangen door «artikel 9, elfde tot en met dertiende lid» en «zoals dat artikel luidde op 30 juni 2020» door «, voor zover het betrekking heeft op de meting van de CO2-uitstoot».
Aan de redactionele opmerking inzake artikel IV, onderdeel F, is geen gevolg gegeven, omdat de in dat onderdeel opgenomen wijzigingsopdracht in overeenstemming is met aanwijzing 6.11 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede gelet op het slot van de derde alinea van de toelichting op die aanwijzing.
Aan de redactionele opmerking met betrekking tot artikel VIII is, met een kleine tekstuele wijziging, gevolg gegeven.
Voorts zijn in het wetsvoorstel en in de memorie van toelichting enkele redactionele wijzigingen aangebracht.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief